Showing posts with label tegenstander. Show all posts
Showing posts with label tegenstander. Show all posts

Friday, 22 May 2015

Elohim's keuze in de wereld




Jakobus 2: 5 De Geschriften 1998+ (5) Luister, mijn geliefde broeders: Heeft Elohim niet de armen van deze wereld gekozen, rijk aan geloof en erfgenamen van het koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben?

 Jesaias 29:19 De Geschriften 1998+ (19) En de zachtmoedigen zullen hun vreugde in יהוה {Jehovah} verhogen en de armen onder de mensen verheugen de apart-geplaatste Ene van Israel. 


**



De apostelen hadden het niet gemakkelijk, met de joodse mensen die naarstig op zoek waren naar hen en waarvan sommige die volgelingen van Christus zo zeer haten dat zij gevaar liepen.
Peter vond ook dat alle dingen bleven voortgaan zoals ze vanaf het begin van de schepping waren, waarmee hij 'niet goed' mee bedoelde. De mens had zich verzet tegen God, en als tegenstanders maakten ze hun stem sterker door de jaren heen.

Ten tijde van de apostelen, negeerden de meeste mensen ook bewust de verslagen van Gods daden in het verleden, ze deden ze af als fictie. Ze lachten om degenen die wilden geloven in de rollen die werden voorgelezen bij de synagogen. En over Jezus kunnen we ons voorstellen hoe ze diegenen uitlachten die geloof wensten te hechten aan deze koning die nooit zijn koninkrijk kreeg, hoewel hij zei dat hij de tempel kon vernietigen en weer in drie dagen zou kunnen opbouwen.

De apostel Jakobus stelt zich de vraag af of God niet had gekozen voor die armen in de wereld, om rijk te worden in het geloof? Maar wie zou dan in staat zijn om een deelgenoot van dat koninkrijk te zijn, waarvan de man die stierf zo levendig kon vertellen?

Voor de apostelen was het duidelijk dat God de arme mensen heeft uitgekozen om rijk te zijn in het geloof. Zij hebben net zoveel recht op Gods Koninkrijk als andere mensen. Want God heeft het Koninkrijk beloofd aan iedereen die van Hem houdt. Terwijl het juist de rijke mensen zijn die dikwijls slecht zijn voor hen en hen voor de rechter slepen en zij het ook zijn die kwaad spreken van Jezus, bij wie de apostelen hoorden. Om die reden riep Jakobus de gelovigen op om gehoorzaam aan Gods koninklijk bevel te zijn. Die Koninklijke Wet kan in de Boeken gevonden worden waarin staat: dat je net zoveel van je medemensen moet houden als van jezelf. Dan doe je wat God wil.
“5 Luistert, lieve broeders: God heeft de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben. 6 Maar gij hebt de arme veracht. Zijn het niet de rijken die u onderdrukken en u voor de rechtbank slepen? 7 Zijn zij het niet die de schone naam lasteren welke over u is aangeroepen? 8  Als gij evenwel de koninklijke wet vervult volgens het woord van de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, is alles in orde. 9 Maar als gij partijdig handelt, doet gij zonde, en veroordeelt de wet u als overtreders.” (Jakobus 2:5-9 WV78)
Psalm 46 vertelt ons dat we in onze problemen een zeer aanwezige hulp hebben en daarom niet hoeven te vrezen, hoewel de wereld niet zal veranderen.
Zij die geloven in de Enige Ware God hebben Die Elohim als hun toevlucht en sterkte, een hulp in nood, die snel kan gevonden worden. 
“1  Voor de koorleider. Van de Korachieten. Op de wijze van ‘Jonkvrouwen’. Een lied. (46:2) God is ons een toevlucht, een sterkte, hulp in noden hogelijk bevonden. 2 (46:3) In dit weten zijn wij zonder vrees, al werd ook de aarde ontwricht, al werd het gebergte ontzet tot diep in het hart van de zeeen.” (Psalmen 46:1-2 WV78)
Degenen die leven volgens de woorden van Jeshua, Jezus Christus, de Zoon van God, die vele woorden van God verduidelijkte, moet voelen dat God in de buurt van hen komt. Ook al kunnen naties woeden, de koninkrijken bewegen, maar degenen die bereid zijn om de stem van God te horen zullen zien, dat de Jahweh-Tzvaot met hen is en dat de God van Jakob hun toevlucht zal kunnen zijn. Zelfs wanneer Jehovah God verwoestingen tot de aarde brengt, het zelfs vol oorlogen laat zijn tot zij het einde van de aarde zouden hebben gebracht; uiteindelijk is het Hij die de boeg breekt, en de wapens in Sunder snijdt, zodat alle mensen er toe kunnen komen om Hem te kennen, Hij Die de enige God is, Vader van Jezus Christus.

