“(5:1) Gij echter, Betlehem in Efrata, al zijt gij klein onder Juda’s geslachten, toch zal er, zeg Ik, iemand uit u komen die over Israel gaat heersen. In het verre verleden ligt zijn oorsprong, in lang vervlogen dagen. (5:2) Daarom zal Hij hen niet langer overlaten aan hun lot dan tot de tijd dat zij die baren zal haar kind gebaard heeft. Dan komt de rest van zijn broeders weer samen met de zonen van Israel. (5:3) Dan neemt Hij de macht in handen en weidt Hij hen door de kracht van Jahwe, de verheven naam van Jahwe, zijn God. In veiligheid zullen zij wonen, omdat Hij zijn macht zal doen reiken tot aan de uiteinden der aarde; (5:4) Hij zal de man van de vrede zijn. Als Assur ons land dan binnenvalt en onze paleizen betreedt, stellen wij zeven herders tegenover hem en acht vorsten uit het volk.” (Micha 5:2-5 WV78)