Showing posts with label gedicht. Show all posts
Showing posts with label gedicht. Show all posts

Saturday, 17 September 2011

Wondering


Wondering


There draweth near the day of God,
When messengers are sent abroad,
To gather from the world’s bye-ways,
All who these dark evil days
Holding Yahweh’s word supreme,
Make it their daily active theme
That they may judg’d  be;
And I am wondering always,
What will the manner of that day be,
And its time of coming be?

Will it be  the early morning hours,
Before  the day has gained its powers
(So strong to draw our thoughts away
From  things of God to things of clay)
That in its duties lurk?
Or will the angel’s quiet hand
Stay the imperious demand
Of the swift noonday work;
And a grave voice tell me I must be gone,
And let the dead with the dead work on?
Or when the evening morning sweet,
And rest is pleasant and musing meet,
Or when the darkness covers me,
Will the light shine round me suddenly,
And at midnight come the cry?

Ah! The time is little; the thought for me

Is, what will the manner of that day be?
If the angel should meet me on the way,
Or come to me in the house, and say
“The Master is come and calleth for thee,”
What will the summons be to me,
What will my heart reply?
Shall I hear it as a longed-for-word?
And rise up quickly to meet the Lord?
Or will my spirit quail,
And my heart sink down ,with a dread dismay,

A speechless fear, that the Judgment Day

I had not watched for, can only be
One of  contempt and shame for me?
While tremblingly and pale,
I follow the angel forth to stand
Rejected, at the Lord’s left hand?    

Forbid it Lord! Oh grant  to me

Grace to follow hard after Thee,
Studying daily Thy written word
With purpose of heart to serve Thee Lord,
And walk with Thee always.
To let my eyelids look straight on
Unto the prize that must be won,
Yea, fought for, agonized for (Ah me!
How the flesh strives for the mastery
How heavy this weight of clay).

Lord help me that flesh to crucify,

Cut off  the hand, pluck out the eye,
And having entered the straight gate
To lay away each heavy weight.
And the sins that besets so easily,
Still looking, looking unto thee
And gathering strength thereby;
To meet  temptation steadfastly,
As thy hast met the same,

Watching and praying, day by day,

That when the angel comes, I may
Meet him with joy (though tremblingly),
Daring to hope that even I
May have the white stone given to me,
May join the acclaim,
And with the twelve twelve thousand be
Clothed with Immortality
Part of “the Yahweh Name”

Christadelphian  1882
 

Tuesday, 5 April 2011

Een gedicht voor Pasen


Reiziger ‘doet’ Golgotha

I
Zij hebben Hem, zonder zich af te vragen
of Hij het kon verdragen,
met nagels aan een kruis geslagen.

En toen Hij daar te lijden hing,
- een spijker is een lelijk ding -
zei Hij: Vader vergeef het hun.

Zei Hij: ze weten niet wat ze doen.
Het was hun er immers om te doen,
om eens te zien, wat of Hij nu zou doen!

Zo heeft Hij nog voor hen gebeden,
en in Zijn sterven aan hen meegegeven
een alibi voor hun geweten.

En ik stond in de verte quasi wat te praten
met ’n paar onnodige, onnozele soldaten.
Ze deden immers tóch, wat ze niet konden laten.

Maar Hij beriep zich op het allerlaatste:
de handen van Zijn Vader; - nog vóór Pasen
moest ik me naar mijn schip in Jaffa haasten.

II
Toen heb ik – ’t was op Cyprus – in de krant gelezen:
J. v. N., Christus geheten,
is, na voor drie dagen gekruist te wezen,
zoals onze geachte lezers weten,

niet in Zijn graf gevonden: het was open.
Hardnekkige geruchten lopen,
dat Zijn discipelen de wacht beslopen.

toen deze sliep, en zo het lijk ontvreemdden.
Geëxalteerde vrouwen echter meenden,
dat zij Hem zagen wandelen door de beemden;

Maria moet gestameld hebben: Here!
Er zijn ook vissers, die beweren:
Hij heeft met ons gegeten bij de meren.

Maar dit is van bevoegde zijde wedersproken.
Men late zich geen knol voor een citroen verkopen.

III
Rome. – Het anker valt. Wij varen thuis.
Ik spoed mij naar de thermen, word ontluisd
van reis en roes en in mijn eigen huis

bij vrouw en vuur en radio gezeten,
ben ik alras Christus en kruis vergeten.
… Toen heeft een S.O.S. mijn ziel doorreten:

‘Mijn Geest wordt uitgestort op alle vlees.
Wie niet vóór Mij is, is tégen Mij geweest,’
seint een Geheime Zender wit en hees.

Weer onder zeil, over de eenzaamheden
van oceanen die mij van U scheiden,
Christus, wil mij verschijnen aan den einder.

(Uit: Gerrit Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1991)

Monday, 4 January 2010

The Days Review

THE DAYS REVIEW

Let no slumber close my eyes,

Ere I have recollected thrice

The train of actions through the day;

Where have my feet marked out their way?

What have a learnt, where’er I’ve been,

From all I’ve heard, from all I’ve seen?

What know I more that’s worth the knowing?

What have I done that’s worth the doing?

What have I sought that I should shun?

What duties have I left undone?

These self-enquiries are the road

That lead to virtue and to God.

Author unknown

Thursday, 24 September 2009

The one who has not had a taste of love

The one who has not had a taste of love
Is but a piece of wood or stone to God.
Love extracts water from stones;
Love removes rust from mirrors.
infidelity seeks war, faith peace;
Love sets fire to war and peace alike.
Love opens its mouth in the sea of the heart;
It devours the two worlds like a whale.
Like a lion, love knows no ruse;
It does not change from a lion to a fox.

- Rumi

(Divan 1331:1-5)

Peace and love
Peace and love (Photo credit: Wikipedia)

+++
2013 update
Enhanced by Zemanta

A remaining name


"My name from the palms of His hands
Eternity will not erase;
Impress'd on His heart it remains,
In marks of indelible grace."

"He shall present my soul,
Unblemish'd and complete,
Before the glory of His face,
With joys divinely great"

"I, among the blood-wash'd throng,
Shall wave the palm, and wear the crown,
And shout loud victory"

"Grace all the work shall crown
Through everlasting days;
It lays in Heaven the topmost stone,
And well deserves the praise"

-
C. H. Spurgeon



C. H. Spurgeon,
C. H. Spurgeon, "The Prince of Preachers" (Photo credit: Wikipedia)

Enhanced by Zemanta

Wednesday, 26 August 2009

Jouw Helper

je hoeft geen storm te vrezen
als je met God door 't leven gaat
Hij zal je steeds bewaren
zo jij je vast op Hem verlaat
al striemen ook de vlagen
van woeste winden keer op keer
al dreigen de orkanen
jouw vriend en helper is de Heer!

je hoeft geen storm te vrezen
het is God zelf die jou steeds schraagt
en in een nacht vol onrust
je in Zijn armen verder draagt
Hij zal je ziel behoeden
en lijkt het of je zult vergaan
er kan je niets gebeuren
jouw vriend en helper gaat vooraan!

je hoeft geen storm te vrezen
't is God, de Heer, die jou regeert
die, als de angsten dreigen,
de winden van jouw wanhoop keert
Hij zal je nooit verlaten
daar kun je altijd van op aan
ga daarom moedig voorwaarts:
jouw vriend en helper gaat vooraan!

fd

Uit Geestelijke Gedichten