Hebt elkaar lief
Dit zou, natuurlijk, het eerste moeten zijn op de lijst van de zorgen van de heilige. En het meeste van wat op dit vlak is gezegd is duidelijk verwant met liefde. Maar aangezien wij het einde van deze wereldse zaken naderen, moeten wij een speciale inspanning leveren om nogmaals liefde te overwegen.
„De liefde is geduldig en vriendelijk. Zij benijdt niet, schept niet op, is niet trots. Zij is niet ruw, zoekt zich zelf niet, wordt niet gemakkelijk geïrriteerd, houdt geen verslagen bij van de slechte dingen. De liefde verrukt niet in kwaad maar verheugt zich met de waarheid. Het beschermt altijd, vertrouwt altijd, hoopt altijd, volhardt altijd“ (1 Cor. 13:4-7).
De God is een jaloerse God. Hij eist al onze liefde en aandacht. Maar omdat wij meer van God houden, houden wij dan minder van onze broeders? Onze liefde voor God is verschillend van onze liefde voor een andere persoon. Als wij echt van God houden, zullen wij onze liefde voor hem in praktische uitdrukkingen van liefde voor anderen tonen. De ware goddelijke liefde sluit geen menselijke liefde uit; eerder, verbetert zij deze.
Verzen 4-7 hierboven, bevatten een dozijn of zo kenmerken van Bijbelse „liefde“. Wij zullen beurtelings elke één overwegen:
De „liefde is Geduldig“
Wij hebben het voorbeeld van Christus, die geduldig zijn discipelen onderwees en hen telkens weer hielp toen zij struikelden en geen geloof hadden. Ongetwijfeld waren er tijden dat hij zijn handen de hoogte in wilde werpen en de inspanningen totaal wilde opgeven, omdat zij zo langzaam waren om te leren en zo bij het handhaven van hun eigen natuurlijke affecties bleven. Maar hij hield zielsveel van hen; ondanks hun ontoereikendheid hield hij van hen; hij bad voor hen; en hij zette voort tot zijn inspanningen vrucht begonnen te dragen. Kunnen wij om het even wat minder voor onze broeders doen?
De „Liefde is Vriendelijk“
Dit Nederlandse woord „vriendelijk“ is één van die bleke, sentimentele woorden die geen enkele rechtvaardigheid geven aan het origineel. Wij zouden moeten zeggen, in plaats daarvan, dat de liefde attent is, een actieve, geïmpliceerde zorg voor de behoeften van anderen tonende, zelfs tot het nadeel van zijn eigen comfort. Wij denken waarschijnlijk allen over ons zelf als „vriendelijk“ zijnde, want wij zijn zeker nooit „onaardig“! Zijn wij?
„Als een broer of een zuster gebrek heeft aan dagelijks voedsel en met ziekte overladen zijn, en één van u zegt aan hen, `gaat in vrede, verwarmd u en wees voldaan,' zonder hen de dingen te geven die nodig zijn voor het lichaam, waarvoor dient het dan?“ (Jakobus 2:15,16).
Er zijn tijden wanneer een „vriendelijk woord“ niet meer is dan schijnheiligheid, omdat het het nalaat om op om het even welke praktische manier gemaskeerd te helpen. Hebben wij ons ooit aan zulk een handeling, in goedaardige, „vriendschappelijke“ onverschilligheid aan de omstandigheden van anderen schuldig gemaakt? Dan kunnen wij hoffelijk en burgerlijk en prettig geweest zijn, maar wij zijn niet „vriendelijk“ in de Bijbelse betekenis geweest, en wij zijn niet liefhoudend geweest.
De „Liefde Benijdt Niet“
De divergentie van giften onder de Korintiërs veroorzaakte afgunst. Eveneens, kan vandaag de afgunst uit vergelijkingen tussen broeders voortvloeien: „Wie is de betere spreker?“ „Waarom was hij de verkozen regelende Broeder?“ „Die-en-die willen alles doen, of die-en-die mogen alles doen. Wie gaf hem (of haar)verantwoordelijkheid?“ De persoon die dergelijke vragen kan stellen heeft in het hart niet de beste belangen voor het gehele lichaam.
