In de Nederlandse kranten is wat ophef rond de taken van de vrouw in de gemeente.
Uit de protestantse hoek komt ook het verwijt dat de Nederlandse Protestantse Kerk aan het Verroomsen is. Een van de opmerkingen is:
We verroomsen, ook daar wordt het werk alleen nog maar grotendeels door het priesterschap te worden gedaan.
Prof. dr. Wim van Vlastuin vraagt zich in zijn openingsbrief af of hij
de Schrift altijd verkeerd heeft begrepen als het om dit onderwerp gaat.
'Is het mogelijk de Schrift anders te interpreteren? Het lukt me niet
om jouw perspectief mee te maken.'
Kijken we even naar de Schrift:
1 Timotheus 2:11 Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten onderrichten,
12 maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden.
13 Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva.
De Apostel Paulus geeft hier de reden aan van het waarom.
Volgens van Vlastuin kan het dus nooit cultuurgebonden zijn alhoewel er velen zijn die opkomen met het feit dat onze wereld en cultuur veranderd zijn en wij ons er moeten aan aanpassen.
Hij zegt:
Wij weten wie Gods scheppingsorde onderuit wil halen, wellicht is het ook een teken van de tijd.
Ik ben er van overtuigd dat een vrouw vast en zeker mag getuigen. Iedere gelovige zou namelijk getuigenis moeten afleggen. Dat is wel iets anders dan een exhortatie of preek geven in de dienst. Voorlezen en gedachten uiten tijdens een dienst zouden ook algemeen moeten kunnen. In onze gemeente komt elke gelovige aan het woord tijdens de dienst. In de meeste kerken van andere denominaties is dat echter niet zo.
Dr. Almatine Leene reageert op de brief van haar collega prof. dr. Wim
van Vlastuin. Ze schrijft dat ze in haar werk als dominee de leiding
ziet van de Heilige Geest.
"Ik zie het juist als leiding van de Heilige Geest dat we in het spoor
van Jezus dichterbij de bedoeling komen van de schepping van man en
vrouw en dus van Gods Woord." Zou voor mij een sterk argument kunnen
zijn en dan zeker voor deze tijd waarin we de komst van Jezus spoedig
mogen verwachten. En dan zullen we allen heersen en regeren samen met
Jezus, zonder onderscheid van man en vrouw.
‘Jezus riep geen vrouwen tot apostel en Paulus heeft nooit vrouwen
aangesteld als ouderling’,
De hersteld hervormde hoogleraar en de eerste vrouwelijke dominee
binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kijken door middel van een
briefwisseling via CIP.nl in elkaars hart. In een vervolgbrief legt
Leene uit waarom in haar ogen de man niet het hoofd is van de vrouw en
waarom Jezus twaalf mannen als Zijn apostelen uitkoos.
Mooi dat je
veel zaken ziet waarin je mij kunt bijvallen en dat je de insteek van
Genesis 1 ook fundamenteel vindt. Ik vind het altijd belangrijk om te
zoeken naar waar we elkaar in kunnen vinden want er zijn vaak meer
overeenkomsten dan verschillen en die moeten we niet uit het oog
verliezen.
De hoogleraar reageert op die briefwisseling in CIP:
Ds. van Vlastuin onderbouwt zijn standpunten met duidelijke bijbelse
argumenten en bij Almatine Leene zie je met namewhisful thinking of om
het anders te zeggen, van Vlastuin onderwerpt zich aan het gezag van de
bijbel en Almatine onderwerpt de bijbel aan haar gezag. In haar preken /
interviews heeft ze het ook regelmatig over de Bijbel als
inspiratiebron i.p.v. gezaghebbende leidraad. E.e.a. zegt m.i. genoeg.
Dick Slump en Pieter Pel zijn bekenden binnen vrijgemaakt-gereformeerd Nederland.
Dick Slump (links) en Pieter Pel: 'Laat de synode ophouden met dit ondoorzichtige gedoe.' (beeld Nanette de Jong Fotografie)
Pel, lid in Hattem-Centrum, schreef mee aan de kerkorde van 2014 en was
jarenlang bestuurslid aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij is nu
coördinator van acht kerken die samen optrekken in hun revisieverzoeken
aan de synode.
In synodes verwacht men dat er vrij zou mogen gepraat worden over verschillende gedachten en zelfs meningsverschillen rustig zouden kunnen besproken worden. Dit is echter zonder de conservatieve Nederlandse waard gerekend.
In een vorig artikel haalden wij al aan hoe men in Nederland ook met de handen in het haar zit omtrent geestelijke begeleiders of dominees, maar het moeilijk ligt om vrouwen in dat bastion toe te laten.
De synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gaat het inhoudelijke
gesprek over vrouwelijke ambtsdragers uit de weg en bespreekt te veel
achter gesloten deuren. De goede sfeer en eensgezindheid tijdens de
vergaderingen roept bovendien vervreemding op. Met die kritiek komen
Pieter Pel en Dick Slump.
