Showing posts with label geboden van God. Show all posts
Showing posts with label geboden van God. Show all posts

Thursday, 9 July 2015

Woorden gesproken door de Eeuwige tot de mensheid

English: The Bible
English: The Bible (Photo credit: Wikipedia)


 “Deze woorden sprak de Eeuwige tot uwe gehele vergadering op den berg van uit het midden van het vuur, de wolk en den nevel met geweldige stem, zoals er niet meer is geweest; en Hij schreef ze op twee steenen tafelen en gaf ze mij.” (Deuteronomium 5:22 Onderwijzer_Pentateuch)

 “8 En op de steenen goed duidelijk schrijven al de woorden van deze leer. 9 Toen spraken Mozes en de priesters, de Levieten, tot geheel Israël als volgt: luister en hoor, Israël, dezen dag zijt gij den Eeuwige, uwen God, tot volk geworden. 10 En gij zult hooren naar de stem van den Eeuwige, uwen God, en gij zult nakomen Zijne geboden en Zijne instellingen, die ik u heden gebied.” (Deuteronomium 27:8-10 Onderwijzer_Pentateuch)

  “En genade bewijst tot aan duizenden geslachten bij hen, die Mij beminnen en bij hen, die Mijne geboden in acht nemen.” (Exodus 20:6 Onderwijzer_Pentateuch)

 “Daarop zeide de Eeuwige tot Mozes: stijg op tot Mij op den berg en wees daar, opdat Ik u geve de steenen tafelen met de leer en de geboden, die Ik heb opgeschreven om hen te onderrichten.” (Exodus 24:12 Onderwijzer_Pentateuch)


 “Hij zeide tot mij: {Prof. Dr. H. Th. Obbink plaatst hier het tweede deel van #Zac 4:10.} {Beloften aan Zerubbabel en Jozua} Dit is het woord des HEEREN over Zerubbabel: Niet door kracht of door geweld, maar door mijn geest! zegt de HEERE der heirscharen.” (Zacharia 4:6 Obbink)

 “en hun hart maakten zij hard als steen, zoodat zij het gebod en de vermaning niet hoorden, welke de HEERE der heirscharen hun zond door zijn geest en door de vroegere profeten. En zoo kwam een zware toorn van den HEERE der heirscharen [over hen].” (Zacharia 7:12 Obbink)

+ (Hosea 12:13)

 “dit is mijn troost in mijne verdrukking, dat uw woord mij doet leven.” (Psalmen 119:50 Obbink)

 + (Spreuken 6:23)

 “en doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die mij liefhebben en mijne geboden onderhouden.” (Exodus 20:6 Obbink)

 “Daarna zeide de HEER tot Mozes: Klim tot mij op den berg en vertoef aldaar, opdat ik u de steenen tafelen geve, en de wet en de geboden die ik geschreven heb om het volk te onderwijzen.” (Exodus 24:12 Obbink)

 “en houd u aan al wat de HEER uw God u gebiedt: wandel op zijne wegen en houd zijne inzettingen, geboden, verordeningen en bevelen, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, opdat gij voorspoedig zijt in al wat gij doet en overal waarheen gij u wendt;” (1 Koningen 2:3 Obbink)

 “en opdat ulieder hart onverdeeld zij met den HEER onzen God, en gij naar zijne inzettingen wandelt, en zijne geboden bewaart, gelijk te dezen dage.” (1 Koningen 8:61 Obbink)

 “want de HEER tuchtigt dengene dien hij liefheeft, gelijk een vader den zoon dien hij bemint.” (Spreuken 3:12 Obbink)

“23  Dit nu, dat het hem aldus is toegerekend, is niet ten zijne aanzien alleen geschreven; 24 Maar ook ten onze aanzien, aan wie het ([eveneens]) zal toegerekend worden, dat wij geloven in Hem, Die Jezus, onze Heere, uit de doden heeft opgewekt;” (Romeinen 4:23-24 Palm)

 “Alles toch, wat te voren geschreven is, is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en door de vertroosting van de Schriften, hoop zouden hebben.” (Romeinen 15:4 Palm)

 “16 Alle Schrift is van God ingegeven, en nuttig tot onderwijzing, tot overtuiging, tot verbetering, tot onderrichting, in al wat de rechtvaardigheid betreft; 17 Opdat de aan Gods gewijde mens volkomen zij, tot alle goed werkzaamheid vol komen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 Palm)

