In een interview met de krant De Zondag waarschuwt aartsbisschop Jozef De Kesel, de kerkelijke leider van België, voor religieuze intolerantie. Een verbod op religieuze symbolen zoals de hoofddoek wijst hij af.
In een gesprek met de krant De Zondag zegt aartsbisschop Jozef De Kesel:
'Ik ben tegen extremen',
'Een vrouw die zich in een boerka hult, vind ik extreem. (...) Maar een verbod op religieuze symbolen vind ik ook extreem. Waarom zou het mij storen als een gelovige een keppeltje wil dragen, zelfs op een school? Sommige mensen hechten grote waarde aan een religieus symbool. Je moet respect hebben daarvoor. Als een vrouw zich beter voelt met een hoofddoek, waarom niet?'Mijn inziens zijn er politici die maar al te graag het geloof totaal zouden willen bannen van de samenleving.
De Kesel betreurt de tendens van politieke partijen om godsdienst in het onderwijs te willen afschaffen.
'Ik hoor mensen zeggen dat er op school beter een cursus burgerzin wordt gegeven in plaats van godsdienst. Ik geloof dat niet. Als godsdienst goed onderwezen wordt, dan gaat dat ook over burgerzin, normen en waarden, verantwoordelijkheid opnemen.'Het bannen van religieuze symbolen en godsdienstonderricht kan de burger een gevoel van onverdraagzaamheid geven. Hierop zegt de bisschop
'Intolerantie kan gevaarlijk zijn, dan riskeert men een tegenreactie.'