Hoor wat God zegt:
Psalm 46:10 De Geschriften 1998+ (10) Wees stil, en weet dat ik Elohim ben; Ik ben verheven onder de natiën, Ik ben verheven op de aarde!
Haal je kracht uit Hem en Zijn offer, Zijn zoon, en verkondig het Goede Nieuws van Zijn Koninkrijk, uitkijkende naar de wederkomst van Christus, wanneer na de Grote Slag met de meest verschrikkelijke pijnen vrede en rust zal komen.



“3  ’Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. 4 Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. 5 Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. 6 Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. 7 Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. 8 Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. 9 Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. 10 Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. 11 Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil:” (Mattheüs 5:3-11 WV78)

 “1  Gelukkig de man die niet treedt in het overleg van de bozen, op de weg van de schenders geen voet zet, niet zit in de kring van de spotters; 2 die veeleer in de wet van de Heer zich vermeit, zijn wet overpeinst dag en nacht.” (Psalmen 1:1-2 WV78)

 “Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld.” (Mattheüs 25:34 WV78)

 “7 Wees zeer sterk en moedig en onderhoud nauwkeurig heel de wet die mijn dienaar Mozes u gegeven heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts noch naar links; dan zal het u goed gaan, waar gij ook gaat. 8 Nooit moet ge ophouden in dat wetboek te lezen. Ge moet het dag en nacht overwegen en ge moet alles wat daarin geschreven staat nauwkeurig volbrengen. Dan zult gij voorspoed en geluk hebben in alles wat gij doet.” (Jozua 1:7-8 WV78)

*


+
Een Engelse versie / a English version:  The chosen ones to fear or not to fear
++

Additional reading:
"Our Refuge And Strength" Thoughts from today's Bible Readings - Jan 26th

+++

Friday, 29 October 2010

Meeslepen of laten verleiden

Zich laten meeslepen of zich er toe laten verleiden om op andere gedachten over te stappen of mee te gaan in andere denkwijzen.

Under the Tag "meeslepen" "carry away","to carry off" shall you be able to find articles on the way people can be carried away, or carried with or sweep along. It is about the ability to fall for something else.

Deprive of self control by exciting or more interesting feelings and thoughts.
Letting yourself being lead along or influenced by mental or emotional appeal.
To allow an opponent to make a good showing by lessening one's opposition or to adapt your ideas to the other.
But also to demean oneself and lowering his status, reputation, or dignity, by doing wrong actions.


Letting yourself being dragged away can restrain that one comes on the path of decline instead of coming on the way to eternal life.


