Showing posts with label goddezoon. Show all posts
Showing posts with label goddezoon. Show all posts

Friday 5 January 2018

De Gezondene van God

Noch steeds zijn er zeer veel Christenen die nog niet willen geloven dat Jezus de gezondene van God is. Zij blijven volharden dat Jezus God zou zijn die naar de aarde neergedaald is om te doen alsof Hij werd verleid, want God kan niet verleid worden en om te doen alsof Hij stierf aan een kruis, maar zij zouden moeten beseffen dat God niet kan sterven daar Hij een eeuwige onsterfelijke Geest is.

Best zouden zij volgende verzen eens goed in overweging nemen:





 “ Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.” (Joh 3:16 WV78)

 “ De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid,” (Lu 4:18 WV78)

 “ Maar Hij sprak tot hen: ‘Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.’” (Lu 4:43 WV78)

 “ Want Hij, die door God gezonden is, spreekt Gods eigen woorden: zo mateloos schenkt God zijn Geest.” (Joh 3:34 WV78)

 “ Daarop zei Jezus hun: ‘Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4:34 WV78)

 “23   opdat allen de Zoon zouden eren zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert evenmin de Vader die Hem zond. 24   Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie luistert naar mijn woord en gelooft in Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen, hij is immers reeds uit die dood naar het leven overgegaan.” (Joh 5:23-24 WV78)

 “ Ik kan niets uit Mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor en mijn oordeel is rechtvaardig, omdat Ik niet mijn eigen wil zoek, maar de wil van Hem die Mij zond.” (Joh 5:30 WV78)

 “36   De getuigenis echter die Ik bezit, is waardevoller dan die van Johannes, want het zijn juist de werken die de Vader Mij gegeven heeft om te volbrengen en die Ik ook volbreng, die van Mij getuigen, dat Ik door de Vader gezonden ben. 37   Ook de Vader zelf die Mij zond, heeft getuigenis over Mij afgelegd. Zijn stem hebt gij nimmer gehoord noch zijn gestalte gezien, en 38   zijn woord hebt gij niet blijvend in u, omdat gij Degene die Hij zond niet gelooft.” (Joh 5:36-38 WV78)

 “ Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Dit is het werk dat God van u vraagt: te geloven in Degene, die Hij gezonden heeft.’” (Joh 6:29 WV78)

 “38   Ik ben immers uit de hemel neerdgedaald, niet om mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft; 39   en dit is de wil van Hem die Mij gezonden heeft, dat Ik niets van wat Hij Mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:38-39 WV78)

 “ Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:44 WV78)

 “ Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij.” (Joh 6:57 WV78)

 “ Daarop richt te Jezus zich tot hen en zei: ‘Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heft.” (Joh 7:16 WV78)

 “ Jezus zeide hun: ‘Als God uw vader was, zoudt gij Mij beminnen, want van God ben Ik uitgegaan en van Godswege ben Ik hier. Neen, Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.” (Joh 8:42 WV78)

 “ Maar waarom dan beschuldigt ge Mij, die door de Vader geheiligd en in de wereld gezonden werd, van godslastering als Ik Mijzelf Gods Zoon noem?” (Joh 10:36 WV78)

 “ Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort, maar om wille van het volk rondom Mij heb Ik dit gezegd, opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.’” (Joh 11:42 WV78)

 “ Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij gezonden heeft. Hij heeft Mij opgedragen wat Ik moet zeggen en verkondigen.” (Joh 12:49 WV78)

 “ Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie hem aanvaardt, die Ik zal zenden, aanvaardt Mij, en wie Mij aanvaardt, aanvaardt Hem, die Mij gezonden heeft.’” (Joh 13:20 WV78)

 “ Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; het woord dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft.” (Joh 14:24 WV78)

 “ Maar dit alles zullen zij u vanwege mijn Naam aandoen, want Hem die Mij gezonden heeft, kennen zij niet.” (Joh 15:21 WV78)

 “ Thans ga Ik naar Hem die Mij gezonden heeft, en toch vraagt niemand van u Mij: Waar gaat Gij heen?” (Joh 16:5 WV78)

 “ En dit is het eeuwig leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus.” (Joh 17:3 WV78)

 “ Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden.” (Joh 17:8 WV78)

 “23   Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt een zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. 24 ¶   Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad voor de grondvesting van de wereld. 25   Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.” (Joh 17:23-25 WV78)




*



Saturday 18 February 2012

Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde

Op de nieuwe Broeders in Christus site is er een Nederlandstalige reeks begonnen over de man die de geschiedenis van het mensdom veranderde.