 “19  Ook hebben wij, tot meerder bevestiging, het profetische Woord, waarop gij, zo gij wel doen wilt, steeds acht moet geven, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag zou aanlichten, en de Morgenster opgaan in uw harten: 20 Dit allereerst voor zeker houdende, dat geen profetie van de Schrift van eigen uitvinding is; 21 Want niet door de wil eens mensen is ooit een profetie uitgebracht; maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.” (2 Petrus 1:19-21 Palm)

 “Welke de hemel moet ontvangen, tot op de tijden van de wederoprichting van alle dingen, waarvan God gesproken heeft door de mond van Zijn heilige Profeten, van ouds af.” (Handelingen 3:21 Palm)

  “David toch heeft zelf, door de Heiligen Geest, gezegd: De Heer heeft gezegd tot mijn Heer: Zit aan Mijn rechterhand, opdat Ik Uw vijanden zet tot een voetbank Uwer voeten.” (Markus 12:36 Palm)

 “Mannen broeders! de Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest voorzegd heeft door de mond van David, aangaande Judas, die de aangaande Judas, die de aanvoerder geweest is van degenen, die Jezus hebben gevangen genomen.” (Handelingen 1:16 Palm)

 “Doch hetgeen God te voren heeft doen verkondigen, door de mond van al zijne Profeten, dat de Christus lijden zoude, heeft Hij aldus vervuld.” (Handelingen 3:18 Palm)


 “Of zegt Hij dit voornamelijk om onzentwil? Ja om onzentwil is dit geschreven, dat hij, die ploegt, op hoop mag ploegen, en die op hoop dorst, zijn hoop moet deelachtig worden.” (1 Corinthiërs 9:10 Palm)

 “Alle deze dingen nu zijn hun als voorbeelden overgekomen, en zijn beschreven ter waarschuwing voor ons, die tot de voleinding van de eeuwen genaderd zijn.” (1 Corinthiërs 10:11 Palm)

 “ten aanzien der leer, vasthoudende aan het getrouwe woord, opdat hij in staat zij, zo om de gezonde leer te onderwijzen, als om tegensprekenden te overtuigen.” (Titus 1:9 Palm)

 “voor hoereerders, voor hen, die verfoeielijke ontucht bedrijven; voor mensen-rovers, voor leugenaars, voor meinedigen; en wat al meer strijdig is tegen de gezonde leer,” (1 Timotheüs 1:10 Palm)

 “Indien iemand een andere leer volgt, en afwijkt van de gezonde woorden van onze Heer Jezus Christus, en van de leer, die naar de godzaligheid is,” (1 Timotheüs 6:3 Palm)

 “Behoud het voorschrift van de gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, met het geloof en liefde, die in Christus Jezus is.” (2 Timotheüs 1:13 Palm)

 “Dit getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof;” (Titus 1:13 Palm)

 “En gij hebt de vermaning vergeten, die tot u, als tot zonen gericht is: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en wordt niet moedeloos, als gij van Hem bestraft wordt;” (Hebreeën 12:5 Palm)

 “En Zijn discipelen werden indachtig, dat er geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verteerd.” (Johannes 2:17 Palm)

 “De Geest is het, Die levendig maakt; het vlees is tot niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en leven.” (Johannes 6:63 Palm)

 “23 Jezus antwoordde, en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord onderhouden; en Mijn Vader zal hem liefhebben; en Wij zullen tot hem komen, en woning bij hem maken. 24 Die Mij niet liefheeft, onderhoudt Mijn woorden niet; en het woord dat gij hoort, is het Mijne niet, maar van de Vader, Die Mij gezonden heeft. 25  Deze dingen sprak Ik tot u, toen Ik onder u verbleef. 26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en u alles indachtig maken, wat Ik u gezegd heb. 27 Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u! Uw hart worde niet ontroerd en weest niet kleinmoedig. 28  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen, en kom weer tot u: Indien gij Mij liefhad, zo zou gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot de Vader; want Mijn Vader is meer dan Ik. 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschied is, opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt. 30 Ik zal niet meer veel met u spreken; want de Overste van deze wereld komt, en heeft niets aan Mij. 31 Maar opdat de wereld wete, dat Ik de Vader liefheb, en gelijk de Vader Mij geboden heeft, alzo doe; staat op, laat ons van hier gaan!” (Johannes 14:23-31 Palm)

