Showing posts with label sociëteit. Show all posts
Showing posts with label sociëteit. Show all posts

Wednesday, 10 November 2010

Congregation - Congregatie

Congregatie (kongregatie): congregation (ME congregacioun fr.  MF & L congregation, congregatio), the act of congregating,: an assemblage of persons (or things); gathering, assembly of persons, body of Christians, body of believers; company or order of religious persons; deliberative meeting of governing body.  In the Old Testament a name given to the children of Israel.
F: Congrégation D: Gemeinde I: Parrocchiani



Under this tag "congregatie" you shall be able to find articles mostly talking about the community of men that together want to come to serve God.  The church community or fixed group of men that is part of an ecclesia or church. 

Further it shall be about the Old Testament name given to the children of Israel, the chosen People of God as used in. 

The community of men that stand behind one and the same belief point.  The administration body of a community.  Association of lay people or of clergymen who under ecclesiastic approval hold religious service.

But it can also be about 'The Congregation' (= collection, official name:  Sodali' tium, Sodaliteit'), a particular kind of pious association, with as purpose to perform godly work or charity. 

The congregation distinguishes itself of the usual pious association, because they are organized as a specific organic corporation, the members (congreganists) having the right to vote.  The Congregationalists or congregation members of The Congregation are also members of a brotherhood, set up to promote public service. 

In the Catholic Church the Congregations must be set up or approved by the competent ecclesiastic authorities.  As there are the Roman Congregations, Religious Congregation and Mary-congregation. 

+

Association, the members, the associated, those serving together and taking up an engagement, the belonging to, the inaugurated, the togetherness or assembling, the people meeting, the company, the alliance, confederation

confrery, confrère, partnership, trade-union, circle, federation, body, corps, corporation,  apostate, division, section, branching, department, clique, circle, coterie, club, debating-club, circle of friends, desk, collegium, governor, members list, guild,guildsmen, guildstaf, assembly, meeting, session, assembly, council session, members assembly, convent, conference






Congregatie (kongregatie) of broedergemeenschap, broederschap, gemeente of parochie, communiteit, geaffilieerden, aangeslotenen.

Op onze bladzijden zal het meestal gaan over de gemeenschap van mensen die samen willen komen om God te dienen.  De kerkgemeenschap of vaste groep van mensen die behoren tot een ecclesia of kerk.

Verder veel gebruikt voor de in het Oude Testament gegeven naam aan de kinderen van Israël, het verkozen Volk van God.

De gemeenschap van mensen die achter eenzelfde geloofspunt staan.  Bestuurslichaam van een gemeenschap.  Vereniging van leken of van geestelijken die onder kerkelijke goedkeuring godsdienstoefeningen houden.

+

Vereniging, de leden, de geassocieerden, diegenen die samen een engagement aangaan, de toebehorenden, de ingewijden of de ingekochten, de samen of bijeenkomenden, de samentreffenden, het gezelschap, de sociëteit, bondgenootschap, eedgenootschap,

aartsbroederschap, gildebroederschap, confrérie, vennootschap, veem, vakvereniging, kring, bond, lichaam, korps, corps, corporatie, gilde, apostolaat, afdeling, sectie, vertakking, departement, clique, cercle, coterie, club, debatingclub, vriendenkring bestuur, bureau, collegium, bestuurder, ledenlijst, gildestaf, vergadering, samenkomst, bijeenkomst, zitting, vergadering, raadszitting, achterraad, ledenvergadering, convent, congres, meeting,

groepsvertegenwoordiging, plenum vergaderplaats, vergaderzaal, verenigingslokaal, raadkamer, sociëteit, rendez-vous, gildehuis, gildekamer, kerkgemeenschap, godsdienstige groepering, godsdienstoverleg, overlegorgaan, geloofsorgaan de opname, aggregatie, incorporatie, coöperatie, voorzitting, leiding godsvruchtig orgaan, godvrezend orgaan, godsdienstige vereniging, godgevallige groepering, godgezinden, godminnenden, godlievenden, godverheerlijkenden,vromen, kerkgezinden,kerksen, heiligbegerigen, hemelsgezinden,godgelaten, devoten, religieuzen, pieuzen, piëtisten, God dienenden/prijzende/lovenden/erenden, godsgetrouwen

kerkbestuur, kerkregering, Bijbelcommissie, Bijbelgenootschap, Bijbelgetrouwen, herderlijke vereniging/genootschap, kloosterling, woudbroeder, heremiet, eremiet, kloostervolk, ordegeestelijken, ordebroeders, regulieren, lekenbroeders, kloosterjuffers, kloosterzusters, kloosternonnen, kloostermaagden, zusters, bruiden des Heer, masoeurs, koorvrouwen, van de wereld wegtrekkenden/terugtrekkenden,