Eerst en vooral werd hij geboren op een bijzondere wijze die al voor veel controversie zorgde jaren na zijn ter wereld koming. Vervolgens werden heel wat baby's omwille van zijn ter wereld koming ter dood gebracht. Maar na de storm kwam weer kalmte en groeide hij in stilte op tot zijn dertigjarige leeftijd.

Na drie decennia begon hij zijn openbaar leven en zorgde spoedig voor enig tumult door de wonderbaarlijke dingen die hij deed en de vreemde zaken die hij kwam te vertellen. Hij sprak regelmatig in raadsels voor sommigen terwijl voor anderen de parabels of vergelijkingen mooie verhalen waren om naar te luisteren. Maar voor Jeshua, die nu beter gekend is onder de naam Jezus (Jesus), waren het niet zo maar verhalen, maar moesten het lessen voor het leven zijn die ons de mogelijkheid gaven om beter inzicht te krijgen in het Woord van God dat onder de vorm van de Torah tot het volk was gekomen.

De meester verteller bleek ook een meester leraar te zijn die meerdere volgelingen kreeg. Sommigen bleven hem lang volgen anderen haakten na een tijdje weer af, weer anderen durfden niet meer in zijn voetsporen te stappen omdat zij geviseerd werden door de maatschappij. Want uiteindelijk werd hij aanzien als een gevaarlijk heerschap.

Het gevolg was dan ook dat zijn naam vele malen misbruikt is geworden voor eigen doelen. Ook zijn leerstellingen werden later in de geschiedenis regelmatig verdraaid om zo door de wendingen in het kraam te passen van de menselijke leerstellingen die in die tijd gangbaar waren.

Maar uiteindelijk komt het er op aan dat er voldoende mensen bewust worden dat het veel belangrijker is om vast te houden aan die leerstellingen van die man, dan aan de theologische gedachten welke door anderen na hem aan zijn leven en werk zijn gegeven.

In de geschiedenis was niet enkel zijn geboorte een onderwerp van discussie, nog meer zou zijn eigen persoonlijkheid onder vuur komen te liggen. In de heidense traditie waren er namelijk steeds godmensen geweest en men moest tegen de gangbare gebruiken toch een 'evenpool' brengen. Om die reden werd de arbeiderszoon verheven tot een god in mensengedaante, terwijl de Bijbel, het Woord van God duidelijk te kennen geeft dat het om de Zoon van God gaat en nergens sprake is van god de zoon (een heel verschil).

Tijdens de jaarovergang werd er even alleen naar zijn geboorte gekeken, vooral omdat vele Christenen het heidense feest van het licht ook als hun feest Kerstmis nemen, dat dan zou dienen om de geboorte van Chrisuts Jezus te vieren, die officieel op 17 november -4 GT is geboren. Ook worden tijdens die feestdagen beeldjes en figuren gebruikt die helemall niet aanwezig waren in die regio en in dat seizoen.

Indien wij uw nieuwsgierigheid nu al kunnen opwekken raden wij al aan om met de Engelse reeks te beginnen, zolang een gelijkaardige Nederlandse reeks nog niet gepubliceerd is.

In het Engels kan u rond het begin van Jezus, zijn geboorte en zijn al of niet voor-bestaan of pr-existentie de volgende artikelen vinden:

  1. Jesus begotten Son of God #1 Christmas and Christians
  2. Jesus begotten Son of God #2 Christmas and pagan rites
  3. Jesus begotten Son of God #3 Messiah or Anointed one
  4. Jesus begotten Son of God #4 Promised Prophet and Saviour
  5. Jesus begotten Son of God #5 Apsotle, High Priest and King
  6. Jesus begotten Son of God #6 Anointed Son of God, Adam and Abraham
  7. Jesus begotten Son of God #7 A matter of the Future
  8. Jesus begotten Son of God #8 Found Divinely Created not Incarnated
  9. Jesus begotten Son of God #9 Two millennia ago conceived or begotten
  10. Jesus begotten Son of God #10 Coming down spirit or flesh seed of Eve
  11. Jesus begotten Son of God #11 Existence and Genesis Raising up
  12. Jesus begotten Son of God #12 Son of God
  13. Jesus begotten Son of God #13 Pre-existence excluding virginal birth of the Only One Transposed
  14. Jesus begotten Son of God #14 Beloved Preminent Son and Mediator originating in Mary
  15. Jesus begotten Son of God #15 Son of God Originating in Mary
  16. Jesus begotten Son of God #16 Prophet to be heard
  17. Jesus begotten Son of God #17 Adam, Eve, Mary and Christianity’s central figure
  18. Jesus begotten Son of God #18 Believing in inhuman or human person
  19. Jesus begotten Son of God #19 Compromising fact
  20. Jesus begotten Son of God #20 Before and After
  21. The Beginning of the life of Jesus Christ
  22. Christ having glory
  23. The Seed Of The Woman Bruised
  24. On the Nature of Christ
  25. Written to recognise the Promissed One

