Showing posts with label Johannes de doper. Show all posts
Showing posts with label Johannes de doper. Show all posts

Sunday, 15 February 2009

De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant

De Knecht des Heren

5. DE GEZALFDE GEZANT (Jesaja 61: 1-2)


IN de eerste van deze reeks van vijf profetieën aangaande de Knecht des Heren had God de aandacht op Hem gericht met de woorden: "Zie, mijn knecht; Ik heb mijn Geest op Hem ge­legd" (Jesaja 42: 1). In deze laatste voert de Knecht zelf het woord en verkondigt eerst dat Hij met de Geest des Heren is gezalfd om zijn bode te zijn:
 "De Geest des Heren HE­REN is op mij, omdat Hij mij gezalfd heeft" (Jesaja 61:1). 

Kenmerkend voor Bijbelse profetie is dat toekomstige gebeur­tenissen dikwijls wor­den voorzegd alsof ze reeds geschied zijn. Zevenhonderd jaar zouden voorbijgaan voordat deze woor­den werkelijkheid zouden worden. Toen is Jezus, op de leeftijd van ongeveer der­tigjaar, naar Johannes de Doper gegaan om door hem gedoopt te worden. "En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen" (Mattheus 3: 17). Petrus, die toen een discipel van Johannes de Doper was, heeft zeker van hem ge­hoord van Jezus' zalving. Hij zei later tegen een niet-Joodse gehoor in het huis van Cornelius: "Gij weet van de dingen, die geschied zijn door het ge­hele Joodse land, te beginnen in Gali­lea, na de doop, die Johannes verkondigde, van Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de hei­lige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, wel­doende en genezende allen, die door de dui­vel overweldigd wa­ren; want God was met Hem" (Handelingen der apostelen 10:37­38).

In deze profetie spreekt de Knecht niet van de genezings­wonderen die Hij door de kracht van de Geest zou verrichten, doch van zijn op­dracht als Gods bood­schapper: "Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootrnoedi­gen" (v.l). De betekenis van het Nieuw­testamentisch woord 'evangelie' - 'goed nieuws' - is aan deze verkondiging ontleend.

De ballingen worden bevrijd

De Knecht heeft verheugende tijding voor zijn volksgenoten, die in een erbarmelijke toestand verkeren. Jesaja ziet ze als ballingen, die van hun eigen land zijn weggevoerd en als vreem­delingen verkeren in een verafgelegen land. Zij verkwijnen in de gevangenis, treuren daar over de verwoeste toestand van hun vaderland en de steden die puinhopen zijn geworden. Zo pijnlijk is dit voor hen dat hun hart erdoor is gebro­ken.

Deze boodschap past volkomen in de situatie waarin Jesaja in dit tweede profetische deel van zijn boek - hoofd­stukken 40 tot 66 - zijn lezers ver­plaatst, al zou deze pas meer dan hon­derd jaar later werkelijkheid worden. De macht van Babel heeft intussen het land veroverd en het volk in Jeruzalem en Juda daarheen weggevoerd. De steden zijn verwoest en de erven verlaten. Het volk kwijnt in een vreemd land weg, is verd­rukt en in gevangenschap.

Jesaja krijgt de opdracht zijn volk te vertroosten met een blijde boodschap. De Here die eens zijn volk uit verdruk­king in Egypte had verlost, zal nu hun nageslacht uit hun benarde toestand in Babel bevrijden. Hij zal Kores op­wekken, de Perzische koning die Babel zal veroveren en toestemming aan de gevangenen geven naar eigen land terug te keren. Zoals bij de verlossing uit Egypte gaat God hen voor gedurende de reis door de woestijn naar hun erfe­nis. Daar zullen zij een ongekende vrede en voorspoed tot in eeuwigheid genieten.

Achteraf bekeken bleek de terug­keer die Kores toeliet een zeer geringe, gedeeltelijke en teleurstellende ervaring, die aan de fraaie taal van Jesaja weinig recht deed. Voor de letterlijke vervulling van de belofte, Israël te herstellen, moet het volk blijkbaar op de eindtijd wachten.

