Showing posts with label Immanuël. Show all posts
Showing posts with label Immanuël. Show all posts

Tuesday 26 January 2016

Voor hen die beweren dat Jezus God is

Hebben degenen die denken dat Jezus God is zich nooit afgevraagd of dat zij wel alles geloven wat God Zelf zegt?

Wanneer u gelooft dat Jezus God is gelooft u dat God altijd de waarheid vertelt?

Volgens de Bijbel kan God namelijk geen leugens vertellen.
 “God is niet een mens, dat Hij liegen zou, noch een mensenkind, dat Hem iets kon berouwen; zou Hij iets zeggen en het niet doen, zou Hij iets spreken en het niet houden?” (Numeri 23:19 NLB)
 “opdat wij door twee stukken, die onwankelbaar zijn, waarin het onmogelijk is, dat God liegt, een krachtige bemoediging hebben,  — wij die de toevlucht genomen hebben om vast te houden aan de aangeboden hoop,” (Hebreeën 6:18 NLB)
Vergeet ook niet op te merken dat de Bijbel ons verteld dat God geen mens is doch Jezus was een man van vlees en bloed die na zijn dood nogmaals aan zijn volgelingen bewees dat zij niet moesten vrezen voor hem omdat hij geen geest is.

God vertelt ons ook dat het onmogelijk is voor de mens om God te zien en te leven.
“En Hij sprak verder: Mijn aangezicht kunt gij niet zien, want geen mens zal leven, die Mij ziet.” (Exodus 33:20 NLB)
Als zodanig was niemand ooit in staat om God te zien. Hoewel degenen die beweren dat Jezus God is vergeten dat Jezus werd geboren en werd gezien door veel mensen. Die man die zo'n 2000 jaar geleden werd geboren (in 4vgt) besefte maar al te goed Wie de Allerhoogste was. Hij was de vleeswording van wat God in de Hof van Eden had uitgesproken. In die tijd van de Romeinse onderdrukking kwam God Zijn Woord in het vlees. Hij was de gezondene van God, om licht te werpen op de wereld en om zijn hemelse Vader bij velen bekend te maken. Als je goed kijkt naar de teksten van de Bijbel die je moet zien dat het niet God zelf die daar was, maar iemand anders
 “Hij was het licht niet, maar opdat hij van het licht getuigen zou.” (Johannes 1:8 NLB)

Jezus zelf  was niet het licht, maar hij was wel diegene die getuigenis zou komen afleggen van het Licht Welke ook een teken zou geven omtrent die te komen persoon die een einde zou maken aan de dood en aan de onmenselijke regeringen die deze wereld tot dan toe had gehad.

Hij die geboren zou worden zou god tot ons brengen in de hoedanigheid van Zijn vertegenwoordiger te zijn. De naam die hij mocht dragen betekent niet dat hij als de Immanuël, zoals alle ander kinderen die zo genoemd zijn, niet god zelf zou zijn. Het is een naam ter ere van die Allerhoogste God, die zijn aardse ouders hem mochten geven.

Voor zijn geboorte werd al aan de wereld medegedeeld dat er een jonge vrouw zou zwanger worden van een kind dat de naam Jeshua (Jesus/Jezus) zou dragen en dat deze groot zal zijn, en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven om voor eeuwig over het huis van Jakob te regeren. Dat zou ook betekenen dat zijn Koninkrijk geen einde zou hebben.
“Daarom zal de Heer zelf ulieden een teken geven. Zie, de maagd is zwanger, en zal een zoon baren, dien zal zij noemen Immanuël.” (Jesaja 7:14 NLB)
 “30 En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, gij hebt genade bij God gevonden. 31 Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon baren; diens naam zult gij Jezus noemen. 32 Deze zal groot zijn en een Zoon des Allerhoogsten genoemd worden: en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven; 33 en Hij zal Koning zijn over Jakobs huis voor eeuwig, en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn. 34 Toen zeide Maria tot de engel: Hoe zal dat toegaan, daar ik van geen man weet? 35 De engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat van u geboren zal worden, Gods Zoon genaamd worden.” (Lukas 1:30-35 NLB)
 “21  En het geschiedde, toen al het volk zich liet dopen, en Jezus ook gedoopt was en bad, dat de hemel zich opende, 22 en de heilige Geest op Hem neerdaalde in een lichamelijke gedaante, gelijk een duif, en een stem kwam uit de hemel, die zeide: Gij zijt mijn geliefde Zoon; in U heb Ik een welbehagen. 23 En Jezus was, toen Hij begon, omstreeks dertig jaar oud, en werd gehouden voor de zoon van Jozef, de zoon van Eli,” (Lukas 3:21-23 NLB)