In het Nederlands zijn er nu ook al:

  1. Het begin van Jezus #1 Menselijke aspecten

  2. Het begin van Jezus #2 Aller Begin

  3. Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden

  4. Het begin van Jezus #4 Aangekondigde te komen Verlosser

  5. Het begin van Jezus #5 Aankondigingsteksten uit de Schrift



English About a man who changed history of humankind

Monday 14 December 2009

Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God

In de artikelen die niet konden getagged worden kunnen wij het vervolg vinden over het Judas evangelie: Evangelie van Judas #3 Gnosticisme waar dieper wordt ingegaan op wat gnostiek eigenlijk is. Verder wordt er geduid dat Jezus er niet op uit was, zoals sommigen denken, om het Romeinse bewind daar te vervangen door een theocratie.
+ Evangelie van Judas #4 Selectie canon

Verder is er de vraagstelling of wij bewust zijn van wat de Heilige Schrift of Bijbel onderwijst:
Are you aware that the Bible teaches

Schriftuurlijke aanduidingen rond Zoon van God versus God de Zoon

Monday 9 February 2009

Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid

Vervolg van Voorgaande > Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft

Jezus van Nazareth
5. ZIJN UNIEKE PERSOONLIJKHEID

M
ET wat voor reden kan van Jezus gezegd worden, dat Hij de eniggeboren Zoon van God is? Op deze vraag geeft het antwoord van de engel Gabriël aan Maria het meest bevredigende en heldere antwoord: "De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden" (Lucas 1 :35).
Hieruit blijkt dat de oorsprong van Jezus' unieke wezen in zijn bovenaardse verwekking uit de heilige Geest ligt. Hierdoor zouden de woorden van een profetische psalm in vervulling gaan:
"Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt" (Psalm. 2:7). Paulus verwijst naar deze psalm in zijn toespraak in de synagoge te Antiochië als hij verkondigt dat de profetie nu werkelijkheid is geworden: "En wij verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus op te wekken, gelijk in de tweede psalm staat: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt" (Handelingen der apostelen 13:32­33).
Het werkwoord anistemi (opwekken) betekent zowel het verwekken van een kind tot leven als het opwekken van iemand uit de doden om te herleven. De eerste betekenis is te zien in zulke uitdrukkingen als "nakomelingschap verwekken" (Mattheus 22:24), "zijn Knecht doen opstaan" (Handelingen der apostelen 3:26) en "een profeet doen opstaan" (Handelingen der apostelen. 7:37). De tweede betekenis komt in Paulus' toe­spraak voor waar, in tegenstelling tot Jezus' verwekking, hij zegt: "En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, zonder dat Hij weer tot ontbinding zal wederke­ren, heeft Hij aldus gezegd ... Gij zult uw Heilige geen ontbinding doen zien" (Handelingen der apostelen 13:34-35).
Het verwekkingsproces
Wij weten tegenwoordig dat de eicel van een vrouw slechts de helft van de zesenveertig chromosomen van een normale cel bevat. De vader draagt de andere drieëntwintig bij. De twee cellen, die door het bevruchtingsproces één zijn geworden, versplitsen zich en door de verdere voortzetting van dit proces wordt een nieuw mens in de baarmoeder geschapen. Deze draagt de menselijke organen, zintuigen, verstandelijke vermogens en zelfs bijzondere karakteristieken van de ouders in zich. Er is een zeer wonderlijke fusie van hen beide, waarvan de gevolgen merkbaar worden als het geboren kind zich ontwikkelt. Niet alleen heeft het bijvoorbeeld de grote neus van zijn vader of de kleur van zijn moeders ogen, maar hij erft de op­vliegendheid van de een of de taalknobbel van de ander.
Gabriëls verklaring geeft te kennen dat de wijze waarop een nieuw mens in de wereld komt, meer dan een analogie is van de wijze waarop Jezus is ontstaan. Zonder meer te willen weten dan wat ons geopenbaard is, of in een heilig gebied door te dringen waar dat niet mogelijk is, mogen wij met alle eerbied veronderstellen dat de kracht van de heilige Geest in de nodige genen en chromosomen in het Kind Jezus heeft voorzien. Er is dan, evenals bij alle verwekkingen, een fusie van twee perso­nen geschied in de embryo van een nieuwe Mens, zodat Jezus zowel de Zoon van Maria is als de Zoon van God. De inbreng van beiden zijn in Hem volkomen geïntegreerd. Wij staan voor een ondoorgrondelijk verwekkingsproces en kunnen alleen zeggen wat David in een ander verband eens zei: "Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij" (Psalm 139:6). Toch zijn de gevolgen van deze vereniging van het goddelijke met het menselijke zichtbaar in Jezus' unieke levenswijze, karakter en gehoorzaamheid, en zijn volkomen gemeenschap met zijn Vader.