Een dichterlijke voorstelling

Terwijl zo'n letterlijke vervulling van deze lyrische taal niet is uit te sluiten, zijn er goede redenen om dit tweede profetische gedeelte van het boek van Jesaja te beschouwen als een dichterlij­ke voorstelling van verlossing uit geeste­lijke nood. Voor zover we kunnen na­gaan, waren de ballingen niet "allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen weggeborgen" (Jesaja 42:22). Jeremia's brief aan hen stelt immers een andere situatie voor ogen: "Zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israël, tot al de ballingen die uit Jeruzalem naar Babel in ballingschap zijn weggevoerd:
Bouwt huizen en woont daarin, legt tuinen aan en eet de vrucht daarvan ... Zoekt de vrede voor de stad waarheen Ik u in ballingschap heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot de HERE, want in haar vrede zal uw vrede gelegen zijn" (Jeremia 29:4-7).

Christus en de apostelen zien in Jesaja's profetie van de bevrijding uit Babel de verlossing van Gods kinderen uit de slavernij van de zonde en de dood. Jezus gaf eens te kennen dat er een ergere vorm van slavernij is dan dwangarbeid: "een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. Wanneer dan de Zoon u vrijge­maakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn" (Johannes 8:34,36).
De reis van de ballingen terug naar eigen land beeldt dan de pelgrimsreis van de gelovige in Christus door de tegenwoordige boze wereld af. De plaats van bestemming is het Koninkrijk van Christus. Zo wordt bijvoorbeeld door Jesaja beloofd: "De vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd wezen, blijdschap en vreugde zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten" (Jesaja 51: 11). Om "eeuwige vreugde" te kun­nen genieten moeten de vrijgekochten bekleed worden met Gods gave van on­sterfelijkheid.
Jesaja had ook gezegd:
 "Hij zal als een herder zijn kudde leiden" en: "zij zullen hongeren noch dorsten, woestijn­gloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun Ontfermer zal hen leiden en hen voeren aan waterbronnen" (Jesaja 40: 11; 49: 10).
 In zijn boodschap in het boek Openbaring past Christus deze woorden toe op de geestelijke tocht van de verlosten naar bronnen van eeuwig leven: "Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen" (Openbaring 7: 16-17).

Geheel in overeenstemming met deze figuurlijke toepassing is dat Babel nu Rome betekent en in het bijzonder de voortzetting van Rome in de Euro­pese samenleving in de eindtijd aan­duidt. Jesaja roept de ballingen in Babel op gebruik te maken van de gelegenheid terug naar eigen land te reizen: "Trekt uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën" (Jesaja 48:20). Bij de toepas­sing hiervan in het boek Openbaring klinkt een stem uit de hemel, zeggende:
"Gaat uit van haar [Babel], mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen" (Openb. 18:4).
 Vandaar dat degenen die dit hebben gedaan aldus worden beschreven:
 "Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams" (Openbaring 7:14).
 De "grote verdrukking" duidt Babel en de samenleving in de eindtijd aan. Door hieruit te zijn vertrok­ken en vervolgens door Christus gerei­nigd te zijn, scharen ze zich onder de vrijgekochten van Christus. (De volgor­de geeft de betekenis goed aan: eerst Babel verlaten en dan zich in Christus reinigen.) Op dergelijke wijze past Paulus een gelijksoortige roep van Jesaja toe op een vermaan uit een boze maatschappij te vertrekken om als Gods kinderen aang­enomen te worden:
 "Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Al­machtige" (2 Corinthiërs 6:17-18; Jesaja 52:11; 43:6).