De jaloersheid, of de afgunst, zijn een vreselijke ziekte, en vaak fataal in de geestelijke betekenis. Het vernietigt sneller zijn schepper of uitlokker dan door wie het wordt geleid.
De „Liefde schept niet op … is Niet Trots“
Afgunst en opschepperij zijn vrij nauw verwant. Zij stammen beide af van het zelfde basisprobleem: eigenliefde eerder dan liefde voor anderen. De ware liefde moet niet opdringerig zijn. Zij vergt geen aandacht. Zij kan zich veroorloven te wachten. Herinner wat Jezus van de arrogante farizeeërs, welke hun werken door mensen moesten worden gezien, zei: „Zij hebben al hun beloning.“ Laat dit niet van ons worden gezegd.
De „Liefde is Niet Ruw“
Soms moet een zachte waarschuwing of zelfs een strenge berisping worden toegepast. Het is mogelijk om juist te zijn om het juiste ding zelfs te zeggen maar om het absoluut op de verkeerde manier te zeggen. Een kritiek kan misschien werkelijk terecht zijn, maar als het met een superieure of trotse of overheersende manier wordt geleverd zal het geen goed resultaat bereiken. Zoals altijd, is het principe overweging voor anderen: Doe tegenover anderen zoals u wenst dat zij zouden doen tegenover u. In het kort… zie ze graag.
De „Liefde zoekt zich zelf niet“ of Liefde is niet eigenzuchtig”
Heeft u ooit deelgenomen aan een drie –benige loopwedstrijd? U kunt de snelste renner zijn bij de picknick, maar u zult uitgespreid op het gras beëindigen tenzij u aan de stijl van uw partner kunt aanpassen. Dit principe houdt ook waarheid in voor de ecclesia. Wij zijn alle lid van het ene lichaam, en wij moeten leren om als eenheid te functioneren. Wij worden „ samen ingespannen “ met onze broeders voor vele inspanningen; wij kunnen niet altijd de manier kiezen die ons het meest tevredenstelt.
Uw manier om dingen te doen kan altijd de beste zijn, maar het zal niet altijd door de meerderheid de verkozen wijze zijn. Wat doet u dan? Ga je verder of „val je er uit“? Er zijn gevallen geweest waarbij leden die vergaderingen verlieten wegens absoluut onbelangrijke meningsverschillen, waarin zij er niet in slaagden om hun eigen manier te krijgen en enkel niet genoeg konden buigen om samen met anderen te gaan. En zij, en soms hun families, hebben betaald voor die koppigheid met twintig of dertig jaar van aan zichzelf opgelegde isolatie.
Er is een uiterst verlichtende passage in dit verband: „Voor zelfs Christus stelde zich zelf niet tevreden “ (Romeinen 15:3).
Enkel zes kleine woorden, maar een wereld van terechtwijzing, aanmoediging en zelfonderzoek. Als zelfs Christus niet zich zelf plezierde, wie zijn wij dan om te denken dat de dingen altijd zouden moeten gaan volgens onze manier? Wie zijn wij om ons zelf in alles te gelieven?
De “Liefde wordt Niet gemakkelijk Boos“ of de “Liefde is Niet Geïrriteerd”
Een persoon die de ware liefde van God bezit heeft een geest van vrede die geen andere heeft. In het midden van geschil en controverse, blijft hij een rust onderhouden en behoudt hij een redenerende mening, en een mogelijkheid om vrede te handhaven. Hij heeft die zelfde binnensereniteit die Christus door zijn grote proeven ondersteunde.
Een persoon in zulk een kader van geestelijke vorming kan door anderen niet worden beledigd. Hij wordt niet uitgedaagd tot het knarsetanden of wraak. Hij vertrouwt op de gunst van God, hij weet dat er een definitieve uitspraak is die alle schade zal herstellen, en hij is niet bezorgd over wat een mens aan hem ondertussen zou kunnen doen. Als God voor hem is, wie kan dan tegen hem zijn?
