Showing posts with label zoon van God. Show all posts
Showing posts with label zoon van God. Show all posts

Wednesday, 3 June 2020

Wat te doen om een kind van God te worden

Wij leven in een wereld waar we regelmatig keuzes moeten maken. Toch zullen we op een dag tot de beslissing moeten komen om de keuze te maken voor God of de wereld.

Als we de wereld toe willen behoren is het makkelijk om gewoon mee te lopen met de grote meerderheid van de mensen. Maar of dat dit de juiste keuze zal zijn betwijfelen wij.

De Bijbel geeft in de vele boeken aan hoe de wereld tot stand kwam en hoe er alles in verliep. Het toont hoe mensen keuzes maakten die een verdere invloed hadden op hun leven. Hierbij kunnen wij er niet naast zien hoe de Schepper God een Plan had met Zijn creatie en hoe Hij het liefst een goede relatie heeft met Zijn schepselen.

De eerste mensen hadden zich wel tegen God verzet waarop Deze een straf over de mensheid bracht, waar wij nu nog mee opgezadeld zitten. Maar we moeten beseffen dat een groot deel van die straf in mindering kan gebracht worden door de Raadgevingen van God en door Zijn gezonden geliefde zoon. Er wordt ons vertelt in de Schrift dat iedereen die hem ontvangt en in zijn naam gelooft, het recht is gegeven om kinderen van God te worden. Om een ​​kind van God te worden, zegt de Schrift duidelijk dat je Jezus moet ontvangen en in zijn naam moet geloven.

 “ Aan allen echter die Hem wel aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden;” (Joh 1:12 WV78)

Het licht dat tot de wereld gekomen is, is dat licht dat wij moeten gebruiken om onze focus in te stellen. Allen, die de gezondene van God ontvangen, gaf Jezus de macht, Gods kinderen te worden, omdat wij allen zonen en dochters zijn van de hemelse Vader.

 “ Want gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.” (Ga 3:26 WV78)

Het mooie is dat Jezus kwam tot een getuigenis voor God. Hij kwam namelijk om van het licht te getuigen, opdat de mensen door hem geloven zouden. Door middel van zijn wonderen toonde hij aan hoe hij gezegend was en autoriteit van zijn Vader had. Als eengeboren Zoon van God gaf Jezus mensen de kans zijn hemelse Vader beter te leren kennen. Hij wenste dat de mensen zouden inzien dat hij de weg was om tot God te komen.

 “ Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen.” (Joh 1:7 WV78)

 “ Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren zoon van God.” (Joh 3:18 WV78)

 “ Jezus antwoordde hem: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.” (Joh 14:6 WV78)

 “ Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in) en uitgaan en weide vinden.” (Joh 10:9 WV78)

 “ Hij is het, die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij staan; door Hem ook mogen wij ons beroemen op onze hoop op de heerlijkheid Gods.” (Ro 5:2 WV78)

 “ Want door Hem hebben wij beiden in een Geest de toegang tot de Vader.” (Efe 2:18 WV78)

 “ In zijn eigen lichaam heeft Hij voor ons de nieuwe, levende weg gebaand, dwars door het voorhangsel heen.” (Heb 10:20 WV78)

De deur naar het Koninkrijk van God is voorgesteld geworden aan ons. We moeten alleen het pad er naartoe en de poort zelf zien. Met het besef dat wij door genade zijn gered hebben wij een vooruitzicht in het geloof in hem.

 “8   Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het; 9   niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen.” (Efe 2:8-9 WV78)

Jezus ontvangen is niet iets dat we bereiken; het is iets dat we accepteren. God heeft hem gegeven. Hij heeft voor een korte tijd gepredikt en Gods Woorden verduidelijkt; Het was toen en nu aan de mensen gelegen om in te zien wie hij wel degelijk was. Ook vandaag is dat nog steeds niet zo gemakkelijk als het lijkt; Er zijn heel wat mensen die wel beweren Jezus te kennen, sommigen beweren zelfs hem te volgen, toch niet zijn echte positie aanvaarden. Het gros van de christenen heeft Jezus tot hun god gemaakt in plaats van de Enige Ware God te geloven en Jezus te aanvaarden als de enig geliefde zoon van God.

 “ Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.” (Joh 3:16 WV78)

 “ en een stem uit de hemel sprak: ‘Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.’” (Mt 3:17 WV78)

In de wereld komt het er op aan om je ogen juist te richten op de juiste zaken. Hiertoe zijn er nu twee nieuwe websites in de Nederlandse taal verschenen. Zij tonen aan waarop wij in ons leven best kunen focussen.
Daarbij laten ze ook merken dat we er toe moeten komen om met onze mond te komen te belijden dat Jezus heer is en dat je in je hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt. Zulk een geloof is het waarop wij ons moeten richten en waarin wij ons gesterkt moeten voelen omdat wij dan ook op de zekerheden kunnen vertrouwen welke normaal nog in het vooruitzicht zijn gesteld.

Geloven in Jezus houdt in dat u hem als heer en koning van het komende aardse Koninkrijk van God accepteert en gelooft dat Jezus, de eniggeboren zoon van God is die werkelijk gestorven is en uit de dood is opgewekt door Gods Kracht.

 “ Want als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is, en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden.” (Ro 10:9 WV78)

 “ Zorgt dat ge onberispelijk en ongerept zijt, als onbesproken kinderen van God onder een slinks en ontaard geslacht, waarin gij schittert als sterren in het heelal.” (Flp 2:15 WV78)

Maar wij mogen niet vergeten dat dit geloof in Jezus ook verijst dat wij naar zijn leerstellingen gaan leven en zo ook Gods geboden zullen naleven.

 “ Mort ook niet tegen God zoals sommigen van hen gemord hebben: zij zijn gedood door de verderver.” (1Co 10:10 WV78)

 “ Ik wil dus dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden, de mannen hun handen opheffen in een geest van godsvrucht, die haat en ruzie uitsluit.” (1Ti 2:8 WV78)

 “ Hij zal u ook doen standhouden tot het einde, zodat u geen blaam treft op de dag van onze Heer Jezus.” (1Co 1:8 WV78)

 “ Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet.” (Efe 5:27 WV78)

 “ De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest, dat wij kinderen zijn van God.” (Ro 8:16 WV78)

 “ Weest navolgers van God, zoals geliefde kinderen past.” (Efe 5:1 WV78)

Verenigd onder Christus kunnen wij zijn en onze hemelse Vader naderen? Dat houdt dan natuurlijk in dat wij Hem werkelijk als onze Vader willen aannemen. en eens wij Hem als onze Vader beschouwen moeten wij Hem ook benaderen als een kind van Hem. Dat houdt in dat wij dan ook zonder schroom met Hem durven praten. Dat praten met God kan op allerhande manieren. Gebed is er één van. In dat gebed of met dat richten tot God kunnen wij Hem ook loven en prijzen en onze liefde voor Hem betuigen.

Als kinderen van God moeten we ons uiterste best doen om zonder smet te midden van een kromme en verwrongen generatie te leven.

 “ Zorgt dat ge onberispelijk en ongerept zijt, als onbesproken kinderen van God onder een slinks en ontaard geslacht, waarin gij schittert als sterren in het heelal.” (Flp 2:15 WV78)

Levend in deze wereld van vertwijfeling, kommer en kwel, kan iedereen de kans krijgen om het licht in de duisternis te zien en zo tot God te komen. De mens zal moeten komen te zien wat voor liefde de Vader ons heeft gegeven, zodat ook wij kinderen van God zouden worden genoemd. Het is Zijn liefde die ons de kans heeft gegeven om als Zijn kinderen te leven.

Veel mensen worstelen met het idee van God als onze liefhebbende Vader bestaat en klaar staat voor ons. In tegenstelling tot een menselijke ouder die onvolmaakt is en ons in de steek kan laten of ons pijn kan doen, is onze hemelse Vader perfect, liefdevol en goed. Hij heeft de mogelijkheid geboden voor het eeuwige leven, vergeving van zonden en nieuw leven hier op aarde als we maar in Hem willen geloven en Zijn kind willen worden.