De Knecht des Heren

Jesaja's taak in het schrijven van dit gedeelte van zijn profetie staat voorop:
"Troost, troost mijn volk, zegt uw God. Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe, dat zijn lijdenstijd volbracht is, dat zijn ongerechtigheid geboet is" (Jesaja 40:1-2). Dit verklaart de reeks voorzeggingen van de komst van de Knecht des Heren en de verlossing die Hij door zijn gehoorzaamheid en offerdood zal bewerkstelligen. In deze laatste van de reeks is de Knecht de gezalfde Profeet, maar het heil dat Hij verkondigt is wat Hij zelf mogelijk ge­maakt heeft.
Dit is dan te zien in Jezus' eigen toepassing hiervan in de synagoge te Nazareth. Enige tijd na zijn optreden in het openbaar kwam Hij terug naar het dorp waar Hij vroeger woonde en als timmerman had gewerkt.
 "En Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het ge­zicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aan­gename jaar des Heren. Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld" (Lucas 4: 16-21). 

Dit 'heden' geldt niet alleen voor die sabbatdag in het bijzonder, maar ook voor andere dagen wanneer Jezus' boodschap bevrijding bracht voor gelovige luiste­raars.
Elk zevende jaar in de kalender van Israël was een sabbatsjaar, wanneer het land rust had van het zaaien. Het ze­vende sabbatsjaar luidde het jubeljaar in en dit is "het aangename jaar des Heren" wiens komst de Knecht moest verkondi­gen. Het brak direct aan nadat de hoge­priester op de grote verzoendag de vergiffenis van de zonden van het volk had bewerkstelligd en uit het heiligdom ver­scheen om het wachtende volk te zegenen. Hiernlee gaf Jezus in de syna­goge te Nazareth te kennen dat met zijn komst een nieuwe heilstijd was ingegaan, waarin gelovigen in Hem gereinigd werden van hun zonden. Zijn naam im­mers was 'Jezus', Redder of Heiland, omdat in Hem Gods belovende woorden in vervulling zouden gaan: "Hij zelf zal Israël verlossen van al zijn ongerechtighe­den" (Psalm 130:8; Mattheus 1:21).

Er waren velen in Israël die uit wanhoop opgehouden waren de zeer strenge regels van de Farizeeën en schriftgeleerden na te leven. Ze werden beschouwd als 'zondaren', en het zijn vooral zulken aan wie Jezus vergiffenis heeft geschonken. Hij zei eens van een bekende 'zondares': "Haar zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele", en Hij zei tegen haar zoals Hij tegen anderen had gezegd: "Uw zonden zijn u vergeven" (Lucas 7:47-48).
Uit de Knechtprofetie in Jesaja blijkt dat Jezus' verkondiging van een nieuwe heilstijd een voorproef was van wat Hij doen zal bij zijn wederkomst. Dit heeft de schrijver van de brief aan de Hebreeën voor ogen als hij uitziet naar een verzoendag boven alle ver­zoendagen, als Christus uit het hemelse heiligdom zal verschijnen om zijn volk te zegenen met eeuwig leven.
 "Zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veIer zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten" (Hebreeën 9:27-28). -
(slot)

Met de Bijbel in de hand

++
Vindt ook:
Een plaats voor een vreemdeling en een vluchteling
Een Groots Geschenk om te herinneren
Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
Het begin van Jezus #2 Aller Begin
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
Zoenoffer
Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
Jezus moest sterven
Achtergelaten aan een paal tot in de dood
Waarom vast houden aan het kruisbeeld
Kruisen en Iconen stukslaan
Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
Een Messias om te Sterven
Jezus drie dagen in de hel
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
Christus kennen is zin geven aan het leven
Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
Filippenzen 1 – 2
Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God

Wetten en regels ter onderwijs
Joodse Wetten en Wetten voor Christenen
Zo maar gerechtvaardigd?
Redding door volharding
Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
Relatie tot God



Koninkrijk Gods
Elke gelovige is opgeroepen om Christus in de dienst te volgen

Het volk van God dankt zijn bestaan aan de genade en goedheid van God
Plan van Genade
Genade niet goedkoop
Hij zal geen goede dingen weerhouden
Stel je hart open
Geef uw zorgen aan God
Wees overtuigd dat wij geliefd zijn
God wil u gunst betonen
Genade volgens Bonhoëffer
Tweezijdigheid bij Luther