 “hoe God deze Jezus van Nazaret gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht, die alom gereisd is en heeft welgedaan, en allen gezond gemaakt, die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem.” (Handelingen 10:38 NLB)

 “Daarom zal Ik hem ene grote menigte ten deel geven, en hij zal machtigen tot een roof hebben, daarom, dat hij zijn leven in den dood gegeven heeft, en den kwaaddoeners gelijk gerekend werd, en dat hij de zonden van velen gedragen, en voor de overtreders gebeden heeft.” (Jesaja 53:12 NLB)
Het kind geboren voor ons, is een zoon ons gegeven, om een ​​bemiddelaar te zijn tussen mens en God. Deze is in de hemel, gezeten naast God, terwijl hij indien hij god zou zijn op de plaats van God zou zitten. Ons wordt verteld dat God hem gezag gaf en als zodanig op hem de overheid zal rusten op zijn schouders terwijl zijn naam zal zijn 'Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.' Van alle goden van de wereld moet u weten dat deze goden niet de God zijn. Zo worden engelen, Mozes, Farao, Baal en alle anderen wel god genoemd maar zijn deze net de Elohim Adonai God. Maar al die goden in de Bijbel, zoals ook Jezus god genoemd worden zijn belangrijke personen of door mensen hoog geachten. Van die goden is Jezus wel de hoogste, hoewel hij in eerste instantie  lager was dan de engelen. Het was pas nadat Jezus met het geven van zijn lichaam voor de zonden van anderen, hoger werd geplaatst dan de engelen.
 “(9-5) Want ons is een kind geboren, een zoon is ons gegeven, wiens heerschappij op zijnen schouder is; en zijn naam is: Wonderbaar, Raad, Kracht, Held, Eeuwige Vader, Vredevorst.” (Jesaja 9:6 NLB)
“7 Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, met eer en heerlijkheid hebt Gij hem gekroond, en hebt hem gesteld over de werken van uw handen; 8 alles hebt Gij onder zijn voeten onderworpen". Want daarin, dat Hij Hem alles onderdanig gemaakt heeft, heeft Hij niets overgelaten, dat Hem niet onderdanig gemaakt is; maar nu zien wij nog niet, dat Hem alles onderdanig gemaakt is. 9 Maar Hem, die een weinig minder gemaakt is dan de engelen, namelijk Jezus, zien wij door het lijden des doods gekroond met eer en heerlijkheid, opdat hij door Gods genade voor allen de dood zou smaken.” (Hebreeën 2:7-9 NLB)
Jezus werd niet uit de doden opgenomen en verhoogd door zichzelf, maar door zijn hemelse Vader, de Enige Ware God en God van Abraham, Isaak en Jakob. Het was God die hem heeft gekroond met heerlijkheid en eer, en hem benoemde over de werken van Gods handen.

Zij die denken dat helemaal geen werken nodig waren om ons te redden moeten weten dat vele mensen van God door Hem zijn goedgekeurd juist door hun werken. Zo ook voor Jezus was hij lager dan de engelen, maar vanwege het lijden des doods is Jezus gekroond met heerlijkheid en eer, zodat door de genade van God Jezus dood zou smaken voor iedereen.