Onder het Etiket ""meeslepen": "meesleuren"," overhalen" zal u artikelen kunne vinden over de wijze waarop mensen kunnen meegesleurd worden om van gedachten te veranderen. Het gaat over de mogelijkheid of bekwaamheid om voor iets anders te vallen of nog beter gezegd de onmogelijkheid om tot een bepaald idee te blijven of stand te houden. Beroofd van zelfcontrole door het opwekken of meerdere gevoelens en gedachten. Zichzelf van zijn lood laten brengen door geestelijk of emotioneel beïnvloeding. Toe te staan dat een tegenstander een goede beurt maakt door het verminderen van een oppositie of zijn eigen ideeën aan de andere aan te passen. Maar ook naar de verlaging van zichzelf en het neer brengen van zijn status, reputatie of waardigheid, door het doen verkeerde acties.

verglijden, afwijken, afschavelen, glippen, wegglippen, ontslippen, ontschieten, zich laten uitschuiven, afdwalen, zich laten afleiden, zich laten prikkelen, zich laten aanhitsen/ophitsen,  doordrongen worden van iets, iets aangepraat worden, zich iets laten inscherpen, op zich laten inpraten, onder de invloed van iemand of iets geraken, door iemand ergens aan toe gebracht worden, overhaald worden door iets of iemand, voor iets of iemand gewonnen geraken, door iets of iemand worden aangedreven



weerklank vinden, nawerken, raad aannemen, zich laten gezeggen, zich laten afkopen, gaande raken, opmaken, opzetten, iemand achterna lopen, laten meeslepen, laten omkopen, afkopen, bekopen, bestoppen

met klinkende woorden overhaald worden, met een natte vinger te verleiden zijn, zijn handen laten zalven, met een gouden net (hengel) vissen, de gouden sleutel aannemen om ergens binnen te komen

iets op het hart gedrukt krijgen,


Het zich laten meeslepen kan inhouden dat men op het pad terecht komt van verval in plaats van op de weg naar eeuwig leven.

Thursday, 22 October 2009

Wat Jezus Deed: Wanneer waarheid niet het doel is & Belangrijkste dingen eerst

Wat Jezus Deed

Donderdag 22 oktober 2009

 

Matthëus 22:34-35

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En den Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij den Sadduceen den mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd. En een uit hen, [zijnde] een wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende: Meester! welk is het grote gebod in de wet?"

"De Farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht. Ze kwamen weer bij elkaar, en een van hen, een wetgeleerde, probeerde hem in de val te lokken met de vraag:Meester, wat is het grote gebod in de wet? "

"Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde:Meester, wat is het grote gebod in de wet? "

"Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde:'Meester, wat is het grootste gebod in de wet?' "

"Behalve de Farizeeërs. Want toen zij hoorden dat Hij de Sadduceeërs de mond had gesnoerd, kwamen zij met een nieuwe strikvraag. Eén van hen, een godsdienstleraar, nam het woord. "Meester, wat is het belangrijkste gebod in de wet van Mozes?"

 

Overdenking van vandaag:

Maar wanneer waarheid niet het doel is, wanneer trots, comfort en erkenning het doel wordt om te leven, dan worden motieven door elkaar gegooid en zal de waarheid steeds vergeten worden. Degenen die streven naar de waarheid verliezen het wanneer hun doel simpelweg het verslaan is van iemand anders en niet het zoeken naar de waarheid.

 

Gebed:

Heilige God, help me niet zo verblind te worden door iemand die ik zie als een tegenspeler of rivaal waardoor ik mijn zoektocht vergeet naar uw waarheid. Help me alstublieft meer bewust te groeien om uw waarheid te vinden en te vieren. In Jezus' naam bid ik. Amen.

 

Contekst: Matthëus 22:34-46

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En den Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij den Sadduceen den mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd. En een uit hen, [zijnde] een wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende: Meester! welk is het grote gebod in de wet? En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. Als nu de Farizeen samenvergaderd waren, vraagde hun Jezus, En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids [Zoon]. Hij zeide tot hen: Hoe noemt Hem dan David, in den Geest, [zijn] Heere? zeggende: De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter [hand], totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. Indien Hem dan David noemt [zijn] Heere, hoe is Hij zijn Zoon? En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan [iets] meer vragen."