+

De Congrega'tie (= verzameling, officiele naam: Sodali'tium, Sodaliteit'), een bijzonder soort vrome vereniging, met als doel het verrichten van godvruchtige of liefdadige werken.

De congregatie onderscheidt zich van de gewone vrome vereniging, doordat zij als organieke corporatie is ingericht, d.  w.  z.  dat de leden (congreganisten) stemrecht of zeggenschap hebben.  De congreganisten of congregatieleden van de Congregatie zijn ook leden van een broederschap, opgericht ter bevordering van de openbare eredienst.

De Congregaties moeten in de Katholieke Kerk door de bevoegde kerkelijke overheid zijn opgericht of goedgekeurd.
Zo zijn er de Romeinse Congregaties, Religieuze Congregatie en Mariacongregatie.

Parish, local church community - Parochie, plaatselijke kerkgemeenschap

Parochie: Parish


ME Parroche paroisse fr L parochia fr LGk paroika fr paroikos Christian (fr Gk stranger, fr par para + oikos house) fr the early Christians looking upon themselves as strangers on earth, their real home being the Kingdom of God.
The ecclesiastical unit of area committed to one pastor; the local church community; a portion of diocese committed to the pastoral care of the clergyman. A district having its own church and minister or priest.




For the first Christians the parish was the house where the 'foreigners' came together.  They looked at themselves as foreigners who stayed here on this earth as temporary residences, or getting this earth in loan, until they could enter the Kingdom of God.

In the Roman catholic Catholic Church the parish became the ecclesiastic order that constitutes part of a diocese, about which a priest has been appointed.
By some protestant groups, it is the ecclesiastic municipality or the church community or congregation.  Also the association is named in the Netherlands once in a while  briefly 'the Soos'. 

By several Biblestudents one speaks more of the church community or ecclesia, by which the inhabitants of a larger territory are meant, that belong to a particular group, or follow their service  in a particular house or church or temple, considered being part of that ecclesia.

In general we can say that it is the independent ecclesiastic municipality of a denomination, under a priest, pastor or minister, which mostly forms a part of a large town or a city- municipality with a separate preacher. 

The parish transforms then the ecclesiastic territory, by the R. Catholic Church as a division of a diocese, about which a priest or legal person is appointed, there, on the order of the bishop, to take care of the soul-service.  This priest becomes named priest, pastor or minister .  The priest and its co-helpers (curates in the Catholic Church) (Elders in protestant communities) form together the parish-ministers, parish clergy or parish-elders. The Roman Catholics, that in a particular Parish have their domicile or seemingly domicilie, are the parishioners; they must turn to for their clergyman matters to the priest of the Parish. 

To set up a Parish for the Roman Catholics , change or to cancel it can only be done by the local ordinarius (the bishop of the diocees).  In the Mission, this church resort seemingly-Parish (quasi-Parish) is than  a part of an Apostolic vicariate or prefecture (Apostolic vicaris and Apostolic prefect).



The parish Church is then that church, that has been built for a particular parish in which the religious service shall be held, and the parishioners be administered the sacraments  (baptism, marriage, etc.) and their funerals are held.




Voor de eerste Christenen was de parochie het huis van de vreemdelingen waar samen gekomen werd. Zij aanzagen zichzelf als vreemdelingen die hier voorlopig verblijven, of de aarde in leen krijgen, tot zij het Koninkrijk van God kunnen binnen gaan.

In de Rooms Katholieke Kerk werd de parochie het kerkelijk gebied dat deel  uitmaakt van een bisdom, waarover een pastoor is aangesteld.
Bij sommige protestantse groepen is het de kerkelijke gemeente of geeft het de kerkgemeenschap of congregatie weer. Ook wordt het wel eens de sociëteit genoemd of in Nederland kortweg 'de Soos'.

