Vorige nachten gingen het er al woelig aan toe en men vreest nog voor erger de komende dagen. Daarom heeft Nederland de hulp ingeroepen van haar buurlanden België en Duitsland.
De ME (Mobiele Eenheid of de Nederlandse oproerpolitie) is opgeschaald geworden. Het is ontegensprekelijk dat de voorbijgaande dagen het geweld all proporties te buiten ging. Zoals gisteren in Amsterdam hoopt men dat de mobiele eenheid door haar aanwezigheid er voor kan zorgen dat de situatie niet escaleert. In vele steden kon men wel “een kat-en-muisspel” zien tussen de jongeren en agenten.
De burgemeester van Den Boschriep die hele stad uit tot veiligheidsrisicogebied en
kondigde al tot 10 februari een noodverordening af. Dat stelt de politie
in staat om extra maatregelen te treffen en controles uit te voeren.
In meerdere steden ziet men “meedogenloze relschoppers” en lijkt het wel op een “kleine straatoorlog”. Opvallend is hierbij dat er heel wat relschoppers tieners zijn en volwassenen onder de 25 jaar.
Maastricht 'sburgemeester Annemarie Penn die gisteren ook een noodbevel afkondigde, zei:
“Dit heeft niets meer
met demonstreren te maken, dit zijn puur relschoppers die uit zijn op
vernielen en geweld.”
De stad is ook aangewezen als
veiligheidsrisicogebied, wat betekent dat de politie zonder directe
aanleiding mensen kan fouilleren.
Het Openbaar Ministerie en de politie
hebben duidelijk gemaakt dat raddraaiers niet alleen strafrechtelijk,
maar ook civielrechtelijk of bestuurlijk zullen worden aangepakt als dat
nodig is. Schade aan gemeente-eigendommen zal zo mogelijk op daders, of
bij minderjarigen op hun ouders, worden verhaald.
Sinds de invoering van de avondklok dit weekend is het erg onrustig in tal van
Nederlandse steden. Die werd ingevoerd in een poging de coronacijfers in
het land te doen dalen.
Als wij die protesterende groeperingen aan het werk zien kunnen wij eerder denken dat het voor hen eerder gaat om keet te schoppen en om te plunderen.
Er zijn in Nederland de afgelopen dagen al heel wat demonstraties georganiseerd door verschillende groepen. Sommige met ronkende namen: Nederland in Opstand bijvoorbeeld. En: Dordrecht in
Verzet, Viruswaanzin, StopLockdownNu, Integer Nederland.
Nederlandse parlementsleden reageren verbijsterd op de hevige rellen
die maandagavond opnieuw uitbraken in verscheidene steden. De
rechts-populistische PVV-leider Geert Wilders roept premier Mark Rutte
op het leger in te zetten, ‘voordat dit geweld een halve burgeroorlog
wordt’. De PVV-leider werd eerder nog door onder andere
GroenLinks-voorman Jesse Klaver medeverantwoordelijk gehouden voor de
uit de hand gelopen protesten tegen de avondklok.
Het linkse
DENK-Kamerlid Tunahan Kuzu is eveneens tegen de avondklok, maar noemt
‘het geen vrijbrief om te rellen met agenten, andermans spullen te
vernielen en winkels te plunderen’.
Maar wie zijn
de mensen achter die groepen, waarom organiseren ze demonstraties en hoe
zijn ze georganiseerd?
He AD heeft enkele van die groepen onder de loep genomen.
Zij bekijkt en bespreekt Ab Gietelink, drijvende kracht achter StopLockdownNu, de broers Gietelink van het Comité Stop Afbraak Sociale Huisvesting en burgerjournalistiek platform, alsook Willem Engel een Rotterdamse dansschoolhouder, die vroeger biomedische wetenschap studeerde en nu hét gezichtis van het protest tegen het coronabeleid geworden.
Verder komt Martijn ‘Tinus’ Koops van Nederland in Verzet aan bod, die ook berichten van QAnon: een uit de VS overgewaaide complottheorie over de ‘Deep State’.
Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland een
avondklok ingevoerd, waartegen heel wat protest is gekomen. De omstreden maatregel werd vorige week nipt
goedgekeurd door het parlement, nadat gevreesd werd dat een uitbraak van de Britse variant
van het coronavirus de ziekenhuizen zou overrompelen. Het is een
preventieve maatregel nadat de meer besmettelijkere variant werd ontdekt
op verschillende plaatsen. Het aantal nieuwe besmettingen in het land
is al een maand traag maar gestaag aan het dalen.
In totaal waren er toen al 13 540 Nederlanders bezweken aan Covid-19, en werden er al in totaal
bijna een miljoen bevestigde gevallen gerapporteerd.
Ongelofelijk hoe Nederlandse jongeren de coronamaatregelen aanwenden om zogezegd daartegen te protesteren en eigenlijk anarchistisch geweld en plunderingen te verwezenlijken.
Het anders zo Christelijke Urk was er al enkele dagen geleden bij om de boel op stelten te zetten en te protesteren tegen "hun inperking van vrijheid", waarbij zij diegenen die al ernstig getroffen waren door de verplichte sluitingen nog eens op extra kosten joegen door heel wat schade aan te richten en gewoonweg die persoonlijke zaken te plunderen.
Terwijl in ziekenhuizen er zovele mensen bezig zijn mensenlevens te redden, werden zij nu nog eens van buitenaf belaagd en angst aangejaagd. Terwijl er op de verloskamers van het ziekenhuis van Enschede baby’s geboren werden, zijn mensen vanuit
de stad naar dat ziekenhuis getrokken om op de ramen te gaan bonken
en vernielingen aan te richten. Indien het die jongeren echt zou gaan om de coronamaatregelen die de regering heeft getroffen is het onbegrijpelijk dat zij juist die mensen aanvallen die er voor zorgen dat de op stervens na zieken geholpen worden en de getroffen horeca en winkels viseren.
De voorzitter van het ziekenhuis noemt de aanval op het ziekenhuis dan ook onbegrijpelijk.
"Je doet je stinkende best en op zo’n moment wordt dat gewoon niet
gerespecteerd. Het enige wat wij willen, is een veilige plek zijn voor
onze patiënten. Wij hebben hier heel veel covidpatiënten, maar we
proberen ook de reguliere zorg te laten doorgaan."
Ook in Amsterdam, Eindhoven, Den Haag, Breda, Oosterhout, Helmond,
Venlo, Stein, Roermond, Arnhem, Apeldoorn en Tilburg kwamen
geweldplegers op straat tegen de coronamaatregelen. Het geweld dat wij vanuit die steden te zien kregen op onze beeldbuis was verschrikkelijk en getuigd er van hoe een groot deel van de Nederlandse jongeren afgedwaald is van enige "decency".
Ook de Nederlandse minister-president Mark Rutte kon slechts dezelfde opmerking malen als wij en dit "crimineel
geweld" veroordelen. Hij noemt het "ontoelaatbaar" en zei:
"Elk normaal mens kan hier alleen
met afschuw kennis van nemen. Wat bezielt deze mensen?"
