De laatste jaren hebben wij meerdere economische, ecologische en gezondheidscrisissen gehad. Met de huidige gezondheidscrisis, welke heel de wereld treft vindt Wim Rietkerk, emeritus predikant in de Nederlands Gereformeerde Kerken, dat elke crisis een teken is van het naderende koninkrijk van God, zoals een wee dat is bij een vrouw die op het punt staat om een kind op de wereld te zetten. Die vergelijking, die de apostel Paulus in de Bijbel maakt, geeft hem hoop.
‘Het gaat in een crisis dus niet om het lijden van een stervende, maar juist om het lijden dat hoop geeft op nieuw leven.’
Volgens hem zucht de schepping naar het openbaar worden van de kinderen van God. Een crisis als diegene die wij nu mee maken is voor hem een teken van het naderende koninkrijk. Ook is het een teken dat God de wereld herstelt.
'God herstelt deze wereld, maar dat gaat door de diepte heen. Alleen wie zijn leven verliest, zal het behouden. Jezus stelt het ook niet optimistisch voor: je zult met Mij de drinkbeker moeten drinken.'
Hij is er wel bewust van dat God geen veroorzaker is van het kwaad, maar dat alles in de verantwoordelijkheid ligt van ieder op zich.
‘Dat God de mens zelf de verantwoordelijkheid geeft, kan tot vreselijke wreedheden leiden, zoals Auschwitz laat zien. Het is blasfemie om te zeggen dat God hierin de hand heeft. God kan ervoor zorgen dat iets wat Hij verafschuwt, toch tot iets goeds leidt, maar Hij is nooit de veroorzaker van het kwaad. De hand van God kun je dus niet zien als een vermindering op onze verantwoordelijkheid.
Toch denk ik wel dat God hier aanwezig was - in de lijdenden. Elie Wiesel beschrijft hoe er een jongen werd opgehangen, waar iedereen naar moest kijken. Terwijl de mensen zijn doodsstrijd zien, vraagt iemand: waar is God? Daar, waar die jongen hangt, antwoordt een ander. Zo is het. God snakte hier zelf naar adem en vereenzelvigde zich met de lijdenden. Zoals Jezus aan het kruis, wanneer Hij zich door God verlaten weet.’
Bij crisissen en erge rampen vragen steeds veel mensen af waar God blijft of waarom God zo iets toe laat.
'Waarom Hij het toestaat, bijvoorbeeld. Ik denk omdat anders een van de meest bijzondere dingen in het christendom om zeep zou worden geholpen: de vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens.’
Dat het vijf voor twaalf zou zijn is duidelijk voor Rietkerk. Ook al is het moment nog niet aangebroken, werpt het zijn schaduw vooruit, in de tekenen van het koninkrijk die nu al zichtbaar zijn.
'Dat vind ik een mooi beeld, want als je de schaduw ziet, weet je dat de persoon volgt. Die schaduw bestaat ook uit de weeën waarover Paulus schrijft. Dat is pijnlijk en die weeën worden ook steeds heftiger naarmate het einde dichterbij komt.’
Nu zijn er natuurlijk wel vaker christenen geweest die denken dat de komst van het koninkrijk voor de deur stond. Waarom zou het nu wel zover zijn?
‘Zeker weten doen we dat nooit, maar ik denk dat je nu wel ziet dat crises mondiaal zijn. Denk bijvoorbeeld aan corona, maar ook aan het milieu. Daarnaast is het evangelie bijna overal verkondigd. Ten slotte denk ik aan Israël, dat weer een eigen land heeft.
Maar we weten het niet. Het is alsof we naar een klok kijken met enkel een lange wijzer. Is het vijf voor twaalf, of pas vijf voor zes? Desondanks denk ik dat er goede redenen zijn om aan dat eerste te denken. Het zou zelfs weleens kunnen dat ik het nog ga meemaken; daar reken ik in ieder geval wel mee.’