Welke taal sprak Jezus?
Welke taal sprak Jezus? ‘Aramees’, zullen de meesten onmiddellijk zeggen. Maar een groep wetenschappers in Israël en daarbuiten (Joden en christenen) geeft een genuanceerd antwoord.
Gelijkenissen werden bijvoorbeeld in het Hebreeuws onderwezen. Professor Shmuel Safrai (Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem) schrijft: ‘De gelijkenis was een van de meest voorkomende gereedschappen van rabbijnse instructie vanaf de tweede eeuw v.Chr. tot aan het einde van de periode van de Amoraiem.’ Amoraiem waren Joodse geleerden die in de periode van 200 tot 500 in Babylonië en het land Israël de mondelinge overlevering doorgaven.
Inscripties
Nieuwtestamenticus David Bivin wijst erop dat de inscripties in de Tweede Tempelperiode (536 v.Chr. – 70 n.Chr.) vaker in het Hebreeuws dan het Aramees waren. Pas geleden nog groeven Israëlische archeologen een kalkstenen sarcofaag op met de Hebreeuws inscriptie Ben Hacohen Hagadol. Dat betekent: ‘zoon van de hogepriester’. De Israëlische Oudheidkundige Dienst veronderstelt dat het inschrift betrekking heeft op een jonge leeftijd overleden zoon van een van de hogepriesters die in de jaren 30 tot 70 AD in Jeruzalem zijn ambt uitoefende.
Van de 2142 inschriften die L.Y. Rahmani in zijn catalogus meldde zijn 146 duidelijk in het Aramees en 200 in het Hebreeuws. In de Tweede Tempelperiode waren er 116 Aramese teksten en 137 Hebreeuwse.
Bivin schrijft in zijn boek New Light on the Difficult words of Jesus dat Jezus in een omgeving leefde waarin meerdere talen werden gesproken. ‘Hebreeuws, Aramees en Grieks werd waarschijnlijk gesproken door de meeste Joden in deze tijd.’
De evangeliën lijken er in eerste instantie op te duiden dat Aramees de taal van Jezus was. Het Aramees en Grieks komt voor op vele inscripties. Het was de officiële taal op documenten en voor de handel. ‘Jezus kende en sprak zeker Aramees, maar vele geleerden geloven nu dat Hij zijn onderwijs gaf in het Hebreeuws’, schrijft Bivin.
Een potscherf met Hebreewse tekst in proto-Kanaänitisch schrift die werd gevonden bij Khirbet Qeiyafa. Het zou om de oudste tekst in het Hebreeuws gaan die ooit gevonden is.
Rabbijnse literatuur
‘De rabbijnen van zijn dagen en honderden jaren na hem gaven hun gelijkenissen, voorschriften, gebeden en preken helemaal in het Hebreeuws. In feite zijn er verschillende duizenden gelijkenissen en geleden opgetekend in de rabbijnse literatuur, en deze zijn bijna allemaal in het Hebreeuws, ook als de omgeving Aramees was.’
Bron: Christenen voor Israël