Als je zoekende bent of nog veel twijfels hebt raden wij u aan een kijkje te gaan werpen op de websites die u willen helpen om juist te focussen, namelijk:





Wednesday, 27 March 2019

Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #5 Volgers van een godheid Jezus of navolgers van de ware Jezus

In de Bijbel wordt er gesproken van bepaalde tijden die zullen aantreden, waarbij er meerdere natuurrampen zouden voorkomen en mensen zich tegen elkaar zouden verzetten, zelfs religieuze groepen zich tegen elkaar zouden gaan keren. Wij mogen stellen dat wij nu in die tijden of "samenstel van dingen" zijn aangekomen.

Dit tijdsgebeuren met vele terroristische aanslagen, grote stormen, vele rondtrekkende vluchtende en asiel zoekende mensen, mag meerdere een angst inboezemen.
Meerderen voelen zich hopeloos in de steek gelaten bij de politieke zowel als bij de kerkelijke instellingen. Velen stelden vroeger nog geloof in "de Kerk", maar met al de schandalen rond die kerk hebben zij hun geloof daar in ook verloren.

Men kan wel mensen vinden die naar oplossingen zoeken voor te ontsnappen wat er op deze aardbol gaande is (Luk. 21:25). Maar zij zien hoe nu niet enkel politiek de wereld geweld wordt aangedaan. Ook op religieus gebied gaan er veel groeperingen sterk tekeer.

Gelukkig, mag men stellen, zijn er mensen die begaan zijn met het geestelijke. Zij gaan echter spijtig genoeg niet verder zoeken dan de meest gekende hoofdstromen. In plaats van zich open te stellen naar de christenheid, gaan zij wegens de teleurstelling die zij in het christendom voelen, zoeken bij een sterk opkomende godsdienst waarbij zij merken dat mensen werkelijk in gebed gaan en willen werken aan hun verhouding met hun God.
Zij zouden moeten beseffen dat er voor allen die de mensheid oprecht liefhebben een gegronde reden bestaat om zich niet langer hopeloos te voelen. Men mag gerust zijn dat de bewuste tijd thans is aangebroken en dat het er op aan komt om nu de juiste keuze te gaan maken.

In dit samenstel van dingen komt het er nu op aan om de juiste keuze te maken. Om die keuze te verantwoorden moeten de mensen best goed onderzoeken wie en wat zij willen vormen en waarom.
Hierbij vragen zij die willen overstappen naar de islam, zich best eens af waarom men wil afstappen van hetvertrouwen en geloof in Jezus Christus, de gezondene van God. Zij zouden best eens overwegen waarom zij weg zouden gaan van het christendom of van de christenheid, om over te gaan tot de islam, wanneer voor hen de christenheid een oplossing kan bieden die hen meer vrijheid geeft en volledige bescherming biedt.

Men mag gerust voelen dat de wereldsituatie er niet goed voor staat. Maar men moet beseffen dat de Grote Bestuurder van het gehele universum het niet totaal uit handen zal lopen en zelfs een regering heeft voorzien dat binnen afzienbare tijd in werking zal treden. Die Grote Bestuurder is de Meest Almachtige God Die boven alle goden staat. Het is de allerhoogste godheid Die Zijn zoon naar de aarde heeft gezonden om Zijn werken te openbaren en de mensen in te lichten over wat er zal gaan gebeuren. Hij is ook Diegene Die het toegelaten heeft dat die Nazareense leermeester in zijn naam zou spreken en handelen. Hij is ook Die hemelse Vader van Jezus Die verwacht dat mensen in Zijn zoon zullen geloven en vertrouwen stellen.

Daar komt het nu in deze tijden zeer zeker op aan. Wij moeten geloven in die man die door God aan de wereld is gegeven om redding te voorzien. De redding ligt voorde hand, maar men moet ze willen zien en naar grijpen. Om die redding te verkrijgen wordt er echter verwacht dat men ook geloof in die redding stelt en in die brenger van redding, welke Jezus Christus is.

Voor de mensen is het zeer moeilijk om vertrouwen te stellen in iemand die ze niet gezien hebben of niet zo goed kennen. Doorheen de geschiedenis hebben de mensen steeds vertrouwen gesteld in hen die rondom hen waren of die iets konden bieden wat hen aannemelijk of goed leek.

Op geestelijk gebied kreeg men zo mensen die bijvoorbeeld Calvijn wensten te volgen en aldus Calvinisten werden genoemd. Zij die Luther wensten te volgen werden dan weer Lutheranen genoemd. Anderen gingen meer kiezen voor een typische kerkgemeenschap met haar regels. Zo kan men de Anglicaanse kerk vinden met haar Anglicanen.

Zo kan men stellen dat als een volger van Luther Lutheraan is ook zeggen dat een volger van Jeshua of Jesjoea (zoals meerdere Nederlanders zijn naam schrijven) Jesjoanen zijn of Jeshuaisten. Zoals men ook van stromingen kan spreken, zoals het Anglicanisme, of Presbyterianisme bijvoorbeeld, zou men ook van het Jeshuaisme, of die stroming spreken waarbij Jeshua gevolgd wordt en aan zijn leer wordt gehouden.

Die laatste stroming wordt in deze tijden wel zeer belangrijk, want daar gat het om dat de  mens tot inzicht komt en de ware Jezus zal komen leren te erkennen.
De meerderheid van godsdienstige mensen houdt zich voor het ogenblik nog sterk vast aan de traditionele kerken. Maar zij zullen moeten komen in te zien waar die kerken zijn fout gegaan en waarom het belangrijk is de ware Jezus te kennen en te eren, in plaats van een tot godheid verheven Jezus.


+

Voorgaande
  1. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #1 Geestelijke ondersteuning
  2. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #2 Christenheid tegenover christendom 
  3. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #3 Groeiende beweging uit Joodse sekte De Weg 
  4. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #4 Openbare prediking en Wederdopers
Slot

Tuesday, 12 June 2018

Kijk op een afgezant van een Hogere Macht

In het Christendom gelooft de meerderheid nog steeds in de valse leerstelling van de 4de eeuw. In België valt het wel op dat hier mensen zijn die zich Christen noemen en daar eigenlijk Katholiek mee bedoelen maar dan toch een Katholiek met een dubbel kantje. In België zijn er namelijk Katholieken die wel geloven dat Jezus de zoon van God is en Niet God. Hierbij zien ze over het hoofd dat hun gedachte in tegenstelling is met de Katholieke leer welke gelooft in de Heilige Drie-eenheid.

Voor hen die geloven in de Heilige Drie-eenheid of Drievuldigheid zijn er enkele nieuwe artikelen gepubliceerd om duidelijkheid te scheppen over de positie van Jezus Christus. Die artikelen praten over Jezus als de door God op de wereld geplaatste afgezant of gedelegeerde. Die artikelen over de  gezondene van God moeten een duidelijk beeld geven over wie Jezus is en welke zijn rol hier op aarde was en welke zijn rol in de toekomst zal zijn.

De Bijbel of Heilige Schrift is duidelijk dat er slechts één God bestaat. Die Enige God verklaart in de Schrift dat Jezus Zijn zoon is. Indien Hij het zou zijn die naar de aarde zou gekomen zijn, zou God dat wel gezegd hebben, want Hij is een God die geen leugens vertelt en een God van orde en klaarheid is. Ook Jezus eist nooit de positie van een god of van God op. Hij wist trouwens zeer goed dat hij niets kon doen zonder zijn hemelse Vader, Die ook zijn God is.