Ook gaan er oproepen in België rond om zogezegd te protesteren tegen de inperking van de vrijheid. Maar het geweld waartoe bepaalde mensen oproepen heeft niets te maken met strijden voor de vrijheid.
Het jaar 2020 werd ingezet met drie gereformeerde kerkgenoot-schappen in Amerika, Australië en Canada die de banden verbraken met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv), vooral vanwege de openstelling van de kerkelijke ambten voor vrou-wen in de GKv.
In de lente bracht een snelle verspreiding van het Coronavirus de regeringen in meerdere landen er toe om ernstige beperkende maatregelen te treffen. In Nederland en de Verenigde Staten van Amerika, waren er kerken die met die beperkingen niet akkoord gingen en de mensen opriepen om toch samen te komen in hun kerkgebouwen. Doorheen 2020 bleven bepaalde godsdienstige groeperingen oproepen om naar de openbare vergaderingen te blijven komen.
De Christadelphians of Broeders in Christus namen dadelijk grondige maatregelen om hun leden en andere gelovigen te beschermen. Sinds maart geven zij geen openbare diensten meer. Voor hun Bijbelstudies en erediensten hebben zij hun toevlucht gezocht tot virtuele diensten. Tezamen met de regering riepen zij hun gelovigen zo veel mogelijk thuis te blijven en zich niet te dicht bij andere mensen te begeven.
Voor een gelovige hoort het welzijn van de gemeenschap hoger aangeslagen te worden dan de rijkdom van het individu. Alsook is het de broederlijke taak om er voor te zorgen dat iedereen in een goede gezondheid kan verkeren. Onvoorwaardelijke liefde is essentieel en daarbij hoort ook het zorg dragen dat niemand besmet geraakt. de Broeders in Christus vinden dat zij mede verantwoordelijkheid dragen voor de samenleving en voor elkaar.
Ondanks de oproep van minister Grapperhaus aan Nederlandse kerken om enkel onlinediensten te houden, bleven in Nederland veel reformatorische kerken toch diensten met bezoekers houden. In 2019 verloren de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt 2014 leden en hielden er 112.593 over, het grootste verlies ooit. Misschien bracht hen dit ertoe om niet nog meer leden te verliezen door geen zondagsdiensten aan te bieden en de mensen er aan gewend te maken om lekker thuis te zitten. Hip-evangelischekerken mochten nu ook geen evenementen mere houden waar jongeren uit de bol konden gaan om zogezegd "De Heer' te loven.
In oktober ontstond er een breed maatschappelijk onbegrip voor het feit dat kerken in Nederland zich niet hoefden te houden aan de regel dat er maximaal dertig mensen in een binnenruimte aanwezig mogen zijn. Ook in België kwamen bepaalde Joodse en Islamitische organisaties daartegen in en eisten de mogelijkheid om samen te kunnen komen om erediensten en huwelijken te voltrekken.
Heel wat mensen zijn echt moe geworden van alle kerkgedoe (de mensen, de sfeer, oude taal, wetenschappelijk achterhaalde opvattingen), maar een groot deel die niet meer naar de kerk gaan zegt wel te geloven, of iets te geloven, of helemaal niets meer. Met de sociale afstandsregels en sluitingen van de gebedshuizen zullen wij nu moeten afwachten tot midden 2021 hoeveel mensen no terug zullen komen naar de kerken.
Het moet gezegd worden. De laatste maanden lijken heel wat mensen onder hoogspanning te staan. Opvallend daarbij is ook dat meerdere gelovigen heel wat moeilijkheden hebben met de uitsluiting om met velen samen te komen.
Vooral de Nederlandse maatschappij blijkt steeds meer last van religiestress te hebben.
Al bij de eerste lockdown bleken heel wat Nederlanders en Franse evangelisten zich niet aan die beperkingen te willen houden. Begin oktober woedde een felle discussie over de vrijstelling op de
30-personenregel voor kerken, gevoed door ‘massale kerkgang in
Staphorst’. Hierbij werd volgens sommigen niet gemeld dat alle geldende coronaregels in
acht werden genomen en dat de diensten keurig verliepen. Hierbij kan men dan wel de vraag stellen wat dat 'keurig verloop' wel mag betekenen. In ieder geval kan elk zinnig mens wel inzien dat zulke bijeenkomsten onverantwoord waren en nog steeds zijn in deze corona crisis.
ChristenUnie-leider
Gert-Jan Segers reageerde in eerste instantie afkeurend op Twitter.
Later kwam hij daarop terug: hij had genuanceerder willen zijn.
Anderhalve
maand later ontstond een nog fellere rel over vermeende
‘anti-homoverklaringen’ binnen het reformatorisch onderwijs. In een blog
op haar website nam de ChristenUnie afstand van zulke verklaringen.
Drie dagen later bleek dat de ophef op gebakken lucht gebouwd was: geen
enkele identiteitsverklaring binnen het reformatorisch onderwijs
vermeldt homoseksualiteit.
Door het ongebreideld willen samen komen geven bepaalde christelijke groepen hen die tegen het christelijk geloof zijn, koren op de molen om kritiek te uiten op allerlei zaken die zij maar her en der kunnen vinden. Alles wat maar aan de oppervlakte kan komen wordt nu dan gretig aangepakt om met luide stem openbaar te maken en te bekritiseren.
Met juist tegen de corona verplichtingen in te gaan maken vele christenen zichzelf het onderwerp van misnoegdheid en verwerping van zulk een geloof, dat precies geen rekening wil houden met de gezondheidsregels.
In 2016 kloeg predikant Kees van Ekris over de toestand van de 'zieletoestand' van de Nederlanders. Hij haalde in het Nederlands Dagblad aan:
"Het is mijn ervaring dat onder predikanten en toegewijde gemeenteleden
een diepe vermoeidheid de ziel belaagt. Jarenlang is innerlijke twijfel
bevochten, is steeds weer iets gezocht om de vermoeide ziel op te
peppen. Meer bidden, vuriger spreken, een extra portie discipline. Het
werkt even."
Met de corona pandemie konden velen niet naar hun parochie gaan en werden zij verzocht om virtueel kerkdienst te houden. In Nederland bleken heel wat mensen het daar zeer moeilijk mee te hebben. Ook wij ondervonden dat toen wij onze Nederlandse broeders en zusters uitnodigden om gezamenlijk via het internet het Brood met elkaar te breken.
Predikant Kees van Ekris dacht toen dat de druk te groot was, en zei:
"De druk op kerk-zijn om die sluwe
atmosfeer van verveling te doorbreken en te overwinnen. De druk op de
beleving, om een levende christen te zijn die bijna in z’n eentje deze
sferen moet kunnen weerstaan. De druk op de discipline, om zelf een
standvastig getuige te zijn in dode tijden. De druk op de preek en de
prediker om vrolijk en bevlogen, diepzinnig en praktisch de crisis tegen
te moeten spreken. We begrijpen de theologie die deze druk
intensiveert: meer discipline, meer beleving, meer kekke christenen."