Bij verscheiden Bijbelstudenten spreekt men eerder van de kerkgemeenschap of ecclesia, waarbij de bewoners van een groter gebied die bij een bepaalde groep behoren of hun dienst volgen in een bepaald huis of kerkgebouw of tempel, dan als behorende tot die ecclesia worden beschouwd.


Algemeen zou men kunnen zeggen dat het de zelfstandige kerkelijke gemeente is van een denominatie, onder een pastoor, pastor of dominee, welk meestal slechts een deel van een grote dorps of stadsgemeente met een aparte predikant vormt.

De parochie vormt dan het kerkelijk gebied, bij de R.Katholieke Kerk deel van een bisdom, waarover een priester of juridische persoon is aangesteld, om er, in opdracht van de bisschop, de zielzorg uit te oefenen. Deze priester wordt pastoor, pastor of dominee genoemd. De pastoor en zijn medehelpers (kapelaans in de Katholieke Kerk) (Ouderlingen in protestantse gemeenschappen) vormen tezamen de parochie-geestelijken of parochie-oversten. De katholieken, die in een bepaalde Parochie hun domicilie of quasi domicilie hebben, zijn de parochianen; zij moeten zich voor hun geestelijke aangelegenheden tot de pastoor van de Parochie wenden.

Een Parochie voor de Katholieken oprichten, veranderen of opheffen kan slechts de plaatselijke ordinarius (de bisschop van het diocees).
In de Missie heet dit kerkressort quasi-Parochie, een onderdeel van een Apostolisch vicariaat of prefectuur (Apostolisch vicaris en Apostolisch prefect).

De Parochiekerk is dan die kerk die voor een bepaalde parochie gebouwd is,  waarin de godsdienstoefeningen worden gehouden en de parochianen de sacramenten worden toegediend (doopsel, huwelijk, etc.) en hun uitvaart wordt gehouden.

+

kerkdorp, kerkgemeenschap, binnen-/buiten-parochie, filiaalkerk, dochterkerk

Wednesday, 27 October 2010

Parochie

Parochie: Parish


ME Parroche paroisse fr L parochia fr LGk paroika fr paroikos Christian (fr Gk stranger, fr par para + oikos house) fr the early Christians looking upon themselves as strangers on earth, their real home being the Kingdom of God.
The ecclesiastical unit of area committed to one pastor; the local church community; a portion of diocese committed to the pastoral care of the clergyman. A district having its own church and minister or priest.




For the first Christians the parish was the house where the 'foreigners' came together.  They looked at themselves as foreigners who stayed here on this earth as temporary residences, or getting this earth in loan, until they could enter the Kingdom of God.

In the Roman catholic Catholic Church the parish became the ecclesiastic order that constitutes part of a diocese, about which a priest has been appointed.
By some protestant groups, it is the ecclesiastic municipality or the church community or congregation.  Also the association is named in the Netherlands once in a while  briefly 'the Soos'. 

By several Biblestudents one speaks more of the church community or ecclesia, by which the inhabitants of a larger territory are meant, that belong to a particular group, or follow their service  in a particular house or church or temple, considered being part of that ecclesia.

In general we can say that it is the independent ecclesiastic municipality of a denomination, under a priest, pastor or minister, which mostly forms a part of a large town or a city- municipality with a separate preacher. 

The parish transforms then the ecclesiastic territory, by the R. Catholic Church as a division of a diocese, about which a priest or legal person is appointed, there, on the order of the bishop, to take care of the soul-service.  This priest becomes named priest, pastor or minister .  The priest and its co-helpers (curates in the Catholic Church) (Elders in protestant communities) form together the parish-ministers, parish clergy or parish-elders. The Roman Catholics, that in a particular Parish have their domicile or seemingly domicilie, are the parishioners; they must turn to for their clergyman matters to the priest of the Parish. 

To set up a Parish for the Roman Catholics , change or to cancel it can only be done by the local ordinarius (the bishop of the diocees).  In the Mission, this church resort seemingly-Parish (quasi-Parish) is than  a part of an Apostolic vicariate or prefecture (Apostolic vicaris and Apostolic prefect). 