Voor degenen die geloven dat Jezus God is moeten zij zich realiseren dat de Bijbel ons vertelt dat geen mens ooit kan God  iets kan aandoen alsook dat de dood God niets kan doen. God wordt een eeuwige Geest genoemd in de Bijbel. Dat eeuwig zijn houdt in dat hij geen begin nog einde heeft an dus ook niet kan niet sterven. In de heilige Schrift staat ook vermeld dat Die Al-wetende eeuwige Geest de God der goden is, de Heer der heren of Here der heerscharen.
“want de Heer, uw God, is de God aller goden en de Heer boven alle heren, een groot God, machtig en vreeselijk, die den persoon niet acht en geen geschenken neemt;” (Deuteronomium 10:17 NLB)
Jezus hoort niet onze god te zijn, maar zoals in de bijbel staat, moeten wij hem erkennen als de zoon van God. Wij moeten slechts geloven in één God die geen partijdigheid vertoont, noch smeergeld aanvaard. Aan ons is Zijn zoon aangeboden in wij geloof moeten stellen en op wie wij mogen rekenen dat hij voorspreker zal zijn bij zijn hemelse Vader, wat natuurlijk niet zou kunnen indien hijzelf God is.

Diegenen die vertellen dat Jezus God moet zijn, omdat hij zijn bloed gaf om ons te redden en dat nu alle mensen gered zijn voor altijd, vergeten dat een geest geen vlees en bloed heeft en dat Jezus na zijn dood bewezen heeft aan zijn discipelen dat hij geen geest is.
 “33 En zij stonden te dier uur op, keerden terug naar Jeruzalem, en vonden de elf vergaderd, en die bij hen waren, 34 welke zeiden: De Heer is waarlijk opgestaan, en aan Simon verschenen! 35 En zij verhaalden hun wat op de weg geschied was, en hoe Hij door hen herkend was geworden, toen Hij het brood brak. 36  En toen zij daarvan spraken, stond Jezus zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij met ulieden! 37 En zij verschrikten en vreesden, en meenden, dat zij een geest zagen. 38 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij zo verschrikt, en waarom komen zulke gedachten in uw harten op? 39 Ziet mijn handen en mijn voeten, Ik ben het zelf; betast Mij en ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, gelijk gij ziet, dat Ik heb. 40 En toen Hij dit zeide, toonde Hij hun zijn handen en voeten.” (Lukas 24:33-40 NLB)

God kan niet aangeraakt worden, maar Jezus wel. Een geest heeft geen vlees en botten zoals Jezus er wel heeft.  Niet Jezus moeten wij aanbidden maar wel God die geest is. Maar wij moeten degelijk weten welke god wij willen aanbidden want wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en waarheid.
“God is Geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in Geest en in waarheid aanbidden.” (Johannes 4:24 NLB)

Jezus als een wezen van vlees, bloed en botten vertelde de mensen over zijn doel op aarde en over zijn hemelse Vader Die als de Enige Ware God, de God van Abraham moeten aanbeden worden. Jezus leerde dan ook de mensen hoe zij tot die God moesten bidden (Het Onze Vader).

Het was ook Die God Die zei over Jezus dat hij Zijn eniggeboren zoon was. Degenen die zeggen dat Jezus God is negeren al die uitspraken van God en van Jezus. Die laatste wist heel goed dat hij niets kon doen zonder God zijn hemelse Vader die groter is dan Jezus. Indien Jezus God zou zijn dan zouden ze beide dezelfde grootheid zijn.
“17  En Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nog toe, en Ik werk ook. 18 Daarom zochten de Joden nu veel meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat brak, maar ook zeide, dat God zijn eigen Vader was, en zichzelf aan God gelijk maakte. 19 Toen antwoordde Jezus en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: De Zoon kan niets van zichzelf doen, dan wat Hij de Vader ziet doen; want wat die doet, dat doet desgelijk ook de Zoon. 20 Want de Vader heeft de Zoon lief, en toont Hem alles wat Hij doet, en zal Hem nog groter werken tonen dan deze, zodat gij u verwonderen zult. 21 Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, wie Hij wil. 22 Want de Vader oordeelt niemand, maar al het oordeel heeft hij aan de Zoon gegeven, 23 opdat allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, die eert de Vader niet, die Hem gezonden heeft. 24 Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Wie mijn woord hoort, en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in het oordeel, maar hij is uit de dood tot het leven overgegaan. 25 Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Het uur komt en is nu reeds, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en wie haar horen zullen, zullen leven; 26 want gelijk de Vader het leven heeft in zichzelf, alzo heeft Hij aan de Zoon gegeven, het leven te hebben in zichzelf, 27 en heeft Hem macht gegeven zelf het oordeel te houden, omdat Hij de Mensen Zoon is.” (Johannes 5:17-27 NLB)
 “27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u: niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart verschrikke niet en vreze niet. 28  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom terug tot u. Had gij Mij lief, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga tot de Vader; want de Vader is groter dan Ik. 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat, als het geschieden zal, gij gelooft. 30 Ik zal voortaan niet veel meer met u spreken; want de vorst van deze wereld komt, en heeft niets aan Mij. 31 Maar opdat de wereld erkenne, dat Ik de Vader liefheb, en alzo doe, gelijk de Vader Mij geboden heeft: staat op, en laat ons van hier gaan.” (Johannes 14:27-31 NLB)

