In de jaren tachtig en negentig eigende de Evangelische Omroep zich een hoofdrol toe in de ontluikende emancipatie van het evangelicale christendom in Nederland: Dwars door kerkelijke verbanden en verzuilde structuren heen ontstond een hecht blok van honderdduizenden enthousiaste 'EO-christenen'. Zij herkenden zichzelf en elkaar in een orthodox geloof, een voorliefde voor kerkoverstijgende structuren en een grote openheid naar de cultuur. Via EO-activiteiten in het land werd het Opwekkingslied ook onder christenen uit gevestigde kerken gemeengoed, alsmede de 'oecumene van het hart', zoals oud-EO-voorzitter Arie van der Veer het gemeenschappelijke gevoel van de EO-achterban graag typeerde.
Sommigen vonden dit een prachtige ontwikkeling, anderen spreken van een 'evangelikaalslag' in christelijk Nederland. Hoe het ook zij: feit is dat de EO de afgelopen jaren nadrukkelijk afstand heeft genomen van zijn trendsettende rol in de kerken. Op televisie heeft de omroep - onder druk van het bestel - amper nog ruimte voor verkondiging, waardoor sommige EO-programma's voor leden eerder vervreemding dan herkenning opwekken. Verder is onder druk van bezuinigingen flink gesneden in de verenigingsactiviteiten en in bijvoorbeeld de afdeling Nazorg. Daardoor heeft de EO de afgelopen jaren in rap tempo het contact met het christelijke grondvlak verloren, terwijl de omroep op televisie steeds meer 'professionaliseerde' - tot en met samenwonende en volstrekt ongelovige presentatoren aan toe.
De Evangelische Omroep is van karakter veranderd, van verkondiger van één Waarheid naar platform voor christelijke meningen. De identiteit van de omroep is versnipperd geraakt.
Lees meer in Nederlands Dagblad > EO voortrekkersrol kwijtgeraakt