The parish Church is then that church, that has been built for a particular parish in which the religious service shall be held, and the parishioners be administered the sacraments  (baptism, marriage, etc.) and their funerals are held.




Voor de eerste Christenen was de parochie het huis van de vreemdelingen waar samen gekomen werd. Zij aanzagen zichzelf als vreemdelingen die hier voorlopig verblijven, of de aarde in leen krijgen, tot zij het Koninkrijk van God kunnen binnen gaan.

In de Rooms Katholieke Kerk werd de parochie het kerkelijk gebied dat deel  uitmaakt van een bisdom, waarover een pastoor is aangesteld.
Bij sommige protestantse groepen is het de kerkelijke gemeente of geeft het de kerkgemeenschap of congregatie weer. Ook wordt het wel eens de sociëteit genoemd of in Nederland kortweg 'de Soos'.

Bij verscheiden Bijbelstudenten spreekt men eerder van de kerkgemeenschap of ecclesia, waarbij de bewoners van een groter gebied die bij een bepaalde groep behoren of hun dienst volgen in een bepaald huis of kerkgebouw of tempel, dan als behorende tot die ecclesia worden beschouwd.



Algemeen zou men kunnen zeggen dat het de zelfstandige kerkelijke gemeente is van een denominatie, onder een pastoor, pastor of dominee, welk meestal slechts een deel van een grote dorps of stadsgemeente met een aparte predikant vormt.

De parochie vormt dan het kerkelijk gebied, bij de R.Katholieke Kerk deel van een bisdom, waarover een priester of juridische persoon is aangesteld, om er, in opdracht van de bisschop, de zielzorg uit te oefenen. Deze priester wordt pastoor, pastor of dominee genoemd. De pastoor en zijn medehelpers (kapelaans in de Katholieke Kerk) (Ouderlingen in protestantse gemeenschappen) vormen tezamen de parochie-geestelijken of parochie-oversten. De katholieken, die in een bepaalde Parochie hun domicilie of quasi domicilie hebben, zijn de parochianen; zij moeten zich voor hun geestelijke aangelegenheden tot de pastoor van de Parochie wenden.

Een Parochie voor de Katholieken oprichten, veranderen of opheffen kan slechts de plaatselijke ordinarius (de bisschop van het diocees).
In de Missie heet dit kerkressort quasi-Parochie, een onderdeel van een Apostolisch vicariaat of prefectuur (Apostolisch vicaris en Apostolisch prefect).

De Parochiekerk is dan die kerk die voor een bepaalde parochie gebouwd is,  waarin de godsdienstoefeningen worden gehouden en de parochianen de sacramenten worden toegediend (doopsel, huwelijk, etc.) en hun uitvaart wordt gehouden.


+

kerkdorp, kerkgemeenschap, binnen-/buiten-parochie, filiaalkerk, dochterkerk

Congregatie

Congregatie (kongregatie): congregation (ME congregacioun fr.  MF & L congregation, congregatio), the act of congregating,: an assemblage of persons (or things); gathering, assembly of persons, body of Christians, body of believers; company or order of religious persons; deliberative meeting of governing body.  In the Old Testament a name given to the children of Israel.
F: Congrégation D: Gemeinde I: Parrocchiani



Under this tag "congregatie" you shall be able to find articles mostly talking about the community of men that together want to come to serve God.  The church community or fixed group of men that is part of an ecclesia or church. 

Further it shall be about the Old Testament name given to the children of Israel, the chosen People of God as used in. 

The community of men that stand behind one and the same belief point.  The administration body of a community.  Association of lay people or of clergymen who under ecclesiastic approval hold religious service.

But it can also be about 'The Congregation' (= collection, official name:  Sodali' tium, Sodaliteit'), a particular kind of pious association, with as purpose to perform godly work or charity. 

The congregation distinguishes itself of the usual pious association, because they are organized as a specific organic corporation, the members (congreganists) having the right to vote.  The Congregationalists or congregation members of The Congregation are also members of a brotherhood, set up to promote public service. 