"De Farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht. Ze kwamen weer bij elkaar, en een van hen, een wetgeleerde, probeerde hem in de val te lokken met de vraag: 'Meester, wat is het grootste gebod in de wet?' Jezus antwoordde: 'Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw ziel, en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede gebod is even belangrijk als het eerste: u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Alles in de Wet en in de Profeten hangt af van deze twee geboden.' Toen de Farizeeën bij elkaar waren, vroeg Jezus hun: 'Wat denkt u van de Christus? Van wie is hij een nakomeling?' 'Van David,' antwoordden ze. 'Maar hoe kan David hem dan 'Heer' noemen?' zei Jezus. 'Want de Geest liet David zeggen: De Heer heeft tegen mijn Heer gezegd: Neem plaats aan mijn rechterzijde, ik zal uw vijanden aan uw voeten leggen. Als David de Christus 'Heer' noemt, hoe kan hij dan een nakomeling van David zijn?' Maar geen van hen kon hem antwoord geven, en van die dag af durfde niemand hem meer iets te vragen. Toespraak over de schriftgeleerden en de Farizeeën"

"Toen de Farizeeen gehoord hadden, dat Hij de Sadduceeen tot zwijgen had gebracht, kwamen zij bijeen, en een van hen, een wetgeleerde, vroeg, om Hem te verzoeken: Meester, wat is het grote gebod in de wet? Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. Toen de Farizeeen bijeen waren, vroeg Jezus hun, zeggende: Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon. Hij zeide tot hen: Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb. Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen."

"Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 'Meester, wat is het grootste gebod in de wet?' Hij antwoordde: 'Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.' Nu de Farizeeën om hem heen stonden, stelde Jezus hun deze vraag: 'Wat denkt u over de messias? Van wie is hij een zoon?' 'Van David, 'antwoordden ze. Jezus vroeg: 'Hoe kan David hem dan, geïnspireerd door de Geest, Heer noemen? Want hij zegt: "De Heer sprak tot mijn Heer: 'Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.'" Als David hem dus Heer noemt, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?' En niemand was in staat hem een antwoord te geven, noch durfde iemand hem vanaf die dag nog een vraag te stellen."

engelse versie / English version > What Jesus did: First things first

What Jesus did: First things first

Matthew 22:34-35:

The Pharisees learned that Jesus told the Sadducees things they could not argue with. So the Pharisees met together. One Pharisee was an expert in the law {of Moses}. That Pharisee asked Jesus a question to test him. (ERV)  

Key Thought

We have a real sense of rivalry and pride playing into this situation. The Pharisees could gloat a moment at the Sadducees inability to trip up Jesus. "But we're better than they are. We study harder and follow God's Law more closely than the Sadducees. We'll trip him up for sure!"
But when truth is not the goal, when pride, comfort, and recognition become tantamount to life, then motives get jumbled and truth ends up getting forgotten. Those who seek the truth lose it when their goal is simply defeating someone else rather than searching for the truth.

Today's Prayer
Holy God, help me not become so blinded by someone I view as an opponent or antagonist that I forget my search for your truth. Please help me grow more determined to find and celebrate your truth. In Jesus' name I pray. Amen.

Today's Verses in Context

The Pharisees learned that Jesus told the Sadducees things they could not argue with. So the Pharisees met together. One Pharisee was an expert in the law {of Moses}. That Pharisee asked Jesus a question to test him. The Pharisee said, "Teacher, which command in the law is the most important?" Jesus answered, "'You must love the Lord your God. You must love him with all your heart, all your soul, and all your mind.' This is the first and most important command. And the second command is like the first: 'You must love other people the same as you love yourself.' All of the law and the writings of the prophets take their meaning from these two commands." So while the Pharisees were together, Jesus asked them a question. Jesus said, "What do you think about the Christ ? Whose son is he?" The Pharisees answered, "The Christ is the Son of David. " Then Jesus said to the Pharisees, "Then why did David call him 'Lord'? David was speaking by the power of the {Holy} Spirit. David said, 'The Lord (God) said to my Lord (Christ): Sit by me at my right side, and I will put your enemies under your control. ' David calls the Christ 'Lord.' So how can he be David's son?" None of the Pharisees could answer Jesus' question. And after that day no person was brave enough to ask Jesus any more questions {to try to trick him}.
Matthew 22:34-46 (ERV)