 “Jezus antwoordde hun, en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar van Degene, Die Mij gezonden heeft.” (Johannes 7:16 Palm)

 “Want Ik heb niet van Mijzelf gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, heeft Mij geboden, wat Ik zeggen en wat Ik spreken zal.” (Johannes 12:49 Palm)

 “10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik spreek, spreek Ik niet van Mijzelf; en de Vader, Die in Mij blijft, doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben, en de Vader in Mij is; en indien niet, gelooft Mij om de werken zelf. 12  Voorwaar, voorwaar Ik zeg ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal ook hij verrichten, ja grotere dan deze zal hij doen, want Ik ga heen tot Mijn Vader! 13 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. 14 Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. 15  Zo gij Mij liefhebt, onderhoudt Mijn geboden. 16 Zo zal Ik Mijn Vader bidden, dat Hij u een andere Trooster geve, om bij u te blijven tot in eeuwigheid; 17 De Geest der waarheid, Die de wereld niet ontvangen kan, omdat zij hem niet ziet, noch kent. Maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u, en zal in u zijn. 18  Ik zal u geen wezen laten; Ik zal tot u komen!” (Johannes 14:10-18 Palm)

 “En onder elkander oneens zijnde, scheidden zij; terwijl Paulus nog dit één woord tot hen zeide: Terecht heeft de Heilige Geest, door Jesaja, de Profeet, tot onze vaders gesproken,” (Handelingen 28:25 Palm)

 “10  Voorts, mijn broeders! wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. 11 Doet aan wapenrusting van God, opdat gij bestand kunt zijn tegen de listige aanslagen van de duivel. 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de Overheden, tegen de Machten, tegen de Wereld-beheerschers van deze duistere eeuw, tegen de booze geesten in de lucht-gewesten. 13 Doet derhalve aan de wapenrusting van God, om tegenstand te kunnen bieden in de boze dag, en na alles volbracht te hebben, staande blijven. 14 Zo staat dan pal, uw lendenen omgord hebbende met de waarheid, en trekt aan het borstharnas van de gerechtigheid; 15 En schoeit uw voeten met de bereidwilligheid van het Evangelie van de vrede; 16 Boven alles, grijpt aan het schild van het geloof, waarmeê gij alle de vurige pijlen van de boze kunt uitblussen; 17 En voegt er bij de helm van de zaligheid, en het zwaard van de Geest, hetwelk Gods Woord is.” (Efeziërs 6:10-17 Palm)

 “Maar wij, voor wie het steeds dag is, laat ons nuchteren zijn, aangetogen hebbende het borstharnas van geloof en liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid.” (1 Thessalonicen 5:8 Palm)

 “De Geest is het, Die levendig maakt; het vlees is tot niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en leven.” (Johannes 6:63 Palm)

 “Want het Woord van God is levend en krachtig, en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, ja doordringend tot de scheiding van ziel, en geest, van gewrichten en merg; en vonnis vellende over de begeerten en overleggingen des harten.” (Hebreeën 4:12 Palm)

 “Aldus hebt gij Gods gebod krachteloos gemaakt door uw overlevering.” (Mattheüs 15:6 Palm)

 “Het woord van God krachteloos makende door uw overlevering, die gij overgeleverd hebt: En vele dergelijke dingen doet gij.” (Markus 7:13 Palm)

 “Daar Gij zijt wedergeboren, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levend en eeuwig blijvende Woord van God.” (1 Petrus 1:23 Palm)

 “De Apostelen nu, en de broeders, die in Judéa waren, hoorden, dat ook de heidenen het Woord van God ontvangen hadden.” (Handelingen 11:1 Palm)

 “Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat gij het Woord der prediking van God, toen gij het van ons ontving, hebt aangenomen, niet als het woord van mensen, maar, gelijk het waarlijk is als het Woord van God, welke werkt in u, die gelooft.” (1 Thessalonicen 2:13 Palm)

 “Want dit zeggen wij u, als des Heeren Eigen Woord, dat wij, die levendig zullen overgebleven zijn bij de toekomst des Heeren, geen voorrecht zullen genieten boven hen, die ontslapen zijn.” (1 Thessalonicen 4:15 Palm)

