Volgens Artsen Zonder Grenzen staat België zoals misschien nog enkele andere West-Europese landen voor een nieuwe epidemie. Volgen s mij is deze zelfs zeer besmettelijk.
Volgens de hulporganisatie AZG stevenen
we af op een samenleving waar ieder voor zich leeft, waar de afwijzing
van de ander zonder schaamte en zonder scrupules ‘normaal’ wordt, waar
racisme wordt geliket en getweet, waar muren groeien als onkruid, waar
grenzen zich verspreiden als een griep?
Wordt onze wereld slachtoffer van een groeiende onverschilligheid?
Nochtans blijven wij ervan overtuigd dat een andere wereld mogelijk is. doch ijst dit een verantwoordelijkheidszin en ook een beetje moed om de stem te laten horen. Een stem van verontwaardiging maar ook een stem die oproept tot daden.
Door ons
betrokken te tonen in het dagelijks leven: in onze relaties met onze
buren, met de mensen die naast ons in de bus of de metro zitten, in ons
gedrag op sociale media, in de manier waarop we kijken naar een dakloze,
een vluchteling of iemand die ‘anders’ is. Neen zeggen tegen
onverschilligheid betekent boven alles dat we ons bewust zijn van onze
daden en gedachten.
Voor
Artsen Zonder Grenzen is neen zeggen tegen onverschilligheid in de
eerste plaats bewust en actief hulp bieden, over de grenzen heen, aan
degenen die dringend hulp nodig hebben of wie van die hulp beroofd is.
Neen
zeggen tegen onverschilligheid, dat is ook kiezen om niet toe te laten
dat een ziekenhuis in Gaza, Jemen of Afghanistan gebombardeerd wordt. Om
mensen niet op zee te laten sterven. Dat is kiezen om slachtoffers van
een conflict te helpen.
Neen zeggen tegen onverschilligheid is een strijd die we samen moeten aangaan.
Iedereen is mee verantwoordelijk en kan bijdragen op zijn of haar eigen manier.
Op zaterdagavond 22 december werd Indonesië, slechts enkele maanden na
de aardbeving en vloedgolf in Sulawesi, opnieuw getroffen door een
tsunami.
Het subdistrict Panimbang, gelegen aan de zuidkant van Pandeglang, is een van de zwaarst getroffen gebieden en is moeilijk te bereiken.
Behalve ondersteuning aan de gezondheidscentra, biedt een team van
Artsen Zonder Grenzen eveneens zorg via een mobiele kliniek en bereiken
zij op die manier ook slachtoffers die werden geëvacueerd naar hoger
gelegen gebieden.
De tsunami heeft – volgens de laatste cijfers van 23 december van de Indonesische
minister van Gezondheid, op maandagochtend 24 december – voorlopig 227
mensenlevens geëist. 900 mensen raakten gewond, 430 personen zijn
vermist, 10.105 mensen werden geëvacueerd en 556 huizen hebben schade
opgelopen. Nog niet iedereen is geëvacueerd en sommige gezondheidscentra
hebben het aantal slachtoffers nog niet doorgegeven, dus wordt verwacht
dat deze cijfers in de komende dagen nog zullen stijgen.
Blokkeren humanitaire hulp leidt tot meer sterfte op Middellandse Zee
De Libische
autoriteiten hebben vrijdag 11 augustus aangekondigd een reddingszone in
te stellen en de toegang voor humanitaire schepen tot de internationale
wateren voor de Libische kust te beperken. Direct daarna heeft het
maritiem reddingscoördinatiecentrum MRCC in Rome Artsen Zonder Grenzen
gewaarschuwd voor veiligheidsrisico’s die verbonden zijn aan
dreigementen van de Libische kustwacht tegen humanitaire reddingsschepen
die opereren in deze internationale wateren.
Deze verklaringen komen amper een week na de
aankondiging dat de Italiaanse marine in Libische wateren zal worden
ingezet om de capaciteit van de Libische kustwacht te versterken om
migranten en vluchtelingen te onderscheppen en terug te sturen naar
Libië.
Vanwege de aangekondigde verdere beperkingen op het verlenen van
onafhankelijke humanitaire hulp, heeft Artsen Zonder Grenzen besloten om
tijdelijk de activiteiten van haar reddingsschip Prudence op te
schorten. Het medische team van Artsen Zonder Grenzen aan boord van de
Aquarius van SOS Méditerranée, dat momenteel patrouilleert in
internationale wateren, zal die reddingsoperaties wel nog blijven
ondersteunen.
