Zolang wij enkel planten neerhalen of dieren doden die wij echt nodig hebben om te eten om te overleven is er niets verkeerd. Zodra wij meer wegsnijden of doden dan nodig is, is het verkeerd.
In Gods Woord kunnen wij vinden dat dieren als schepsels van de Heer ook vriendelijke overwegingen werden gegeven. Indien een man een huisdier in leed zag werd vereist dat hij het hielp, zelfs wanneer het van een vijand van hem was. (Exodus 23:4, 5; Deuteronomium 22:4) er werd opdracht gegeven lastdieren niet te laten overwerken of te mishandelen. (Deuteronomium 22:10; Spreuken12:10)
De stier mocht niet gemuilkorfd worden zodat hij van de vruchten van zijn arbeid kon genieten wanneer de graankorrels werden gedorst. (Deuteronomium 25:4)
Vriendelijkheid naar wilde dieren werd ook gevoed. Een man mocht zowel de moedervogel als haar eieren niet verwijderen, waardoor hij anders de familie kon elimineren. (Deuteronomium 22:6, 7)
Een individu mocht onder huisdieren geen stier of een schaap en zijn jong op dezelfde dag slachten. Dit alles was een afschrikmiddel voor een geest van wreedheid. —Leviticus 22:28; vergelijk de overweging van God voor dieren zoals deze wordt uitgedrukt in Jonah 4:11 en Leviticus 25:4 5 7.
Engelse tekst / Read also a previous note: Kindness to animals
As long as we only cut down plants or kill animals for what we need to eat to survive nothing is wrong. As soon as we cut more or kill more then it is wrong.