Showing posts with label godtoebehoren. Show all posts
Showing posts with label godtoebehoren. Show all posts

Wednesday 16 March 2011

To belong to = toebehoren

To belong to

Dutch original version: Toebehoren

One can belong to someone or to something or get by someone. A person can when he belongs be subjected or submitted to someone or be the property or possession of someone.

Under the key word or tag “toebehoren” (to belong to / belonging to) you will find mainly articles that go over the vassalage or which concerns giving oneself vassalage or finding himself self as possession of someone or something else, like to anger, the world, people, or to Jesus or in the best circumstances to God.

Belonging to (“toebehoren”) implies that one belongs there to and wants to make en inherent part of. It is an implicit action of dispossession or act of surrender or vassalage in solidarity. It is the surrender of the self, wanting to bind the dispossession of itself to that or to the one whom one wants to belong to. One wants to be part or constitute of that to which the person wants to be connected with or to be related to. The binding to the thing or person is by willing to give the own personality in subjection to the other.

Originating from the Indo-European  (Indo-German) ekklèsia and the Greek verb the ekklèsiadzö: (folkmeeting / gathering of the people) the assembly or public meeting or to convene also “to conduct there the word” indicates the gathering or coming together of them which have prepared themselves to attach themselves to the Lord they want to come under. The ekklesia (Gr. EKKX7/vla, of EK, of, EK, and KaXEiv, to clamour, to cry, weep, call out, making noice) brings together those people who are kyriakón (kirk signaling “from the lord originating” or “belonging to the lord”, “ the, lord belonging”). Belonging to God also indicates that one feels oneself at home by him and is happy to be under His custody. One wishes to put oneself at the service of God and in solidarity one can be then the group belonging to God or the belonging ones, or the ecclesia, also known as the ‘church”.

From the Greek word and term ekklèsia the Romanesque words for church have originated: église (Fr.), chiesa (It.), iglesia (Sp.), igreja (Port.) as well as the words kirk, kirke, kirch, church.

Belonging to also means being part of, being devoted to, attached to, but also being one of mind.

Being affiliated, to be part of, to be a member of

accompanying, originating, included, enclosed, being attached to, adherent at, inherent at,

including, implicitly.

To fit, to harmonize, to agree

constitute by, to level by, part from, in the terms, come under, being intrinsic, inherent.
the solidarity, attachment
attach to, appertain to

cum annexis, with ap- and dependence , dependency

enclose, to understand, imply

Toebehoren

Iets of iemand toebehoren

English translation: To belong to = toebehoren

Men kan iemand toebehoren of iemand toekomen, het is te zeggen onderworpen zijn aan iemand of het eigendom of bezit zijn van iemand.

Onder het trefwoord “toebehoren” (“to belong to”) zal u hoofdzakelijk artikelen vinden die gaan over de onderworpenheid of het zich als bezit willen over geven aan anderen of aan iets anders, zoals aan het kwaad, de wereld, de mens, of aan Jezus of in de beste omstandigheden aan God.

Het “toebehoren” houdt in dat men er bij hoort en inherent deel van wil uit maken. Het is een impliciete daad van overgave of onderworpenheid in samenhorigheid. Het is de overgave van zich te willen binden aan datgene of diegene die men wil toebehoren. Men wil dan deel uitmaken van datgene waar men zich aan wil binden of verknocht zijn.

Het van van Indogermaans afkomstige “ekklèsia” en het Griekse werkwoord 'ekklèsiadzö': 'een volksvergadering samenroepen' ook: 'er het woord voeren' duiden op de samenkomst van hen die zich bereid hebben gevonden om zich te hechten aan de enige Heer waar zij willen onder ressorteren. De ekklesia (Gr. EKKX7/vla, van EK, van, EK, uit, en KaXEiv, roepen, , schreien, lawaai maken) brengt die mensen samen die “kyriakón” zijn ( “kirk” beduidend “van de Heer afkomstig” of “tot de Heer behorend”, “de Heer toebehoren”). Het toebehoren aan God duidt ook aan dat men zich thuis voelt bij Hem en gelukkig is onder Zijn hoede te zijn. Men wenst zich dan ook ten dienste van God te stellen en in samenhorigheid kan men dan de groep van de aan God toebehorenden vormen, of de ecclesia, ook gekend als “de kerk”.

Uit het Griekse woord en begrip 'ekklèsia' zijn de Romaanse woorden voor 'kerk' voortgekomen: 'église' (Fr.), 'chiesa' (It.), 'iglesia' (Sp.), 'igreja' (Port.) alsook de woorden kirk, kirke, kirch, church.

Het “toebehoren” betreft het “behoren tot” maar kan ook slaan op het één van geest zijn en:

Het aanhorig zijn, saamhorig, samenhorig, bijhorig, bijbehorend, afkomstig, inbegrepen, ingesloten, medegerekend, meegerekend, medegeteld of meegeteld zijn, geaffilieerd zijn,  gehecht aan, verknocht aan, adherent zijn aan, inherent zijn aan,, inclusief, impliciet, wezenlijk gebonden zijn.

bijhoren, aanbehoren, aaneenbehoren, behoren bij, samen horen, thuishoren, passen bij, te pas komen bij, deel uitmaken van, het lid zijn van, in de termen vallen, ressorteren onder, inhereren.
Het betreft de aanhorigheid, saamhorigheid, samenhorigheid, gehechtheid, verknochtheid.
annex, bijhorigheden, aankleefsel, met het aankIeven van dien, iets met aI zijn hebben en houden,
cum annexis, met ap- en dependentiën.

bijrekenen, rekenen tot, insluiten, ergens onder begrijpen, impliceren

het te harmonizeren, het akkoord gaan