Erik Drenth ziet daarvoor twee redenen:
de ontkerkelijking en de EO. Doordat steeds minder Nederlanders naar de kerk gaan, ontstaat er de afgelopen decennia een nieuwe saamhorigheid onder christenen. Onderlinge verschillen krijgen minder de nadruk, de gezamenlijke boodschap voor ‘de wereld’ meer. De Evangelische Omroep speelt daar een belangrijke rol in.
Vandaag kan men in de kerkgemeenschappen een heel spectrum van links tot rechts vinden. De conservatieven worden alsmaar minder geliefd in de contreien waar internet elkeen tracht te verleiden met vele youtube filmpjes.
Zelfs de Christadelphian gemeenschap ontsnapt niet aan het conservatieve en progressieve kader. De Belgische Christadelphians mogen door sommigen te progressief gevonden worden en worden daardoor door bepaalde personen terzijde gelaten. Zij willen niet mee helpen om de kleine Belgische gemeenschap op te bouwen of om verder mee aan het uitvoerige predikingswerk mee te werken.
Het valt zelfs op dat ook al doen de Belgen de verspreiding van het blad "Met Open Bijbel" dat in Nederland gedrukt wordt door de Nederlandse Broeders in Christus en sturen zij vele Nederlandse contacten door naar hun Nederlandse collegas, is dit een eenrichtingsverkeer waar men ziet dat de Nederlandse website geen enkele melding maakt van de Belgisch hoofdwebsite noch van de vele Christadelphian websites die worden bestuurd vanuit België.
Men zou verwachten dat de broederliefde gemeenschappelijke erkenning zou teweeg brengen, maar ook in zulk een kleine gemeenschap ziet men dat zulks niet evident is in deze wereld, waar er eerder een zin voor machtspositie is, en velen deze enkel naar zich toe willen trekken in plaats van het Lichaam van Christus open te trekken in een samenwerkingsverband waarbij eenieder samen werkt in naam van Jezus Christus.
Als in zulk een kleine gemeenschap het al zo moeilijk lijkt om mensen te motiveren om samen te werken hoe moeilijk moet het dan niet zijn in gestructureerde organisaties waar er een hiërarchie heerst. Daar heeft eenieder een plaats toebedeeld gekregen en willen velen op die ladder omhoog klimmen. Hiervoor willen zij gerust toegevingen doen, al was het theologische toegevingen, want de roep naar macht is hoger dan de roep tot zuivering van de leer.
Hierdoor denken wij dat het ook voor vele kerken moeilijk zal zijn om echt in deze nabije toekomst veranderingen in hun gemeenschap aan te brengen, ook al liggen vele van die kerkgemeenschappen leeg te lopen.
Als er dan ook predikers uit die kerk gaan lopen kijkt men er tegenwoordig niet meer zo van op, maar vindt men dat wel fout of ernstig.
Begin deze maand stapte een vrijgemaakte voorganger in Nederland over naar de PKN. De van oorsprong orthodoxe Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) raken een predikant kwijt aan de brede Protestantse Kerk in Nederland. Dat zal wel een liberaal geworden vrijbuiter zijn zeggen dan velen.
Maar ook zij zien niet in waarom er misschien zulk een liberale gedachte kan optreden zoals er bij de Belgische Christadelphians heerst.
Dominee Huib Wilschut stapt op, uit onvrede met relatief recente ontwikkelingen in de GKv. De gepromoveerde theoloog ergert zich aan
“De leegheid en banaliteit van kerkdiensten die mijn vrouw en ik in onze vakanties bezochten”.