De laatste weken hoorden wij heel wat mensen op de openbare oproep verkondigen dat zij zich verveelden en de corona maatregelen beu waren. Voor het gewone leven konden zij blijkbaar niet op hun eigen een aangename beleving verkrijgen. Waarschijnlijk ligt dat ook aan het feit dat zij (rot)verwend zijn en dat er in hun hart ook weinig plaats is voor de Schepper en ering van Hem. Sommigen gaven aan dat zij de gemeente nodig hadden en dat zij de grote kerkbijeenkomsten nodig hadden om hun geloofsleven te voeden. Vreemd dat zulk een geloofsleven niet in een eigen cocon kan beleefd en gevoed worden door het Woord van God, de bijbel, zelf!
Maar in 2016 viel het al op dat velen entertainment lievenden zijn:
De
wrange situatie doet zich voor dat alle pogingen om de verveling in de
kerk op een al te menselijke wijze het hoofd te bieden (meer
entertainment, sterker accent op keuzes, discipline, waarheid) het
probleem eerder vergroten dan verkleinen. Nog meer vermoeidheid en
verdoving zijn het gevolg. Het zijn de strategieën van ‘meer’ die de
vermoeide ziel niet helpen, maar pijnigen."
Het gros van gelovigen is de voeling met de Bijbel verloren. In heel wat protestantse kerken, vooral de Pinksterkerken, was men er toe gekomen om slechts enkele verzen regelmatig te herhalen en los als schreeuwende reclame teksten te gebruiken. Vele van die aanhalingen uit de evangelies waren slecht holle woorden geworden en uitroepen om te scanderen.
Met geswing en handengeklap gingen velen wel op in het amusante, maar intense verdieping viel meer en meer weg.
De laatste maanden is er aan de mens genoeg tijd gegeven om zich eens af te zonderen en te bezinnen over zijn leven en over wie er belangrijk voor en in is. Vandaag is het Thanksgiving Day en morgen klopt er al een ander pakjesdag aan. Want voor velen is Thanksgivingday slechts een gelegenheidsdag geworden om pakjes te krijgen. Het God danken is ver op de achtergrond geraakt. En op Black Friday draait het weer op consumeren en materiële goederen aanschaffen waarbij weinig plaats over blijft voor geestelijke verrijking. En het valt op dat velen nu ook al bezig zijn met Kerstmis en het hele licht en pakjesgebeuren er rond. Duidelijk is de huidige god goed zichtbaar en staat Mammon mooi recht in de branding.
Ofwel beseffen de Nederlandse kerkleiders de ernst van deze coronapandemie niet ofwel zijn ze 'oerdom' ofwel is hun winstbejag naar collectegeld hoger dan het willen behoeden van hun schapen voor het coronavirus.
De coronamaatregelen vragen van kerken creativiteit en een flexibele
inslag. Hier in België en Groot-Brittannië hebben de Christadelphians er wijselijk voor gekozen hun diensten via het internet voor hun gelovigen algemeen ter beschikking te stellen. Normaal wordt er al elke zondag een dienst doorgezonden via het net, maar nu zijn er meerdere diensten beschikbaar en kunnen uit meerdere plaatsen mensen connecteren.
Maar in Nederland wil men volstrekt blijven samen komen in vele gemeenten, waarbij de afstand en bescherming met monddoekje of mondkapje niet wordt gerespecteerd. Het houden van openluchtdiensten is volgens enkele dominees voor de (na)- zomerperiode
een prachtig alternatief voor het bijwonen van een zondagsdienst. Zij willen dat men de gemeente zo veel als mogelijk is
laat samenkomen.
Normaal brengen wij tijdens de zomerse dagen onze diensten ook in openlucht, maar nu met deze pandemie hebben wij verkozen zelfs geen mensen samen te brengen in openlucht wanneer dit effectief niet echt noodzakelijk is. Er kunnen andere voorzieningen getroffen worden om een dienst bij te wonen dan samen te komen in levende lijve.
Wij geven toe dat er dan een heerlijke zweem van ontspanning rond deze diensten mag hangen. Zowel
zonneschijn als regen brengen een eigen charme met zich mee.
Wij geven ook toe dat zulk een openlucht diensten mensen mogen aantrekken. Hun nieuwsgierigheid mag geprikkeld worden en zo doen wij dan ook aan openbare prediking. Ook gaat er rondom van alles gaande en zo kan het geheel ook wel eens een glimlach oproepen.
De voorstanders van een openluchtdienst nu zeggen:
De nood wordt een deugd, we blijken laagdrempeliger dan
ooit. Alle ruimte voor zoekers, toeristen, nieuwsgierige wandelaars.
Geen opgavesysteem, iedereen kan zo aanschuiven.
Michel van Heijningen, voorganger in de hervormde gemeenten van Dorkwerd en Wijnjewoude en
afgevaardigde naar de generale synode van de Protestantse kerk in
Nederland, schrijft in het Reformatorisch Dagblad een artikel op persoonlijke titel, waarbij hij stelt:
Begin juli was ik als campingpastor op camping Walsdorf in Luxemburg. We
hielden, uiteraard met de daar geldende afspraken, de diensten met
honderden mensen op een veld. Uit de reacties van veel campinggasten
bleek dit een unieke ervaring. „Waarom uniek?” vroeg ik me af. „Wat hier
kan, kan in Nederland toch ook?” Een van de kampeerders vertelde me dat
hij een brief naar ‘zijn’ kerkenraad had gestuurd met het verzoek om
openluchtdiensten. Maar bij de eerstvolgende vergadering werd deze brief
niet besproken omdat er al te veel op de agenda stond. Dan rijst
onwillekeurig de vraag: wat is er voor een kerkenraad belangrijker dan
de voortgang van de eredienst? Het lukt me niet op deze vraag een zinnig
antwoord te vinden.
Dick Slump en Pieter Pel zijn bekenden binnen vrijgemaakt-gereformeerd Nederland.
Dick Slump (links) en Pieter Pel: 'Laat de synode ophouden met dit ondoorzichtige gedoe.' (beeld Nanette de Jong Fotografie)
Pel, lid in Hattem-Centrum, schreef mee aan de kerkorde van 2014 en was
jarenlang bestuurslid aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij is nu
coördinator van acht kerken die samen optrekken in hun revisieverzoeken
aan de synode.
In synodes verwacht men dat er vrij zou mogen gepraat worden over verschillende gedachten en zelfs meningsverschillen rustig zouden kunnen besproken worden. Dit is echter zonder de conservatieve Nederlandse waard gerekend.
In een vorig artikel haalden wij al aan hoe men in Nederland ook met de handen in het haar zit omtrent geestelijke begeleiders of dominees, maar het moeilijk ligt om vrouwen in dat bastion toe te laten.
De synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gaat het inhoudelijke
gesprek over vrouwelijke ambtsdragers uit de weg en bespreekt te veel
achter gesloten deuren. De goede sfeer en eensgezindheid tijdens de
vergaderingen roept bovendien vervreemding op. Met die kritiek komen
Pieter Pel en Dick Slump.
Bij deze synode
zijn voor het eerst vrouwelijke afgevaardigden aanwezig, wat weer een
gevolg is van het besluit van nog maar drie jaar geleden om vrouwen toe
te laten op de kansel en in de kerkenraad.
Maar op de landelijke raad lijkt er niet echt zo veel eensgezindheid noch echte broederlijke liefde van verdaagzaamheid.
Ook al gaf de landelijke vergadering van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in 2017 groen licht aan de bevestiging van vrouwen in de ambten van
predikant, ouderling en diaken, ligt dat heden nog steeds niet zo makkelijk. Bijna vier op de tien vrijgemaakte
kerken hebben inmiddels aangegeven dat te doen. De lopende bezwaren met 24 verzoeken om het synodebesluit te herzien vormen toch een heikel punt.
„De vrouw in het ambt is een beladen onderwerp”,
zegt tweede voorzitter ds. D. W. L. Krol.
„Het besluit heeft veel losgemaakt.”
Om de bespreking wat te stroomlijnen, is een zogenoemd raamdocument
opgesteld. Daarin worden de verschillende bezwaren in hoofdlijnen
samengebracht.
„We beseffen heel goed dat dit een complexe materie is”,
zegt ouderling P. G. Bakker, voorzitter van de commissie
revisieverzoeken man/vrouw.
„Dit vraagt om zorgvuldigheid.”
Volgen Bakker heeft de
commissie nu vooral gekeken naar de inhoud bij meer onderzoek naar wat de Bijbel zegt over de verhouding tussen
man en vrouw, de scheppingsorde, heersen en dienen en het zwijgen van
vrouwen in de samenkomsten.
Ook zij blijken te beseffen dat de tijden en cultuur veranderen. Maar bij het kerkgebeuren moet men natuurlijk niet enkel met het tijdsgebeuren rekening houden. Nog meer van belang is de Schriftuurlijke regeling te volgen.
En welke rol speelt de cultuur in de
beoordeling daarvan?
Aan de onderbouwing van de besluiten van de
generale synode van Meppel in 2017
„schort het een en ander”,
concludeert Bakker. Zo zijn de zwijgteksten
„onvoldoende in rekening
gebracht.”
Dat betekent echter niet dat de synode moet terugkomen
op haar besluit om de ambten voor vrouwen open te stellen.
„De besluiten
laten we voorlopig even staan.”
Synode GKV 2020 - beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. P. Poortinga (Zeewolde)
verdiepte zich namens de commissie in de hermeneutiek, de manier waarop
de Bijbel wordt gelezen en toegepast.
„Hermeneutiek is in de discussie
over vrouw en ambt niet doorslaggevend”,
stelt hij.
„We geloven alles
wat de boeken van de Heilige Schrift bevatten. Het gaat vooral om de
Heilige Geest, Die in ons hart getuigt.”
Het besluit om vrouwen
tot de ambten toe te laten, is dan ook geen gevolg van „postmodern
emancipatiedenken”, zegt afgevaardigde ouderling A. van den Berg
(Westerbork) even later. De „beslissende norm” is de Schrift.
Ouderling
A. T. Kamsteeg (Dordrecht) heeft moeite met de term „nieuwe
hermeneutiek.” Die wekt volgens hem de suggestie dat
„alles fout gaat.
Maar dat is een karikatuur.”
Hij vindt het belangrijk om het
besluit uit 2017 goed te onderbouwen en te laten zien dat de Bijbel, na
een „integere uitleg”, ruimte biedt aan vrouwelijke ambtsdragers.
Ds.
R. J. Vreugdenhil (Capelle aan den IJssel) verwijst naar een
commissierapport van de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarin tegen
de „nieuwe hermeneutiek” van de GKV wordt gewaarschuwd. De GKV moeten
„kritische kerken” duidelijk maken hoe ze hermeneutisch te werk zijn
gegaan, vindt hij. De predikant benadrukt dat sommige teksten een
verschillende uitleg kunnen hebben.
„De kanttekenaren van de
Statenvertaling zagen dat ook.”
Het besluit om de ambten open te
stellen voor vrouwen betekent niet dat de GKV buigen voor de huidige
Westerse cultuur, vindt commissielid ds. R. P. Heij (Hardenberg).
„De
aanleiding om na te denken over vrouw in ambt ligt in de ontwikkelingen
van de huidige tijd en cultuur, maar de uitwerking is er een van de
hernieuwde doordenking van wat God in Zijn Woord van ons vraagt. Het
verwijt van buigen voor de cultuur is ongegrond.”
De generale
synode deed in 2017 geen bindende leeruitspraken, stelt de predikant.
„Ze bood plaatselijke ruimte voor de invulling van de ambten.”
De eenheid van het kerkverband is niet in het geding, aldus ds. Heij.
„Die rust in de eenheid van geloof en belijden.”
Ds.
L. E. Leeftink (Assen) vraagt aandacht voor de positie van gemeenten
die geen vrouwelijke ambtsdragers willen benoemen.
„Tegenover een
overweldigende meerderheid moeten zij heel sterk in hun schoenen staan.”
Afgevaardigde
E. Holwerda (Koog aan de Zaan) vindt dat de GKV ervoor moeten waken om
„verscheidenheid” niet te laten uitlopen op „verdeeldheid.”
Ds.
Vreugdenhil vindt dat christenen moeten erkennen dat de cultuur op
bepaalde punten vooroploopt en dat kerken pas later volgen. Bijvoorbeeld
op het punt van de positie van de vrouw. Tegelijk is het volgens hem zo
dat de kerk „anderhalf millennium” een „vrouwonvriendelijke cultuur”
heeft gevolgd.
„Dat mag best worden benadrukt.”
Hij hoopt dat de
„diversiteit” in visies op vrouw en ambt zal verdwijnen – net zoals er
in de GKV vroeger verschillende meningen bestonden over vrouwenstemrecht
en het dopen van adoptiekinderen.
Ds. A. Koster (Gouda) zegt dat
hij in 2017 in Meppel niet op alle onderdelen voor de vrouw in het ambt
heeft gestemd.
„Maar we hebben oprecht naar de Bijbel willen luisteren.
In het raamdocument mag naar voren komen dat er in Meppel geen wissel
is omgegaan.”
Synodepreses ds. M. H. Oosterhuis wil een misverstand voorkomen:
„De Schrift doet niet in alle details bindende uitspraken.”
De
GKV waren vroeger bang voor verandering en diversiteit, zegt
afgevaardigde H. J. Toebes (Harderwijk).