 “ Hierop nam Jezus opnieuw het woord en sprak: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: de Zoon kan niets uit zichzelf, maar alleen datgene wat Hij de Vader ziet doen. En alles wat Deze doet, doet de Zoon insgelijks.” (Joh 5:19 WV78)

 “ Gij heb Mij horen zeggen: Ik ga heen, maar Ik keer tot u terug. Als gij Mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan Ik.” (Joh 14:28 WV78)
In de tijd van Jezus  konden enkelen een stem uit de lucht horen, die aan gaf dat die man van vlees en bloed, die in de rivier de Jordaan stond, na zijn doop door zijn neef, Zijn eniggeboren welbeminde zoon was.
 “21   Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging 22   en de heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’ 23   Deze Jezus nu was bij zij optreden ongeveer dertig jaar. Hij was, in de opvatting der mensen, de zoon van Jozef, de zoon van Eli,” (Lu 3:21-23 WV78)
Uit de onderstaande artikelen zal u kunnen opmaken hoe belangrijk het is voor een mens om in geloof te komen, en welbepaald te geloven dat er slechts één God is en dat Jezus de gezondene of afgezant van God is in wij onze hoop en geloof moeten stellen voor een betere wereld en verlossing en aanvaarding in het Koninkrijk van God mogen ontvangen.

Lees meer over die bijzondere man, welke vele mensen kon boeien met zijn verhalen en parabels, maar ook met de wonderen die hij verrichtte, zoals mensen doen lopen, horen en zien die dat daar voor nooit hadden kunnen doen.


>

Omtrent de kennis van God en Zijn Woord:

  1. Bijbel - Enige bron van kennis en openbaring van God 
  2. Bijbel baken en zuiverend water
  3. Bijbel verzameld Woord van God
  4. Bouwen op het Bijbels fundament 1.Feit of fantasie?
  5. Rond God de Allerhoogste 
  6. De Enige Ware God 
  7. Jehovah Voornaamste Hooggeplaatste
  8. Eigenheden aan God toegeschreven  
  9. Drie-eenheidsleer een menselijke dwaling  
  10. Is God Drie-eenheid?
  11. Overtuigd door de Schriften 
  12. Plan van de Goddelijke Maker
  13. Waarheid van mens of van God 
  14. Woord van God tegenover dat van mensen   

Omtrent Jezus

  1.  Jezus de Heer
  2. Jezus de zoon
  3. Jezus de Gezonden Afgezant van God
  4. De Gezondene  
  5. Gezondene van God 
  6. Zoon van God 
  7. Zoon van God - Vleesgeworden woord 
  8. Jezus Christus is in het vlees gekomen
  9. Afstraling van Gods heerlijkheid 
  10. Rond Jezus 
  11. Eigenheden aan Jezus toegeschreven 
  12. De Onschuldige 
  13. Jezus moest sterven
  14. Het Beschreven Lam 
  15. Zoon van God dé Weg naar God
  16. Adam en Christus
  17. Actie bij aanvaarding van Redder Jezus
  18. Christus in profetie
  19. Zoenoffer 
  20. Lijden bedekt door Zoenoffer
  21. Het Zoenoffer 
  22. Lam van God 
  23. het beschreven lam
  24. Hij die Komt 
  25. Hij die zit aan de rechterhand van Zijn Vader   
  26. Priesterschap van Christus 
  27. Redenen dat Jezus niet God is 
  28. Jezus wederkomst
  29. Christus' wederkomst en Eindtijd tekenen
  30. Reddingsplan
  31. Redding mogelijk voor allen
  32. Uitdaging van Bijbels Christendom 
  33. Vertrouwen in Jezus Christus 
  34. Koninkrijk van Christus en Koninkrijk van God

Friday, 5 January 2018

De Gezondene van God

Noch steeds zijn er zeer veel Christenen die nog niet willen geloven dat Jezus de gezondene van God is. Zij blijven volharden dat Jezus God zou zijn die naar de aarde neergedaald is om te doen alsof Hij werd verleid, want God kan niet verleid worden en om te doen alsof Hij stierf aan een kruis, maar zij zouden moeten beseffen dat God niet kan sterven daar Hij een eeuwige onsterfelijke Geest is.

Best zouden zij volgende verzen eens goed in overweging nemen:





 “ Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.” (Joh 3:16 WV78)

 “ De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid,” (Lu 4:18 WV78)

 “ Maar Hij sprak tot hen: ‘Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.’” (Lu 4:43 WV78)

 “ Want Hij, die door God gezonden is, spreekt Gods eigen woorden: zo mateloos schenkt God zijn Geest.” (Joh 3:34 WV78)

 “ Daarop zei Jezus hun: ‘Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4:34 WV78)

 “23   opdat allen de Zoon zouden eren zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert evenmin de Vader die Hem zond. 24   Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie luistert naar mijn woord en gelooft in Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen, hij is immers reeds uit die dood naar het leven overgegaan.” (Joh 5:23-24 WV78)

 “ Ik kan niets uit Mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor en mijn oordeel is rechtvaardig, omdat Ik niet mijn eigen wil zoek, maar de wil van Hem die Mij zond.” (Joh 5:30 WV78)

 “36   De getuigenis echter die Ik bezit, is waardevoller dan die van Johannes, want het zijn juist de werken die de Vader Mij gegeven heeft om te volbrengen en die Ik ook volbreng, die van Mij getuigen, dat Ik door de Vader gezonden ben. 37   Ook de Vader zelf die Mij zond, heeft getuigenis over Mij afgelegd. Zijn stem hebt gij nimmer gehoord noch zijn gestalte gezien, en 38   zijn woord hebt gij niet blijvend in u, omdat gij Degene die Hij zond niet gelooft.” (Joh 5:36-38 WV78)

 “ Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Dit is het werk dat God van u vraagt: te geloven in Degene, die Hij gezonden heeft.’” (Joh 6:29 WV78)

 “38   Ik ben immers uit de hemel neerdgedaald, niet om mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft; 39   en dit is de wil van Hem die Mij gezonden heeft, dat Ik niets van wat Hij Mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:38-39 WV78)

 “ Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:44 WV78)

 “ Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij.” (Joh 6:57 WV78)

 “ Daarop richt te Jezus zich tot hen en zei: ‘Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heft.” (Joh 7:16 WV78)

 “ Jezus zeide hun: ‘Als God uw vader was, zoudt gij Mij beminnen, want van God ben Ik uitgegaan en van Godswege ben Ik hier. Neen, Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.” (Joh 8:42 WV78)

 “ Maar waarom dan beschuldigt ge Mij, die door de Vader geheiligd en in de wereld gezonden werd, van godslastering als Ik Mijzelf Gods Zoon noem?” (Joh 10:36 WV78)

 “ Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort, maar om wille van het volk rondom Mij heb Ik dit gezegd, opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.’” (Joh 11:42 WV78)

 “ Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij gezonden heeft. Hij heeft Mij opgedragen wat Ik moet zeggen en verkondigen.” (Joh 12:49 WV78)

 “ Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie hem aanvaardt, die Ik zal zenden, aanvaardt Mij, en wie Mij aanvaardt, aanvaardt Hem, die Mij gezonden heeft.’” (Joh 13:20 WV78)

 “ Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; het woord dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft.” (Joh 14:24 WV78)

 “ Maar dit alles zullen zij u vanwege mijn Naam aandoen, want Hem die Mij gezonden heeft, kennen zij niet.” (Joh 15:21 WV78)

 “ Thans ga Ik naar Hem die Mij gezonden heeft, en toch vraagt niemand van u Mij: Waar gaat Gij heen?” (Joh 16:5 WV78)

 “ En dit is het eeuwig leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus.” (Joh 17:3 WV78)

 “ Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden.” (Joh 17:8 WV78)

 “23   Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt een zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. 24 ¶   Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad voor de grondvesting van de wereld. 25   Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.” (Joh 17:23-25 WV78)




*



Tuesday, 26 January 2016

Voor hen die beweren dat Jezus God is

Hebben degenen die denken dat Jezus God is zich nooit afgevraagd of dat zij wel alles geloven wat God Zelf zegt?

Wanneer u gelooft dat Jezus God is gelooft u dat God altijd de waarheid vertelt?