Bij deze synode
zijn voor het eerst vrouwelijke afgevaardigden aanwezig, wat weer een
gevolg is van het besluit van nog maar drie jaar geleden om vrouwen toe
te laten op de kansel en in de kerkenraad.
Maar op de landelijke raad lijkt er niet echt zo veel eensgezindheid noch echte broederlijke liefde van verdaagzaamheid.
Ook al gaf de landelijke vergadering van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in 2017 groen licht aan de bevestiging van vrouwen in de ambten van
predikant, ouderling en diaken, ligt dat heden nog steeds niet zo makkelijk. Bijna vier op de tien vrijgemaakte
kerken hebben inmiddels aangegeven dat te doen. De lopende bezwaren met 24 verzoeken om het synodebesluit te herzien vormen toch een heikel punt.
„De vrouw in het ambt is een beladen onderwerp”,
zegt tweede voorzitter ds. D. W. L. Krol.
„Het besluit heeft veel losgemaakt.”
Om de bespreking wat te stroomlijnen, is een zogenoemd raamdocument
opgesteld. Daarin worden de verschillende bezwaren in hoofdlijnen
samengebracht.
„We beseffen heel goed dat dit een complexe materie is”,
zegt ouderling P. G. Bakker, voorzitter van de commissie
revisieverzoeken man/vrouw.
„Dit vraagt om zorgvuldigheid.”
Volgen Bakker heeft de
commissie nu vooral gekeken naar de inhoud bij meer onderzoek naar wat de Bijbel zegt over de verhouding tussen
man en vrouw, de scheppingsorde, heersen en dienen en het zwijgen van
vrouwen in de samenkomsten.
Ook zij blijken te beseffen dat de tijden en cultuur veranderen. Maar bij het kerkgebeuren moet men natuurlijk niet enkel met het tijdsgebeuren rekening houden. Nog meer van belang is de Schriftuurlijke regeling te volgen.
En welke rol speelt de cultuur in de
beoordeling daarvan?
Aan de onderbouwing van de besluiten van de
generale synode van Meppel in 2017
„schort het een en ander”,
concludeert Bakker. Zo zijn de zwijgteksten
„onvoldoende in rekening
gebracht.”
Dat betekent echter niet dat de synode moet terugkomen
op haar besluit om de ambten voor vrouwen open te stellen.
„De besluiten
laten we voorlopig even staan.”
Synode GKV 2020 - beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. P. Poortinga (Zeewolde)
verdiepte zich namens de commissie in de hermeneutiek, de manier waarop
de Bijbel wordt gelezen en toegepast.
„Hermeneutiek is in de discussie
over vrouw en ambt niet doorslaggevend”,
stelt hij.
„We geloven alles
wat de boeken van de Heilige Schrift bevatten. Het gaat vooral om de
Heilige Geest, Die in ons hart getuigt.”
Het besluit om vrouwen
tot de ambten toe te laten, is dan ook geen gevolg van „postmodern
emancipatiedenken”, zegt afgevaardigde ouderling A. van den Berg
(Westerbork) even later. De „beslissende norm” is de Schrift.
Ouderling
A. T. Kamsteeg (Dordrecht) heeft moeite met de term „nieuwe
hermeneutiek.” Die wekt volgens hem de suggestie dat
„alles fout gaat.
Maar dat is een karikatuur.”
Hij vindt het belangrijk om het
besluit uit 2017 goed te onderbouwen en te laten zien dat de Bijbel, na
een „integere uitleg”, ruimte biedt aan vrouwelijke ambtsdragers.
Ds.
R. J. Vreugdenhil (Capelle aan den IJssel) verwijst naar een
commissierapport van de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarin tegen
de „nieuwe hermeneutiek” van de GKV wordt gewaarschuwd. De GKV moeten
„kritische kerken” duidelijk maken hoe ze hermeneutisch te werk zijn
gegaan, vindt hij. De predikant benadrukt dat sommige teksten een
verschillende uitleg kunnen hebben.
„De kanttekenaren van de
Statenvertaling zagen dat ook.”
Het besluit om de ambten open te
stellen voor vrouwen betekent niet dat de GKV buigen voor de huidige
Westerse cultuur, vindt commissielid ds. R. P. Heij (Hardenberg).
„De
aanleiding om na te denken over vrouw in ambt ligt in de ontwikkelingen
van de huidige tijd en cultuur, maar de uitwerking is er een van de
hernieuwde doordenking van wat God in Zijn Woord van ons vraagt. Het
verwijt van buigen voor de cultuur is ongegrond.”
De generale
synode deed in 2017 geen bindende leeruitspraken, stelt de predikant.
„Ze bood plaatselijke ruimte voor de invulling van de ambten.”
De eenheid van het kerkverband is niet in het geding, aldus ds. Heij.
