Showing posts with label goedeboodschap. Show all posts
Showing posts with label goedeboodschap. Show all posts

Saturday, 10 January 2009

Kerk van eenzelfde lichaam levendig houden of laten groeien

Vandaag zijn de moeilijkheden hier in het westen niet zo groot als bij de vroege Christenen of lijkt het een peulschil in vergelijking met sommige moslim landen. Maar door de verheerlijking, zeg maar de verafgoding van de luxe, valt het hier niet zo makkelijk om de Kerk levendig te houden en verder te laten groeien.

Soms lijken wij wel de eenzaam achtergelaten gevangenen en moeten wij vaststellen dat de meesten in de Westerse wereld zich schamen om voor de Heer te getuigen.

Indien wij geloven dat Christus de Beloofde Verlosser is en wij als dusdanig als onze Messias aannemen, zouden wij in de aanvaarding van onze Leermeester te zijn, ook Zijn leerstellingen moeten opvolgen. Jezus heeft aan Zijn leerlingen en Zijn nakomelingen opgedragen het Geloof uit te dragen,. Hij heeft hen en ons de opdracht gegeven nieuwe leerlingen te maken en om samen verder de Kerk op te bouwen voor de verkondiging van het Goede Nieuws van het Komende Koninkrijk van God. Niet enkel de apostel Paulus riep zijn medebroeders op om hieraan dringend gevolg te geven. (Eph 4:1-3). Het is normaal de taak van diegenen die Christus als hun leermeester willen aan nemen om ook Jezus na te volgen. Onze manier van leven en de houding naar anderen toe zou een uitstraling moeten zijn van ons innerlijke gemoedsrust in onze levenskeuze voor Christus. Wij moeten trouw zijn in de leer van Christus.  Zijn manier van leven zouden wij ook moeten trachten aan te meten voor ons zelf. In geloof zullen wij dan het geduld de liefde en de volharding moeten trachten op te brengen. (2Ti 3:1)

In deze eenentwintigste eeuw kunnen wij een ander soort gevangene zijn die zich naakt zal moeten durven opstellen voor de spotters en de liefhebbers van het materialisme. Met innerlijk medeleven, vol goedheid, nederigheid, zachtaardigheid zullen wij hen en allen rondom ons moeten benaderen vol geduld. Niet enkel moeten wij elkaar verdragen, meer nog moeten wij durven uit komen voor wat wij geloven en durven diegenen die ook in één ware God geloven en die in de Gezalfde Zoon van God geloven, bijtreden en mee helpen doen voelen dat wij daarin verenigd zijn, dat wij samen in lichaam in Christus kunnen vormen.

Uiteindelijk ligt daar de bestaansmogelijkheid van de Kerk waarvan Jezus Christus het fundament is. Het is door de erkenning van die hoeksteen en dan de samenwerking van diegenen die hierin willen geloven dat de Gemeenschap van Christus kan bestaan. Zij die durven geloven dat Jezus voor hen gestorven en verrezen is, en dat door Hem verlossing mogelijk is, moeten durven de handen in elkaar slaan om elkaar op te bouwen en elkaar helpen het Evangelie, het Goede Nieuws van het komende Koninkrijk van God uit te dragen. Zij moeten zich daarin verheugen dat zij deel mogen uit maken van de door God geroepenen en verkorenen.

Als geroepenen van God kunnen wij gevangen zijn wiens boodschap door de wereld niet gewenst is. Maar moedig moeten wij durven blijven wandelen in de roeping die wij hebben ontvangen. Liefdevol elkaar verdragend moeten wij ook elkaar durven ondersteunen en verder helpen waar wij kunnen.

Wij moeten ons uiterste best doen anderen te tonen waar juist onze eenheid ligt. Samen moeten wij elkaar verder helpen om tot de kennis van Gods Zoon en tot dieper geloof te komen. Door elkaar te verdragen en ons bereidwillig aan te bieden elkaar hulp te verlenen, kunnen wij samen elkaar opbouwen in het geloof en een hechte band vormen. Daarin moet onze sterkte liggen dat wij elkaar laten zien dat ons bestaan niet beheerst wordt door het vlees en de wereldse luxe. De gemeenschap van gelovigen zou duidelijk aan de anderen moeten laten zien dat zij de hoedanigheid van Christus willen aanmeten. zou iemand de Geest van Christus niet hebben dan kan hij zich moeilijk beroepen er deel van uit te maken. Aan de wereld moeten wij laten zien dat wij gevoed worden door de Geest van God en dat wij het denken van Christus ons eigen willen maken en hierdoor een nieuw leven kunnen ontvangen.