 “Naar Zijn gunstrijk welbehagen heeft Hij ons herboren door het Woord van waarheid, om, als het ware, de eerstelingen van Zijn schepselen te zijn.” (Jakobus 1:18 Palm)



*

Written down in God's Name for righteousness
Nicht geschrieben allein um seinetwillen aber zur Lehre geschrieben
Das wort Gottes Helm des heils und Schwert des geistes


++
Vind ook:
  1. Bent u op zoek naar antwoorden en Bent u op zoek naar God
  2. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  3. Woord zonder boeien vol van kracht
  4. Want het is geen leeg woord
  5. Bijbel, Gods Woord tot opvoeding (NBG51)
  6. Schepping en wet die vertellen over Gods eer 
  7. El Shaddai Die verscheen voor Abraham
  8. Heilige Schrift Woord van God
  9. Woord van God 
  10. Mondelinge of schriftelijke overlevering en aantal auteurs 
  11. Boek der boeken de Bijbel
  12. De Bijbel of Heilige Schrift
  13. Wat te vinden in de Bijbel
  14. Kennis en wijsheid door een Oud Boek
  15. Fundament in de Schrift
  16. Rond de Bijbel
  17. De Bijbel als instructieboek
  18. De Bijbel onze Gids
  19. De Bijbel als Gids
  20. Belangrijkheid van de Heilige Schrift
  21. Reden voor het lezen van de Heilige Schrift
  22. Het belang van het lezen van de Schrift
  23. Nut van het lezen van de Bijbel
  24. Verandering door de Bijbel
  25. Het oog gericht houden
  26. Woorden in de Bijbel Vinden en Begrijpen
  27. Bijbel op de eerste plaats #1/3
  28. Missionaire hermeneutiek 1/5
  29. Missionaire hermeneutiek 5/5
  30. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #4 Stem in het Schrift
  31. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #5 Meditatie en transformatie
  32. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #6 Woorden tot voedsel en communicatie
  33. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #1 Welvaart
  34. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #2 Zuiverheid
  35. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #3 Behaging in Volhouding
 ++ 
  1. Das wort Gottes Helm des heils und Schwert des geistes
  2. Bibel, Helm des Heils und das Schwert des Geistes 
  3. Bibel, Schwert des Geistes, in die Einheit des Glaubens und der Erkenntnis des Sohnes Gottes
  4. Bibel Gott redet Worte zu unserer Belehrung geschrieben
  5. El Shaddai Jehova der Abraham erschienen
+
Hele Skrif deur God geïnspireer om in die waarheid te onderrig en dwaling te bestry

 +

  1. A voice and a Word given for wisdom
  2. Necessary to be known all over the earth
  3. A way to look for Christ, the Bible, Word of God
  4. Bible, sword of the Spirit to come into the unity of the faith and of the knowledge of the Son of God, unto a perfect man
  5. No man see the Almighty God and live
  6. El-Shaddai God Almighty Who no-one may see and live
  7. El Shaddai Who appeared unto Abraham
  8. The Almighty Lord God of gods King above all gods
  9. No man see the Almighty God and live
  10. Glory of only One God Who gives His Word
  11. God-breathed prophetic words written torah and the mitzvot to teach us
  12. Written down in God's Name
 +
  1. La gloire du Dieu Fort qui prononça toutes ces paroles
  2. El Shaddai ’Eternel et Dieu puissant Qui apparut à Abraham
 +++
 

Sunday, 2 December 2012

Opgetekend in je hoofd wat is neergetekend


“4  Hoor, Israel: de HERE is onze God; de HERE is een! 5 Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. 6 Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, {} 7 gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. 8 Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn,” (Deuteronomium 6:4-8 NBG51)

 “1  Nu dan, o Israel, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen, u geven zal. 2 Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de HERE, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.” (Deuteronomium 4:1-2 NBG51)



“Echter niet om zijnentwil alleen werd geschreven: het werd hem toegerekend,” (Romeinen 4:23 NBG51)

 “20 Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; 21 want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.” (2 Petrus 1:20-21 NBG51)

 “Vervolgens zult gij op die stenen al de woorden dezer wet klaar en duidelijk schrijven.” (Deuteronomium 27:8 NBG51)

 “Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” (Romeinen 15:4 NBG51)

 “Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal.” (Openbaring 1:19 NBG51)

 “De Geest des HEREN spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong;” (2 Samuël 23:2 NBG51)

 “maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden.” (Handelingen 3:18 NBG51)

 “Door een profeet heeft de HERE Israel uit Egypte gevoerd, en door een profeet werd het gehoed.” (Hosea 12:13 NBG51)

 “24 Wie Mij niet liefheeft bewaart mijn woorden niet; en het woord, dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, die Mij gezonden heeft. 25  Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; 26 maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb. 27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. 28  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb; Ik ga heen en kom tot u. Indien gij Mij liefhadt, zoudt gij u verblijd hebben, omdat Ik tot de Vader ga, want de Vader is meer dan Ik. {} {} 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat gij geloven moogt, wanneer het geschiedt. 30 Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets, 31 maar de wereld moet weten, dat Ik de Vader liefheb en zo doe, als Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laten wij vanhier gaan.” (Johannes 14:24-31 NBG51)

 “en zonder het eens geworden te zijn, gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord gesproken had: Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken, {} {}” (Handelingen 28:25 NBG51)

 “Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher.” (Handelingen 3:21 NBG51)

 “zegt de Here HERE aldus: Het zal niet bestaan en het zal niet geschieden;” (Jesaja 7:7 NBG51)

 “Dat zal hij bij zich hebben en daarin zal hij lezen gedurende heel zijn leven om te leren de HERE, zijn God, te vrezen door al de woorden van deze wet en al deze inzettingen naarstig te onderhouden, {}” (Deuteronomium 17:19 NBG51)

 “Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.” (Psalmen 119:11 NBG51)

 “Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.” (Psalmen 119:89 NBG51)

 “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (Psalmen 119:105 NBG51)

 “119 Alle goddelozen der aarde doet gij weg als schuim, daarom heb ik uw getuigenissen lief. 120 Mijn vlees beeft van schrik voor U, ik vrees voor uw oordelen. 121  Ik heb recht en gerechtigheid gedaan, geef mij niet over aan mijn verdrukkers. 122 Wees borg voor uw knecht ten goede, laten overmoedigen mij niet verdrukken. 123  Mijn ogen smachten naar uw heil, en naar het woord uwer gerechtigheid. 124  Doe met uw knecht naar uw goedertierenheid, en leer mij uw inzettingen. 125 Ik ben uw knecht, geef mij verstand, opdat ik uw getuigenissen kenne. 126  Het is tijd voor de HERE om te handelen, zij hebben uw wet verbroken. 127  Daarom heb ik uw geboden lief, meer dan goud, ja dan fijn goud; 128 daarom houd ik al uw bevelen in alles voor recht, ik haat elk leugenpad. 129  Wonderbaar zijn uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel. 130  Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht.” (Psalmen 119:119-130 NBG51)

 “alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.” (Jesaja 55:11 NBG51)

 “16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 NBG51)

 “6 De woorden des HEREN zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd. 7 Gij, HERE, zult ze gestand doen, ons altoos beschermen tegen dit geslacht;” (Psalmen 12:6-7 NBG51)

 “5 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. 6 Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt.” (Spreuken 30:5-6 NBG51)

 “18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 19 Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.” (Mattheüs 5:18-19 NBG51)

 “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.” (Markus 13:31 NBG51)

 “Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen.” (Lukas 16:17 NBG51)

 “Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” (Romeinen 15:4 NBG51)

 “maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.” (1 Petrus 1:25 NBG51)

 “18 Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; 19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” (Openbaring 22:18-19 NBG51)

 “Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.” (Johannes 14:10 NBG51)

 “en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.” (Efeziërs 6:17 NBG51)

