Showing posts with label terugkomst van Jezus. Show all posts
Showing posts with label terugkomst van Jezus. Show all posts

Saturday, 23 July 2016

Wordt verlicht met betrekking tot de betekenis van de tijd waarin we nu leven

English version: Being enlightened concerning the significance of the times in which we are now living
 

In deze wereld van beproeving kijken wij best uit naar diegene die de Weg naar Vrede heeft afgetekend.
Ook al wil een groot deel van de bevolking in het duister blijven vertoeven is het mogelijk om het Licht in de wereld  te zien. Daarom wordt verlicht met betrekking tot de betekenis van de tijd waarin we nu leven.

Christenen, boven alle anderen, moeten worden verlicht met betrekking tot de betekenis van de tijd waarin we nu leven. Dit zijn de antitypische dagen van Noach en Lot.
De Heer Jezus Christus waarschuwde dat het kwaad en de boosheid, die die tijden kenmerkte de samenleving zou onderscheiden in het uur van zijn wederkomst.

Monday, 7 July 2014

Israël en Gods koninkrijk hand in hand

Nederlands: Oorspronkelijk uit CIA Factbook; v...
 (Photo credit: Wikipedia)
In vele kerkgemeenschappen wordt er maar lat ingezien dat ontegensprekelijk Israel een rol zal spelen in de terugkeer van Jezus en volbrenging van het Koninkrijk van God.

Zo ontdekte Ruben Ridderhof langzamerhand dat Israël en Gods koninkrijk hand in hand gaan. Na diverse keren naar Israël te zijn gereisd en bij Christenen voor Israël aan het werk te zijn gegaan, drong Gods plan met het Joodse volk langzamerhand bij hem door.
 "Als kerk spelen we een 'supporting rol' ten aanzien van Israël."

Pas laat leerde hij dat binnen Gods boodschap het Joodse volk een belangrijke plek inneemt.
 "Als journalistiek-student liep hij stage bij Christenen voor Israël. Langzamerhand drong tot mij door dat Israël meer is dan alleen een land."
Door de Bijbel te gaan lezen ontdekte hij een rode lijn in het Woord van God. Voortdurend wordt er een link gelegd naar het Joodse volk. Van Abraham tot het Nieuwe Testament.
"Voor mij heeft dat echt Gods Woord geopend en licht gegeven op Zijn plan met Israël."
Ruben staat op de sprekerslijst van Christenen voor Israël.
 "Regelmatig leg ik voor groepen Gods plan met Israël uit,"
maakt hij duidelijk.
 "God koos Israël niet zomaar uit. Het volk van Israël krijgt de belofte mee dat zij een koninkrijk van priesters zullen zijn. De heerser van dat koninkrijk is God Zelf. Via Israël worden alle volken op aarde gezegend. Dat kreeg Abraham te horen in Genesis 12."
Zoals vandaag mensen de Verlosser niet verwachten was het destijds. Ook waren de ideeën over die Verlosser wel anders dan diegenen die Christenen vandaag hebben. Zij zagen uit naar een echte wereldse koning, in politieke zin. Daarover spreken de profetieën in het Oude Testament: een koning op de troon van David die recht en gerechtigheid zou doen en over de wereld zou heersen vanuit Jeruzalem.

Ridderehof vindt dat het mooi zou zijn geweest als naar aanleiding van de gesprekken die Jezus voerde met zijn disicpelen, een bijbelstudieboekje was verschenen.
Vlak voordat Jezus opstijgt naar de hemel, vragen zijn discipelen:
 'Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?'
Ridderehof vond dat altijd een domme vraag.
"Het lijkt of de discipelen nog altijd niet begrepen hebben wat Jezus' koninkrijk inhoudt. Maar in feite is het de meest logische vraag die de discipelen kunnen stellen en de meest relevante, gezien alle profetieën. Wanneer de engelen na Zijn hemelvaart zeggen: 'Hij zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan', valt bij de discipelen het profetische kwartje. Als Jezus straks terugkomt, zullen de profetieën worden vervult. Dan komt Hij als koning in heerlijkheid."