Volgens de Bijbel kan God namelijk geen leugens vertellen.
 “God is niet een mens, dat Hij liegen zou, noch een mensenkind, dat Hem iets kon berouwen; zou Hij iets zeggen en het niet doen, zou Hij iets spreken en het niet houden?” (Numeri 23:19 NLB)
 “opdat wij door twee stukken, die onwankelbaar zijn, waarin het onmogelijk is, dat God liegt, een krachtige bemoediging hebben,  — wij die de toevlucht genomen hebben om vast te houden aan de aangeboden hoop,” (Hebreeën 6:18 NLB)
Vergeet ook niet op te merken dat de Bijbel ons verteld dat God geen mens is doch Jezus was een man van vlees en bloed die na zijn dood nogmaals aan zijn volgelingen bewees dat zij niet moesten vrezen voor hem omdat hij geen geest is.

God vertelt ons ook dat het onmogelijk is voor de mens om God te zien en te leven.
“En Hij sprak verder: Mijn aangezicht kunt gij niet zien, want geen mens zal leven, die Mij ziet.” (Exodus 33:20 NLB)
Als zodanig was niemand ooit in staat om God te zien. Hoewel degenen die beweren dat Jezus God is vergeten dat Jezus werd geboren en werd gezien door veel mensen. Die man die zo'n 2000 jaar geleden werd geboren (in 4vgt) besefte maar al te goed Wie de Allerhoogste was. Hij was de vleeswording van wat God in de Hof van Eden had uitgesproken. In die tijd van de Romeinse onderdrukking kwam God Zijn Woord in het vlees. Hij was de gezondene van God, om licht te werpen op de wereld en om zijn hemelse Vader bij velen bekend te maken. Als je goed kijkt naar de teksten van de Bijbel die je moet zien dat het niet God zelf die daar was, maar iemand anders
 “Hij was het licht niet, maar opdat hij van het licht getuigen zou.” (Johannes 1:8 NLB)

Jezus zelf  was niet het licht, maar hij was wel diegene die getuigenis zou komen afleggen van het Licht Welke ook een teken zou geven omtrent die te komen persoon die een einde zou maken aan de dood en aan de onmenselijke regeringen die deze wereld tot dan toe had gehad.

Hij die geboren zou worden zou god tot ons brengen in de hoedanigheid van Zijn vertegenwoordiger te zijn. De naam die hij mocht dragen betekent niet dat hij als de Immanuël, zoals alle ander kinderen die zo genoemd zijn, niet god zelf zou zijn. Het is een naam ter ere van die Allerhoogste God, die zijn aardse ouders hem mochten geven.

Voor zijn geboorte werd al aan de wereld medegedeeld dat er een jonge vrouw zou zwanger worden van een kind dat de naam Jeshua (Jesus/Jezus) zou dragen en dat deze groot zal zijn, en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven om voor eeuwig over het huis van Jakob te regeren. Dat zou ook betekenen dat zijn Koninkrijk geen einde zou hebben.
“Daarom zal de Heer zelf ulieden een teken geven. Zie, de maagd is zwanger, en zal een zoon baren, dien zal zij noemen Immanuël.” (Jesaja 7:14 NLB)
 “30 En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, gij hebt genade bij God gevonden. 31 Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon baren; diens naam zult gij Jezus noemen. 32 Deze zal groot zijn en een Zoon des Allerhoogsten genoemd worden: en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven; 33 en Hij zal Koning zijn over Jakobs huis voor eeuwig, en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn. 34 Toen zeide Maria tot de engel: Hoe zal dat toegaan, daar ik van geen man weet? 35 De engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat van u geboren zal worden, Gods Zoon genaamd worden.” (Lukas 1:30-35 NLB)
 “21  En het geschiedde, toen al het volk zich liet dopen, en Jezus ook gedoopt was en bad, dat de hemel zich opende, 22 en de heilige Geest op Hem neerdaalde in een lichamelijke gedaante, gelijk een duif, en een stem kwam uit de hemel, die zeide: Gij zijt mijn geliefde Zoon; in U heb Ik een welbehagen. 23 En Jezus was, toen Hij begon, omstreeks dertig jaar oud, en werd gehouden voor de zoon van Jozef, de zoon van Eli,” (Lukas 3:21-23 NLB)

 “hoe God deze Jezus van Nazaret gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht, die alom gereisd is en heeft welgedaan, en allen gezond gemaakt, die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem.” (Handelingen 10:38 NLB)

 “Daarom zal Ik hem ene grote menigte ten deel geven, en hij zal machtigen tot een roof hebben, daarom, dat hij zijn leven in den dood gegeven heeft, en den kwaaddoeners gelijk gerekend werd, en dat hij de zonden van velen gedragen, en voor de overtreders gebeden heeft.” (Jesaja 53:12 NLB)
Het kind geboren voor ons, is een zoon ons gegeven, om een ​​bemiddelaar te zijn tussen mens en God. Deze is in de hemel, gezeten naast God, terwijl hij indien hij god zou zijn op de plaats van God zou zitten. Ons wordt verteld dat God hem gezag gaf en als zodanig op hem de overheid zal rusten op zijn schouders terwijl zijn naam zal zijn 'Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.' Van alle goden van de wereld moet u weten dat deze goden niet de God zijn. Zo worden engelen, Mozes, Farao, Baal en alle anderen wel god genoemd maar zijn deze net de Elohim Adonai God. Maar al die goden in de Bijbel, zoals ook Jezus god genoemd worden zijn belangrijke personen of door mensen hoog geachten. Van die goden is Jezus wel de hoogste, hoewel hij in eerste instantie  lager was dan de engelen. Het was pas nadat Jezus met het geven van zijn lichaam voor de zonden van anderen, hoger werd geplaatst dan de engelen.
 “(9-5) Want ons is een kind geboren, een zoon is ons gegeven, wiens heerschappij op zijnen schouder is; en zijn naam is: Wonderbaar, Raad, Kracht, Held, Eeuwige Vader, Vredevorst.” (Jesaja 9:6 NLB)
“7 Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, met eer en heerlijkheid hebt Gij hem gekroond, en hebt hem gesteld over de werken van uw handen; 8 alles hebt Gij onder zijn voeten onderworpen". Want daarin, dat Hij Hem alles onderdanig gemaakt heeft, heeft Hij niets overgelaten, dat Hem niet onderdanig gemaakt is; maar nu zien wij nog niet, dat Hem alles onderdanig gemaakt is. 9 Maar Hem, die een weinig minder gemaakt is dan de engelen, namelijk Jezus, zien wij door het lijden des doods gekroond met eer en heerlijkheid, opdat hij door Gods genade voor allen de dood zou smaken.” (Hebreeën 2:7-9 NLB)
Jezus werd niet uit de doden opgenomen en verhoogd door zichzelf, maar door zijn hemelse Vader, de Enige Ware God en God van Abraham, Isaak en Jakob. Het was God die hem heeft gekroond met heerlijkheid en eer, en hem benoemde over de werken van Gods handen.

Zij die denken dat helemaal geen werken nodig waren om ons te redden moeten weten dat vele mensen van God door Hem zijn goedgekeurd juist door hun werken. Zo ook voor Jezus was hij lager dan de engelen, maar vanwege het lijden des doods is Jezus gekroond met heerlijkheid en eer, zodat door de genade van God Jezus dood zou smaken voor iedereen.

Voor degenen die geloven dat Jezus God is moeten zij zich realiseren dat de Bijbel ons vertelt dat geen mens ooit kan God  iets kan aandoen alsook dat de dood God niets kan doen. God wordt een eeuwige Geest genoemd in de Bijbel. Dat eeuwig zijn houdt in dat hij geen begin nog einde heeft an dus ook niet kan niet sterven. In de heilige Schrift staat ook vermeld dat Die Al-wetende eeuwige Geest de God der goden is, de Heer der heren of Here der heerscharen.
“want de Heer, uw God, is de God aller goden en de Heer boven alle heren, een groot God, machtig en vreeselijk, die den persoon niet acht en geen geschenken neemt;” (Deuteronomium 10:17 NLB)
Jezus hoort niet onze god te zijn, maar zoals in de bijbel staat, moeten wij hem erkennen als de zoon van God. Wij moeten slechts geloven in één God die geen partijdigheid vertoont, noch smeergeld aanvaard. Aan ons is Zijn zoon aangeboden in wij geloof moeten stellen en op wie wij mogen rekenen dat hij voorspreker zal zijn bij zijn hemelse Vader, wat natuurlijk niet zou kunnen indien hijzelf God is.