„We hadden overal een antwoord
op. Vanwege onze stelligheid hebben we zaken verdedigd die we nu niet
zouden verdedigen.”
Sommige kerkleden hebben moeite met de hoge
snelheid van de veranderingen, constateert hij.
„De ruimte voor
verscheidenheid kan leiden tot een cultuurverandering. Het uitgangspunt
”ruimte voor regels” verandert in ”regels voor ruimte”.”
Wat meer op valt bij bijeenkomsten van verantwoordelijken van geloofsgroepen is dat veel besprekingen gaan over het verdelen van posities en aldus draaien om "macht". Opvallend is dat het wel meer wordt over het hoofd gezien dat het in de Bijbel gaat over
„niet heersen maar dienen.”
Commissielid ds. M. O. ten Brink (’t
Harde) vindt daarom dat het gebruik van gaven binnen de gemeente dan ook belangrijker is dan de verschillen
tussen mannen en vrouwen.
Ds. Koster wijst erop dat als een vrouw dezelfde gave als
een man heeft gekregen, dat nog niet per se betekent dat ze die ook in
een ambt moet gebruiken.
Ds.
S. de Bruine (Balkbrug) maakt zich zorgen om de kerk:
„Maar niet zoals degenen die tegen
de vrouw in het ambt zijn. Alsof dat de lakmoesproef is voor
gereformeerd zijn. Terugdraaien van het besluit lijkt me geen optie
meer. Maar laten we, ook voor de gemeenten die bezwaar hebben
aangetekend, wel een goede onderbouwing geven. Laten we één zijn,
ondanks de verschillen.”
Een afgevaardigde meldt dan ook:
„Het zou mooi zijn als we een rapport op tafel weten te leggen waardoor kerken in het buitenland over tien jaar tot andere inzichten komen.”
Het
moderamen (bestuur) van de synode maakte donderdag bekend dat de
Indonesische zusterkerk Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia (GGRI-NTT)
op het eiland Soemba de band met de GKV heeft verbroken vanwege het
besluit om vrouwen tot de ambten toe te laten.
Binnen een maand tijd openden twee Messiaanse kerken in Zeeland hun deuren: in 's Heer-Arendskerke en Sint Laurens.
Het is niet duidelijk wat hun geloofspunten zijn, maar ik vrees er voor dat zij als komende uit de reformatorische hoek, misschien wel hebben mogen inzien dat veel
van wat ze deden niet echt Bijbels was, maar daarmee nog niet hun geloof in de Drie-eenheid hebben afgelegd.
Zij geven wel toe dat
"Ooit hielden de eerste
christenen op zaterdag hun dienst. Maar door keizer Constantijn is dat
veranderd. Hij wilde een duidelijkere scheiding tussen joden en
christenen en besloot de zondag als rustdag in te stellen."
Maar het is niet door de zondagdienst te verwisselen met een sabbat dienst daarmee het Bijbelse geloof terugkomt.
Volgens Willem Dane van de Messiaanse gemeente in Sint Laurens zijn ze
christelijk. Hij zegt
"We geloven in Jezus als zoon van God. Een groot verschil
met de joden. Wij willen echter terug naar wat er echt in de Bijbel
staat en hoe de eerste christenen leefden en daarom vieren we
bijvoorbeeld de sabbat."
Hij gaat echter niet dieper in op dat zoonschap, door duidelijker te maken dat Jezus niet een "god de zoon" is.
André Duijzer ziet wel dat er in de loop der eeuwen allerlei heidense
gebruiken de kerk zijn ingeslopen. Hij zegt daarom
"Wij vieren geen kerst. We kunnen
nergens in de Bijbel vinden dat dit moet, terwijl er een heleboel
feesten wél genoemd worden die niet gevierd worden! Wij vieren rond
kerst Chanoeka."
Voor België is de terugloop van het aantal kerkbezoekers geen onbekend fenomeen.
In Nederland gingen kerkgangers meestal gewoon naar een andere kerkgemeente. Zo gingen de meeste leden die voor een ander kerkverband kozen naar de
Gereformeerde Gemeenten (96 leden en 183 doopleden), de Oud
Gereformeerde Gemeenten in Nederland (45 leden en 51 doopleden) en de
Hersteld Hervormde Kerk (43 leden en 72 doopleden). Het kerkverband
wordt gediend door acht predikanten (twee meer dan een jaar eerder). Het
aantal gemeenten bleef gelijk, 49.
Het totaal aantal leden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland
(GGiN) bedraagt 24.211, tegen 24.339 een jaar eerder. Dat blijkt uit het
Kerkelijk jaarboek 2019 van de GGiN, dat vrijdag verscheen, laat het Reformatorisch Dagblad weten. Dit is voornamelijk veroorzaakt door een terugloop van het aantal doopleden, met 143.
Het is mogelijk dat er door beleidsmakers wordt gebeden.
Bijna alle ministeries in Den Haag hebben een gebedsgroep. Samen vormen
die groepen het ”Rijksgebed”. De eerste bidders kwamen zo’n vijftien
jaar geleden samen. Op dit moment wordt –als laatste– een gebedsgroep
voor het ministerie van Algemene Zaken gevormd.
"Er is één wet waar we het nooit over mogen hebben want – ja
want wat eigenlijk? Godsdienstvrijheid is een recht. Dat dat recht de
Nederlandse samenleving de das omdoet omdat de islam nog erger dan
onkruid woekert, daar zijn politici blind voor. En wij argeloze burgers
die anders willen en dús anders stemmen, staan de blinden niet eens in
de weg. Wij hebben het fatsoen om opzij te gaan. Wij wél. En dus zullen
er met de dag meer moskeeën bijkomen."
Volgens haar zijn wetten niet in beton gegoten maar simpelweg gemaakt door politici en krijgen de mensen uiteindelijk op hun bord wat zij populistische politici hebben laten voorschotelen.
Wetten worden rücksichtslos aan de kant gezet, als het de
boven-ons-gestelden goed uitkomt. Er is één wet waar we het nooit over mogen hebben want – ja want wat eigenlijk? Godsdienstvrijheid is een recht.
Maar dan vraag ik mij wel af hoe dat zij dat recht op godsdienst bekijkt en hoe vele Nederlanders en Belgen dat wel bekijken. Want hun 'Christelijk geloof' willen en moeten zij wel kunnen uitoefenen, maar anderen horen hier precies niet hun geloof in het openbaar te kunnen vertolken. In welke mate is er echt geloofsvrijheid als Hindus hun tempels niet moge bouwen of moslims geen openbare moskeeën in het land mogen hebben?
Als men vrijheid van mening wil en vrijheid van godsdienst wil, moet men eenieder zelf vrij laten kiezen welke mening hij of zij er op na wil houden alsook welke godsdienst zij al of niet wil beleven. Ook houdt dat in dat een mens zich vrij naar de godsdienstvoorschriften moet kunnen kleden en gedragen.