Het is de Vader die de Zoon lief heeft Die Jezus de autoriteit heeft gegeven te oordelen. Wij moeten Jezus zijn woorden horen, en geloven in Hem, Die Jezus gezonden heeft, dan kunnen wij eeuwig leven, verkrijgen en niet in de verdoemenis, maar uit de dood overgegaan in het leven.

Indien Jezus God is waren zij elkaars gelijke. Dan zou de Vader ook niet groter zijn dan Jezus, die dan ook de God der goden zou zijn. Laten wij best daarom niet die menselijke doctrines volgen die ons doen willen geloven dat God een Drie-eenheid zou zijn. Die valse leerstelling moeten wij naast ons neerleggen. Wij moeten geloven wat er in de bijbel staat. alsook moeten wij als Christenen opvolgen wat Jezus zijn volgelingen geboden heeft.

Degenen die beweren dat Jezus God moet zijn, want anders zouden we niet kunnen worden gered, onderschattende mogelijkheden van de mens die door God geschapen is alsook geven zij dan de indruk dat God bij de schepping al dadelijk hogere eisen stelde dan dat de mensen ooit zouden kunnen naleven. Dat zou van die God een zeer verschrikkelijke god maken.
Zulke ontkenners van Jezus mens zijn moeten zich dan ook afvragen en verwonderen dat God dan geen verschrikkelijke potentaat zou zijn, Die regels of geboden, waarvan hij wist dat niemand ze kon houden, hen en ons oplegde. Daarom willen wij u voorstellen om verder te lezen over deze materie.

Gelieve daarom verder te lezen met:

Een koning die zijn onderdanen wetten oplegt waarvan hij weet dat zij zich er nooit aan kunnen houden