Niemand kijkt uit naar komst van Christus

"De Bijbel leert dat niemand God zoekt of verwacht," vertelde Ds. A. Simons, predikant van de hervormde gemeente in Montfoort.
"Ik verlangde niet naar God. Dat wist God van tevoren. Daarom heeft God van jou en mij niets verwacht. Want Hij weet dat er vanuit ons niets goeds komt. Het spijt me. Het lijkt liefdeloos en keihard. Je zou er radeloos van worden. Tenminste, als je het van jezelf verwacht. God heeft zijn Zoon niet gezonden naar mensen die naar Hem uitkeken. Ondanks dat heeft Hij het liefste wat Hij had naar de wereld gezonden. Hoe kunnen wij ‘dode’ mensen dan geestelijk levend worden? Dat is toch onmogelijk?"
Velen willen alles zelf regelen in hun leven en denken dat zij alles zelf kunnen klaren.
God heeft Zijn Zoon gezonden opdat ‘doden’ levend zouden worden. Volgens de prediker ben je als je niet in aanraking gekomen bent met Christus, nog ‘dood’.
"Daarom moeten we levend gemaakt worden. Levendmaking is in aanraking komen met de Zoon van God. Wie levend wordt, gaat verwachten. Kinderen van God hebben verwachting."
Lees meer: "Niemand keek uit naar de komst van Christus"

Thursday, 31 December 2009

God Kijkt toe


Loopt  de wereld uit de hand?
Soms lijkt het wel zo als we in angst leven voor terroristen, opwarming van de aarde, de financiële onzekerheid en minderheidsgroepen die aan de macht komen en hun wil opdrukken. Onze toekomst ziet er zo onvoorspelbaar uit, vooral als geweld en criminaliteit stijgen - zelfs in onze eigen wijken. Maar Zacharias heeft een boodschap voor ons vandaag die ons zal helpen bij het tot rust brengen van onze harten.


"Voor het oog van de Heer is op de hele mensheid, alsmede op de stammen van Israël." (Zacharia 9:1 [mg]) God weet precies wat er gaande is in de wereld waarin wij leven. Hij wist wat het zou worden voordat we het leven ervaarden, en hij heeft een plan voor de toekomst dat alle onrecht, dat er op dit moment gebeurt, zal recht trekken! Gods plan is gedetailleerd in de rest van Zacharia 9, waarin hij verklaart dat hij zijn koning, Jezus, zal sturen om de vrede te verkondigen aan de volken, om zijn volk te redden en om God's vijanden te vernietigen.

De wereld kan zien zoals het is uit de hand is gelopen, maar met Gods wakend oog van toezicht op alles wat er gebeurt, zal hij het niet te ver laten gaan, maar zal Hij ingrijpen op het juiste moment om ons te redden van de ondergang. Dus laten we ons geen zorgen maken over de dingen die gebeuren. God zei ze dat zouden doen. In plaats daarvan laat ze ons geloof versterken en laten wij ons des te gretig verheugen ons om de terugkeer van Christus.

- Robert Prins
Engels origineel / English original > God Watches

Thursday, 12 February 2009

De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl

De Knecht des Heren
2. GODS ZWAARD EN PIJL (Jesaja 49: 1-13)
DE eerste in deze reeks profetieën aangaande de Knecht des Heren was begonnen met Gods introductie van Hem: "Zie, mijn knecht!" In de inleiding op deze tweede profetie treedt de Knecht zelf op om de hele wereld toe te spreken. Reeds na de proloog had God de heidenwereld toegesproken: "Hoort Mij zwijgend aan, gij kust­landen" (Jesaja 41: 1). Dat doet nu ook zijn Knecht. 


De Knecht richt Zich tot alle aardbewoners om zijn bijzondere roeping bekend te maken. Zelfs vóór zijn ge­boorte is Hem een bijzondere opdracht voorbeschikt. "De Here heeft mij geroepen van moeders lijf aan, van de schoot mijner moeder aan heeft Hij mijn naam vermeld" (v. 1). Enige tijd later zou God tegen de profeet Jeremia zeggen: "Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld" (Jeremia. 1:5). Paulus heeft ditzelfde gezegd met betrekking tot zijn apostelschap: "Hem, die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd en door zijn genade geroepen heeft" (Galaten 1: 15). Dit geldt bij uitnemendheid ook voor de Knecht, want voor zijn geboorte heeft God Jozef en Maria verteld dat zij een zoon zou baren: "en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden" (Mattheus 1:21). 


Toen God beloofde profeten onder zijn volk Israël te doen opstaan zei Hij:
"Ik zal mijn woorden in zijn mond leg­gen, en hij zal alles zeggen, wat Ik hem gebied" (Deuteronomium. 18: 18). Deze woorden zijn vooral van toepassing op Gods Knecht: zijn mond zal zijn als een scherp zwaard of een puntige pijl, doeltreffende wapens in zijn geestelijke uitrusting. De vier evangelisten laten ons de vervulling van deze profetie zien. Jezus treedt in de synagogen op met de woorden van Jesaja's laatste Knechtprofetie: "Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen" (Jesaja 61: I). Hij spreekt zoals dat Hem door de Vader is ingegeven: "Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft" (Johannes 12:49-50).
De taak van de Knecht
Uit het gevolg blijkt dat God zijn Knecht geroepen heeft om zijn afvallige volk Israël tot bekering te roepen en te herstellen. In zijn stem klinkt de posi­tieve verwachting van bijvoorbeeld Zacharias in zijn lofzang, als hij zich verheugt over de geboorte van zijn zoon, die de weg van de Messias zal voorbereiden: "dat de Here ons zou geven, zonder vreze, uit de hand der vijanden verlost, Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht, al onze dagen" (Lucas 1:74­75). Mattheüs ziet hierin de vervulling van de profetische woorden: "het volk, dat in duisternis gezeten is, heeft een groot licht gezien, en voor hen, die gezeten zijn in het land en de schaduw des doods, is een licht opgegaan" (Mattheus 4: 16).
De Knecht teleurgesteld
Jesaja voorziet dat de profetische arbeid van de Knecht toch op een mis­lukking zal uitlopen, en aan de hand van de vier evangeliën kunnen we de vervuiling ook van deze woorden nagaan. Enige tijd na zijn verschijning in Galilea met vele wonderen van genezing en ongekende prediking verwijt Jezus zijn volk zijn gebrek aan belangstelling in zijn boodschap en hun matte reactie op zijn oproep: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen." De roep van teleurstelling: "Ik heb mij afgemat voor niets en vruchteloos mijn kracht verbruikt", geeft lang van tevoren het verdriet van Jezus aan, dat op de laatste week van zijn aardse leven zijn dieptepunt bereikte. "Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt het niet gewild" (Mattheus 23:37).
Vele voormalige discipelen hadden al eerder aanstoot genomen en Hem de rug toegekeerd (Johannes 6:66). Hij was weggelopen toen het volk, vol enthousiasme na de spijziging van vijfduizend, Hem met geweld koning wilde maken. In de hof van Gethsemane liet zelfs de innerlijke kring discipelen Hem in de steek. Jezus had afscheid van hen in de bovenzaal genomen met de slotwoorden: "Zie, de ure komt en is gekomen, dat gij verstrooid wordt, een ieder naar het zijne en Mij alleen laat. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij" (Johannes 16:32).
In plaats van Israël te hebben hersteld, heeft Jezus de verwoesting van de stad en de tempel voorzegd en hoe de joden als gevangenen onder alle heidenen weggevoerd zouden worden. Gelet op zijn zeer belovend optreden onder zijn volk had geen mens zijn offerdood kunnen voorzien. Toch heeft God dit zevenhonderd jaar ervoor door Jesaja geopenbaard.
Een voorspoedige zending
God had tegen zijn Knecht gezegd dat Hij Zich door Hem zou verheerlijken. En als God opnieuw tot Hem spreekt blijkt dat Hij in zijn zending, ondanks zijn verwerping door zijn volk, toch zal slagen. "Het is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten en de bewaarden van Israël terug te brengen: 
Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde" (v.6). Paulus past deze woorden in eerste instantie toe op de verkondiging, na Christus' opstanding en verhoging, van het evangelie overal ter wereld. In de verbreiding van zijn gemeente overal in de toenmalige wereld bleek hoe het scherpe zwaard en de puntige pijl inderdaad effectief waren om menselijke weerstand te overwinnen. Velen hebben de waarheid van de woorden van de brief aan de Hebreeën uit eigen ervaring gekend: "Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard" (Hebreeën. 4: 12). 

