Verscheidene religieuze groepen proberen mensen te bekeren, maar wat gebeurt er wanneer zij overgestapt zijn to die religie. In België kunnen wij verscheidene vlaamse meisjes zien rondlopen in islamitische klederdracht. Ook weten wij dat er moslims tot het Christelijk geloof zijn gebracht, zoals tot de Christadelphians.
Van de Christadelphians weten wij dat zij door mensen van Carelinks gedoopt zijn en dat zij verzocht worden om geen contact te hebben met de andere Christadelphians, zoals mijn kerkgemeenschap. Dit is een zeer betreuren waardig iets en men kan daarbij de vraag stellen in welke mate er voor gezorgd wordt dat er sociaal contact met geloofsgenoten kan zijn en in welke mate deze mensen door hun keuze niet meer afgezonderd geraken in onze maatschappij.
Van de Christadelphians weten wij dat zij door mensen van Carelinks gedoopt zijn en dat zij verzocht worden om geen contact te hebben met de andere Christadelphians, zoals mijn kerkgemeenschap. Dit is een zeer betreuren waardig iets en men kan daarbij de vraag stellen in welke mate er voor gezorgd wordt dat er sociaal contact met geloofsgenoten kan zijn en in welke mate deze mensen door hun keuze niet meer afgezonderd geraken in onze maatschappij.
De Amsterdamse antropologe Vanessa Vroon-Najem deed vijf jaar lang onderzoek naar de ervaringen van vrouwelijke bekeerlingen om na te gaan wat er gebeurt met Nederlandse vrouwen die zich bekeren tot de islam. Indien men overstapt naar een ander geloof zal dat vast en zeker gevolgen hebben in het sociale leven van die persoon en in de betrokkenheid met de omgeving.
In vele gevallen en zeker bij een overstap naar de Islam zal de veranderde houding en/of klederdracht bij de omstaanders vragen oproepen. Vooral bij bekeerlingen naar de Islam zal het uiterlijk reacties oproepen.
Deze week promoveerde Vanessa Vroon-Najem aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift 'Sisters in Islam. Women's Conversion and the Politics of Belonging. A Dutch Case Study'. Voor het grote publiek maakte zij samen met fotografe Saskia Aukema het boek 'Bekeerd'.
"Sommige bekeerlingen zijn eenzaam", zegt Vroon. "Moslims in de moskee zijn blij met hun overgang tot de islam. Ze krijgen knuffels en felicitaties, maar als ze buiten staan komen ze vaak in een gat terecht. De moskee heeft meestal geen draaiboek voor de begeleiding van bekeerlingen."Dat verhaal komt ons heel bekend voor, ook bij de Christen gemeenschappen in Afrika of Azië. daar zien wij dat die tot het Christendom gebrachte bekeerlingen na hun doopsel dikwijls in de kou achter blijven. In plaats van zich in een broederschap en nieuwe familie opgenomen te voelen, worden zij als het ware meer afgezonderd van de mensen en komen zij dikwijls in eenzaamheid terecht.
Wie kan niet beter spreken over zulk een gevoel dan iemand die het aan de lijve mocht ondervinden. Volgens mij kan Vroon dara wel aanspraak op maken. Zij werd in de jaren negentig zelf moslima. Maar haar persoonlijke ervaringen waren niet de reden voor haar onderzoek. Het had eerder te maken met het felle islamdebat dat rondom de eeuwwisseling begon.
Vroon:
"De vraag werd gesteld of de islam wel bij Nederland past. Moslims kwamen in een spanningsveld terecht. Bekeerlingen zijn een interessante groep om dat spanningsveld te onderzoeken. Zij hebben de vraag of de islam bij Nederland past voor zichzelf al met 'ja' beantwoord."Iemand die tot een ander geloof komt, heeft eerst de interne strijd te leveren met de eigen familie, zij het ouders, broers en zussen of zelfs echtgenoot, echtgenote en kinderen. Sowieso gata een verandering van geloof spanningsvelden veroorzaken.
Bij een overstap naar het Jodendom of Islam komen er niet enkel de geloofspunten om de hoek kijken maar is er de voedingsnorm die bepaalde eisen zal opleggen welke niet dadelijk door de omgeving zal aanvaard worden. Er is de
botsing met de eigen familie, die er soms moeite mee heeft dat er ineens
per se halal-eten op tafel moet staan. Vader en moeder maken zich
zorgen. Krijgt hun dochter nog wel een baan nu ze een hoofddoek draagt?
Vroon:
"De samenleving reageert vaak afwijzend op blauwe ogen met een hoofddoek. Men ziet het als verraad. Er zijn ook Surinaams-Nederlandse of Antilliaans-Nederlandse bekeerlingen met een hoofddoek maar dat valt minder op."Bij bekeerlingen moet men ook nog na gaan hoe ver de bekeerde wil gaan en, wat ik veel belangrijker vindt, wat de beweegredenen mogen zijn voor de geloofsverandering.
In mijn woonwijk zie ik wel meisjes die gesluierd zijn gaan lopen en zogezegd tot de Islam zijn bekeerd, maar ik vraag mij af of buiten het uiterlijk wel degelijk iets in de geest veranderd is, buiten de onderwerping aan hun Islamitische man.
Bij sommige heb ik ondervonden dat zij helemaal niet over hun geloof willen praten en/of dat zij helemaal gene kennis hebben van wat er eigenlijk in de Koran staat. De meesten hebben dat heilige boek zelfs nog niet eens gelezen, maar gaan voort op de uitspraken van hun man dat dit of dat er wel zou instaan.
Anderzijds zegt Vroon dat het haar opviel dat velen alleen de voorschriften uit de schriftelijke bronnen zoals de Koran willen overnemen.
Men bekeert zich niet van de ene op de andere dag. Ik kan mij voorstellen dat er zelfs heel wat tijd over gaat. Volgens de doctorandus was de bekering ook meestal een geleidelijk proces, zelfs bij vrouwen die met moslims getrouwd waren.
Er bestaan veel misvattingen over bekeerde moslima's, zegt Vroon. "Er leeft het idee dat ze meestal vanwege een man bekeerd zijn. Maar van de 47 vrouwen die ik geïnterviewd heb, hadden 21 geen islamitische man. Hun achtergronden weerspiegelen eerder de secularisatie van Nederland. Sommigen waren religieus opgevoed maar deden weinig meer aan godsdienst. Anderen waren zonder religie opgegroeid. Vaak onderzochten vrouwen meerdere religies alvorens voor de islam te kiezen.
Vroon:
"Ook dan bleek in mijn onderzoek de man niet de rechtstreekse aanleiding in de zin dat bekering een voorwaarde was voor het huwelijk. Mannen gingen verschillend om met de bekering van hun vrouw. Sommigen praktiseren de islam serieus, de ander doet er weinig of niets aan. In het eerste geval waren mannen er alert op dat het een zelfstandige, religieus geïnspireerde keuze was, in het tweede geval betekende de bekering soms het einde van de relatie."Men kan zich goed voorstellen dat indien er een chtpaar is en één van de partners van geloof wil veranderen dit ook het huwelijk in gevaar kan brengen. Maar ook bij samenwonenden zal zulk een weiziging van gedachten heel wat spanningen opleveren, vooral als de persoon er bewust van wordt dat volgens het geloof, zij het Islam of Christendom, niet hoort om zo maar met iemand onder hetzelfde dak te wonen en seksuele betrekkingen te hebben.
Spanningen kunnen optreden wanneer een stel ongetrouwd samenwoont en de bekeerde vrouw ontdekt dat dat binnen de islam niet mag en de man voor het blok zet om te trouwen. Dat gaat sommige mannen te ver, en dat betekent einde relatie.Bij al de nieuwe bekeerlingen kan men zien dat men gelijkgezinden gaat willen opzoeken. Vooral andere bekeerden vinden zal volgens mij een belangrijk gegeven worden om zich goed te gaan voelen met het nieuwe geloof, maar ook om niet vlug te vervallen in oude gebruiken. Volgens mij is een mogelijkheid om met geloofsgenoten regelmatig bijeen te komen een zeer belangrijk gegeven om aan dat nieuwe geloof te kunnen vast houden.
De bekeerden kunnen steun zoeken en zich door elkaar aangemoedigd voelen. Dit zal volgens mij ook de mogelijkheid geven dat zij de moed zullen krijgen om ook hun nieuw verworven geloof verder uit te dragen. Bij de Islam meisjes ziet men dat zij soms kunnen over gaan tot het oprichten van groepjes om samen de islam te bestuderen.
Ze proberen onderscheid te maken tussen culturele gewoonten van moslims en de voorschriften van de religie.Vroon:
"Het viel me op dat velen alleen de voorschriften uit de schriftelijke bronnen zoals de Koran willen overnemen."
Bij deze bekeerlingen sluiten zich ook jonge geboren moslima's aan. Ook zij hebben er moeite mee dat de voertaal in moskeeën niet altijd Nederlands is. Soms hebben ze weinig van hun ouders meegekregen en moeten ze net als bekeerde moslima's nog van alles leren, bijvoorbeeld het gebed.Volgens mij bestat er een gevaar in dat in bepaalde moskeeën de voertaal geen Nederlands is terwijl deze meisjes niet Arabisch kundig zijn. Van alles kan hen wijs gemaakt worden en volgens mij zal er door het gebrek aan taalkennis ook onvoldoende inzicht in de geloofsmaterie kunnen verworven worden.
Studies omtrent geloofsverandering kunnen voor omstaanders maar ook voor diegenen die denken aan verandering een licht werpen over het hoe, waarom en waarop te letten.