Wednesday, 18 February 2009

Wrevel vermoordt de dwaas, gramschap doodt de zot

"Haat is een zeer bittere voeding,
en uiteindelijk giftig.
Ik heb geen behoefte om mijn eigen toxinen. "
- Neil Kinnock

"Wrok doodt een dwaas,
en afgunst slaat de onverstandige. "
Job 5:2

Heer God laat mij tegen niemand wraak koesteren
en leer mijn tegenstanders te vergeven
en goedwillend te zijn.

Friday, 19 December 2008

Satan het kwaad in ons

For English:  >  Satan the evil within & More reading > Satan or the devil

Elk menselijk wezen heft de mogelijkheid om keuzes te maken. Alle wezens hebben een instinct welk hun de mogelijkheid geeft om af te zien van bepaalde dingen te doen of om juist handelingen te verrichten. Mensen hebben het innerlijk gevoelen dat hen laat aanvoelen of iets juist is of verkeerd is.
Satan is omschreven als dat hij heen en weer gaat over de aarde. Uit Zacharias 1:11 kunnen wij afleiden dat het een Hebreeuwse vorm is voor observeren. Het gaat in wezen niet over een persoon maar eerder over een toestand die over de wereld heerst. Het gaat dus niet om een persoon maar om het kwade in ons zelf. Het slechte denken.
Satan betekend de tegenstander of beschuldiger.
Het is makkelijk om termen aan de duivel of Satan toe te schrijven zoals wij het zelf willen. Door de eeuwen heen zijn er vele interpretaties opgedoken met allerlei verhalen over demonen en dergelijke.
De uiteindelijke sleutel om te weten te komen over wie of wat het eigenlijk gaat moeten wij ons wenden naar het oude testament en moeten wij het bekijken met de beeldentaal die toentertijd werd gebruikt.
Opvallend is dat het woord duivel zelden wordt gebruikt in het oude testament. En daar wordt het anders gebruikt dan in het nieuwe testament.
Men kan er niet naast zien dat Satan wordt gebruikt voor elk soort tegenstander. (Joab en zijn broers werden zo als satans bekeken door David) (2 Samuël 19:22) In het boek Job wordt er ook gesproken over de zonen van God waaronder Satan ook kwam. Sommigen nemen dit aan om hem als een engel te beschouwen terwijl anders de zonen van God ook gewone mensen kunnen zijn. Want die term wordt ook voor de gewone mannen en vrouwen gebruikt die God aanbidden. God roept zijn zonen op in het oude testament (Jesaja 43:6-7) en Jezus spreekt ook over de kinderen van God (1 Johannes 3:2). Daarnaast zou men de vraag kunnen stellen hoe die zich dan voor God konden stellen. Zij konden zich presenteren voor God door zich aan God aan te bieden. God is overal en dan natuurlijk ook hier op aarde. Mozes en Joshua waren eens gezegd zich te presenteren in de tent voor ontmoeting waar God Joshua aanstelde als de volgende leider van Israël. (Deuteronomy 31:14-1 5). Meerdere jaren later riep Joshua de ouderlingen van de stam Israël tezamen te Shechem, waar zij zich presenteerden voor God (Joshua 24:1). Later vertelde Samuël aan Israël: “Presenteer jezelve voor de Heer des Heren. . .” (1 Samuël 10:19).
Ook in het Nieuw Testament wordt er geschreven dat Maria, de moeder van Jezus kort na zijn geboorte zich in de tempel van Jeruzalem presenteerde voor God. (Lukas 2:22-24).
De zonen van God in Job die zich voor God kwamen presenteren waren dus gewone mensen van vlees en bloed. Het betreft dus een scène waar de mensen in het bijzijn van een priester tot aanbidding van God kwamen.
De “Satan” waarover daar dan sprake is zijn de tegenstanders. In het Hebreeuws is er geen verschil tussen hoofd en kleine letters, mar de vertalers hebben er een hoofdletter geplaatst. Bij sommige vertalingen staat er in de marge dan wel dat het eigenlijk “de tegenstander” is. ( Authorized en Revised Version bijvoorbeeld) Het enige wat er werkelijk geschreven staat is dat de tegenstander onder hen kwam.