+
English version /Engelse versie For those who believe Jesus is God
++
Aanvullende lectuur
  1. Rond God de Allerhoogste 
  2. Geloof in slechts één God 
  3. God meester van goed en kwaad
  4. Schepper en Blogger God 11 Het Oude en Nieuwe Blog 1 Gericht op één mens
  5. Een Drievoudige God of simpelweg een éénvoudige God
  6. Heilige drievuldigheid of drie-eenheid
  7. Is God Drie-eenheid
  8. Woord van God
  9. Geïnspireerd Woord
  10. Heilige Schrift Woord van God
  11. Eeuwigblijvend Woord dat alles vertelt
  12. Het belang van het lezen van de Schrift
  13. Zonder God geen reden, geen doel, geen hoop
  14. Breng glorie aan Jehovah God de Allerhoogste
  15. Alle dingen eertijds geschreven tot ons onderricht
  16. Wetten en regels ter onderwijs
  17. Neergeschreven namens God om op te voeden tot een deugdzaam leven
  18. Een Naam voor een God #9 Vals geloof gevoed door vrees
  19. Jehovah Wiens Naam heilig is
  20. Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste
  21. Aanbidden, Aanbidding, Eredienst en Gebed
  22. Vertrouwen op God
  23. God Kijkt toe
  24. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #2 Instructies en Wetten
  25. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #2 Zuiverheid
  26. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #10 Gebed #8 Voorwaarde
  27. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #13 Gebed #11 Naam om apart geplaatst te worden
  28. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #14 Gebed #12 De andere naam
  29. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #18 Volbrenging
  30. Geloof in Jezus Christus
  31. Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
  32. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  33. Een plaats voor een vreemdeling en een vluchteling
  34. Een Groots Geschenk om te herinneren
  35. Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
  36. Politiek en macht eerste prioriteit # 3 Verhoging van Maria en de Heilige Geest
  37. Het begin van Jezus #2 Aller Begin
  38. Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
  39. Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
  40. Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
  41. Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
  42. Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
  43. Jezus van Nazareth #1 Jezus’ geboorte
  44. Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
  45. Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
  46. Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
  47. Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
  48. Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
  49. Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
  50. De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
  51. De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
  52. De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
  53. De Knecht des Heren #4 De Verlosser
  54. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  55. Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte
  56. Wereld waarheen? #2 Gebed om de komst van de koning 
  57. Wereld waarheen #3 – de wortelscheut van David
  58. Wereld waarheen? #4 Het Lied van de Serafs
  59. Wereld waarheen? #5 De Val van Babel
  60. Toewijding van Jezus
  61. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God
  62. Dienaar van zijn Vader
  63. De Leidsman van geloof
  64. Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
  65. De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden
  66. Geen Wegvluchter
  67. Zoenoffer
  68. Het Zoenoffer
  69. Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
  70. 14 Nisan een dag om te herinneren #4 Een Gedood Lam
  71. 14 Nisan een dag om te herinneren #5 De te vieren dag
  72. Gevangenneming en terechtstelling van Christus Jezus
  73. Jezus moest sterven
  74. Jezus stervensdag
  75. Jezus vindt de dood op Golgota op voorbereidingsdag
  76. Achtergelaten aan een paal tot in de dood
  77. Waarom vast houden aan het kruisbeeld
  78. Kruisen en Iconen stukslaan
  79. Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
  80. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus
  81. Indien God Zijn eigen wil niet heeft
  82. Een Messias om te Sterven
  83. Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
  84. Jezus drie dagen in de hel
  85. Na de sabbat na Pesach, de verrijzenis van Jezus Christus
  86. Ook behoort gij Uzelf niet toe, want gij werd met een prijs gekocht
  87. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen
  88. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
  89. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
  90. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
  91. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
  92. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
  93. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
  94. Christus kennen is zin geven aan het leven
  95. Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
  96. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  97. Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
  98. Filippenzen 1 – 2
  99. Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God
  100. Want het is geen leeg woord
  101. Mogelijkheid tot leven
  102. Verzoening en Broederschap 6 Geestelijk tabernakel
+++

Thursday 29 January 2009

Jezus van Nazareth #1 Jezus Geboorte


Jezus van Nazareth

I. ZIJN GEBOORTE

DAVID verzocht de Here een huis voor Hem te Jeruzalem te mogen bouwen, een duurzaam heiligdom om de plaats in te nemen van de tabernakel in Gibeon. Gods antwoord was dat Hij zelf van plan was een 'huis' voor David te bouwen, een koninklijke dynastie die nooit ten einde zou komen. Deze koninklijke lijn zou uitlopen op een Koning die in eeuwigheid zou regeren en dus geen opvolger zou heb­ben. Met het oog op zijn komst zei God: "Ik zal hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn" (2 Samuel 7: 14).
Deze woorden zijn in eerste instan­tie en in beperkte zin toegepast op Davids zoon Salomo, maar het Nieuwe Testament ziet hierin de belofte van de eniggeboren Zoon van God. "Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb u heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn" (Hebreeën 1:5).