Hendrik (Henk) Vreekamp (Hoevelaken, 14 december 1943) is een Nederlandse theoloog en predikant binnen de Nederlandse Hervormde Kerk (tegenwoordig Protestantse Kerk in Nederland). (Photo credit: Wikipedia) |
Wilschut was één van degenen die zich keerde tegen het opnemen van Stroom Amsterdam als deelnemende gemeente in de GKv. Deze nieuwe missionaire gemeente heeft een veel vrijere vorm dan bestaande vrijgemaakte kerken. Hij maakte daar bezwaar tegen, als onderdeel van de club van professor Jochem Douma, gereformeerdblijven.nl. Opmerkelijk genoeg zal Wilschut nu geen onderdeel zijn van dezelfde kerk als het door hem bestreden Stroom Amsterdam, maar van dezelfde kerk als atheïstische predikant Klaas Hendrikse.Op 10 oktober 2013 had H.J.C.C.J. Wilschut een brief gestuurd naar de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Smilde, waarin hij – op termijn – zijn vertrek uit de GKv aankondigde en zijn voornemen melde om zich samen met zijn vrouw te voegen bij de Protestantse Kerk Nederland (PKN), om daar een gemeente van gereformeerde bondssignatuur te gaan dienen.
Hijzelf wist wel dat zulk een daad
verbazing kon oproepen. Daarom kon de gemeenschap van hem een verantwoording verwachten waarin hij duidelijk de ontwikkelingen in deze
kerken en voor hem voor stelde.
Je moet je niet afvragen indien een predikant zelf zich al slachtoffer vindt van een
toenemend gevoel van vervreemding. Hoe moet het dan niet aanvoelen voor de leden van die gemeenschap?
De dominee schrijft:
Voor mijn besef verliezen de GKv in toenemend tempo het gereformeerd karakter.
De leegheid en banaliteit van kerkdiensten die mijn vrouw en ik in onze vakanties bezochten, deden ons uitwijken o.a. naar gemeenten van gereformeerde bondssignatuur. Wij ervoeren er geestelijke herkenning. In dit klimaat voelden we vaak ons meer thuis dan in eigen kerkhuis.
Deze dominee is niet de eerste die daar in Nederland de GKv heeft verlaten. Met geen
ervan wenste hij te willen meegaan ook al herkende hij een deel van de bezwaren.
Maar ik zag niet dat de grondslag van het kerkelijk leven werd aangetast. Dus ben ik gebleven en heb ik geprobeerd op mijn plaats – met name in het blad Nader Bekeken – een bijdrage te leveren aan het gereformeerd karakter van de GKv.
De ontwikkelingen in eigen kerkverband, de afkeer van afscheidingen die daar plaatsgrepen en de live ontmoeting met gereformeerd kerkelijk leven in de PKN hebben bij mij vanaf 2007/2008 een nieuwe bezinning op gang gebracht in het denken over de kerk. Ik ging (opnieuw) bij Calvijn en andere reformatoren te rade. En kreeg meer oog voor de Bijbelse grondregel: Waar het Woord is, is de kerk – en niet andersom. Het bracht mij tot de overtuiging dat de hervormd-gereformeerde gemeenten te beschouwen zijn als ware kerk in de zin van art. 29 NGB, al beschouwde ik aanvankelijk het geheel van de PKN nog als valse kerk.
Dit is voor ons een goed teken in de kerkgmeenschap. Wij kunnen namelijk niet méér hopen dat er nog meer predikers op zoek zoudne gaan naar de oorspronkelijke kernteksten vna het geloof, namelijk de Heilige Schrift zelf. Dat Woord van God moet namelijk de Kerk maken. Het moet de gemeenschap kneden en alle plooien gladstrijken in die gemeenschap. Maar waar dat woord niet voldoende gezaaid wordt zal het ook niet veel kansen krijgne om op te schieten in eht verdorde landschap.
Nochtans moeten wij vaststellen dat daarbij toch nog vele predikanten niet durven dieper of verder gaan en graag bij de traditionele waarden blijven en bij de band van volhouders aan de dogma's. de dogma's verlaten zou hen al te zeer in drijfzand kunnen brengen en in eenzaamheid doen verdrinken.
door dat vasthouden aan de 'goegemeente' heeft de verlatende dominee zijn denken niet gewijzigd.