Maar wie kon die tegenstander zijn? Een enkeling of een groep? Ook hier geeft de Heilige Schrift weer een antwoord. Het was iemand uit de groep en een vijand van Job, daar hij er op jaloers was en hem kwaad toe wenste. Hij liet de priester woorden uitspreken maar God liet de man begaan. Het Boek vertelt ons dat de kracht echter bij God was en niet bij de tegenstander. (Job 2:4-6).
Er is geen nood voor een supernatuurlijke satan. Al de uitdrukkingen zijn gebruikt voor gewone mensen.
Ook in het nieuwe testament vinden wij Jezus die Peter berispt “Satan ga weg” (Mattheus 16:23). Petrus is niet ineens dé duivel geworden, maar hij is wel weerbarstig of vol ongeloof. Hij laat zich leiden door menselijke gevoelens en overwegingen in plaats van een juiste geestelijke instelling. Petrus trachtte Jezus er van te overtuigen niet te doen wat hij wist dat er zou moeten gebeuren. Jezus zou dus tegen de wil van God moeten ingaan. Dat is als ‘des duivels’. Petrus die dit verzocht was op zijn beurt dus een tegenstrever, een tegenwerker of een satan. Hij wenste niet dat de wil van God gedaan werd maar dat hetgeen de mensen verlangde zou gebeuren.
 Indien wij dus ingaan tegen het goede worden wij voor God als tegenstander of vijand aanschouwd. Als wij tegen de wil van God gaan worden wij een slechte of een duivelse tegenstander of een satan.
De Bijbel gebruikt in veel gevallen personificatie terwijl het niet bepaald om een persoon gaat. Zo vinden wij dat er gesproken wordt over Satan of Lucifer als het om zonde gaat. Zonde, zijnde het verkeerd gaan of het indruisen tegen Gods wil. Zonde is het verkeerd doen dat bepaald wordt door onze eigen keuze. Wij hebben de vrijheid en de mogelijkheid om zelf voor goed of voor kwaad te kiezen.
Elk persoon wordt wel verleid, maar het is in hem om de eigen wensen al of niet op te volgen. Het is het wensen, begeren of verlangen dat ons de das kan omdoen. De zucht is de oorsprong van de verleiding. (Jakobus 1:14-15).
De lange geschiedenis van de mensheid heft aangetoond dat het de zwakheid van de mensen is welke hen tot het verkeerd gaan of tot zonde heft geleid. Het eerste mensenpaar verlangde er naar zelf te kunnen doen wat zij wensten. Hun eigen begeerten lagen hoger dan de verlangens van God. Door er tegen in te gaan werden zij des duivels of satans. Het menselijk ras verviel in ongehoorzaamheid en corruptie. Zij werden geen medestanders van God maar eerder tegenstanders. De grote vijand van God is de mens, de mannen en de vrouwen die Gods autoriteit verwerpen en hun eigen natuurlijke begeerten opvolgen. Elke mens moet daarom zelf beslissen of hij in oppositie wil gaan en een tegenstander van God wil zijn of dat hij een medestander wil zijn. In het eerste geval zal men dan een tegenstrever of satan zijn terwijl men in het tweede geval werkelijk een kind van God zal mogen zijn.
Meer lectuur: Satan of duivel