Dinsdag 2 december 2008 vond het eerste Veritas Forum aan de Universiteit van Leiden plaats. Dit gebeurde rondom de presentatie van het nieuwe boek Geleerd en gelovig – 22 wetenschappers over hun leven, werk en God, onder redactie van prof. Cees Dekker. Dit is een bundel persoonlijke verhalen van wetenschappers die christen zijn. Zij schrijven over hun leven, hun geloof in God en de relatie daarvan met hun wetenschap. Hoe kregen geloof en wetenschap een plaats in hun leven? Bracht de ratio van de wetenschap een worsteling of juist een stimulans teweeg voor hun geloof, en andersom? Welke rol speelt hun geloof in de dagelijkse praktijk van de wetenschap? In deze bundel 'spirituele autobiografieën' lezen we de intrigerende antwoorden, geschreven door een heel gevarieerde groep mensen: man & vrouw, jong & oud, nederlander & buitenlander. Wat hen bindt is het geloof in dezelfde God en een passie voor waarheid.
Veritas heeft als doelstelling het debat over grote levensvragen terug te brengen naar de universiteit. Om dat doel te bereiken organiseert Veritas fora waarin een disciplineoverstijgend debat wordt gevoerd. Veritas heeft een christelijke achtergrond en zal het christelijke geloof in de discussies als één van de antwoorden aanvoeren. Er wordt echter van meet af aan principieel ruimte gelaten voor andere antwoorden.
De middag begon met een drietal korte verhalen/redes. Drie wetenschappers, die ook aan het boek hebben meegewerkt, vertelden hierin kort iets over hoe zij vanuit hun leven en werk aankijken tegen het geloof. Doordat James Kennedy, Carlo Beenhakker en Peter Roelofsma een verschillende wetenschappelijke en kerkelijke achtergrond hebben (respectievelijk geschiedenis/calvinistisch, natuurkunde/rooms-katholiek en psychologie/charismatisch), was het interessant om niet alleen hun verhaal, maar ook de onderlinge verschillen te horen.
Ook prof. dr. James Kennedy verzorgde een bijdrage in het boek. De hoogleraar trad gisteren op als eerste spreker op de bijeenkomst. Kennedy citeerde psalm 8. De mens is een wonderlijk wezen, hield hij de studenten voor. ,,In mijn werk als historicus cirkelt het steeds om die mens. Hoe gedraagt de mens zich in historische situaties? Hoe stelt de mens zich het goede voor, welke doelen vindt hij belangrijk om na te streven?
De toespraak van Kennedy was persoonlijk en ging over inspiratie. Op mogelijke spanningsvelden tussen zijn vakwetenschap en zijn geloof, ging hij niet in. Dat gold ook voor de psycholoog Peter Roelofsma en de natuurwetenschapper Carlo Beenhakker, die meteen na Kennedy de gelegenheid kregen hun ervaringen met geloof en wetenschap toe te lichten. Roelofsma nam de gelegenheid te baat om uitgebreid zijn bekeringsverhaal te vertellen: hij zag letterlijk een groot licht opgaan toen hij een kerkdienst bijwoonde ergens in Engeland. Hij werd geteisterd door grote angsten en vond dankzij het licht dat voor hem opging rust voor zijn ziel.
Als wetenschapper kun je ook wel iets met zo'n ervaring, beweerde Roelofsma later op de middag. ,,Het is een empirisch te benaderen gebeurtenis: ook andere mensen hebben dat wonderlijke licht gezien. Maar het geheim van de ontmoeting met God kun je als wetenschapper niet ontraadselen, geeft hij toe.
Met zijn relaas viel Roelofsma niet uit de toon. De opzet van de hele middag was persoonlijk. Het hing samen met het boek dat centraal stond: Geleerd en gelovig. Eerder al stelde Cees Dekker (met anderen) drie boekwerken samen over geloof en wetenschap, maar die vertoonden een ander karakter: veel studieuzer.
