Een kerkgemeenschap is iets levendigs. Hoe meerdere kerkgemeenten bij zich bij elkaar aansluiten of aansloten is zeer wisselvallig. Doorheen de geschiedenis is er in het christendom heel wat gepalaverd over doctrines, regels en wetten. Zo zijn er in het christendom heel wat verschillende denominaties ontstaan.
Geen enkel land bleek gespaard te blijven van scheuringen in haar kerkgenootschappen.
In Nederland kwam in 1834 een aantal gemeenten en predikanten buiten de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) te staan. Dat moment en die beweging worden de Afscheiding genoemd.
De rede, het verstand, had in de 18de eeuw met de verlichting een grote plaats gekregen. Het gevolg was dat de prediking op veel plaatsen dor en droog werd en de harten van mensen niet meer raakte. Voor de Bijbelse leer van zonde, schuld, verdorvenheid, de noodzaak van bekering en rechtvaardiging door het geloof was er steeds minder plaats. Predikanten die vasthielden aan de gereformeerde belijdenis kregen het hierdoor moeilijk.
Ook had koning Willem I op 7 januari 1816 het ”Algemeen Reglement voor het bestuur der Nederlandsche Hervormde Kerk” (NHK) goedgekeurd. Deze kerkorde verving de Dordtse kerkorde van 1619. Dat riep verzet op. In de kerk zagen velen het reglement als een ongewenste inmenging van de koning.
Er kwam heel wat kritiek op de NHK en vonden gelijkgezinden dat zij hun eigen weg moesten gaan.
Ds. Hendrik de Cock (1801-1842), predikant in Ulrum, had een kritisch boekje geschreven over de leer in de NHK en zich uitgesproken tegen verschillende gezangen. Dat leidde in 1834 tot zijn afzetting, maar de kerkenraad van Ulrum bleef achter hem staan. Ds. De Cock en zijn volgelingen scheidden zich in oktober 1834 officieel af van de NHK en tekenden de ”Acte van Afscheiding of Wederkeering”. Ds. Cock werd vastgezet en zijn gezin moest uit de pastorie.
Maar enkele duizenden leden van de NHK in heel Nederland volgden het spoor van ds. De Cock. Alleen al in Groningen en Drenthe ontstonden binnen twee jaar tijd ruim dertig afgescheiden kerken. Ook in andere delen van het land ontstonden afgescheiden kerken. Ds. Anthony Brummelkamp (1811-1888) was de voortrekker in Oost-Nederland; in Zuid-Holland was ds. Hendrik Scholte (1805-1868) de leider en in Zeeland ds. Huibert Jacobus Budding (1810-1870).
Vanaf de Gereformeerde Kerken onder het Kruis loopt er een lijn naar de
Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). De Oud Gereformeerde Gemeenten
in Nederland hebben hun wortels vooral in de Ledeboeriaanse gemeenten
die ontstonden toen ds. L. G. C. Ledeboer in 1840 werd geschorst. Hij
sloot zich kort aan bij de Christelijke Afgescheiden Gemeenten, maar
ging uiteindelijk toch zijn eigen weg.