In Libië heerst wetteloosheid
"Als de aangekondigde maatregelen bevestigd en daadwerkelijk
uitgevoerd zullen worden, verwachten we twee ernstige gevolgen: er
zullen meer doden vallen op de Middellandse Zee en er zullen meer mensen
vast komen te zitten in Libië", zegt Annemarie Loof, operationeel
directeur van Artsen Zonder Grenzen. "Als humanitaire schepen uit de
Middellandse Zee verjaagd worden, zullen er minder boten overblijven om
mensen van de verdrinkingsdood te redden. Degene die niet sterven zullen
onderschept worden en terug naar Libië worden gebracht. In dat land
heerst wetteloosheid, willekeurige detentie en extreem geweld."
Vijandig klimaat tegen reddingsoperaties
"De recente ontwikkelingen duiden op een verdere verslechtering van
het vijandige klimaat rond levensreddende reddingsoperaties", zegt Brice
de le Vingne, directeur operaties van Artsen Zonder Grenzen. "Europese
staten en Libische autoriteiten zetten gezamenlijk een blokkade op voor
mensen die veiligheid zoeken. Dit is een onaanvaardbare aanval op het
leven en de waardigheid van die mensen."
Artsen Zonder Grenzen dringt er bij de Libische autoriteiten op aan
snel te bevestigen dat ze hun juridische verplichting zullen respecteren
om boten in moeilijkheden te redden, en dat zowel in Libische als in
internationale wateren. Artsen Zonder Grenzen vraagt ook dat de Libische
autoriteiten duidelijk maken dat alle schepen, van NGO’s en andere
organisaties, toestemming zullen krijgen om deze reddingsactiviteiten
ongehinderd en veilig uit te voeren en dat noch de Libische, noch de
Italiaanse autoriteiten tussenbeide zullen komen als het gaat om het
juridisch gegarandeerde recht om mensen te ontschepen in een veilige
haven.
"Artsen Zonder Grenzen weigert deel te moeten uitmaken van een
systeem dat tot doel heeft tot iedere prijs mensen te verhinderen een
veilig heenkomen te zoeken", zegt De le Vingne. "We roepen de EU en de
Italiaanse autoriteiten op de dodelijke strategie op te geven om mensen
vast te zetten in een land dat in oorlog is, dat hen niet beschermt en
geen rekening houdt met hun noden. Veilige en legale routes voor
migranten en vluchtelingen zijn dringend nodig om onnodig leed en
sterven te verminderen."
De coalitie mag dan aankondigen dat Mosoel heroverd is, de humanitaire
toestand blijft, door het maandenlange conflict dat de stad verwoestte,
alarmerend. Na eerst volop ingezet te hebben op spoedchirurgie, past AZG
haar activiteiten aan om beter in te spelen op de dringende noden van
de bevolking.
De AZG-teams blijven de vele gevallen van ondervoeding aanpakken bij
voornamelijk kinderen jonger dan één jaar. Naar schatting werden tussen
12.000 en 30.000 mensen gewond tijdens het conflict. In totaal voorziet
AZG de nodige medische zorg aan de inwoners van Mosoel in acht projecten
rond de stad, gaande van moeder- en kindzorg, mentale gezondheidszorg
tot post-operatieve zorg.
Volg het videodagboek van de Vlaamse verpleegster Line tijdens een gigantische vaccinatiecampagne in Kinshasa
Gele koorts is intussen al bij verschillende mensen in Kinshasa
vastgesteld, dus moet er snel ingegrepen worden voor de epidemie zich
verder verspreidt in deze stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
In totaal zullen acht miljoen mensen gevaccineerd worden tegen gele
koorts. De meesten door de Congolese overheid, maar dus ook 800.000 door
Artsen Zonder Grenzen.
Deze vaccinatiecampagne is een enorme praktische uitdaging. Wat hebben we allemaal nodig?
