De spreker, actief op de Bijbelschool van Nehemia Ministries, legde uit dat de Bijbel bestaat uit het oude en nieuwe verbond. "Het nieuwe verbond heeft het oude (de wet) geannuleerd. Dat verbond is afhankelijk van ons geloof in Christus. Er zijn bepaalde voorwaarden waardoor we ons kunnen verbinden met God. In het oude verbond was dat onze gehoorzaamheid. Dat is tegelijkertijd een probleem, want we zijn niet altijd gehoorzaam. De wet openbaarde dan ook de verdorvenheid van de mens. In het nieuwe verbond is onze relatie niet langer afhankelijk van het feit of we het wel of niet goed doen. Onze relatie met God is nu gebaseerd op het bloed van Jezus. En dus hoeven we niet in een kramp te zitten en kunnen we ontspannen leven."
Pieterman geeft voorbeelden over het "ellebogenwerk" dat er in de huidige kerken op valt.
"Men kan zeggen: 'Mijn kerk is beter dan jouw kerk, want wij hebben de juiste leer' of 'Wij zijn veel charismatischer dan jullie'. Het goede kan soms nog giftiger zijn dan het kwade. Jezus had geen enkel probleem met hoeren en tollenaren, maar wel met religieuze mensen die dachten het goede te doen. Dat principe zien we in het oude en nieuwe verbond."
"De wet is door Mozes gegeven, de genade en waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. De wet was bedoeld voor een tussenfase. Christus is het einde van de wet en zorgt ervoor dat een ander principe gaat gelden."Wij kunnen er in komen dat hij verlangd te zien dat mensen die Jezus Christus volgen dan ook onder die genade van christus zullen vallen en er ook naar zullen leven. Naar de leer van Christus Jezus leven valt echter veel mensen moeilijker dan hij doet voorschijnen. Eerst en vooral wensen de meeste mensen vast te houden aan de tradities en geven er ook de voorkeur aan om bij een gekende of grotere kerkgemeenschap deel uit te maken.
Het is wel zo dat genade ons van eigen eer berooft, maar dan moeten wij ons in alle nederigheid aan die Genade durven onderwerpen. En onderwerping is nu net iets dat bij de meeste mensen moeilijk valt te rijmen met hun ego.
De spreker geeft toe.
"We willen graag eer behalen door bijvoorbeeld te zeggen: 'toen ik veertig dagen had gevast, gaf God opwekking in Nederland'. Maar bij genade moeten we ons verlies erkennen. In genade kunnen we alleen roemen in Christus. Hoe ruiterlijker we ons verlies toegeven, hoe overvloediger de genade over ons leven toestroomt. Daarom is genade de kracht van God, die ons in staat stelt te leven zoals God wilt. Dit geeft mij een passie om Hem te kunnen gehoorzamen en voorkomt dat we roemen in onszelf. Genade kost de ontvanger niets en de Gever alles."