Shlomo Sand schreef in 2008 in het Hebreeuws het boek ’Wanneer en hoe is het joodse volk uitgevonden?’ In 2009 volgde de Engelse vertaling: ’The Invention of the Jewish People’. In de jaren zeventig van de vorige eeuw baarde de auteur Arthur Koestler opzien met zijn boek ’The thirteenth tribe’ (’De dertiende stam’).
De microbioloog Jits van Straten verdiepte zich in de oorsprong van de joden en schreef een boek over het onderwerp, althans een onderdeel daarvan: ’De herkomst van de Asjkenazische joden: de controverse opgelost’. Daarin maakt hij gebruik van historisch-demografisch, genetisch, archeologisch en linguïstisch onderzoek.
Jits van Straten wijst op de intrigerende genetische verwantschap tussen Jemenitische joden en Palestijnen. Genetisch onderzoek legt verder wezenlijk verschillen bloot tussen Marokkaanse, Tunesische en Jemenitische joden.
Bij veel genetisch onderzoek van joodse populaties ontbreekt overigens, zo merkte Van Straten, een controlegroep van niet-joden uit dezelfde omgeving. Daarmee zou je kunnen aantonen dat een joodse gemeenschap in een bepaalde regio genetisch niet of weinig afwijkt van de niet-joodse buren. Die waarneming blijft zonder de juiste controlegroepen al bij voorbaat buiten beeld.
Ethiopische Joden in gebedstenu. Veel Ethiopische christenen beweren van Joodse komaf te zijn. Volgens Jits van Straten is 'Jood' als etnische aanduiding een mythe. © FOTO AP