500 mensen om vaccins te zetten
1.500 andere medewerkers om alles te organiseren en coördineren
1.080.000 dosissen van het vaccin
17.000 icepacks om de vaccins koel te bewaren
50 logistieke experts om de koele bewaring van de vaccins te garanderen
50.000 paar handschoenen
1 ton katoenen watjes om de wondjes te verzorgen
12 installaties om medisch afval te vernietigen
Totaalbedrag voor Artsen Zonder Grenzen: € 1.415.000
Het traumaziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Kunduz was het enige
ziekenhuis in Noordoost-Afghanistan waar acute medische en chirurgische
zorg werd geboden. Op zaterdag 3 oktober 2015 kwam daar abrupt een einde aan,
toen het ziekenhuis met opzet werd gebombardeerd. Twaalf medewerkers van AZG en tien patiënten, waaronder drie kinderen, kwamen om het
leven. Nog eens 37 mensen raakten gewond, waaronder 19 collega's. Die
aanval was onaanvaardbaar.
Wie dacht dat dit niet weer zou gebeuren was verkeerd.
De laatste twaalf maanden zijn er al vier aanvallen op een medische voorziening van Artsen zonder Grenzen gepleegd.
Op zaterdag 6 augustus 2016 werd een luchtaanval in Millis uitgevoerd, in het Syrische gouvernement Idlib, waarbij een door Artsen Zonder Grenzen ondersteund
ziekenhuis verwoest werd. Dertien mensen om kwamen daarbij om het leven,
waaronder vier medewerkers van het ziekenhuis en vijf kinderen.
Door de luchtaanval is een groot deel van het ziekenhuis vernietigd.
Het ziekenhuis legde zich voor een groot deel toe op kindergeneeskunde
en bood zorg in een gebied waar ongeveer 70.000 mensen wonen.
Onder de bewoners van het gebied zijn ook veel vluchtelingen, die
geweld op andere plekken zijn ontvlucht. Artsen Zonder Grenzen
ondersteunde het ziekenhuis vanaf begin 2014 met voorraden, technisch
advies en financiële steun.
Zulke aanvallen op medische instellingen waar iedereen moet kunnen verzorgd worden, is totaal onverantwoord en druist in tegen de internationale akkoorden.
Het wordt steeds moeilijker voor de ngo's om in de oorlogsgebieden hulp te verlenen. AZG is een van de weinigen die nog steeds aan het werk zijn waar anderen al lang geleden de moed hebben opgegeven of gekozen hebben om hun vrijwilligers in veiligheid te brengen.
‘Het bombarderen van dit ziekenhuis in Syrië is verschrikkelijk,’
zegt operationeel medisch manager Dr. Silvia Dallatomasina.
‘De Syrische
hulpverleners hebben de moed en toewijding om medische zorg te blijven
bieden tijdens de oorlog.'
'Elke keer dat er weer een ziekenhuis wordt geraakt, raakt de
Syrische bevolking weer een plek kwijt waar acute, levensreddende hulp
wordt gegeven. Artsen zonder Grenzen doet er alles aan om de medische
zorg in Syrië te versterken. Maar dit soort aanvallen moeten
onmiddellijk ophouden.’
De noodhulpmanager Teresa Sancristóval zegt
‘We zien
wederom de verwoestende gevolgen. Een volledig functionerend ziekenhuis
vol met patiënten en hulpverleners wordt gebombardeerd gedurende een
oorlog waarin geen enkel respect wordt getoond voor medische zorg en
patiënten.
Recent riep de VN met een resolutie op om een einde te maken aan
aanvallen op ziekenhuizen en internationaal humanitair recht te volgen.
Niemand zorgt er echter voor dat de strijdende partijen in Jemen dat
doen. Zonder acties zijn dergelijke publieke verklaringen zinloos voor
de slachtoffers van deze aanvallen. Dat is onacceptabel.’
Op maandagmiddag 15 augustus 2016 was het weer eens prijs dat de wereld moest toezien hoe onmeedogenloos men geen rekening hield met de wetten van oorlogsvoering die in het verleden werden goedgekeurd door de betrokken partijen. Het door Artsen zonder Grenzen ondersteunde Abs-ziekenhuis in het
gouvernement Hajjah in het noordwesten van Jemen werd toen geraakt bij een luchtaanval en werd deels verwoest.
Een medewerker van Artsen Zonder Grenzen stierf ter plekke met 9 andere mensen. Twee patiënten stierven terwijl zij overgebracht werden naar een ander ziekenhuis. Minimaal negentien mensen gewond.
De coördinaten van het ziekenhuis zijn regelmatig gedeeld met alle
strijdende partijen, waaronder de door Saudi-Arabië geleide coalitie. De
locatie van het ziekenhuis was bovendien alom bekend.