Dinsdag 26 januari mag aanschouwd worden als een dag dat de stichters van de Europese Unie rood zouden kleuren van schaamte en als een dag dat extreem rechts in Europa weer opmerkelijk mocht opduiken in de geschiedenis van West Europa.
Denemarken heeft een van de zwaarste dossiers betreft Syrische vluchtelingen van elk land van de Europese Unie, en deze week werd het nog erger. De in december door de centrum-rechtse Deense regering voorgestelde wetgeving die immigratie-autoriteiten in staat zou stellen om sieraden en andere persoonlijke waardevolle spullen in beslag te nemen van vluchtelingen werd op dinsdag 26 januari goedgekeurd door het Deense parlement met steun van de sociaal-democraten, de grootste linkse oppositiepartij. Men zou die maatregel die uiteindelijk toch genomen is nooit voor mogelijk geacht houden. Echter kon Denemarken aantonen hoe zij tegenover andere volkeren staat en hoe onverdraagzaam het is.
Onder de wet, wordt gesteld dat de vluchtelingen welke meer dan 10.000 kronen waard bezitten al de rest welk niet van emotionele waarde is afgenomen zal worden. Hierbij kreëert men een willekeur waarbij het ook mogelijk gesteld wordt voor politiemensen om te stelen van die vluchtelingen.
Wie en hoe zal de algemene vrijstellingsprijs voor items van sentimentele waarde, zoals trouwringen, fotos enz. bepalen?
Deze maatregel discrimineert ook de vluchtelingen tegenover andere burgers die het land willen binnen komen.