Diegenen die vertellen dat Jezus God moet zijn, omdat hij zijn bloed gaf om ons te redden en dat nu alle mensen gered zijn voor altijd, vergeten dat een geest geen vlees en bloed heeft en dat Jezus na zijn dood bewezen heeft aan zijn discipelen dat hij geen geest is.
 “33 En zij stonden te dier uur op, keerden terug naar Jeruzalem, en vonden de elf vergaderd, en die bij hen waren, 34 welke zeiden: De Heer is waarlijk opgestaan, en aan Simon verschenen! 35 En zij verhaalden hun wat op de weg geschied was, en hoe Hij door hen herkend was geworden, toen Hij het brood brak. 36  En toen zij daarvan spraken, stond Jezus zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij met ulieden! 37 En zij verschrikten en vreesden, en meenden, dat zij een geest zagen. 38 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij zo verschrikt, en waarom komen zulke gedachten in uw harten op? 39 Ziet mijn handen en mijn voeten, Ik ben het zelf; betast Mij en ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, gelijk gij ziet, dat Ik heb. 40 En toen Hij dit zeide, toonde Hij hun zijn handen en voeten.” (Lukas 24:33-40 NLB)

God kan niet aangeraakt worden, maar Jezus wel. Een geest heeft geen vlees en botten zoals Jezus er wel heeft.  Niet Jezus moeten wij aanbidden maar wel God die geest is. Maar wij moeten degelijk weten welke god wij willen aanbidden want wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en waarheid.
“God is Geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in Geest en in waarheid aanbidden.” (Johannes 4:24 NLB)

Jezus als een wezen van vlees, bloed en botten vertelde de mensen over zijn doel op aarde en over zijn hemelse Vader Die als de Enige Ware God, de God van Abraham moeten aanbeden worden. Jezus leerde dan ook de mensen hoe zij tot die God moesten bidden (Het Onze Vader).

Het was ook Die God Die zei over Jezus dat hij Zijn eniggeboren zoon was. Degenen die zeggen dat Jezus God is negeren al die uitspraken van God en van Jezus. Die laatste wist heel goed dat hij niets kon doen zonder God zijn hemelse Vader die groter is dan Jezus. Indien Jezus God zou zijn dan zouden ze beide dezelfde grootheid zijn.
“17  En Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nog toe, en Ik werk ook. 18 Daarom zochten de Joden nu veel meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat brak, maar ook zeide, dat God zijn eigen Vader was, en zichzelf aan God gelijk maakte. 19 Toen antwoordde Jezus en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: De Zoon kan niets van zichzelf doen, dan wat Hij de Vader ziet doen; want wat die doet, dat doet desgelijk ook de Zoon. 20 Want de Vader heeft de Zoon lief, en toont Hem alles wat Hij doet, en zal Hem nog groter werken tonen dan deze, zodat gij u verwonderen zult. 21 Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, wie Hij wil. 22 Want de Vader oordeelt niemand, maar al het oordeel heeft hij aan de Zoon gegeven, 23 opdat allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, die eert de Vader niet, die Hem gezonden heeft. 24 Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Wie mijn woord hoort, en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in het oordeel, maar hij is uit de dood tot het leven overgegaan. 25 Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Het uur komt en is nu reeds, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en wie haar horen zullen, zullen leven; 26 want gelijk de Vader het leven heeft in zichzelf, alzo heeft Hij aan de Zoon gegeven, het leven te hebben in zichzelf, 27 en heeft Hem macht gegeven zelf het oordeel te houden, omdat Hij de Mensen Zoon is.” (Johannes 5:17-27 NLB)
 “27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u: niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart verschrikke niet en vreze niet. 28  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom terug tot u. Had gij Mij lief, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga tot de Vader; want de Vader is groter dan Ik. 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat, als het geschieden zal, gij gelooft. 30 Ik zal voortaan niet veel meer met u spreken; want de vorst van deze wereld komt, en heeft niets aan Mij. 31 Maar opdat de wereld erkenne, dat Ik de Vader liefheb, en alzo doe, gelijk de Vader Mij geboden heeft: staat op, en laat ons van hier gaan.” (Johannes 14:27-31 NLB)

Het is de Vader die de Zoon lief heeft Die Jezus de autoriteit heeft gegeven te oordelen. Wij moeten Jezus zijn woorden horen, en geloven in Hem, Die Jezus gezonden heeft, dan kunnen wij eeuwig leven, verkrijgen en niet in de verdoemenis, maar uit de dood overgegaan in het leven.

Indien Jezus God is waren zij elkaars gelijke. Dan zou de Vader ook niet groter zijn dan Jezus, die dan ook de God der goden zou zijn. Laten wij best daarom niet die menselijke doctrines volgen die ons doen willen geloven dat God een Drie-eenheid zou zijn. Die valse leerstelling moeten wij naast ons neerleggen. Wij moeten geloven wat er in de bijbel staat. alsook moeten wij als Christenen opvolgen wat Jezus zijn volgelingen geboden heeft.

Degenen die beweren dat Jezus God moet zijn, want anders zouden we niet kunnen worden gered, onderschattende mogelijkheden van de mens die door God geschapen is alsook geven zij dan de indruk dat God bij de schepping al dadelijk hogere eisen stelde dan dat de mensen ooit zouden kunnen naleven. Dat zou van die God een zeer verschrikkelijke god maken.
Zulke ontkenners van Jezus mens zijn moeten zich dan ook afvragen en verwonderen dat God dan geen verschrikkelijke potentaat zou zijn, Die regels of geboden, waarvan hij wist dat niemand ze kon houden, hen en ons oplegde. Daarom willen wij u voorstellen om verder te lezen over deze materie.

Gelieve daarom verder te lezen met:

Een koning die zijn onderdanen wetten oplegt waarvan hij weet dat zij zich er nooit aan kunnen houden