Vrijheid houdt tolerantie in. Zonder verdraagzaamheid voor andere meningen of overtuigingen kan er geen goede samenleving zijn.
Op de vraag wat er dan zou moeten gebeuren met gebouwen van
Syrisch-, Grieks- en Russisch-orthodoxe kerken en hindoe-, sikh- en
boeddhistische tempels, antwoordt Umar via Twitter:
"Mag allemaal dicht, inclusief de kerken. Gelovig zijn doe je maar thuis."
"dat het radicale secularisme waar zij achter
staat niet minder een religie is dan het christendom, het jodendom en,
jawel, dan de islam... en dat deze seculiere religie kan wedijveren met
de meest intolerante stromingen binnen die grote theïstische religies."
Michael citeert pastoor Jan-Jaap van Peperstraten:
'Ik hoor
regelmatig dat ik eigenlijk geen burgerrechten zou mogen hebben.
Gelovige moslims hebben dit echter nog nooit tegen mij gezegd. U weet
wel, die mensen waar ik steeds tegen gewaarschuwd word door Ebru cs.'
Kerk in
Actie presenteert een diaconale stemwijzer: het Kerk in Actie KiesAdvies. Deze
bestaat uit twee delen: een vergelijking van verkiezingsprogramma’s en
een handig testje. De uitslag van de test laat zien wie in het algemeen
profiteert én wie de dupe wordt van de gemaakte politieke keuzes.
Polarisatie
Wat volgens Kerk in Actie in de verkiezingsprogramma’s opvalt, is dat
‘algemeen belang’ steeds minder een rol speelt en ‘eigen belang’ steeds
meer leidend motief wordt, stelt Carla van der Vlist, teamleider
Binnenlands Diaconaat.
“Sommige partijen komen bijvoorbeeld met maatregelen om vluchtelingen
niet ons Nederlandse of Europese probleem te maken, maar willen niets
weten van een structurele oplossing. Zolang het niet op ons erf gebeurt,
is het ook niet ons probleem. Kerk in Actie pleit voor een ruimhartige
inzet voor de meest kwetsbaren in de samenleving.”
Test
Het
Kerk in Actie KiesAdvies bestaat uit twee delen: een analyse van
verkiezingsprogramma’s en een digitale kieswijzer. Het Kerk in Actie
KiesAdvies is te maken via www.kerkinactie.nl/kiesadvies.
In het Kerk in Actie KiesAdvies komen vragen en stellingen aan bod over
onderwerpen die Kerk in Actie belangrijk vindt én waarover partijen van
standpunt verschillen.
Analyse
De analyse van
verkiezingsprogramma’s, uitgevoerd door stichting Oikos en Kerk in
Actie, beperkt zich tot de partijen die tijdens de verkiezingen in 2012
in de Tweede Kamer verkozen zijn. De 11 verkiezingsprogramma’s zijn
gescreend op de gekozen thematische prioriteiten: internationale
samenwerking, duurzaamheid, vluchtelingen, mensenrechten en zorg en
armoede in Nederland. Daarbij is aangegeven wat de politieke partijen
rond deze prioriteiten al dan niet hebben opgenomen in hun programma’s.
Het
is verkiezingstijd! Weet u wie er profiteert en wie er dupe wordt van
uw stem op 15 maart?Het Kerk in Actie KiesAdvies helpt u in 21 vragen op
weg bij het bepalen van uw keuze.
Hoe de politici handig gebruik willen maken van bepaalde gelovigen kan men duidelijk zien nu voor Nederland de verkiezingen nabij komen.
Als belijdend rooms-katholiek en academisch theoloog kan Frank Bosman niets anders
concluderen dat de Westerse beschaving is gestoeld op twee millennia
christelijke cultuur. Maar dezer dagen kijkt hij op hoe politici hem willen strikken om hun agenda van anti moslim gevoelen of zelfs moslimhaat door te voeren
In de jongste aflevering van De Tafel van Tijs (EO, 14-02-17
) was Thierry Baudet (Forum voor Democratie) uitgenodigd te komen
vertellen over zijn liefde voor de christelijke traditie. Nederland
moest zijn christelijke wortels weer omarmen.
Voor Thierry Baudet staat het vast dat het christendom de
hoeksteen van onze beschaving is. En meer van dat soort fraaie
verkiezingsretoriek.
Op zich niets op tegen. Als belijdend
rooms-katholiek en academisch theoloog kan ik niets anders concluderen
dat de Westerse beschaving is gestoeld op twee millennia christelijke
cultuur. En ja, ik zou graag willen dat meer Nederlanders het
christendom zouden omarmen, liefst nog – om met Angela Merkel te spreken – om geregeld naar de kerkdiensten te komen in plaats van te mopperen over de teloorgang van diezelfde traditie.
repliceert Bosman die zo wantrouwig wordt als politici – meestal vlak voor verkiezingstijd –
opzichtig gaan flirten met de christenen in dit land.
Hij schrijft
Het
politiek-electorale motief ligt er duimendik bovenop: hiér met die
christelijke stemmen! Nee, dank u beleefd. Ik ben geen stemvee, dat één
keer in de vier jaar een aai over de bol kan krijgen om vervolgens
achtergelaten te worden als de eerste de beste straatschooier. Maar ik
vind het nog veel erger dat ‘mijn’ christendom (als ik even zo
onbescheiden mag zijn) wordt ‘geroofd’ om te fungeren als hefboom tegen
mijn Islamitische zusters en broeders in dit land.
עברית: טקס של משלחת צה"ל "עדים במדים" באושוויץ (Photo credit: Wikipedia)
Tussen 2013 en 2016 interviewde Ronit Palache, die opgroeide in een traditioneel-joods gezin, vele joodse Nederlanders,
die vervolgens in het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) werden
geportretteerd. Deze verhalen zijn nu gebundeld in het boek Ontroerende onzin. De joodse identiteit in het Nederland van nu.
Palacha schrijft onder meer over de taboes in de gesloten joodse
geloofsgemeenschap, zoals het buitensluiten van ‘vaderjoden’ en homo’s. Haar voorvader is Samuel Palache de zeventiende eeuwse geboren Marokkaan ambassadeur in Nederland voor sultan Muley Zaydan die met joden, christenen en moslims goed overweg kon.
Haar overgrootvader Juda Lion Palache was hoogleraar semitische talen
aan de UvA. Na zijn ontslag, in 1941, werd hij lid van de Joodse Raad.
Drie jaar later volgde deportatie naar Theresienstadt – en van daaruit
Auschwitz. Juda Palache werd vermoord, maar zijn naam leeft voort in een
bibliotheek voor Hebreeuwse studieboeken: het Juda Palache instituut.
Alle voorvaderen van Palache (haar vader Bram incluis) zaten in het
bestuur van de Portugees-Israëlitische gemeente in Amsterdam. Zij
leidden de diensten in het zeventiende-eeuwserijksmonument orthodoxe synagoge aan het Mr. Visserplein.