De eenheid van de Kerk begint bij elk een die een liefdesrelatie met God wil opbouwen. Met aanvaarding van het Zoenoffer van Christus zet men een stap in de goede richting, maar dan moet men zijn weg verder vervolgen door trachten de leerstellingen van Christus ook werkelijk na te leven. Al de leden van de gemeenschap in Christus moeten dan zich verbonden voelen in Christus en Hem willen aanvaarden als hoofd van de Kerk.

Jezus heeft Zijn leerlingen en hun nakomelingen opgedragen uit te gaan en te gaan verkondigen. Ook wij moeten die opdracht durven uit te voeren. en indien wij beperkt zijn in onze mogelijkheden moeten wij stappen ondernemen om samen dit werk te verrichten. Wij moeten ons bereidwillig aanbieden om met elkaar het Goede Nieuws verder in de wereld te helpen uitdragen. Hiervoor moeten wij het geduld op brengen, maar moeten wij ons er ook toe durven zetten om elkaar aan te moedigen.

Ook al hebben wij persoonlijk veel beperkingen kunnen wij door onze krachten samen te bundelen veel meer verwezenlijken dan wij denken. Wij moeten ons in ons geloof gesterkt en verenigd voelen door ons besef dat wij allemaal bij hetzelfde Lichaam horen. Wij verwachten dezelfde toekomst, omdat God ons heeft geroepen. Daarin moet onze kracht liggen en ons gevoel van Eenheid.

Laat ons hopen dat wij tezamen mogen komen in die eenheid van welwillende geest, hulpvaardigheid en vredelievendheid, vol geduld voor ons zelf en voor de anderen.

Indien wij Christus Jezus als onze verlosser hebben aangenomen en ons hebben laten dopen, zouden wij door de Geest in Eén lichaam gechristend moeten zijn, of wij nu ongelovigen of heidenen eerst waren of Joden. ons verenigd moeten voelen, dat door het doopsel in Christus wij allen deel geworden zijn van dat ene zelfde Lichaam.

Zoals een lichaam nu uit vele leden bestaat heeft men ook in de Kerk meerdere lichaamsdelen, welk elk hun eigen functie hebben. Zo kunnen en moeten wij elk onze eigen taak opnemen om zo de Kerk te ondersteunen.
Wij moeten ons volledig over geven aan God en aan zijn Kerk. en het is in de Gemeenschap van Christus dat elk één van ons zijn of haar verantwoordelijkheid draagt.  Zoals God al die verschillende delen in een lichaam heeft gezet moeten wij ook onze plaats in dat lichaam willen aannemen en mee werken in dat lichaam.
Als er maar één deel was, zou u niet van een lichaam kunnen spreken. Maar er zijn vele delen en samen vormen zij één lichaam. (1Co 12:20)

Hebben wij ons dan al eens de vraag gesteld welke functie wij willen innemen in dat Lichaam van Christus? Wat heeft God voor mij in petto? En wat zou Christus mij opdragen te doen?

Wij moeten beseffen dat niet iedereen in alles goed kan zijn. Maar eenieder heeft zijn of haar kwaliteiten en specialiteiten. Datgene waar jij goed in bent is datgene waar jij je kerkgemeenschap kan mee vooruit helpen. Hoe klein je hulp voor jou mogelijk kan lijken, kan zij bijzonder belangrijk zijn voor de ecclesia. Elk beetje helpt.
Wacht niet tot morgen om een helpende hand toe te steken. Maak van uitstel geen afstel.

Wordt vandaag nog lid van deze groep.

