Op het einde van de 19de eeuw kwam er meer aandacht voor rituelen. Mensen hoopten nieuwe spirituele inspiratie te vinden. In de 20ste eeuw beginnen meer mensen het een middel ter verdieping te vinden. In de jaren 60 kwam met de flowerpower, de groenen en de vrije denkers het zoeken naar innerlijke vrede. Verscheidene jongeren gingen leermeesters opzoeken om andere mannieren van leven te vinden. In de kerken vond je ook meer rituelen en aan afgoderij verbonden handelingen optreden. Meer mensen gaan aannemen dat het bidden voor een beeld daarom nog geen eer aan het beeld vertonen is, of indien het dat al zou zijn, dat het dan geen afgoderij hoeft te zijn, als de innerlijke geest zich blijft bezig houden met het innerlijke. Er wordt dan gezegd: "Als hij zichzelf verliest , vervreemdt en zijn verantwoordleijkheid opgeeft is dat afgoderij. Dat kan zelfs heel goed met de heilige Schrift, denk maar aan fundamentalisme, ook afgoderij!"
De toename van het boedhisme wordt concreet zichtbaar in steeds meer boeddhabeeldjes thuis bij de mensen, op het werk of elders, het enorme aanbod van en de enorme vraag naar meditatiecursussen, de hoeveelheid publicaties over boeddha en het boeddhisme.
Theo Salemink, kerkhistoricus van de faculteit katholieke theologie van de Universiteit van Tilburg, vindt deze boeddhaïsering die gepaard gaat met steeds meer invloed op de Nederlandse cultuur, een prima ontwikkeling evenals de islamisering. "Dus in dat opzicht keer ik me tegen de ideeën van Wilders en mensen uit het CDA die zeggen dat de joods-christelijke cultuur boven de islam of het boeddhisme zou staan. Indien het boeddhisme zich verder uitbreidt, zal ook het boeddhisme een eigen traditie vormen, die samen met de drie wereldgodsdiensten een grote invloed op de toekomstige cultuur in Europa zal hebben."
Lees het hele interview met Salemink hier