+
English version /Engelse versie For those who believe Jesus is God
++
Aanvullende lectuur
  1. Rond God de Allerhoogste 
  2. Geloof in slechts één God 
  3. God meester van goed en kwaad
  4. Schepper en Blogger God 11 Het Oude en Nieuwe Blog 1 Gericht op één mens
  5. Een Drievoudige God of simpelweg een éénvoudige God
  6. Heilige drievuldigheid of drie-eenheid
  7. Is God Drie-eenheid
  8. Woord van God
  9. Geïnspireerd Woord
  10. Heilige Schrift Woord van God
  11. Eeuwigblijvend Woord dat alles vertelt
  12. Het belang van het lezen van de Schrift
  13. Zonder God geen reden, geen doel, geen hoop
  14. Breng glorie aan Jehovah God de Allerhoogste
  15. Alle dingen eertijds geschreven tot ons onderricht
  16. Wetten en regels ter onderwijs
  17. Neergeschreven namens God om op te voeden tot een deugdzaam leven
  18. Een Naam voor een God #9 Vals geloof gevoed door vrees
  19. Jehovah Wiens Naam heilig is
  20. Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste
  21. Aanbidden, Aanbidding, Eredienst en Gebed
  22. Vertrouwen op God
  23. God Kijkt toe
  24. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #2 Instructies en Wetten
  25. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #2 Zuiverheid
  26. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #10 Gebed #8 Voorwaarde
  27. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #13 Gebed #11 Naam om apart geplaatst te worden
  28. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #14 Gebed #12 De andere naam
  29. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #18 Volbrenging
  30. Geloof in Jezus Christus
  31. Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
  32. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  33. Een plaats voor een vreemdeling en een vluchteling
  34. Een Groots Geschenk om te herinneren
  35. Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
  36. Politiek en macht eerste prioriteit # 3 Verhoging van Maria en de Heilige Geest
  37. Het begin van Jezus #2 Aller Begin
  38. Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
  39. Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
  40. Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
  41. Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
  42. Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
  43. Jezus van Nazareth #1 Jezus’ geboorte
  44. Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
  45. Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
  46. Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
  47. Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
  48. Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
  49. Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
  50. De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
  51. De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
  52. De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
  53. De Knecht des Heren #4 De Verlosser
  54. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  55. Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte
  56. Wereld waarheen? #2 Gebed om de komst van de koning 
  57. Wereld waarheen #3 – de wortelscheut van David
  58. Wereld waarheen? #4 Het Lied van de Serafs
  59. Wereld waarheen? #5 De Val van Babel
  60. Toewijding van Jezus
  61. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God
  62. Dienaar van zijn Vader
  63. De Leidsman van geloof
  64. Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
  65. De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden
  66. Geen Wegvluchter
  67. Zoenoffer
  68. Het Zoenoffer
  69. Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
  70. 14 Nisan een dag om te herinneren #4 Een Gedood Lam
  71. 14 Nisan een dag om te herinneren #5 De te vieren dag
  72. Gevangenneming en terechtstelling van Christus Jezus
  73. Jezus moest sterven
  74. Jezus stervensdag
  75. Jezus vindt de dood op Golgota op voorbereidingsdag
  76. Achtergelaten aan een paal tot in de dood
  77. Waarom vast houden aan het kruisbeeld
  78. Kruisen en Iconen stukslaan
  79. Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
  80. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus
  81. Indien God Zijn eigen wil niet heeft
  82. Een Messias om te Sterven
  83. Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
  84. Jezus drie dagen in de hel
  85. Na de sabbat na Pesach, de verrijzenis van Jezus Christus
  86. Ook behoort gij Uzelf niet toe, want gij werd met een prijs gekocht
  87. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen
  88. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
  89. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
  90. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
  91. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
  92. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
  93. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
  94. Christus kennen is zin geven aan het leven
  95. Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
  96. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  97. Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
  98. Filippenzen 1 – 2
  99. Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God
  100. Want het is geen leeg woord
  101. Mogelijkheid tot leven
  102. Verzoening en Broederschap 6 Geestelijk tabernakel
+++

Tuesday, 10 February 2009

Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht

Jezus van Nazareth

6. ZIJN UNIEKE MACHT


DE evangelisten Mattheüs en Lucas hebben in hun verslagen van Je­zus' geboorte het geheim van zijn unieke zoonschap ontsluierd. Daarmee laten zij ons zien waarom Hij "de eniggeborene des Vaders" wordt genoemd en zij geven ons ook de sleutel van zijn unieke macht onder zijn volk.

De mening dat de grote wonderen die Jezus deed het bewijs leveren van zijn Godheid, vindt in de Schrift geen steun. Integendeel. Als Hij vanwege een vermeende goddelijke natuur in staat was een storm op het Meer van Galilea met een woord te stillen, een hongerige menigte met vijf broden en twee vissen te verzadigen, of iemand die reeds dagen in het graf lag, terug naar het leven te brengen, dan was het niet nodig dat Hij bij zijn doop de kracht van de Heilige Geest van zijn Vader zou hebben ontvangen. God had immers voorzegd:
"Zie, mijn knecht. Ik heb mijn Geest op Hem gelegd" en heeft zijn woord in vervulling gebracht bij Jezus' doop in de Jordaan.

In zijn terugblik op Jezus' dienst­baarheid in zijn toespraak op de Pink­sterdag schreef Petrus zijn wonderen aan de daad Gods toe: "Jezus, de Nazo­reeër, een man, u van Godswege aange­wezen, door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw mid­den verricht heeft" (Handelingen der apostelen 1:22).
Het getuigenis van de apostel in het huis van Cornelius is van gelijke strekking: " ... Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, wel­doende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem" (Handelingen der apostelen 10:38). De kracht waarmee Jezus in staat was wonderen te verrichten was niet inherent maar werd Hem geschonken.


Kracht zonder mate


Hiermee is echter niet alles gezegd. De Geest Gods is bij tijd en wijle werkzaam geweest in andere profeten, maar nooit op de constante wijze waarmee Jezus wonderen heeft gedaan. Johannes zei van Jezus: "Want Hij, die God gezon­den heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij [God] geeft de Geest niet met mate. De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gege­ven" (Johannes 3:34-35). De geschiedenis geeft voorbeelden genoeg van de waar­heid van het dictum van de Engelse historicus Acton: 'Macht verderft; abso­lute macht verderft absoluut.' Waar is de mens die de verantwoordelijkheid zou kunnen dragen, macht zonder mate tot zijn beschikking te hebben voor zijn taak en toch onkreukbaar blijven? Het feit dat God bovennatuurlijke kracht in overvloed aan zijn Zoon geschonken heeft, is niet alleen een bewijs van zijn liefde maar ook van zijn volkomen vertrouwen op Hem. Alleen Gods Zoon zou zoveel macht kunnen hebben zon­der ooit misbruik daarvan te maken.

De verzoeking dat Hij de kracht Gods zou gebruiken om in zijn eigen behoefte te voorzien, heeft Christus eens voor al in de woestijn overwonnen, door te weigeren van een steen brood te maken. Niet alleen zijn gebruik van de Geest heeft op zijn discipelen een grote indruk gemaakt, maar ook het feit dat Hij deze kracht nooit voor zichzelf en nooit tegen zijn vijan­den heeft ge­bruikt. Als Hij een storm met een woord heeft kunnen stillen, had Hij ook zijn vijan­den met een woord van hun leven kun­nen beroven. Maar zij geven nooit blijk van angst, dat Hij de kracht die Hij klaarblijkelijk bezit, tegen hen zal ge­bruiken. De wonderen getuigen dus niet van Jezus' vermeende Godheid maar wel van zijn unieke zoonschap. Want alleen de Zoon van God zou zo'n grote verantwoordelijkheid kunnen dragen en daarbij ongeschonden van karakter blijven. Hoe groot de kracht ook was die Jezus ter beschikking had tijdens zijn leven op aarde, deze was niet absoluut. Want pas na zijn opstan­ding uit de doden, toen Hij verscheen aan vele volgelingen in Galilea, heeft Hij tegen hen gezegd: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde" (Mattheus 28:18).

De vergiffenis van zonde

Dit kan ook gezegd worden van een andere uiting van zijn unieke macht, de zonden van mensen te kunnen verge­ven. De profeet Nathan was naar David gegaan met de mededeling: "De HERE heeft uw zonde vergeven" (2 Samuel 12: 13). Maar Nathan was slechts Gods boodschapper, die David op de hoogte bracht van Gods vergiffenis. Toen Jezus tegen de verlamde zei: "Kind, uw zon­den worden vergeven", hebben de Jo­den terecht tegengeworpen: "Wie kan zonden vergeven dan God alleen?" (Marcus 2:5-7). Een theoloog heeft over deze kwijt­schelding opge­merkt 'Als Jezus niet God was, dan was Hij een godslasteraar. Er is geen derde mogelijkheid.' Maar er is echter wèl een derde mogelijkheid. Dat Jezus de zonden van de verlamde werkelijk voor Gods ogen had kwijtgescholden heeft Hij bewezen door de man te hebben genezen, zodat Hij kennelijk geen godslasteraar was. Maar Hij heeft dit kunnen doen, niet omdat Hij van nature God was, maar omdat de Vader zijn geliefde Zoon, op wie Hij volko­men kon vertrouwen, niet alleen de kracht van de Heilige Geest geschonken had, maar ook de bevoegdheid had gegeven de zonden van mensen te ver": geven. Dit deed Hij niet vanwege zijn 'natuur' of Godheid maar krachtens het gezag dat zijn Vader Hem verleend had. Van oudsher had God vanuit de hemel de zonden van mensen vergeven. Nu heeft een Mens op aarde de bevoegdheid ontvangen dit te doen. Wellicht ligt hierin de betekenis van Jezus' woorden: "opdat gij moogt we­ten, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven" (Marcus 2: 10). Hij scheldt de zonden kwijt, niet vanwege zijn vermeende goddelijke natuur maar als de gevol­machtigde Zoon des mensen (Johannes 5:30).