De mensen die in de tempel te Jeruzalem rondom de twaalfjarige Zoon van Maria stonden en luisterden naar zijn antwoorden op de vragen die Hem werden gesteld, "waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden" (Lucas 2:4 7). Ook als Jezus ouder werd, ver­baasden mensen zich telkens over zijn verstand. "En zeer velen van die Hem hoorden, stonden versteld en zeiden:
Waar heeft Hij deze dingen vandaan en wat is dat voor een wijsheid, die Hem gegeven is? En zulke krachten, als door zijn handen geschieden? Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria?" (Marcus 6:2-3).
Twee personen
Vergelijk nu deze zienswijze met de populaire mening dat op de kerstnacht God de Zoon uit de hemel neerdaalde om voortaan en tot in eeuwigheid verenigd te worden met het Kind Jezus, dat Maria voortgebracht had. 'Heden heeft zijn rijk verlaten 's hemels held.'
Het eerste wat ons opvalt, is dat als dit inderdaad is gebeurd, dan de evangelisten in hun geboorteverhalen datgene wat verreweg het allerbelangrijkst was, zo­maar weggelaten hebben en ons een heel andere voorstelling van Jezus' oorsprong hebben gegeven.
In de tweede plaats heeft Gabriël zonneklaar verklaard, dat de groeiende embryo die Maria negen maanden in de baarmoeder droeg - "het heilige, dat verwekt wordt" - en te Bethlehem voortbracht, de Zoon Gods was. In wat voor relatie staat dan deze Zoon met de Zoon Gods die bij zijn geboorte uit de hemel neerdaalde?
In de derde plaats staan wij dan voor het raadsel van een tweede fusie van het goddelijke en het menselijke. Volgens de verklaring van Gabriël is die fusie kennelijk reeds voltrokken als deel van het verwekkingsproces, want het Kind dat geboren zou worden is bij de geboorte al Gods Zoon. Wat voor plaats is er dan voor een tweede ineensmelting - zelfs als dit voorstelbaar was? Jezus was immers geen gespleten persoonlijkheid!
Bijvoorbeeld, had het Kind Jezus zijn eigen bewustzijn en God de Zoon ook zijn bewustzijn? Zo niet, dan zijn ze voor ons niet als personen te herkennen. Hoe zou er dan in één persoon tweemaal bewustzijn aanwezig kunnen zijn? Iedereen die Jezus kende, zag in Hem een mens. Een zeer begaafd mens, een mens met een uitzonderlijk karakter, volgens anderen een zeer verleidelijke mens, maar in elk geval een mens. Het geheim van zijn verwekking wetende, is Hij voor ons een 'Godmens', die uniek en in geen bekende categorie te plaatsen IS.
In de vierde plaats staat men voor een fusie van het goddelijke met het menselijke die totaal onvoorstelbaar is. Want nu gaat het niet om het verenigen van twee eicellen, maar van twee perso­nen, die allebei hun eigen karakteristie­ken, eigenschappen en onafhankelijk bestaan hebben. Het Kind dat Maria ter wereld bracht was, evenzeer als alle andere kinderen, een eigen persoonlijk­heid in wording. Hij had de verlangens en eigenschappen die alle kinderen gemeen hebben en de informatie die wij ter beschikking hebben verwijzen naar de normale ontwikkeling van een uiterst begaafd Kind. Dit geeft Lucas te kennen als hij zegt: "Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem"; "En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen" (Lucas 2:40,52).
Dat Hij zijn eigen wil had, die soms vanwege zijn aangeboren verlangens onder druk kwam en verloochend moest worden, blijkt uit zijn zelfgetuigenis, warmeer Hij zegt dat Hij gekomen was "niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft" (Johannes 6:38). Hoe intens het conflict was tussen wat Hij zelf verlangde te doen of vermijden en wat de Vader van Hem wilde, blijkt nergens zo duidelijk als in zijn zielestrijd in Gethsemane. "Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg, doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!" (Lucas 22:42).
