Soms lijken wij wel de eenzaam achtergelaten gevangenen en moeten wij vaststellen dat de meesten in de Westerse wereld zich schamen om voor de Heer te getuigen.
Indien wij geloven dat Christus de Beloofde Verlosser is en wij als dusdanig als onze Messias aannemen, zouden wij in de aanvaarding van onze Leermeester te zijn, ook Zijn leerstellingen moeten opvolgen. Jezus heeft aan Zijn leerlingen en Zijn nakomelingen opgedragen het Geloof uit te dragen,. Hij heeft hen en ons de opdracht gegeven nieuwe leerlingen te maken en om samen verder de Kerk op te bouwen voor de verkondiging van het Goede Nieuws van het Komende Koninkrijk van God. Niet enkel de apostel Paulus riep zijn medebroeders op om hieraan dringend gevolg te geven. (Eph 4:1-3). Het is normaal de taak van diegenen die Christus als hun leermeester willen aan nemen om ook Jezus na te volgen. Onze manier van leven en de houding naar anderen toe zou een uitstraling moeten zijn van ons innerlijke gemoedsrust in onze levenskeuze voor Christus. Wij moeten trouw zijn in de leer van Christus. Zijn manier van leven zouden wij ook moeten trachten aan te meten voor ons zelf. In geloof zullen wij dan het geduld de liefde en de volharding moeten trachten op te brengen. (2Ti 3:1)
In deze eenentwintigste eeuw kunnen wij een ander soort gevangene zijn die zich naakt zal moeten durven opstellen voor de spotters en de liefhebbers van het materialisme. Met innerlijk medeleven, vol goedheid, nederigheid, zachtaardigheid zullen wij hen en allen rondom ons moeten benaderen vol geduld. Niet enkel moeten wij elkaar verdragen, meer nog moeten wij durven uit komen voor wat wij geloven en durven diegenen die ook in één ware God geloven en die in de Gezalfde Zoon van God geloven, bijtreden en mee helpen doen voelen dat wij daarin verenigd zijn, dat wij samen in lichaam in Christus kunnen vormen.
Uiteindelijk ligt daar de bestaansmogelijkheid van de Kerk waarvan Jezus Christus het fundament is. Het is door de erkenning van die hoeksteen en dan de samenwerking van diegenen die hierin willen geloven dat de Gemeenschap van Christus kan bestaan. Zij die durven geloven dat Jezus voor hen gestorven en verrezen is, en dat door Hem verlossing mogelijk is, moeten durven de handen in elkaar slaan om elkaar op te bouwen en elkaar helpen het Evangelie, het Goede Nieuws van het komende Koninkrijk van God uit te dragen. Zij moeten zich daarin verheugen dat zij deel mogen uit maken van de door God geroepenen en verkorenen.
Als geroepenen van God kunnen wij gevangen zijn wiens boodschap door de wereld niet gewenst is. Maar moedig moeten wij durven blijven wandelen in de roeping die wij hebben ontvangen. Liefdevol elkaar verdragend moeten wij ook elkaar durven ondersteunen en verder helpen waar wij kunnen.
Wij moeten ons uiterste best doen anderen te tonen waar juist onze eenheid ligt. Samen moeten wij elkaar verder helpen om tot de kennis van Gods Zoon en tot dieper geloof te komen. Door elkaar te verdragen en ons bereidwillig aan te bieden elkaar hulp te verlenen, kunnen wij samen elkaar opbouwen in het geloof en een hechte band vormen. Daarin moet onze sterkte liggen dat wij elkaar laten zien dat ons bestaan niet beheerst wordt door het vlees en de wereldse luxe. De gemeenschap van gelovigen zou duidelijk aan de anderen moeten laten zien dat zij de hoedanigheid van Christus willen aanmeten. zou iemand de Geest van Christus niet hebben dan kan hij zich moeilijk beroepen er deel van uit te maken. Aan de wereld moeten wij laten zien dat wij gevoed worden door de Geest van God en dat wij het denken van Christus ons eigen willen maken en hierdoor een nieuw leven kunnen ontvangen.
De eenheid van de Kerk begint bij elk een die een liefdesrelatie met God wil opbouwen. Met aanvaarding van het Zoenoffer van Christus zet men een stap in de goede richting, maar dan moet men zijn weg verder vervolgen door trachten de leerstellingen van Christus ook werkelijk na te leven. Al de leden van de gemeenschap in Christus moeten dan zich verbonden voelen in Christus en Hem willen aanvaarden als hoofd van de Kerk.
Jezus heeft Zijn leerlingen en hun nakomelingen opgedragen uit te gaan en te gaan verkondigen. Ook wij moeten die opdracht durven uit te voeren. en indien wij beperkt zijn in onze mogelijkheden moeten wij stappen ondernemen om samen dit werk te verrichten. Wij moeten ons bereidwillig aanbieden om met elkaar het Goede Nieuws verder in de wereld te helpen uitdragen. Hiervoor moeten wij het geduld op brengen, maar moeten wij ons er ook toe durven zetten om elkaar aan te moedigen.
Ook al hebben wij persoonlijk veel beperkingen kunnen wij door onze krachten samen te bundelen veel meer verwezenlijken dan wij denken. Wij moeten ons in ons geloof gesterkt en verenigd voelen door ons besef dat wij allemaal bij hetzelfde Lichaam horen. Wij verwachten dezelfde toekomst, omdat God ons heeft geroepen. Daarin moet onze kracht liggen en ons gevoel van Eenheid.
Laat ons hopen dat wij tezamen mogen komen in die eenheid van welwillende geest, hulpvaardigheid en vredelievendheid, vol geduld voor ons zelf en voor de anderen.
Indien wij Christus Jezus als onze verlosser hebben aangenomen en ons hebben laten dopen, zouden wij door de Geest in Eén lichaam gechristend moeten zijn, of wij nu ongelovigen of heidenen eerst waren of Joden. ons verenigd moeten voelen, dat door het doopsel in Christus wij allen deel geworden zijn van dat ene zelfde Lichaam.
Zoals een lichaam nu uit vele leden bestaat heeft men ook in de Kerk meerdere lichaamsdelen, welk elk hun eigen functie hebben. Zo kunnen en moeten wij elk onze eigen taak opnemen om zo de Kerk te ondersteunen.
Wij moeten ons volledig over geven aan God en aan zijn Kerk. en het is in de Gemeenschap van Christus dat elk één van ons zijn of haar verantwoordelijkheid draagt. Zoals God al die verschillende delen in een lichaam heeft gezet moeten wij ook onze plaats in dat lichaam willen aannemen en mee werken in dat lichaam.
Als er maar één deel was, zou u niet van een lichaam kunnen spreken. Maar er zijn vele delen en samen vormen zij één lichaam. (1Co 12:20)
Hebben wij ons dan al eens de vraag gesteld welke functie wij willen innemen in dat Lichaam van Christus? Wat heeft God voor mij in petto? En wat zou Christus mij opdragen te doen?
Wij moeten beseffen dat niet iedereen in alles goed kan zijn. Maar eenieder heeft zijn of haar kwaliteiten en specialiteiten. Datgene waar jij goed in bent is datgene waar jij je kerkgemeenschap kan mee vooruit helpen. Hoe klein je hulp voor jou mogelijk kan lijken, kan zij bijzonder belangrijk zijn voor de ecclesia. Elk beetje helpt.
Wacht niet tot morgen om een helpende hand toe te steken. Maak van uitstel geen afstel.
Wordt vandaag nog lid van deze groep.