Wednesday, 3 December 2008

Het grootste geschenk ons gegeven

Advent en Kerstmis brengen mooie beelden op. Velen nemen graag de nostalgie op en kijken uit naar de cadeautjes.
Zij vergeten hierbij echter het grootste geschenk dat ons gegeven is.
Vergeten wij echter niet dit geschenk te aanvaarden in alle glorie. Laat ons al de werken van God inzien en beseffen welk een offerdaad Zijn Zoon voor ons gebracht heeft.
Vergeten wij niet te reageren op de Goede Boodschap?
Besef dat wij moeten reageren op het Goede Nieuws dat tot ons wordt gebracht en dat wij moeten handelen naar de gegevens, de opdrachten die in de Heilige Schrift verhuld staan.
Wij mogen de inzichten niet negeren, aanvullende wijsheid vereist telkenmale ook nieuwe reacties. Wij moeten opletten dat wij ons niet in de tradities gaan nestelen en ons steeds willen vasthouden aan vroegere handelingen.
 
“Dan zal Hij straffen hen die God weigeren te erkennen en hen die geen gehoor willen geven aan het evangelie van onze Heer Jezus.” (2Th 1:8 WV78)
 
“Maar afvalligen en zondaars gaan samen ten onder, zij die Jahwe verlaten, worden vernietigd.” (Jes 1:28 WV78)
 
Zonder inbreng van een mens is de jonge vrouw Maria ontvangen van de Heer Jezus welke de Christos is, de Redder der Mensen.
De zoon die zij baarde is dé Zoon van God op wie de mensheid zo lang heeft moeten wachten.
Hij is de Weg, de Waarheid en de Zin van het Leven.
Deze schrijnwerkers zoon is diegene die zou zeggen:‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.’” (Joh 8:12 WV78)
“Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in) en uitgaan en weide vinden.” (Joh 10:9 WV78)
 
Het is deze Nazarener die alle schuld van de mens op zich nam. Door hem kunnen ook wij straf vermijden.
Dikwijls vragen wij ons af welk een zin dit leven heeft en hoe het komt dat velen ongestraft zulk een verschrikkelijkheden kunnen aanrichten. Niemand zal echter zijn straf kunnen ontlopen. Er zal een dag komen dat iedereen naar zijn daden zal geoordeeld worden.

Indien jij een beter leven wil vinden na dit aardse bestaan dan mag je er op aan dat Jehovah,God een oplossing heeft voorzien.
God heeft ons Zijn Zoon geschonken om ons weer naar de Almachtige Vader te leiden.
Diegene die aan een houten paal is gestorven voor ons heeft over zichzelf gezegd:
 ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?’” (Joh 11:25-26 WV78)
Door Christus te erkennen als onze Verlosser, de langverwachte Messias zijn wij een eerste stap verder in het mogelijk maken om onze straf te vermijden.
 
Voor Christus was het geen straf om tijdelijk lager gesteld te worden dan de engelen. De verzoeking door het kwade aanschouwde Hij niet als een straf. Het lijden dat Hij moest verduren in de tuin van Getshemane, de olijfberg en op de "dodenheuvel" nam Hij niet op als een straf van God.
Het lijden dat wij dagelijks zien is geen straf van God, maar wat na dit leven komt kan wel een straf zijn.
Door Jezus Christus zijn nederigheid en zijn offerdaad kan de grootste straf op de mensheid: de eeuwige dood ook voor ons weg vallen.
Zij die Christus offerdaad aanvaarden moeten zich als broeders en zusters verenigt voelen in die grootse Liefde van Christus Jezus onze Heer.
 
“Maar wel zien wij hoe Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen was gesteld, nu met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft verduurd. Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. Het was passend dat God, einde en oorsprong van alles, wilde Hij vele kinderen de hemelse heerlijkheid binnenleiden, ook de aanvoerder die hen redt door lijden tot de voleinding bracht.” (Heb 2:9-10 WV78)
 
 “Want het zijn niet de engelen wier lot hij zich aantrekt, maar de nakomelingen van Abraham. Vandaar dat Hij in alles aan zijn broeders gelijk moest worden, om als een barmhartig en getrouw hogepriester hun belangen bij God te behartigen en de zonden van het volk uit te boeten.” (Heb 2:16-17 WV78)
 
Voor niemand is het te laat om tot die beslissing te komen om Jezus als Herder te aanvaarden en Hem te erkennen als de Messias.
Zij die weet hebben van Jezus Zijn werken en in Hem geloven is het belangrijk om anderen hiervan op de hoogte te brengen.
“Daarom, zolang de goddelijke belofte van de rust nog geldt, moeten wij ervoor zorgen dat niemand van u zou menen dat het te laat is.” (Heb 4:1 WV78)