Ik heb steeds meer begrip gekregen voor het argument in hervormd-gereformeerde kring: een kerk, waar ruimte is voor het Woord, mag je niet afschrijven en verlaten als een valse kerk. Ik herkende er het onderwijs van Calvijn in, die zegt dat je een kerk pas mag verlaten wanneer daar officieel de grondwaarheden van het christelijk geloof worden ontkend en trouwe belijders worden buitengesloten of gedwongen worden om aan goddeloosheid mee te doen.
Dat
bracht anderen en uiteindelijk ook hem tot een dubbele positie, waarbij hij begrip had voor 'Afscheiding' en
'Doleantie' in een situatie van buitensluiting.
Zij hadden weinig andere keus dan te vertrekken. Maar eenzelfde begrip heb ik voor de gereformeerde belijders die bleven in de NHK en meegingen met de PKN: er bleef ruimte voor gereformeerd kerkelijk leven en gereformeerde prediking, dus hadden zij geen echte noodzaak om te vertrekken.
Overigens was deze overtuiging voor mij geen reden om dan maar hals over kop de GKv te verlaten. Het onderwijs van Calvijn is ook toepasbaar op de GKv. Een kerk die geestelijk op hol is geraakt, is nog geen valse kerk geworden. Pak je verantwoordelijkheid op de plaats waar God je gesteld heeft. Die visie heb ik ook uitgedragen in mijn boekje Afscheiding? uit 2010. Dus ben ik gebleven, zolang ik kon.
Katwijkse kerk (Photo credit: Wikipedia) |
In meerdere gemeenten begon men ook te zoeken naar manieren om de leegloop te kunnen stoppen en verwachte men dat te kunnen doen door een
ander soort prediking en een andere koers. Mara die koerswijziging in de verschillende gemeenschappen, waardoor deze ook zeer anders begonnen te zijn dan de vergelijkbare gemeenschappen brachten velen in verwarring en brachten zowel voor de kerkgangers als voor de predikanten en priesters veel
spanning.
Zo kon ook H.J.C.C.J. Wilschut het niet meer aanzien dat zijn gezondheid er onder leed.
Zo kon ook H.J.C.C.J. Wilschut het niet meer aanzien dat zijn gezondheid er onder leed.
Na een periode van ziekte ben ik het toch weer gaan proberen. Het wilde niet meer. In het ontstane klimaat kan de gemeente niet floreren en kan ik niet langer voluit functioneren.
Voor hem en zijn vrouw was het duidelijk dat een nieuwe start in een andere gemeente in de GKv
(zo die al gegund wordt) weinig oplost. Hij besefte dat op termijn hij elders ook tegen dezelfde problemen aan zou gaan lopen.
Meer dan één van mijn collega’s kan daarover meepraten en krijgt dezelfde verwijten als het gaat om gereformeerde prediking: te somber, te zwaar, te weinig blij, enz. En ben je behoedzaam in de koerszetting, dan ben je conservatief, te rechts. Je wijkt af van de sfeer en koers van het kerkverband als geheel.
Het hoort m.i. bij de nood van de GKv. Er is geen wijkplaats voor klassiek gereformeerd kerkelijk leven en prediking. Daarvoor is het kerkverband te klein. De ingeslagen koers van een mainstream laat zich dan ook in heel het kerkverband gelden, al verschilt het tempo plaatselijk. Dus krijg je steeds weer plaatselijk spanningen. In ieder geval ben ik er persoonlijk in vastgelopen en op afgeknapt.
Voor hem leek het dus een Principiële keus
Ooit begon het pad van de afgescheiden traditie in Nederland bij de NHK van 1834. Bij het zoeken van een nieuw kerkelijk onderdak mag de vraag voorrang hebben: Is de situatie in de PKN – waarin o.a. de NHK zich voortzet – van dien aard, dat je moet blijven verdergaan op dit pad? Volgens ons niet. Het betekent een keus voor de PKN als zodanig, niet alleen voor het gereformeerde deel daarvan. Trouwens, ook de situatie in gemeenten van gereformeerde bondssignatuur idealiseren we niet, al ervaren we er geestelijke herkenning.