In zijn toespraak later op de middag legde Dekker uit wat het verschil precies behelst: ,,Dit boek is anders. Veel boeken over geloof en wetenschap richten zich op de inhoud: wat is geloof, wat is wetenschap, en hoe zijn ze aan elkaar gerelateerd? Dit boek kijkt echter in eerste instantie naar de persoon van de gelovige wetenschapper. Hoe hebben geloof en wetenschap een plaats gekregen in het leven van die wetenschapper zelf? Hoe heeft hij of zij zich het christelijk geloof eigen gemaakt? Bracht de ratio van de wetenschap een worsteling of juist een stimulans rond hun geloven, en vice versa? Wat werkt de relatie geloof-wetenschap uit in de dagelijkse praktijk? Dit zijn de vragen die in dit boek aan de orde komen.
Tijdens het forum onder leiding van Jan Greven, oud-hoofdredacteur van Trouw, draaide het vervolgens vooral om de persoonlijke ervaring om tegelijk gelovige te zijn en wetenschapper. Volgens Carlo Beenhakker, veelbekroond natuurkundige te Leiden, speelt geloof geen rol in het beoefenen van zijn vak. ,,Het gaat alleen om datgene wat meetbaar is. Maar in de wandelgangen en in de koffiekamer is geloof een heel gewoon gespreksonderwerp, vertelde Beenhakker.
Het tweede deel bestond uit drie zogenaamde parallelsessies, voor alpha, bèta en gamma.
Het laatste deel van de middag bestond uit de presentatie van het boek 'Geleerd en gelovig' waarbij Minister-president Balkenende een toespraak heeft gehouden.
Hieruit halen wij:
De Engelse filosoof en staatsman Francis Bacon zei ooit: 'Weinig wetenschap verwijdert van God, veel wetenschap brengt tot Hem terug.'
Bacon, een van de wegbereiders van het verlichtingsdenken, zei dit zo'n vierhonderd jaargeleden. De discussie over de plaats van God in de geschiedenis en de stoffelijke wereld om ons heen moest toen nog beginnen. Men zou kunnen zeggen dat de wetenschap daarna met elke grote ontdekking een stap verder verwijderd is geraakt van God. Vandaag de dag is de wetenschap net zo geseculariseerd als de rest van de samenleving.
En daarin schuilt meteen het bijzondere van dit boek. Het laat zien dat wetenschap en geloof elkaar kunnen versterken. Dat 'geleerd en gelovig' helemaal niet principieel strijdig zijn, zoals veel mensen zijn gaan denken. Dr. Rhoda Hawkins formuleert het als natuurkundige in haar bijdrage heel mooi. Ze schrijft: 'Naarmate de wetenschap me meer leert over de wereld om ons heen, wordt mijn ontzag voor de Schepper steeds groter.'
Ik denk dat dit ook precies is wat Albert Einstein bedoelde, toen hij zei dat verwondering de bron is van alle ware kunst en wetenschap. Met andere woorden: hoe meer we weten, des te groter het besef dat we niet alles kunnen begrijpen.
...
Wat ik in dit boek tussen de regels door lees, is dat het geloof voor veel wetenschappers in de eerste plaats hun manier van kijken bepaalt. Het geloof maakt ze geen betere wetenschappers, maar ze stellen wel andere vragen.
Zoiets geldt ook voor politici. Neem bijvoorbeeld het klimaatdebat. Daar gaat een wereld achter schuil van cijfers, uitgewerkte scenario's, technische innovaties in de energiesector en geld. Maar de vraag hoe we als rentmeesters omgaan met Gods schepping en hoe we die overdragen aan de volgende generatie heeft voor mij wel degelijk ook een religieuze dimensie. Dat maakt mij in moreel opzicht geen betere politicus, maar het bepaalt wel mijn manier van kijken.
'Een zekere eenheid in het denken, zowel binnen als buiten diensttijd', noemt professor Jan Boersema dat in zijn verhaal. Dat lijkt mij een prachtige leefregel.
> Geleerd en gelovig
> „Geloof niet haaks op wetenschap of evolutie” (Reform.Dagbl.)