Een burgerlijk jaar loopt weer naar haar einde toe. Verjaardagen zijn gevierd geworden en weer konden velen vast stellen dat alles zo voorbijgevlogen was.
Vele kerkgemeenschappen hebben een adventsperiode geopend. Een tijd van overdenking en van voorbereiding voor het nieuwe dat gaat komen.
Een tijd voor reflectie en om eens stil te staan bij de vraag wat het doel van het leven is, of waar wij naar toe willen gaan.
Waar gaat u achter? Wat is voor u belangrijk? Wat wenst u? Wat zijn de zaken waarvan u kan genieten of graag zou van genieten? Welke plaatsen wil u zeker bezoeken of waar wil u vertoeven?
Wij willen veel doen en soms denken wij wel eens dat wij niets gedaan kunnen krijgen. soms lijken wij slechts branden te blussen in plaats van echt boeiende dingen te verwezenlijken.
Wij moeten tegen zo veel optornen, onze tijd verdelen om koetjes en kalfjes aan te kunnen. Zo veel wereldse dingen omringen ons dat men zich kan afvragen of er nog wel tijd is voor het eigen innerlijke. Waar kan het geestelijke tegenover al dat wereldse staan?
Kan de mens in dat alles nog tijd vinden om diegene te leren kennen die er reeds van in het begin was en aan wij wij alles te danken hebben? en als wij de Vader van al de vaders kennen, kunnen en durven wij dan ook tijd voor Hem uit trekken?
Men kan de wereld zo lief hebben dat men er ook zijn hart aan verliest. Men kan helemaal verankerd geraken aan het tijdsgebondene en deze wereld of aan de dingen in de wereld! Maar dan moeten wij toch even terugblikken en denken aan wat God ons ter waarschuwing heeft
gegeven. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Velen laten geen plaats meer in hun hart voor de Liefde van God. Sommigen willen God wel beschuldigen voor al die moeilijkheden die hen over komen, of de rampen en oorlogen die plaats grijpen. Maar zij vergeten dat deze niet van God komen maar van de wereld zelf. Het zijn de mensen zelf die hun verantwoordelijkheden niet opnemen of zelf de nodige liefde voor de ander niet kunnen opbrengen. Door verwaarlozing van natuur en medeschepselen brengen ze de wereld in on evenwicht en gaan er dingen verkeerd lopen. Begeerlijkheid van het vlees, gulzigheid, argwaan en jaloersheid veroorzaken in de kleine kring reeds voor problemen. Door lust , trots en hovaardij met de begeerte van macht en geld worden mensen vijanden van elkaar.
Jo 2:15-16) (NB) :
15 hebt niet de wereld lief noch wat in de wereld omgaat; als iemand de wereld liefheeft, woont de liefde voor de Vader niet in hem, 16 omdat al wat in de wereld omgaat:
Met de Advent moeten wij onze ogen proberen te richten op het Betere dat voor iedereen ter beschikking kan liggen. Onze ogen moeten beschermd worden en het juiste Licht leren opvangen. Een groot deel van de advertenties die onder onze ogen komen is gericht op het passionele en onze verlangens naar vleselijke dingen, welke deel uit maken van de oude natuur van de mens.
Zij die het aankomende Licht willen erkennen hebben betere verwachtingen en kunnen er op aan dat de boreling die zij willen herdenken niet zo maar een kind van de aarde was, maar een lang geleden beloofde Mens die meer heeft kunnen doen en zijn dan eenieder van ons.
Het is een super voorbeeld dat wij in herinnering willen brengen.
Alhoewel die schrijnwerkers zoon er maar uit zag als een heel eenvoudig mens, was Hij diegene naar wie wij echt moeten uit kijken. Jezus komst mag wel degelijk echt iets zijn om je op voor te bereiden en een feest voor te vieren. Indien je dit wenst ter herinnering te brengen op 25 december, maak het dan zeker dat je dat in je gedachten wil opnemen.
Sta er dan ook even bij stil wat Jezus van Nazareth voor ons gedaan heeft en in welke mate wij er ons verdere leven niet zouden moeten laten door bepalen?
Jezus nam in Zijn leven de tijd voor de zwakkeren, de zieken, de hulpbehoevenden, de gevangenen, maar ook voor Zijn Vader, die Hij ook trachtte kenbaar te maken aan de anderen. Hij was zich er bewust van dat zijn tijd op de aarde slechts zeer beperkt was en focuste daarom op de meer belangrijke zaken dan de wereldse. Hij richtte zich op dingen die vruchtbaar leken te zijn.
Richten wij ons op dagelijkse futiliteiten of wereldse dingen? Of
willen wij verder kijken en naar de toekomst iets blijvend opbouwen?