*


Wednesday, 28 November 2012

Zuivere woorden vol Adem van de Allerhoogste

“1 En nu, Israël, hoor naar de geboden en inzettingen, die ik u leer, dat gij die doen zult; opdat gij leven moogt en inkomen en het land beërven, hetwelk de Heer, de God uwer vaderen, u geeft. 2 Gij zult niets toedoen tot hetgeen ik u gebied, en zult er ook niets afdoen; opdat gij bewaren moogt de geboden van den Heer, uwen God, die ik u gebied.” (Deuteronomium 4:1-2 NLB) “Dat zal bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns levens; opdat hij den Heer, zijnen God, lere vrezen, en onderhoude al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om er naar te doen.” (Deuteronomium 17:19 NLB) “Ik bewaar uw woord in mijn hart, opdat ik niet tegen U zondige.” (Psalmen 119:11 NLB) “Heer, uw woord blijft eeuwig in den hemel.” (Psalmen 119:89 NLB) “Uw woord is ene lamp voor mijnen voet en een licht op mijnen weg.” (Psalmen 119:105 NLB) “119 Alle goddelozen der aarde werpt Gij weg als schuim, daarom bemin ik uwe getuigenissen. 120 Ik vrees voor U, dat mij de huid rilt, en ik sidder voor uwe oordelen. 121 Ik betracht recht en gerechtigheid, geef mij daarom niet over aan degenen, die mij geweld willen aandoen. 122 Bescherm uwen knecht en troost hem, opdat de hoovaardigen mij geen geweld doen. 123 Mijne ogen zien smachtend naar uw heil en naar het woord uwer gerechtigheid. 124 Handel met uwen knecht naar uwe genade, en leer mij uwe rechten. 125 Ik ben uw knecht, onderwijs mij, opdat ik uwe getuigenissen kenne. 126 Het is tijd, dat de Heer toetreedt: zij hebben uwe wet verscheurd. 127 Daarom bemin ik uwe geboden ver boven goud, ja boven het fijnste goud. 128 Daarom houd ik al uwe bevelen voor recht; ik haat den valsen weg. 129 ¶ Uwe getuigenissen zijn wonderbaar, daarom onderhoudt mijne ziel die. 130 Wanneer uw woord geopend wordt, verlicht het, en maakt de eenvoudigen verstandig.” (Psalmen 119:119-130 NLB) “alzo zal het woord, dat uit mijnen mond gaat ook zijn: het zal niet ledig tot Mij wederkomen, maar volvoeren hetgeen Mij behaagt, en voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend.” (Jesaja 55:11 NLB) “16 Alle Schrift, van God ingegeven, is nuttig tot lering, tot bestraffing, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid, 17 opdat de mens van God volkomen zij, tot alle goed werk geschikt.” (2 Timotheüs 3:16-17 NLB) “6 (12-7) De redenen des Heren zijn louter, gelijk gelouterd zilver in een aarden smeltkroes, zevenmaal beproefd. 7 (12-8) Gij, Heer, wil hen toch bewaren, wil ons behoeden voor dit geslacht eeuwiglijk.” (Psalmen 12:6-7 NLB) “5 Alle woorden Gods zijn gelouterd: Hij is een schild voor allen, die op Hem vertrouwen. 6 Voeg niets tot zijne woorden toe, opdat Hij u niet straffe en gij leugenachtig bevonden wordt.” (Spreuken 30:5-6 NLB) “18 Want voorwaar Ik zeg u: Totdat hemel en aarde voorbijgaan, zal niet de kleinste letter noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal geschied zijn. 19 Wie nu één van de kleinste geboden ontbindt, en de mensen alzo leert, die zal de kleinste zijn in het hemelrijk; maar wie ze doet en leert, die zal groot heten in het hemelrijk.” (Mattheüs 5:18-19 NLB) “Hemel en aarde zullen vergaan, maar mijn woorden zullen niet vergaan.” (Markus 13:31 NLB) “En het is lichter, dat hemel en aarde voorbij gaan, dan dat één tittel der wet weg valt.” (Lukas 16:17 NLB) “Want wat te voren geschreven is, is ons tot lering geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schrift hoop zouden hebben.” (Romeinen 15:4 NLB) “maar het woord des Heren blijft in eeuwigheid". En dit is het woord, dat onder u verkondigd is.” (1 Petrus 1:25 NLB) “18 Ik betuig allen, die de woorden der profetie dezes boeks horen: indien iemand daaraan toevoegt, zo zal God hem de plagen toevoegen, die in dit boek geschreven zijn; 19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, zo zal God hem zijn deel afnemen van den boom des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” (Openbaring 22:18-19 NLB)

Sunday, 18 September 2011

Oude en al of niet aangepaste Wetten

Men kan zich de vraag stellen of de Oude Mozaïsche Wetten met Jezus Christus te niet zijn gedaan.

Er zijn mensen die er van overtuigd zijn dat de vroeger gegeven Wetten van God nog steeds gelden. Maar dan kan men toch enkele bedenkingen opperen bij wetten als oog om oog en tand om tand, of de steniging ter dood en afkapping van handen bij stelen bijvoorbeeld.