De kracht van de heilige Geest
Bovendien is er in het leven van Jezus, zoals dit in de vier evangeliën wordt beschreven, geen enkel bewijs van de bovennatuurlijke invloed of activiteit van de eeuwige God de Zoon. Jezus verrichtte inderdaad ongekende wonderen van genezing en het was ook waar, zoals zelfs zijn vijanden toegaven:
"Nooit heeft een mens zó gesproken als deze mens spreekt!" (Johannes 7:46). Maar de Bijbelse verklaring van Jezus' vermogen zo te doen en te spreken is dat Hij de kracht van de Heilige Geest bezat, die bij zijn doop door Johannes de Doper in de Jordaan op Hem kwam. Dit is Petrus' verklaring op de Pinksterdag: "Jezus, de Nazoreeër, een man, u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden verricht heeft" (Handelingen der apostelen 2:22). God in de hemel was dus werkzaam door zijn Zoon op aarde om die wonderen te verrichten. Ditzelfde heeft Petrus ook tegen een niet-Joods gehoor in het huis van Cornelius gezegd: "God heeft Hem met kracht gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem" (Handeling der apostelen 10:38). Evenals de profeten in Israël Gods boodschappen hebben verkondigd, heeft ook Jezus door de invloed van de heilige Geest kunnen handelen en spreken op bovenaardse wijze. Als God de Zoon in Hem woonde was er geen nood­zaak voor die hemelse zalving bij zijn doop: Hij had zelf die dingen kunnen doen.
Als de mens Jezus tegelijkertijd de eeuwige God de Zoon was en ook een mens, dan komen er nog andere problemen bij. Er is van Jezus geschreven dat Hij "in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen" (Hebreeën 4: 15). Wij hebben het expliciete getuigenis van Jacobus niet nodig om zeker te zijn dat: "God kan door het kwade niet verzocht worden" (Jacobus 1:13). Natuurlijk niet. Dus als God de Zoon zo innig verbonden was met Jezus van Nazareth dat er slechts één Persoon bestond, hoe kon deze in verzoeking komen?
Bovendien hebben we geen getuigenis nodig om in te stemmen met de woorden in een psalm toegeschreven aan Mozes: "van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God" (Psalm 90:2). God kan niet sterven maar Jezus is wèl gestorven! Heeft dan God de Zoon bij zijn sterven afscheid van de mens Jezus genomen? Maar hoe zou dat kunnen als de twee tot één nieuwe persoonlijkheid zijn gefuseerd?
Het dogma van twee naturen Geconfronteerd met dit dilemma van twee personen die tot één zijn gemaakt, is het niet verwonderlijk dat de discussie hierover vanaf de vierde eeuw aanleiding gaf tot voortdurende controverse. Men meende uiteindelijk de oplossing te hebben gevonden in het dogma van twee naturen. 'In die éne en dezelfde Christus, Zoon, Heer, Eniggeborene, moeten de twee naturen gezien worden als onvermengd en onveranderd, ongedeeld en ongescheiden. '
De persoon die ons aldus wordt voorgesteld is zo onwezenlijk en vreemd dat het niet verbazend is dat door de eeuwen heen, en vooral in deze eeuw, het dogma in toenemende mate door theologen wordt verworpen. 'Wie het begrijpt, mag het verklaren', merkt Prof. dr. Jelsma afkeurend hierover op. Hij voegt hier de opmerking aan toe: 'De bedoeling van die uitspraken was ook, dat niemand ze begrijpen kon' (De vergeten kerk)!
In plaats van te spreken over twee personen die tot één zijn geworden gebruikte men de termen 'substantie' en 'natuur', ontleend aan het toenmalige Griekse metafysische erfgoed. Terecht hebben theologen het bezwaar ingebracht, dat zulke woorden een mechanische, materialistische en onpersoonlijke betekenis hebben, termen die niet te definiëren zijn en die vreemd zijn aan een relatie die in wezen ethisch, geestelijk en psychisch van aard is. In wat voor opzicht precies is een goddelijke substantie of natuur anders dan een menselijke? Als men met 'natuur' aan een complex van eigenschappen, opgenomen in een levend wezen met eigen zintuigen, denkvermogen, wil en bewustzijn denkt, waarom niet eenvoudig 'persoon' zeggen, of goddelijk of menselijk? Het is een feit dat Jezus nooit blijk heeft gegeven andere eigenschappen te bezitten dan wat mensen gemeen hebben. Niet in zijn 'natuur' doch in zijn unieke persoonlijkheid en gezindheid toonde Hij Zich de eniggeboren Zoon van God. •


Met de Bijbel in de hand 
+


update: