Showing posts with label berouw. Show all posts
Showing posts with label berouw. Show all posts

Tuesday, 23 February 2010

God showing how far He is willing to go to save His children

"And he said, Jesus, remember me when thou comest in thy kingdom. And he said unto him, Verily I say unto thee, To-day shalt thou be with me in Paradise."
Luke 23:42-43

"We believe, confess, repent and die figuratively when 'we are buried with him, by baptism into death' (Romans 6 v 4). The penitent thief believed, confessed, repented, and died literally, after he had been accepted by the dying Jesus: and thus he became the first one to be baptized into Christ.

So what does this mean to our brother or sister who, in his or her humility, feels unworthy, as every right thinking brother or sister feels? Here, surely, is God, showing with emphasis how far He is willing and eager to go to save His children. 'The Lord is longsuffering to us-ward, not willing that any should perish, but that all should come to repentance' (2 Peter 3 v 9). The first one to be baptized into Christ in the Christian dispensation was not someone we might have selected, to put on a pedestal and say 'There is someone you can look up to and follow.' No, the first one was a common criminal, but one who realized his helplessness and his need, and looked on the only example to be followed, that of the One 'who had done nothing amiss'."

- Leslie Evans
-------
The Christadelphian: Volume 114 Bd. 114. electronic ed. Birmingham:
Christadelphian Magazine & Publishing Association, 2001, c1977, S. 114:216-217

Dutch translation / Nederlandse vertaling > God toont met nadruk hoe ver hij bereid is te gaan om Zijn kinderen redden
+++
2013 update: 
Enhanced by Zemanta

God toont met nadruk hoe ver hij bereid is te gaan om Zijn kinderen redden

God toont met nadruk hoe ver hij bereid is te gaan om Zijn kinderen redden

„En hij zei, Jezus, herinner me wanneer u  in uw koninkrijk komt. En hij zei tegen hem, Waarlijk zeg ik u vandaag, jij zal met mij in Paradijs zijn.„ Lukas 23:42 – 43

„Wij geloven, bekennen, hebben berouw en sterven figuurlijk wanneer „wij met hem worden begraven, door doopsel in de dood“ (Romeinen 6 v 4). De berouwvolle dief geloofde, bekende, was berouwvol, en stierf letterlijk, nadat hij door de stervende Jezus was goedgekeurd: en zo werd hij de eerste die in Christus zou worden gedoopt.

Zo wat betekent dit voor onze broeder of zuster die, in zijn of haar nederigheid, onwaardig voelt, als elke juiste denkende broer of zuster voelt? Hier, zeker, is God, die met nadruk toont hoe ver hij bereid en enthousiast is te gaan om Zijn kinderen te redden. „De Heer is treuzelt niet, zoals sommigen denken, maar Hij zou niet willen dat om het even wie zouden moeten omkomen, maar dat allen tot inkeer of bekering  zouden komen (2 Petrus 3 v 9). De eerste dat in Christus in de Christelijke dispensatie moet worden gedoopt was niet iemand die wij zouden kunnen geselecteerd hebben, om op een voetstuk te zetten en te zeggen „Er is iemand tot wie u kunt opkijken en volgen.“ Nee, de eerste was een gewone misdadiger, maar één die zijn hulpeloosheid en zijn behoefte realiseerde, en op het enige te volgen voorbeeld keek, dat van die Ene„wie niets verkeerd had gedaan“.“


- Leslie Evans
-------
In vertaling uit: The Christadelphian: Volume 114 Bd. 114. electronic ed. Birmingham:
Christadelphian Magazine & Publishing Association, 2001, c1977, S. 114:216-217


Wednesday, 27 January 2010

Onvergeeflijke zonde en berouw

In zijn artikel over “de onvergeeflijke zonde” zegt Richard F.Ames dat één van de meest beangstigende zorgen de vrees is om van God te worden afgesneden.

Hij vraagt wat die onvergeeflijke zonde wel kan zijn. Eenvoudig gezegd, is het een zonde die niet zal vergeven worden. God is bereid om onze zonden te vergeven als wij er spijt over hebben, als wij voor hen droevig zijn en als wij vastbesloten zijn om te veranderen. Maar wanneer men zijn geweten verhard om nooit spijt te getuigen dan kan men niet vergeven worden. Dit lijkt mij ook helemaal logisch, zonder spijtbetuiging kan er geen verzoening komen en verdient men ook geen vergeving. Er kan alleen maar iets vergeven worden indien men ook aan voelt dat datgene verkeerd was. Iets dat goed was moet niet vergeven worden.

Maar er zijn bepaalde fouten waar men zo ver over de streep gaat dat God er geen vergiffenis wil voor wenst te geven. Het zijn onvergeeflijke zonden welke de laster tegen de geest gaan. Jezus laat ons weten dat Godslastering niet toegestaan is en onvergeeflijk is.

Oneerbiedig of respectloos over de Allerhoogste spreken (over God of heilige dingen) of kwaad over Hem spreken, Hem te lasteren; of misbruik te maken van Zijn Naam zouden een onvergeeflijke zonde over ons kunnen brengen.

 Een verslag van het Evangelie geeft ons een krachtig voorbeeld. „Toen werd voor hem die werd door een demon bezeten gebracht, blind en stom; en hij [Jezus] heelde hem, zodat de blinde en stomme man zowel zag als sprak. En de mensen massa was verbaasd en zei, `Zou dit de Zoon van David zijn? ' „(Mattheus 12:22 - 23). De farizeeën beschuldigden Jezus en spraken negatief over het miraculeus werk door de Heilige Geest. Jezus waarschuwde hen krachtig: „Daarom zeg ik aan u, elke zonde en laster zullen mensen worden vergeven, maar laster tegen de Geest zal geen mens vergeven worden. Iedereen wie een woord tegen de Zoon van de Mens spreekt, zal het hem worden vergeven; maar diegene die tegen de Heilige Geest spreekt, die zal het niet vergeven worden, noch in deze tijd of in de toekomende tijd." (Mattheus 12:31 - 32).

       Wij allen moeten aan die waarschuwing aandacht besteden. Merk de apostel Paulus zijn waarschuwing aan de Christenen op, die „als wij moedwillig zondigen nadat wij de kennis van de waarheid hebben ontvangen, zal daar geen offer meer zijn voor zonden“ (Hebreeuwen 10:26) blijven. De opzettelijke zonde is een volledig bewuste en bepaalde handeling en een houding die oproept om nooit van zonde spijt te hebben. De opzettelijke zondaar is hardnekkig. Hij of zij heeft een verdord geweten om kwaad te doen. Dit soort zondaar zal nooit zelfs de gedachte van spijt hebben wensen op te brengen en zal er nooit aan denken om terug te komen om op de manier van Gods leven.(cf. 1 Timotheüs 4:2). De onverbeterlijk slechten worden niet verblind als de rest van de wereld; zij hebben „kennis van de waarheid.“ Zij kennen het effect van het offer van Christus, doch schenden zij het. Dergelijken zullen “een bepaalde vreselijke verwachting van oordeel, en vurige verontwaardiging onder ogen krijgen, die de tegenstanders zullen verslinden. Iedereen wie de wet heeft verworpen van Mozes sterft zonder genade op de verklaring van twee of drie getuigen. Welk een zwaardere straf, veronderstelt u, zal waardig gevonden worden door diegene die de zool van de Zoon van God heeft vertrapt, het bloed telde van de overeenkomst waardoor hij een gemeenschappelijk ding geheiligd werd, en de Geest van genade beledigde? „(Hebreeuwen 10:27 - 29).

Niemand zal kunnen ontkomen aan het ernstig oordeel waarbij in de Bijbel sprake is van een meer van vuur voor diegenen die blijven volharden in het zondigen en die de Geest van Genade beledigen. Dit als men met die Geest van Genade de Heilige Geest bedoeld, want in wezen heeft Jezus laten weten dat niet de laster tegen hem zal aangerekend worden als iets onvergeeflijks, maar wel de laster tegen Gods Geest.

De Christenen zijn gewaarschuwd dat al diegenen die deelnemers van de Heilige Geest zijn horen te beseffen dat God die Heilige Geest geeft aan hen die Hem gehoorzamen. (Handelingen van de apostelen 5:32) Indien christenen hun rug volledig naar het geloof draaien en bewust terugkeren naar het kwaad in zulk danige vorm dat zij volledig gehard tot een leven komen waar een permanente houding is van ongehoorzaamheid aan God dan zullen dezen werkelijk in problemen komen op de laatste oordeelsdag. De Schriften leren ons dat het onmogelijk zal zijn om hen dan opnieuw tot berouw te brengen.

“Laten we daarom niet meer terugkomen op de elementaire christelijke leer. We willen niet opnieuw het fundament leggen van geloof in God en van berouw over daden die ons de dood brachten. We willen niet opnieuw spreken over reinigingsriten en handoplegging, over de opstanding der doden en het onherroepelijke oordeel. Laten we liever op weg gaan naar volwassenheid. En met Gods hulp zullen we haar bereiken. Want wanneer mensen eenmaal het licht hebben gezien en van de hemelse gave hebben geproefd en deelgenoot werden van de heilige Geest, wanneer zij de voortreffelijkheid van Gods woord en de krachten van de toekomstige wereld hebben ervaren en na dit alles afvallen, kunnen zij onmogelijk weer tot bekering worden gebracht; want op hun manier hebben zij de Zoon van God opnieuw gekruisigd en aan bespotting prijsgegeven. Wanneer de grond de telkens neervallende regen indrinkt en voor die hem bewerken bruikbaar was voortbrengt, deelt hij in de goddelijke zegen. Maar als hij distels en dorens voortbrengt, is het duidelijk dat hij niet deugt; de vervloeking is nabij en het einde is verbranding.” (Heb 6:1-8 WV78)

Die verbranding houdt dan in dat het dan het einde is van die persoon. Er is dan geen redding meer mogelijk. Hij zal verdoemd zijn tot het eeuwig niets meer zijn: de finale dood.

Eens gedoopt betekend dit niet dat wij niet meer zouden zondigen. Als gewone mens zijn wij maar zwak. Sinds Adam en Eva is de mens een zondige natuur geworden en zijn wij in die mate voor ons ziele heil afhankelijk geworden van Jezus Christus zijn liefdesoffer. Het komt er op aan dat wij ons zelf in toom weten te houden, ons zodanig leren te beheersen dat wij alsmaar minder en minder verkeerd zullen doen. Als wij fouten maken komt het er op aan dat wij die erkennen en het ook spijtig vinden dat wij verkeerd gedaan hebben. Steeds moeten wij over onze fouten berouw hebben en dan is God bereid ons tegemoet te komen. God is zelfs geduldig indien wij niet dadelijk om vergiffenis kunnen vragen. Maar wij moeten er van bewust zijn dat de tijd alsmaar korter wordt. Als Christen moet er in ons steeds dat verlangen zijn om zo perfect mogelijk te worden en zo weinig mogelijk fouten te maken. Wens altijd uw leven voor het goede te veranderen zelfs als door zwakheid u aan verleiding zou toegeven. Steeds moeten wij beseffen dat bij gewone zwakheden daar nog steeds een weg terug is. Dan kunnen wij God nog altijd om een geest van berouw vragen!

Anders wordt het als wij tegen de Geest van God zondigen. Dan is er geen weg meer terug. Dan vergooien dezen die beter zouden moeten weten al hun mogelijkheden.

Betreft de verharding van ons hart hebben wij zelf veel onder controle. Dit kunnen wij tegen gaan. Het hoeft dus niet zo ver te komen dat wij zodanig verkeerd zouden gaan en hier geen spijt zouden over voelen. Dan moet het al heel ver gaan of heel erg gesteld zijn met ons. Daarom moeten wij zorgen dat niets ons zodanig kan trekken naar de overkant van de scheidingslijn. Wij moeten uitkijken dat wij niet in de val trappen van diegenen die God haten en de liefhebbers van God verfoeien. Godhaters zijn de duivels van deze wereld, de tegenstanders van God. (De Satan) De rebellerenden tegen de Schepper van hemel en aarde wensen niet liever dan zoveel mogelijk mensen van God weg te trekken. Het komt er op aan dat wij ons daartegen wapenen.

De gelovige moet zich schrap kunnen zetten tegen alles dat indruist tegen de wetten van de Allerhoogste. Hij moet zorgen dat hij niet verkeerd gaat denken door zich aan verkeerde filosofieën te hechten of te veel verkeerde boeken te lezen of verkeerde films te zien. Hij moet uitkijken voor de verleiding van deze wereld. Door de Wetten van God regelmatig te negeren bij het maken van onze keuzes in dit leven kunnen wij op het verkeerde pad geraken.

Christenen moeten er zich toe zetten zich niet te laten meeslepen door de verleidingen van deze wereld maar ook niet door de tegenslagen die over hen kunnen komen. Wij moeten de verbintenis aangaan om bittere of boze houdingen nooit toe te staan om onze harten en meningen te vergiftigen. En wij moeten de verbintenis aangaan om naar de Heer te streven terwijl hij kan worden gevonden. Oprecht gebed en hartgrondige Bijbel studie moeten wij hoog houden. Steeds moeten wij verkiezen geestelijk wakker te blijven. Geëngageerd blijven, geestelijk actief en waakzaam blijven zijn de mogelijkheden om ons door veilige wateren te loodsen!

Deze wereld heeft zulk een trekkracht op onze belangen dat wij van onze geestelijke prioriteiten kunnen worden afgeleid. Wat is uw persoonlijk doel in het leven? Jezus zei: „Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn oprechtheid, en al deze dingen zullen aan u worden toegevoegd.“(Mattheüs 6:33). Dat zou ons doel moeten zijn in het leven, volgens onze Redder! Het veronachtzamen van onze geestelijke prioriteiten leidt tot geestelijke zwakheid, maar de Geest van de God is de Geest van macht en van liefde en van een correcte mening. De apostel Paulus schreef: „Daarom herinner ik u eraan om de gift van God aan te wakkeren, die in u is door het opleggen van mijn handen. Want God heeft ons geen geest van vrees gegeven, maar een geest van macht of kracht en van liefde en van een correcte mening of bezonnenheid " (2 Timotheüs 1:6 - 7). Zonder die geestelijke macht, zullen wij ons leven niet kunnen veranderen. Wij hebben de Kracht van God in ons leven nodig om dit leven tot een goed einde te brengen. Maar de God is bereid om ons die gift te geven, bovendien de waardevolste gift van Zijn Zoon voor de zonden van de wereld.

Alles hangt van onze eigen keuzes af. Wij zijn volledig verantwoordelijk voor ons zelf. Wij kunnen de schuld niet op een Satan of de duivel steken. Het kwaad of het goed zit in ons. Ook al zouden wij misstappen gedaan hebben, daarom hoeft het nog niet te laat te zijn. God is een liefhebbende God en is vergevingsgezind. Als wij werkelijk bereid zijn om berouw te hebben over onze vergissingen, over onze fouten is God bereid dar de spons over te wrijven.

Als u van God afgesneden voelt, kunt u worden verzoend. U kunt hoop hebben. U kunt dichtbij God worden gebracht door het bloed van Christus.

Als u hierover advies wilt, kan u ons schrijven en zullen wij van harte willen helpen. U hoeft er niet alleen voor te staan. Er zijn mensen bereid om u verder door dit leven te helpen en om u een mooie toekomst te laten zien.

Belgian Christadelphians

Wednesday, 26 August 2009

God receives us on the basis of our faith

"In the sight of God all are sinners and their goodness is inadequate to justify them in His presence. There is only one standard of righteousness, holiness and justice, and that is God’s standard, and God will not at any time compromise that standard in order to accommodate the fickleness of men and women. Sin today is no less sinful than it was in the days of Noah or Eve. God has not evolved from a God who hates sin to a God who merely overlooks it. Human goodness compared with God’s standard of righteousness is stunted and impoverished. It is no good coming to God with our ‘scorecard’ which testifies that we are decent people, we pay our debts and never harm our neighbours. In the context of respectability this may be important, but in the context of salvation it is paltry. Our bit of righteousness is no passport to God’s favour. The Bible teaches that we have to repudiate our own withered morality and confess that we do not measure up to God’s standard. This is called Repentance.

Since men and women cannot be received on the basis of their natural goodness, which is inadequate and unfair, God receives them on the basis of their faith. The faith they show is counted by Him as righteousness. This is the great doctrine of justification by faith and explains why it is impossible to come to God faithless, and why those who come must believe. In order to show how the great principle operates the Apostle Paul takes the case of one man, Abraham. Abraham received certain promises from God which, at the time they were spoken, appeared, humanly speaking, to be impossible of fulfilment. But Abraham had faith in the promises in spite of adverse appearances and God counted this for righteousness:

"He staggered not at the promise of God through unbelief; but was strong in faith, giving glory to God; and being fully persuaded that, what he had promised, he was able also to perform. And therefore it was imputed to him for righteousness. Now it was not written for his sake alone, that it was imputed to him; but for us also, to whom it shall be imputed, if we believe on him that raised up Jesus our Lord from the dead; who was delivered for our offences, and was raised again for our justification" (Romans 4:20-25).

Paul insists that the principles which operated in the case of Abraham are true for every man who will come to God for salvation."

-------
Dennis Gillett
One Bible, Many Churches - Does it Matter What We Believe?

Wednesday, 15 April 2009

Onze Vader staat U-bochten toe

English version > Our Father allows U turns


"Onze Vader staat U-bochten toe."
- Onbekend

"Ik geef u de raad van mij goud te kopen verfijnd in het vuur, zodat u rijk kunt worden; en witte kleding dragen, zodat u uw beschamende naaktheid kunt bedekken, en balsem om op uw ogen te doen, zodat u kunt zien. Dezen van wie Ik hou, berisp ik en disciplineer ik. Dus wordt serieus en berouw. "
Openbaring 3:18-19

Heer, vergeef de misstappen die ik in mijn leven heb gedaan.
Ik ben dankbaar dat ik rechtsomkeer mocht maken
en dat ik op het rechte pad mocht terugkeren.
Sta mij bij en leidt mij naar Uw Koninkrijk.


Our Father allows U turns

Dutch version / Nederlandse versie > Onze Vader staat U-bochten toe


"Our Father allows U turns."
- Unknown

"I counsel you to buy from me gold refined in the fire, so you can become rich; and white clothes to wear, so you can cover your shameful nakedness; and salve to put on your eyes, so you can see. Those whom I love I rebuke and discipline. So be earnest, and repent."
Revelation 3:18-19

Lord, forgive the mistakes I've made in my life.
I am grateful that I was allowed to turn about
and let to go back on the right path.
Assist me and lead me to your Kingdom.


Sunday, 15 February 2009

Repentance and conversion are not milestones which we pass on the way of life and never see again

"Repentance and conversion are not milestones which we pass on the way of life and never see again. This would be to misconceive their true meaning. It is true that life is like a journey ... , but there are abiding principles which are essential for the whole journey and not simply for its commencement. Certainly, repentance has a beginning and comes to a special maturity when we see our need for forgiveness and for union with Christ and the Lord God. But, the fruits of repentance appear at all seasons of life, and keep us in a humble attachment to God. Moreover, when sin appears in our discipleship - and there is no disciple who does not sin - the wells of repentance spring up again as we make confession to God and seek His face. It is for this reason that "Forgive us our trespasses" appears in the Lord's pattern prayer.

Similarly conversion is not a once and for all decision. It is a turning and returning to God throughout our lives. We take up our cross at the beginning, and we have to take it up every day. Constantly we have to take our bearings afresh, like mariners at sea, and correct our course towards God:

"I thought on my ways, And turned my feet unto thy testimonies." (Psalm 119:59)

The threads of repentance and conversion are continuous in the wondrous pattern of life."

--------------------------
---
Brother Harry Tennant
Repentance and Conversion
The Christadelphians - What they Believe and Preach