Dat deze macht echter niet absoluut was, blijkt uit zijn gebed aan het kruis: "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen" (Lucas 23:34).

De inspirerende kracht van profetie

 De profeten in Israël hebben gewoon­lijk hun volk toegesproken nadat zij een specifieke boodschap van de Here had­den ontvangen. Haggaï bijvoorbeeld noemt de datums wanneer de vier pro­fetieën opgeschreven in zijn boek aan hem zijn geopenbaard. Jeremia vertelt ons hoe het volk, dat in het land was overgebleven na de wegvoering van velen naar Babel, tot hem kwam met de vraag wat zij moesten doen. Pas tien dagen later heeft God zijn antwoord aan zijn profeet gegeven (Jeremia 42:1 e.v.). In antwoord op de vraag eens aan Jesaja gesteld: "Wachter, wat is er van de nacht", raadt de profeet: "Kom maar terug!" (Jesaja 21:12).

Er is geen enkele aanduiding dat Jezus op Gods openbaring moest wach­ten. Als de gelegenheid ervoor geschikt was had Hij een boodschap voor zijn volk al klaar. Hij wist altijd het gezag­hebbende antwoord te geven op de vele vragen die Hem gesteld werden, ook op de strikvragen van de godsdienstleraars die Hem in verlegenheid wilden bren­gen. Zo verstandig waren zijn antwoor­den dat zij zijn opgehouden met hun vragen. "Zij verwonderden zich en zij lieten Hem verder ongemoeid en gin­gen weg" (Mattheus 22:22).
Toch zou het in strijd zijn met Je­zus' eigen verklaring, hieruit te conclu­deren dat Hij als profeet heeft kunnen spreken omdat Hij God was. Zijn profe­tische bekwaamheid was niet uit Zich­zelf ontsproten maar was de gave van zijn Vader. In zijn toespraak in de syna­goge te Nazareth paste Jezus op Zich­zelf Jesaja's profetie van de Knecht des Heren toe. "De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen" (Luc. 4:18).

Hoezeer Hij van de Vader afhanke­lijk was voor zijn openbaringen blijkt zonneklaar uit zijn verklaring. "Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet... Wat Ik dan spreek, spre­ek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft" (Joh. 12:49-50).

De Zoon afhankelijk van de Vader

De evangeliën laten ons zien hoe Jezus een menselijke natuur had en dat Hij in alle opzichten afhankelijk van de Vader was. Hij zei nadrukkelijk: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen" (Johannes 5: 19). Zo belang­rijk is zijn afhankelijkheid dat Hij dit herhaalt: "Ik kan van Mij zelf niets doen" (v.30). Er is geen ruimte voor de gedach­te dat Hij een goddelijke natuur bezat, waardoor Hij de inherente macht had wonderen te verrichten, de bevoegdheid mensen te vergeven, of met eigen gezag zijn volk toe te spreken. -

 - Met de Bijbel in de hand

+


++

vindt ook
Een Groots Geschenk om te herinneren
Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden

Wednesday, 4 February 2009

Wie zijt Gij, Here?

V
ERBIJSTERING en verbazing zijn te horen in de wedervraag van Paulus, nadat een Gestalte boven hem met verblindende heerlijkheid is verschenen en hem de vraag stelt: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?" Hij is op reis naar Damascus om met geweld de volgelingen van Jezus van Nazareth van hun dwaalspoor af te brengen. Zijn doel is deze ketterse sekte van de Nazorenen uit te roeien. Toch kan hij ge­durende de dagenlange reis daarheen het gezicht van de stervende Stefanus niet uit zijn gedachten zetten. Met de blinde rechtzinnigheid en onverdraagzame ijver van een jonge zeloot, een Farizeeër van de Farizeeën, had hij ingestemd en meegeholpen bij zijn steniging. Nu ziet hij steeds opnieuw dat gelaat, met zijn opgeslagen ogen, en hoort hij de kreet van bewondering:

"Zie, ik zie de hemel geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods". Nu weet hij zelf wat Stefanus had gezien, want hetzelfde visioen is nu ook aan hem verschenen.
"Wie zijt Gij, Here?" Een retorische vraag was deze niet, eerder een uiting van onthutsing. Dat beeld van Jezus, dat hij zich de afgelopen tijd met zijn geloofsgenoten had gevormd, valt nu ineens in duigen als een verpletterde illusie. Maar als die eerste, ingrijpende schok, dat Jezus van Nazareth levend in de hemel is, voorbijgaat, heeft Paulus als geleerde rabbi, jarenlang opgevoed door de beroemde Gamaliël, en daardoor doorkneed in de Schrift, uit zijn kennis kunnen putten in een poging een waar beeld te construeren.

We mogen ons voorstellen hoe hij, gedurende de drie dagen van duister­nis, voordat Ananias tot hem kwam om hem te dopen, steeds gedacht heeft aan wat Israëls profeten over de Messi­as en Heiland van zijn volk hadden ge­zegd. Hij had niet het voorrecht ge­kend van de twee Emmaüsgangers, aan wie de opgestane Here in een andere gedaante was verschenen, om uit te leggen "wat in al de Schiften op Hem betrekking had" (Lucas 24:27). En ook niet de dergelijke ervaring van de ande­re apostelen tegen wie Christus zei:
"Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden", met als gevolg dat Hij hun verstand opende, zodat zij de Schriften begrepen (Lucas. 24:44). Toch heeft ook hij later de hulp van Christus ontvangen om hem te helpen zijn sterven en opwekking "naar de Schriften" te verkondigen en heeft hij met stelligheid kunnen schrijven dat hij zijn evangelie niet door mensen heeft ontvangen, "maar door openbaring van Jezus Christus" (Galaten 1: 12).
"Wie zijt Gij, Here?" Toen Jezus op aarde was waren de gemoederen over de kwestie van zijn Persoon sterk verdeeld. "Deze is waarlijk de profeet. Anderen zeiden: Deze is de Christus; weer anderen zeiden: De Christus komt toch niet uit Galilea? .. Er ontstond dan verdeeldheid bij de schare om Hem" (Johannes 7:40-44).

Verschil van mening in de gemeente

 Na zijn opstanding en hemelvaart en de verkondiging hiervan door zijn apostelen ging het redetwisten door. Zelfs in de gemeenten, waarin iedereen in Hem geloofde, was er verschil van mening aangaande zijn oorsprong, status en persoon. De schrijver van de brief aan de Hebreeën waarschuwt zijn lezers voor afwijking van het geloof dat hun op betrouwbare wijze is doorge­geven: "Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde leringen" (Hebreeën 13:9). De uitvoerige Schriftcitaten waarmee hij zijn brief begint, als bewijs dat Christus "zóveel machtiger is geworden dan de engelen als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft" (I :4), geeft te kennen dat er onder zijn lezers Joden waren die hierover anders dachten.

In zijn brief aan de gemeente te Colosse, waarschuwt Paulus voor een dwaalleer die Joodse trekken vertoont - sabbatviering, ascese en engelenverering. Hij legt als in geen andere brief uit hoe verheven de plaats van Christus in Gods heilseconomie is als het Beeld van God, de Eerstgeborene uit de doden, in Wie het God behaagd heeft in volheid te gaan wonen. Hij waarschuwt gelovigen tegen waarde hechten aan praktijken die "in overeenstemming zijn met de overlevering der mensen". Alleen in Christus is verlossing te vinden: "in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk, en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht" (Col. 2:9-10).