De „Verrukkingen van de Liefde ligt Niet in Kwaad, Maar in Waarheid“
Indien een gedachte ooit zou kunnen worden gekoppeld aan „laat een mens zich zelf onderzoeken“, dan is dit het zeker! Doen wij allen dit niet? Luisteren wij niet allen naar geruchten, roddels en kwade insinuaties? Leiden wij allen soms niet genoegen af uit de tekortkomingen van anderen, vooral van deze die eerder modellen van rechtvaardigheid schenen te zijn?
Wij beoordelen ons door de normen van anderen, en wanneer wij dit doen zijn wij blij om hen te zien vallen. Wij neigen te denken dat wij verhevene worden als onze broeder neer wordt gehaald. Maar wanneer wij volgens deze norm leven bederven wij volledig het onderwijs van Paulus van de eenheid van het lichaam van Christus en de afhankelijkheid van één lid op een ander. Deze hooghartige ideeën verliezen hun betekenis wanneer de samenwerking door de concurrentie wordt vervangen.
De „Liefde Beschermt altijd“
Wij moet verder gaan dan het voorbeeld van Christus. Christus droeg onze zonden in zijn lichaam op de martelpaal, en meer dan dat hij ons verdriet droeg dat hij een perfecte bemiddelaar zou kunnen zijn.
De geest treuzelt op een beeld, misschien voor velen bekend. Één jongen met een jongere op zijn rug. „Hij is niet zwaar. Hij is mijn broer!“ De spanning is duidelijk daar, maar hij draagt zijn last graag. Alle dingen zijn relatief, is het niet zo? Ja, op meer manieren dan één! Wij zijn bereid om voor onze families te doen wat ondraaglijk lijkt indien gedaan voor anderen.
Zitten wij op zondag ochtend in de vergadering met het gevoel dat diegenen met wie wij brood breken werkelijk onze familie zijn? Of zijn onze uitdrukkingen van „Broer Smith“ en „Zuster Jones“ slechts een formeel, gestileerd adres? Laat ons die familieverhouding waarvan de Bijbel zo vaak spreekt beleven; laat ons verheugen met hen die zich verheugen, en huilen met hen die wenen. Laat ons elkaars lasten dragen, en zo de wet van Christus vervullen (Gal. 6:2).
De „Liefde Hoopt altijd… Volhardt altijd “
Het Leven van de Christen van liefde is een blij bestaan. In het midden van verdriet en pijnen, verheugt hij zich in de grote giften van de Schepper.
Zijn oog is stevig plaatste op de hoop die als een berg vóór hem oprijst. Er kan een vallei over te steken zijn alvorens hij die verre piek bereikt. Maar hij verwijdert nooit zijn oog van die glorieuze toekomst; en alle kleine vervelendheden en ongemakken van het leven worden gezien voor wat zij zijn - het over stenen stappen onderweg naar het Koninkrijk. Paulus Zegt op een andere plaats: „Ik weet allebei hoe vernederd te zijn, en ik het weet hoe rijk te zijn; overal waar en in alle dingen ben ik opgeleid zowel om voldaan als hongerig te zijn, zowel om rijk te zijn als aan behoefte te lijden. Ik kan alle dingen door Christus doen die me versterkt“ (Filippenzen 4:12,13).
Al dat wat God ons heeft gegeven - rijkdom, talenten, intelligentie, gezondheid - vermindert met het verstrijken van tijd. De mens wordt oud en sterft. Slechts de liefde blijft, als brug tussen dit leven en komend leven, een brug over de kloof van verschillen van eeuwige nietsheid. Elke andere gift of talent zal ontbreken, zoals de giften van de Heilige Geest uiteindelijk ophielden. Het enige ding dat blijft is het karakter van de mens, ingegraveerd in de oneindige geest van God.
- Broeder George Booker·
Een Nieuwe Creatie; Een Handboek voor Nieuwe Christadelphians, Jonge Christadelphians, en Toekomstige Christadelphians Hoofdstuk 46
> A New Creation;
A Manual for New Christadelphians, Young Christadelphians, and Prospective Christadelphians Chapter 46