Een gebouw dat volgens Palache symbool staat voor eeuwenoude tradities,
melodieën en overlevering.
In de jaren 70 van vorige eeuw ging ik regelmatig op bezoek in een kerk waar ik op dat ogenblik op tournee was. Daarbij viel op dat ik niet overal even welkom was en ben zelfs een keer letterlijk uit de kerk gezet toen men hoorde dat ik een niet trinitarisch baptist was.
Ook in Nederland laten gereformeerden bezoekers wel eens aanvoelen dat zij een vreemde eend in de bijt zijn. Om dit te verhelpen willen zij bezoekers en vluchtelingen die in de kerk komen verwittigen dat het niet persoonlijk bedoeld als niemand hen aanspreekt als zij de
kerk binnenkomen.
Het is niet onze gewoonte
om open te staan voor gasten. We hebben genoeg aan onszelf."
laten zij weten.
Het Reformatorisch Dagblad publiceerde op 19 september een 'handleiding' voor vreemdelingen in refoland. Met een knipoog, uiteraard.
Voor de vluchtelingen mag het een weet zijn om te beseffen:
Reken er niet op dat iemand contact met u zoekt na de dienst. Iedereen
wil snel naar de koffie om de preek weg te spoelen. Hopelijk hebt u daar
begrip voor. En gaat u zelf ook meteen terug naar de gezelligheid van
het asielzoekerscentrum. Daar zijn tenslotte mensen genoeg om een
praatje mee te maken.
Iedereen mag wel gaan zitten waar ze willen vermeldt de
handleiding, maar men weet best dat iedereen wel erg gehecht is aan zijn vertrouwde plek.
"Als u
merkt dat er wat vervelend naar u gekeken wordt, zit u waarschijnlijk
verkeerd. U zou aan de koster kunnen vragen of hij toevallig weet of er
gemeenteleden ziek zijn. En anders de volgende keer toch maar iets later
komen."
Met een kwinkslag wordt er ook een berisping gegeven voor de autochtonen die toch niet altijd het nodige enthousiasme vertonen:
"Misschien vraagt u zich af waarom de
mensen zo weinig emoties tonen bij de verkondiging van de blijde
Boodschap. Dat is nou eenmaal onze cultuur. We denken er heus wel over
na als er gezegd wordt dat we ons tot God moeten bekeren en we vinden
ook werkelijk dat het een keer serieus moet gebeuren. Maar tegelijk
geldt: dat gaat zomaar niet. En: het leven moet nou eenmaal doorgaan."
Op de dag van de Nationale Feestdag voor België werd in in Harrisburg, Pennsylvania, het zesjaarlijkse Wereldcongres van de
Mennonite World Conference (MWC) geopend.
In 1925 begonnen de congressen voor de internationale doopsgezindegemeenschap der Mennonieten. De MWC heeft zich ontwikkeld tot een internationale gemeenschap die 102
nationale kerken omvat met 1,4 miljoen leden, dat is twee derde van het
geheel van de wereldwijde doopsgezinde familie.
Ook in Nederland is deze gemeenschap nog actief en weet er zich ruim
120 leden zich naar de Nieuwe Wereld begeven, onder wie veertig jongeren. Wij moeten niet denken dat alle Mennonieten tot de Oude Orde behoren die bekend staat om haar strenge geloofs- en
kledingregels en waar vervoer nog steeds per paard en koets gaat.
Thuishaven van de Stauffer Mennonieten, welke een zeer conservatieve groep van de Old Order Mennonieten zijn, mag Pennsylvania nu meerdere gelovigen van de drie kwart van de leden die vallen onder de Mennonite World Conference ontvangen. Het verwachte aantal deelnemers is niet te onderschatten. Rond de zesduizend mensen zullen bij de ontmoeting in Harrisburg in de
Verenigde Staten aanwezig zijn. Het is een ideale gelegenheid voor mennonieten, Brethren in Christ en Mennonite Brethren verenigd te voelen. Oorspronkelijk volgelingen van de prediker en theoloog Menno Simons
(ongeveer 1496-1561), later algemene benaming voor Doopsgezinden kunnen deze Mennonieten of Mennisten als oudste nog bestaande doperse kerk kijken op de hedendaagse wereld waar mensen meer en meer afglijden op het pad weg van God.
Wij moeten beseffen dat het steeds belangrijker wordt voor Christenen om zich één te voelen en met elkaar verbindingen te leggen. Hiertoe hoopt dit congres een bijdrage te leveren voor contacten te leggen tussen zoveel mogelijk mennonitische
geloofsgemeenschappen in de wereld en aanverwante kerken, en dat zijn er
meer dan honderd.
"Door elkaar te ontmoeten en samen te vieren willen we
onze geloofsidentiteit verdiepen. Dat is nodig. Aanvankelijk waren we
vooral op de Noord-Amerika en Europa gericht, maar nu bevindt de
grootste gemeenschap mennonieten zich in Afrika, terwijl we ook hard
groeien in Zuid-Amerika, India en Indonesië. Dat heeft geleid tot een
veel grotere diversiteit aan kleuren, smaken en vormen in de wereldwijde
doopsgezinde gemeenschappen dan vroeger.”
verteld Henk Stenvers, algemeen secretaris van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit in Nederland.
In de gemeenschap waar de bijbel wordt beschouwd als de enige macht en er geen zogenaamd hoger geplaatste geestelijken zijn wordt er geweigerd om een eed te
ondergaan om tot een land te behoren of voor iets anders. Wij behoren tot Gods natie waar wij respect horen te getuigen voor Zijn schepping en aldus hier ook zorg voor moeten dragen. Daarbij voeren zij zeer consequent door dat natuurlijke producten voorop moeten liggen in het gebruik.
Zoals de Belgische Broeders in Christus staan de Nederlandse doopsgezinden open voor een liberaal geloof met
als kernwaarden een gelovige (volwassen)doop, geen dogmatiek,
en verwachten zij van hun leden de leer van Christus Jezus te volgen en aldus een vredestichter te willen zijn en een geloofspraxis uit te voeren volgens de leer van Christus. Veel doopsgezinden doen
vrijwilligerswerk. Verder kennen ze geen voorgeschreven belijdenis, maar
een zelfgeschreven, persoonlijke belijdenis, want individualiteit
vinden zij belangrijk.
Evenals de kleine gemeenschap in België valt het op dat in Nederland men dezelfde reden kan vinden waarom die gemeenschap daar ook zo klein is. De Broeders in Christus en de Mennonieten zijn gemeenschappen van daden waarbij de leden zelf elk eigen persoonlijke keuzes moeten maken. In Nederland zijn de Mennonieten ook niet zozeer missionair en moet men zich vrijwillig tot de gemeenschap willen aansluiten.
De Nederlandse bezoekers aan het congres kunnen de Amerikanen een idee geven hoe het hier aan toe gaat en vertellen waarom er hier geen missionering en verdere uitbreiding van de geloofsgemeenschap lijkt waar te maken.
"In een tijd van globalisering en mobilisering is dat steeds minder
mogelijk. Daarom zijn zij geïnteresseerd in de manier waarop wij als
doopsgezinden ons in de Nederlandse maatschappij weten te assimileren,
terwijl ze ons vroeger juist te liberaal vonden. Kijk om je heen, maar
blijf wel op elkaar betrokken, is wat wij hen meegeven.”
Als uitdaging voor het Wereldcongres is er die globalisering en hoe mensen minder interesse in god lijken te hebben maar waar de geloofsverbinding toch zeer belangrijk is. Op het congres wil mij zo bekijken wat de Mennonieten zo blijft verbinden. alsook wil men natuurlijk ideeën uitwisselen om te zien hoe men te werk kan gaan om de kinderen tot het geloof te houden en hoe er kan gedeeld worden van gaven van zowel de oude gemeenschappen in het Westen als
de nieuwe daarbuiten die een steeds grotere rol gaan spelen.
"Het is een
uitdaging om daar goed mee om te gaan.”
De meeste Nederlanders zijn tevreden met hun leven. Ruim
85 procent is blij met zijn of haar partner. Dat blijkt uit een
onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) uit 2013. Ook
over de woning en de woonomgeving zijn veel mensen te spreken.
Alleen
de financiële situatie geeft reden tot zorg. Zes op de tien mensen
maken zich zorgen over de financiële toekomst. De helft hiervan maakt
zich veel zorgen. De mate van zorg hangt wel af van de feitelijke
financiële situatie. Van degenen uit de groepen met de hogere inkomens
is 86 procent tevreden. Dit aandeel daalt met het inkomen, tot 46
procent van degenen met de laagste inkomens. Bezorgdheid over de
toekomst komt ook voor bij de hogere inkomens. Bijna een kwart van de
mensen maakt zich hier druk om.
English: Illustration about a lesbian girl, traditionally dressed, asking if one can be gay and Muslim Nederlands: Illustration over een meisje, moslima, die zich afvraagt of je tegelijk Moslim en Lesbisch kan zijn. (Photo credit: Wikipedia)
De 16de april is er in Nederland een positief initiatiefvoorstel 'Zicht op moslimdiscriminatie' ingediend bij het parlement. Volgens de
partijen hebben twee op de vijf moskeeën in Nederland in de afgelopen
tien jaar te maken gehad met gewelddadige incidenten. Dat ging dan om
dreigmails of bekladding en zelfs in één geval een varkenskop voor de
deur.
Zoals in België wordt daar in Nederland niet echt een registratie van moslim discriminatie gemaakt, terwijl wij toch in een vrije democratische samenleving zouden moeten wonen waarbij iedereen het recht moet hebben dat geloof te belijden welk zij persoonlijk willen belijden.
Met financiële bijdragen van de Open Society Foundations en stichting het PALET en met steun van het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam heeft Ineke van der Valk een document opgesteld met de resultaten van haar studie over de Islamofobie die in de hand wordt gewerkt door de enkele gevallen die een hele gemeenschap in een slecht daglicht stellen.
Het onderwerp discriminatoire agressie en geweld tegen moslims bevond zich in de winter van 2014/ 2015 in het middelpunt van de actualiteit. De behoefte aan concrete gegevens,achtergrondinformatie en duiding is groot. Vandaar dat Ineke van der Valk zulk een Monitor Moslim Discriminatie studie heeft voorgesteld.
Monitorstudies
tonen elke keer weer aan dat discriminatie op belangrijke terreinen, zoals op de arbeidsmarkt,
nog steeds voorkomt en dat verschillende maatschappelijke groepen, zoals etnische
minderheden, homo’s en mensen met beperkingen, hierdoor sociaal worden achtergesteld. Dat
moslims meer en meer doelwit zijn geworden van discriminatoir handelen en deze vorm van
discriminatie zich niet zelden verschuilt achter religiekritiek, bleef vaak onderbelicht. Dit heeft
mede geleid tot het besluit een meerjarig Monitor project te starten.
Er is nog zeer veel werk aan de winkel. Alsook valt het op dat door dat er zoveel negatiefs over moslimterroristen op televisie komt dat mensen erg bang zijn geworden voor een groeiend aantal islamieten. die angst bij veel mensen brengt teweeg dat er een versterking van discriminatie optreed, maar dat politie eenheden geen slechte beurt willen halen bij de plaatselijke oorspronkelijke christelijke bevolking. dit maakt dat als er vandalenstreken worden uitgevoerd tegen moslims deze vaak ongestraft gaan en deze niet altijd correct worden geregistreerd. Uit onderzoek
van de Universiteit van Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat wanneer er
een raam wordt ingegooid bij een moskee, de politie zoiets vaak onder
andersoortige incidenten zoals vernieling schaart. Dat maakt het lastig
om de omvang van de incidenten te meten.
D66-fractievoorzitter
Jan Paternotte:
'Het is al erg genoeg dat deze geweldincidenten er zijn,
maar breng het in kaart zodat er wat aan gedaan kan worden. Betere en
aparte registratie is nodig. Geen Amsterdammer zou moeten vrezen om zijn
of haar geloof te belijden'.
English: Restored Reformed Church in Houten, the Netherlands Nederlands: Hersteld Hervormde Kerk te Houten in Nederland (Photo credit: Wikipedia)
Het is nu meer dan 10 jaar geleden dat het in Nederland donderde.
Als een afgehouwen tronk bleef de hervormde kerk achter. Nog steeds denkt ds. L. W. Ch. Ruijgrok met pijn en verdriet terug aan
de landelijke kerkscheuring waaruit ruim 10 jaar geleden de Protestantse
Kerk in Nederland (PKN) en de Hersteld Hervormde Kerk (HHK)
voortkwamen. Maar de tijd van vooruitkijken lijkt definitief
aangebroken.
Als wij echter rondkijken zien wij toch niet zo veel verschil met voorheen. Op vele plaatsen lijkt alles bij het oude gebleven.
"In de ene gemeente had de kerkscheuring diepere gevolgen dan de
andere,"
antwoordt de synodepreses.
"Hier in Poortvliet is bijvoorbeeld
alles bij het oude gebleven. Andere gemeenten kwamen behoorlijk in de
knel: geen kerkruimten, geen pastorieën, geen verenigingsruimten meer
enzovoort. Met nul euro is men verdergegaan."
Ruijgrok
vertelt dankbaar dat zendings- en evangelisatiewerk, een
predikantenopleiding aan de VU, landelijk jeugdwerk en diaconaat tot
stand zijn gekomen.
"Maar we blijven ‘kerk in gebrokenheid’. Nog niet
alles is op orde. Een aantal gemeenten zit nog steeds in de knel.
Sommigen gemeenten zitten financieel erg zwaar. Anderen zijn in wel heel
beperkte omvang achtergebleven zodat het niet eenvoudig valt om het
kerkelijke leven voort te zetten."