Zo vraag ik mij af wanneer de Talmoed het aantal wetten
opsomt tot 613, hoewel daar nogal over gediscussieerd wordt, wie gaat er dan bepalen welke wetten er al of niet echt nog wetten van God zijn of waren en welke wetten er dan ook nog moeten uitgevoerd worden en welke om welke reden niet meer van toepassing zijn. is. De wetten van het Oude Testament waren de grondwet van Israël als een theocratie of natie onder een godsdienstige regering die door Jehovah/Jahweh wordt aangevoerd.

Ook kan men de vraag stellen in welke mate de wetten van de duizenden jaren voor Christus nog toegepast kunnen worden in een stelsel dat helemaal vervreemd is geraakt van de Hebreeuwse samenleving. Sommigen beweren dat wij vandaag onder een onreligieus Romeins systeem
zijn en daarom vele van de Oude Testamentenregeringswetten onmogelijk kunnen behouden. Ik zou zelfs zeggen dat wij mijlen ver zitten van het Romeins systeem, al hoewel wij wel in een tijd leven waarbij vele wetten gestemd zijn vanuit een heidens oogpunt.

Graag
wijs wil ik er ook op dat vele wetten een eredienstsysteem regelen dat in de Tempel werd gebruikt. Zulk een op de godsdienstuitvoering gecentreerd systeem bestaat echter al jaren niet  Daardoor kunnen die godsdienstuitvoeringsbesluiten ook niet meer nageleefd worden.

Verder voor de meerderheid van die "613" wetten die moreel/geestelijk van natuur zijn kan men wel stellen dat zij onze verantwoordelijkheid zijn. Ik ga dan ook daarom dadelijk akkoord met de besluiten dat wij geen wrok mogen dragen (Lev. 19:18); ook vindt ik het logisch dat wij niemand door onze woorden onrecht mogen aandoen, wij horen iedereen in onze spraak juist te behandelen (Lev. 25:17). In al de christelijke denominaties was er vroeger het overbekende gebod om vader en moeder te eren; om geen vader of moeder te vervloeken (Ex. 21:17);ook al heeft de maatschappij vandaag geen respect meer voor de ouderen is dit een nog steeds uit te voeren voornaam gebod.  Voorbije glorie is het ook om zich eervol te houden aan de woorden; ook al zijn velen niet meer op hun woord te nemen is het van ieder God lievend persoon verwacht dat zij dat zullen uit voeren wat zij gezegd of beloofd hebben dat zij zouden doen (Deut. 23:23).
In dat opzicht zou men natuurlijk kunnen stellen dat er ook zo die Tien Geboden zijn. Maar waar kan men van opmaken dat het ene gebod voorrang op het andere heeft, en dat de andere, bijvoorbeeld 603 niet meer geldig zouden zijn?

Wij moeten kijken naar de uitvoeringsbesluiten, wie wanneer ze om welke reden heeft gevorderd en waar er in de geschiedenis misschien toch een wijziging is gekomen. Dan komt het er natuurlijk op aan om te gaan onderzoeken hoe het in de geschiedenis is verlopen en waar, wanneer en waarom er veranderingen zijn opgetreden. Wij moeten dan goed nagaan welke de Gouvernementele en/of Juridische bepalingen zijn en zien hoe Jezus hier mee om ging en daarover iets zei. De positie van Christus lijkt mij daarin allesbepalend doordat wij als Christenen zijn functie als Hogepriester en Hoofdleraar aanvaarden in het geloof dat hij ook de meeste zeggingskracht van Jehovah God heeft gekregen.

Daarbij kan men verder de vraag stellen hoe men welke leer dan moet opvolgen, waarbij het belangrijk is om na te gaan of er soorten van verordeningen zijn welke volgens God al of niet aan de achtergrond van ieder persoon kon aangebracht worden (confrater besnijdenis of niet). In ieder geval zijn er die vele Wetten die ons in de mogelijkheid moeten stellen om God te behagen maar ook om ons te vormen en om ons
gedrag aan te passen zodat wij ons meer en meer kunnen vormen naar het beeld van Jezus Yeshua/Yahshua de Messias. (Deut. 28:9).
Enhanced by Zemanta