„Die rust in de eenheid van geloof en belijden.”
Ds.
L. E. Leeftink (Assen) vraagt aandacht voor de positie van gemeenten
die geen vrouwelijke ambtsdragers willen benoemen.
„Tegenover een
overweldigende meerderheid moeten zij heel sterk in hun schoenen staan.”
Afgevaardigde
E. Holwerda (Koog aan de Zaan) vindt dat de GKV ervoor moeten waken om
„verscheidenheid” niet te laten uitlopen op „verdeeldheid.”
Ds.
Vreugdenhil vindt dat christenen moeten erkennen dat de cultuur op
bepaalde punten vooroploopt en dat kerken pas later volgen. Bijvoorbeeld
op het punt van de positie van de vrouw. Tegelijk is het volgens hem zo
dat de kerk „anderhalf millennium” een „vrouwonvriendelijke cultuur”
heeft gevolgd.
„Dat mag best worden benadrukt.”
Hij hoopt dat de
„diversiteit” in visies op vrouw en ambt zal verdwijnen – net zoals er
in de GKV vroeger verschillende meningen bestonden over vrouwenstemrecht
en het dopen van adoptiekinderen.
Ds. A. Koster (Gouda) zegt dat
hij in 2017 in Meppel niet op alle onderdelen voor de vrouw in het ambt
heeft gestemd.
„Maar we hebben oprecht naar de Bijbel willen luisteren.
In het raamdocument mag naar voren komen dat er in Meppel geen wissel
is omgegaan.”
Synodepreses ds. M. H. Oosterhuis wil een misverstand voorkomen:
„De Schrift doet niet in alle details bindende uitspraken.”
De
GKV waren vroeger bang voor verandering en diversiteit, zegt
afgevaardigde H. J. Toebes (Harderwijk).
„We hadden overal een antwoord
op. Vanwege onze stelligheid hebben we zaken verdedigd die we nu niet
zouden verdedigen.”
Sommige kerkleden hebben moeite met de hoge
snelheid van de veranderingen, constateert hij.
„De ruimte voor
verscheidenheid kan leiden tot een cultuurverandering. Het uitgangspunt
”ruimte voor regels” verandert in ”regels voor ruimte”.”
Wat meer op valt bij bijeenkomsten van verantwoordelijken van geloofsgroepen is dat veel besprekingen gaan over het verdelen van posities en aldus draaien om "macht". Opvallend is dat het wel meer wordt over het hoofd gezien dat het in de Bijbel gaat over
„niet heersen maar dienen.”
Commissielid ds. M. O. ten Brink (’t
Harde) vindt daarom dat het gebruik van gaven binnen de gemeente dan ook belangrijker is dan de verschillen
tussen mannen en vrouwen.
Ds. Koster wijst erop dat als een vrouw dezelfde gave als
een man heeft gekregen, dat nog niet per se betekent dat ze die ook in
een ambt moet gebruiken.
Ds.
S. de Bruine (Balkbrug) maakt zich zorgen om de kerk:
„Maar niet zoals degenen die tegen
de vrouw in het ambt zijn. Alsof dat de lakmoesproef is voor
gereformeerd zijn. Terugdraaien van het besluit lijkt me geen optie
meer. Maar laten we, ook voor de gemeenten die bezwaar hebben
aangetekend, wel een goede onderbouwing geven. Laten we één zijn,
ondanks de verschillen.”
Een afgevaardigde meldt dan ook:
„Het zou mooi zijn als we een rapport op tafel weten te leggen waardoor kerken in het buitenland over tien jaar tot andere inzichten komen.”
Het
moderamen (bestuur) van de synode maakte donderdag bekend dat de
Indonesische zusterkerk Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia (GGRI-NTT)
op het eiland Soemba de band met de GKV heeft verbroken vanwege het
besluit om vrouwen tot de ambten toe te laten.
Dat het prediken of het dominee zijn in een klein dorp niet saai hoeft te zijn verteld Ds. M. van Dam die onlangs afscheid nam van zijn kerkelijke gemeente in het
dorp Hagestein.
De predikant zegt zijn allereerste gemeente vaarwel. Met
CIP.nl blikt de relatief jonge dominee terug op zijn beginperiode.
"Dominee-zijn in een dorp is niet saai."
"De kunst is om als dominee zoveel mogelijk jezelf te blijven en onder
de mensen te komen. Je moet niet boven de mensen staan, maar onderdeel
van de gemeenschap zijn. Zeker in een kleine dorpsgemeenschap. Daar moet
je niet te ingewikkeld over doen. Gewoon door het dorp lopen en wat
praatjes maken. Voor je het weet heb je een goed gesprek en weer iemand
leren kennen. Van die rol zou een dorpsdominee bewust moeten zijn. Als
je dat op een open en vriendelijke manier doet, wordt dat gewaardeerd."