In the Catholic Church the Congregations must be set up or approved by the competent ecclesiastic authorities.  As there are the Roman Congregations, Religious Congregation and Mary-congregation. 

+

Association, the members, the associated, those serving together and taking up an engagement, the belonging to, the inaugurated, the togetherness or assembling, the people meeting, the company, the alliance, confederation

confrery, confrère, partnership, trade-union, circle, federation, body, corps, corporation,  apostate, division, section, branching, department, clique, circle, coterie, club, debating-club, circle of friends, desk, collegium, governor, members list, guild,guildsmen, guildstaf, assembly, meeting, session, assembly, council session, members assembly, convent, conference






Congregatie (kongregatie) of broedergemeenschap, broederschap, gemeente of parochie, communiteit, geaffilieerden, aangeslotenen.

Op onze bladzijden zal het meestal gaan over de gemeenschap van mensen die samen willen komen om God te dienen.  De kerkgemeenschap of vaste groep van mensen die behoren tot een ecclesia of kerk.

Verder veel gebruikt voor de in het Oude Testament gegeven naam aan de kinderen van Israël, het verkozen Volk van God.

De gemeenschap van mensen die achter eenzelfde geloofspunt staan.  Bestuurslichaam van een gemeenschap.  Vereniging van leken of van geestelijken die onder kerkelijke goedkeuring godsdienstoefeningen houden.

+

Vereniging, de leden, de geassocieerden, diegenen die samen een engagement aangaan, de toebehorenden, de ingewijden of de ingekochten, de samen of bijeenkomenden, de samentreffenden, het gezelschap, de sociëteit, bondgenootschap, eedgenootschap,

aartsbroederschap, gildebroederschap, confrérie, vennootschap, veem, vakvereniging, kring, bond, lichaam, korps, corps, corporatie, gilde, apostolaat, afdeling, sectie, vertakking, departement, clique, cercle, coterie, club, debatingclub, vriendenkring bestuur, bureau, collegium, bestuurder, ledenlijst, gildestaf, vergadering, samenkomst, bijeenkomst, zitting, vergadering, raadszitting, achterraad, ledenvergadering, convent, congres, meeting,

groepsvertegenwoordiging, plenum vergaderplaats, vergaderzaal, verenigingslokaal, raadkamer, sociëteit, rendez-vous, gildehuis, gildekamer, kerkgemeenschap, godsdienstige groepering, godsdienstoverleg, overlegorgaan, geloofsorgaan de opname, aggregatie, incorporatie, coöperatie, voorzitting, leiding godsvruchtig orgaan, godvrezend orgaan, godsdienstige vereniging, godgevallige groepering, godgezinden, godminnenden, godlievenden, godverheerlijkenden,vromen, kerkgezinden,kerksen, heiligbegerigen, hemelsgezinden,godgelaten, devoten, religieuzen, pieuzen, piëtisten, God dienenden/prijzende/lovenden/erenden, godsgetrouwen

kerkbestuur, kerkregering, Bijbelcommissie, Bijbelgenootschap, Bijbelgetrouwen, herderlijke vereniging/genootschap, kloosterling, woudbroeder, heremiet, eremiet, kloostervolk, ordegeestelijken, ordebroeders, regulieren, lekenbroeders, kloosterjuffers, kloosterzusters, kloosternonnen, kloostermaagden, zusters, bruiden des Heer, masoeurs, koorvrouwen, van de wereld wegtrekkenden/terugtrekkenden,


+

De Congrega'tie (= verzameling, officiele naam: Sodali'tium, Sodaliteit'), een bijzonder soort vrome vereniging, met als doel het verrichten van godvruchtige of liefdadige werken.

De congregatie onderscheidt zich van de gewone vrome vereniging, doordat zij als organieke corporatie is ingericht, d.  w.  z.  dat de leden (congreganisten) stemrecht of zeggenschap hebben.  De congreganisten of congregatieleden van de Congregatie zijn ook leden van een broederschap, opgericht ter bevordering van de openbare eredienst.

De Congregaties moeten in de Katholieke Kerk door de bevoegde kerkelijke overheid zijn opgericht of goedgekeurd.
Zo zijn er de Romeinse Congregaties, Religieuze Congregatie en Mariacongregatie.