Maar de woorden zullen hun volledige vervulling hebben bij Christus' wederkomst, wanneer Hij de Koning over allen zal zijn, wanneer in plaats van een krachtig beroep op zijn volk te doen Hij de vonnissen van een Rechter Koning over allen zal uitspreken. "En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmee de heidenen te slaan" (Openbaring 19: 15). Het gevolg zal zijn dat de huidige regeerders in de wereld hun macht zullen afstaan en onderdanen worden in Christus' Koninkrijk. "Koningen zullen dit zien en opstaan; vorsten en zich nederbuigen, ter wille van de Here, die getrouw is, de Heilige Israëls, die u verkoren heeft" (v. 7).
Vrijlating van de gevangenen
De eerste Knechtprofetie had gezegd dat de Here zijn Knecht tot een verbond zou stellen en ook door Hem vrijlating van de gevangenen zou bewerkstelligen. De beide beloften zijn hier herhaald, maar de woorden: "om gevangenen uit de kerker te leiden" krijgen hier ruimere aandacht. De gevangenen verkwijnen in een ander land en moeten teruggebracht worden door de woestijn naar hun land. "Om tot de gevangenen te zeggen: Gaat uit! tot hen die in de duisternis zijn: Komt te voorschijn! Aan de wegen zullen zij weiden, op alle kale heuvels zal hun weide zijn; zij zullen hongeren noch dorsten, woestijngloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun Ontfermer zal hen leiden en hen afvoeren aan waterbronnen" (v.9-1 0). 

Op twee andere plaatsen in deze profetie van Jesaja, waar de Knecht niet wordt genoemd, wordt een beroep op het volk gedaan, uit Babel te vertrekken: "Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar; raakt het onreine niet aan" (Jesaja 52: I 1-12; 48:20-21). Paulus past deze woorden toe op de pelgrimsreis van gelovigen in Christus, die de boze samenleving in de wereld achter zich laten (2 Corintiërs 6: 17). Een dergelijk beroep komt in het boek Openbaring voor waar, evenals in Jesaja, Babel genoemd wordt - nu echter met betrekking tot de rijke samenleving in de eindtijd: "Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen" (Openbaring 18:4). 

In overeenstemming met deze toepassing van Jesaja's woorden op het nieuwe Israël is het citaat van de woorden van Jesaja's tweede Knechtprofetie in het boek Openbaring. Een engel vertelt Johannes dat de grote schare die hij ziet, gekomen is "uit de grote verdrukking", d.w.z. Babel beschouwd als de plaats van slavernij en verdrukking. Bevrijding hieruit hebben zij meegemaakt door hun gewaden te hebben gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam. "Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens (Openbaring 7: 16, 17) •



Met de Bijbel in de hand

++

Vindt ook

Het begin van Jezus #2 Aller Begin
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed


De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden

Zoenoffer
Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
Jezus moest sterven
Achtergelaten aan een paal tot in de dood
Waarom vast houden aan het kruisbeeld
Kruisen en Iconen stukslaan
Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
Een Messias om te Sterven
Jezus drie dagen in de hel
Ook behoort gij Uzelf niet toe, want gij werd met een prijs gekocht