Er is heel wat in de PKN wat een gereformeerd belijder moeite geeft, het achterwege blijven van leertucht op personen voorop. Plaatselijke gemeenten kunnen de gestalte van de kerk verliezen, wanneer er de grondwaarheden van het christelijk geloof weersproken worden. Alleen, daarmee is de PKN als zodanig nog niet kerk àf. In alle gebrokenheid is de belijdenis van God als de drie-enige God gebleven. En is er alle ruimte om Woord en sacrament overeenkomstig de inzetting van Christus te bedienen. Wat tegelijk hoop geeft voor heel de kerk. Ik kan mij dan ook goed vinden in de woorden van G.D. Kamphuis (in: Licht op de kerk, Zoetermeer 2003, p. 133-134):
Waar het Evangelie van kruis en opstanding niet meer klinkt, verdwijnt de kerk, plaatselijk, classicaal, landelijk. Waar en vals liggen dicht bij elkaar, komen in dezelfde kerk voor. (…) De meest zuivere kerk kan valse kerk worden. (…) Waar Christus’ woord klinkt, daar is Zijn bruid, Zijn Kerk, al maakt ze deel uit van een ernstig gedeformeerde kerk. Maar zelfs voor die kerk is er hoop. Zolang de verkondiging niet tot zwijgen wordt gebracht. Want, de Geest maakt levend. Daarom, omdat Christus Koning is, hebben we hoop voor de kerk. Waar Gods Woord gepredikt wordt en de sacramenten bediend worden, daar is ons Hoofd. En waar Hij is, kunnen wij ook zijn.
Vandaar dat mijn vrouw en ik principieel voor de PKN kiezen en ik daar ook graag – als God het goedvindt – als predikant het evangelie wil verkondigen. Ik ben echt niet veranderd in mijn visie op de binding aan de gereformeerde belijdenis en andere zaken waarover ik mij in het blad Nader Bekeken en op www.gereformeerdekerkblijven.nl heb uitgelaten (met uitzondering van mijn visie op de kerk). Integendeel, ik word hervormd om gereformeerd te blijven.[1]
Voor hun besef was vertrekken
onvermijdelijk geworden, maar heeft hij niet het idee dat hij mensen in de
steek laat.
Ik heb dit niet gezocht. Natuurlijk doet het pijn om het kerkverband en de plaatselijke gemeente te verlaten. Je blijft, zolang je kunt. Helaas, in onze situatie kan het niet langer.
Hij sluit af met wat hij schreef aan de kerkenraad van Smilde:
Laat het u en ons tot troost zijn, dat we elkaar in Gods handen mogen aanbevelen. Die sterke handen, die nooit hebben misgetast – ook niet wanneer mensen elkaar moeten loslaten. En die eens al Gods kinderen voorgoed samenbrengen.
Erik Drenth schrijft:
Dat een vooraanstaand orthodox predikant de GKv vaarwel zegt, is een veelbetekenend signaal. De kerkmuren van weleer staan niet meer, en daarmee verliest het genootschap een stuk van z’n bestaansrecht als onafhankelijke kerk. Het vertrek van hardliners zoals Wilschut, zal in de toekomst hopelijk mogelijk maken dat er toenadering ontstaat tussen kerken die na ogenschijnlijk triviale meningsverschillen uit elkaar gescheurd zijn. Het ontstaan van 3GK Deventer is daarvan een mooi voorbeeld.
[1] De Nederlandse Hervormde Kerk
bestaat niet meer. In dat opzicht kun je niet langer ‘hervormd’ worden.
Tegelijk dienen gemeenten met gereformeerde prediking in de PKN zich als
regel aan als ‘hervormde gemeenten’. Ik word lid van de PKN. Maar weet
mij in het bijzonder verbonden aan het denken in deze gemeenten. Vandaar
deze manier van zeggen.
+
Vindt ook: