Vervolg van: Wateroverlast in het midden van de zomer
Vanuit het Zuiden bleven de regenwolken hangen boven het Zuid-Oosten van België en wisten zo de rivieren verder te doen aanzwellen.
Pepinster liep helemaal onder en daar kon men op meerdere daken voor het water gevluchte mensen zien. Zoals Verviers ziet het eruit als een oorlogszone en in Theux is een stroompje een kolkende rivier geworden dat alles in haar greep tracht te krijgen om er mee te spelen. Het wassende water laat een spoor van vernieling na.
Bij de oevers van de Lesse waren gisteren al minstens 70 jeugdkampen geëvacueerd.
De infrastructuur van het circuit van Spa-Francorchamps kreeg dit maal niet denderende koersauto's over zich heen, maar kreeg vernietigende waterstromen te verwerken.
Buiten de Provincie Luik kregen de Provincies Namen en Luxemburg ook hun deel van de klappen van het noodweer.
In West-Limburg, Oost-Antwerpen en Vlaams-Brabant bereikten vele beken en rivieren alarmhoogtes of gingen gewoon hun buitengrenzen ontdekken. De Dijle trad zo uit zijn oevers en de Demer sliet van zich horen. Er zijn meldingen van ondergelopen straten. Sint-Truiden, Glabbeek, Geetbets en Halen mochten zo ook in de klappen delen van regenen slootwater.
In Lanaken werd het hoogste punt van de Maas bereikt terwijl het Maaswater niveau in Maaseik verder steeg om vermoedelijk deze namiddag haar hoogste punt te bereiken. Maar dan is het nog af te wachten wat er over twee dagen zal afkomen van het zuiden, als de Maas al dat water van de zijriviertjes zal opgevangen hebben.
Zowel in België en Nederland werd er met bezorgdheid naar de stuwdam in Monsin gekeken. Deze hield het de afgelopen dagen wel uit.
Verzengende hitte aan de ene kant van de oceaan, de zondvloed aan de andere kant. Twee uitersten, maar wel twee fenomenen van eenzelfde probleem. Lange tijd waren meteorologen terughoudend om een hittegolf, hevige regenval of zware hagelbui te koppelen aan de klimaatverandering, omdat extreem weer altijd al is voorgekomen. Denk maar aan de watersnoodramp van 1953 in Nederland of de grote overstroming van Ruisbroek in 1976.
Maar die schroom is weggevallen. Het valt niet meer te ontkennen dat er een verband is tussen de klimaatverandering en extreme weersomstandigheden.
We kunnen niet zeggen dat we niet gewaarschuwd waren. Het klimaatpanel van de Verenigde Naties heeft al vele jaren geleden aangegeven dat extreme weerfenomenen steeds meer zullen voorkomen. Dat leek zich altijd elders, ver van ons bed, af te spelen. Bossen die wekenlang in brand staan, temperaturen van 50 graden, grote modderstromen, mensen die verdrinken in het kolkende water, het gebeurde niet hier bij ons. De extreme droogte van de afgelopen zomers was vervelend – vooral de boeren zagen af – maar nog draaglijk. Wat we de afgelopen twee dagen meemaakten, is dat niet meer. De materiële schade, maar vooral het menselijk leed, is groot.