Als Joodse christenen geneigd waren in hun begrip van Christus' verhevenheid te kort te schieten, was de tendens in de Griekse gemeenten het tegenovergestelde. Paulus verwijt de gemeente te Corinthe: "Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt ... dan verdraagt gij dat zeer wel" (2 Corinthiërs 4). Hieruit blijkt dat er christenen waren die uiteenlopende opvattingen hadden omtrent de persoon van Christus en iemand predikten die nooit werkelijk heeft bestaan maar slechts een beeld was, ontsproten in het menselijke brein.

De antichrist

In zijn afscheidsrede aan de oudsten te Efeze waarschuwde Paulus voor valse leraars in de gemeente: "uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de disci­pelen achter zich aan te trekken". Hoe waar hij gesproken had blijkt uit de brieven van Johannes enkele tientallen jaren later. Hij strijdt tegen de invloed van een groep die blijkbaar uit deze gemeente van Efeze is getreden en die tracht door huisbezoek andere leden tot hun zienswijze over te halen. Johannes noemt ze valse profeten en misleiders. Zij propageren een andere opvatting van de Zoon van God en daarom bestempelt de apostel de beweging als 'antichrist'. Hierbij is geen sprake van een opzettelijk vijandige gezindheid tegen Christus. 'Anti' kan betekenen niet alleen 'tegen', maar ook 'tegenover' of 'in plaats van', zoals te zien is in het eerste voorval in het Nieuwe Testament: "Archelaüs was koning in de plaats van (anti) zijn vader". De voorstanders van deze leer propageerden een andere Jezus tegenover en i.p.v. de historische Persoon die de apostelen hadden gepredikt en die wij ontmoeten in de vier evangeliën, een Christus dus die buiten de menselijke verbeel­ding nooit heeft bestaan. Onder de invloed van hun vertrouwde Griekse filosofie verwierpen ze het geloof dat de Zoon van God een Mens van vlees en bloed was, verwekt door de heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Zo ver we nu kunnen nagaan leerden zij dat bij Jezus' doop de Zoon van God neerdaalde uit de hemel en woonde in Hem tot kort voor zijn kruisdood vandaar de kreet: "Waarom hebt Gij Mij verlaten?" Hij kwam dus alleen met het doopwater en niet met bloed, als een mens van vlees en bloed. Johannes schrijft: "iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist" (1 Johannes 3:3).

Christologie in de kerk

De Nieuwtestamentische schrijvers geven blijk, zoals we zouden verwachten, van een sterke relatie met Christus. Hij is hun Heer, die voor hen is gestorven, opgewekt en verhoogd, en zij leven nu in zijn dienst. Zij hebben ook belangstelling in de relatie tussen de Vader en de Zoon, en deze is voor hen doordrongen van zulke ethische waarden als de liefde en de eerbiedige houding van de Zoon. Zij belichten Gods liefde voor Christus. Zij vertellen ons hoe God de volkomen gehoorzaamheid van zijn Zoon beantwoord heeft door Hem uit de doden op te wekken en Hem te verhogen en verheerlijken. Zij komen telkens terug op Christus' liefde en eerbied voor zijn Vader, zijn allesbepalende besef van de opdracht die Hij moet uitvoeren, zijn liefdevolle onderdanigheid, zijn vertrouwen op God in zijn gebeden. Zij wijzen kortom de weg waarlangs ook wij, met de vier evangeliën in onze handen en met hen als gids, tot toenemende kennis en inzicht mogen komen van de relatie tussen Vader en Zoon en de waarheid Ieren van Jezus' woorden in gebed: "Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt".

Helaas zijn de bisschoppen in de kerk van de eerste eeuwen, die maar al te vaak in de Griekse filosofie waren opgeleid, een andere weg ingeslagen. In plaats van deze vruchtbare ethische benadering hebben ze eeuwenlang de relatie tussen de Vader en de Zoon gezien als een metafysische kwestie, die op te lossen was met begrippen ontleend aan de Griekse denkwereld. Dit is in klein bestek te illustreren in hun gebruik van metafysische termen in hun nu verouderde filosofie.

De term logos in het Nieuwe Testament is het woord Gods, de scheppende bevelen waardoor Hij de wereld schiep en zijn levenbrengende, lichtverspreidende boodschappen door profeten en apostelen en vooral door de allergrootste profeet in werk en woorden, Christus Jezus. Deze bete­kenis van logos is vooral te zien in de proloog op het vierde evangelie.

Voor de Griekse filosofen - en dus ook de kerkelijke apologeten - had lo­gos al lang de metafysische betekenis van de wereld rede waardoor alles tot stand is gekomen. Het was een kosmi­sche term gebruikt door heidense filo­sofen om de orde in het heelal te verklaren en komt met deze betekenis nergens in het Nieuwe Testament voor. Toch hebben theologische filosofen in de tweede en derde eeuw, als Justinus en Tertullianus, deze term uitvoerig gebruikt om zowel het ontstaan in voorwereldlijke tijden van de Zoon van God te verklaren als zijn metafysische relatie met de Vader te definiëren. De vraag van de Naämathiet Zofar aan Job was slechts van retorische aard, want hij kon rekenen op de instemming van zijn gesprekspartners:
"Kunt gij de geheimen Gods doorgronden, de Almachtige doorgronden ten einde toe?" (Job 11 :7). Toch meenden de met Griekse filosofie opgeleide bisschoppen daarin het nodige gereed­schap ter beschikking te hebben om de Persoon van de Vader en de Zoon te verklaren. Zodoende hebben ze zich begeven op terrein waar de apostelen ons voor waarschuwen. Door haar wijsheid, schrijft Paulus, heeft de wereld God niet gekend. Hij waarschuwt voor de verderfelijke invloed van menselijke wijsbegeerte en vleselijke denkspeculaties (Colosensen. 2:8). Opvallend is dat de apologeten gewoonlijk de door God gegeven verslagen van de komst van Gods Zoon in de evangeliën van Mattheüs en Lucas negeren.

Nog een andere term uit het arse­naal van Griekse filosofie die de kerke­lijke theologie vaak gebruikt, is 'natuur', oftewel 'substantie'. De vrucht van deze speculaties is te zien in de leer van de 'twee naturen', die door de eeuwen heen aanvaard werd maar die door velen in deze tijd verworpen wordt als in strijd met onze opvatting van persoonlijkheid. Een hedendaagse reformatorische theoloog beschrijft deze poging met begrippenmateriaal uit het heidendom de Persoon van Jezus te definiëren: 'ten aanzien van Jezus beleden zij, dat zijn twee naturen, zijn godzijn en zijn menszijn, onvermengd en onveranderd naast elkaar bleven bestaan en dat zij tegelijk ongedeeld en ongescheiden van elkaar waren. Wie het begrijpt, mag het verklaren.' I

Zo ging het ook met een andere metafysische term, 'wezen'. De grote strijd te Nicea was of Christus' 'wezen' identiek of alleen gelijk was aan die van God. Dezelfde theoloog meent dat hierdoor de bisschoppen tot het absurde hun toevlucht hebben genomen. 'Zij schoven de beelden ineen tot een onherkenbare warboel. Zij stapelden woorden op elkaar. Hoewel de Grieken een taalcultuur kenden van hoog niveau en gehecht waren aan logica, stamelden zij nu maar wat. Eén is drie; drie is één. "Eeuwig is de Vader, eeuwig is de Zoon, eeuwig is de Heilige Geest en toch zijn zij niet drie eeuwigen maar één eeuwige". Wie het snapt mag het uitleggen.' 

Wat is men hiermee mijlenver ver­dwaald van de Mens van Nazareth en van de kennis van Hem die ons een nieuwe en uiterst zinvolle relatie kan geven, die het leven verrijkt als we leren dagelijks met Hem te wandelen, uitziende naar de dag wanneer Hij zal verschijnen! _
A. Jelsma, De vergeten kerk. p. 71,74.

 - Met de Bijbel in de hand