Een door God gegeven teken

In tegenstelling met de wisselende dy­nastieën in het noordelijke rijk van Is­raël stamden alle koningen die in Jeru­zalem over het zuidelijke rijk van Juda regeerden uit het geslacht van David. In de tijd van de profeet Jesaja beraam­den de rijken van Syrië en Israël een gezamenlijke aanval op Jeruzalem met de bedoeling koning Achaz af te zetten en een andere koning aan te stellen. Dit zou Gods belofte aan David te niet hebben gedaan, vandaar de verzeke­ring die Jesaja, namens de Here, heeft gegeven: "Het zal niet bestaan en het zal niet geschieden" (Jesaja 7: 7). De Here wilde een teken van zijn verijdelen van de beraamde aanval aan Achaz geven, "diep in het dodenrijk of boven in den hoge", maar toen hij weigerde zei Jesaja: "Daarom zal de Here zelf u [het huis van David] een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven" (v. 14).
De belofte houdt de verzekering in van de bestendigheid van Davids troon door de wonderbaarlijke geboorte van de koning. Dat deze koning de eeuwig­levende Messias zou zijn blijkt uit de voortzetting van Jesaja's profetie, waar hij eerst de vreugde voorziet die zijn geboorte zal brengen en in het vervolg zijn rechtvaardige heerschappij beschrijft. "Want een Kind is ons gebo­ren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder ... Groot zal de heerschappij zijn en ein­deloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk" (Jesaja 9). "En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï" (Jesaja 11:1). De wonderbaarlij­ke geboorte sluit zich aan bij de belofte aan David van een Koning met een bij­zondere afkomst: "Ik zal Hem tot Va­der zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn."
Het woord dat de moeder be­schrijft, alma, komt slechts negen keer in de Schrift voor. In geen van deze voorvallen blijkt dat een getrouwde vrouw wordt bedoeld, terwijl in som­mige gevallen het om een meisje gaat die waarschijnlijk niet getrouwd is (Mirjam, de zuster van Mozes, bijvoor­beeld in Exodus 2:8) en dit is zeker het geval met Rebekka. Er is een ander woord dat soms als maagd wordt ver­taald, maar dat toch verduidelijking door een toevoeging nodig heeft. De knecht van Abraham, die een geschikte vrouw voor Isaäk moest vinden, zag Rebekka naar de waterbron komen. "En het meisje was zeer schoon van uiterlijk, een maagd (betla), met wie geen man gemeenschap had gehad" (Gen. 24: 16). Maar alma heeft geen nadere bevestiging van maagdelijkheid nodig, zoals blijkt uit ditzelfde verhaal: "laat het nu zo zijn, dat de maagd (alma), die naar buiten komt om te put­ten ... de vrouw zal zijn, die de HERE voor de zoon van mijn heer bestemd heeft" (v.43-44).

De vervulling van de belofte

Mattheüs vertelt ons in zijn evangelie hoe de engel van de Here aan jozef verscheen, toen hij van zins was van zijn verloofde te scheiden omdat zij reeds zwanger was. De engel zei: "Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw. tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest" (Mattheus 1:20). Mattheüs voegt aan deze mededeling de verklaring toe dat dit de vervulling was van Gods woord door zijn profeet Jesaja: "Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zei­de: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren" (v.22).
Terwijl het evangelie naar Mattheüs de aandacht op jozef vestigt, vertelt Lucas hoe Gods engel tot Maria in Nazareth kwam. Zij begreep uit zijn boodschap niet alleen dat haar het grote voorrecht was geschonken, moeder van de beloofde Messias van Israël te worden, maar ook dat zij zwanger zou worden vóórdat zij met jozef ging trouwen. In antwoord op haar vraag van verbazing - "Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?" -zei Gabriël: "De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u over­schaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden" (Lucas 1:35).
Deze woorden geven Gods verkla­ring voor het ontstaan van zijn eniggeboren Zoon aan. Terecht heeft Paulus op deze gebeurtenis de profetische woorden van Psalm 2 toegepast: "En wij verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus op te wekken, gelijk in de twee­de psalm staat: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt" (Handelingen 13:34). "Opwekken" heeft hier, gelijk bijvoor­beeld eerder in dit boek - "Een profeet gelijk mij zal God u uit uw broe­ders doen opstaan" (Handelingen 7:37) - de betekenis van: in leven roepen.

Het getuigenis van Marcus

Marcus begint zijn evangelie met het verschijnen van Johannes de Doper en Jezus' optreden in Galilea na zijn doop en verzoeking in de woestijn. Om hieruit te concluderen, zoals velen hebben gedaan, dat hij van Jezus' maagdelijke geboorte niets wist, is uiterst onredelijk. Wie zou uit zijn verslag hebben geweten bijvoorbeeld dat Jezus vóór zijn optreden in Galilea bezig was geweest in Judea, waar Hij tenminste zes van de discipelen die Hij ook later geroepen heeft in zijn dienst had, en die Hij de taak gaf van het dopen van bekeerlingen, evenals Johan­nes de Doper elders deed?
Volgens sommige belangrijke hand­schriften begon Marcus zijn evangelie met de woorden: "Begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God." Zelfs als deze laatste woorden niet authentiek zijn is dit wat Jezus in zijn zelfgetuigenis bij zijn verhoor zegt. "Wederom ondervroeg de hogepriester Hem en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende? En Jezus zeide: Ik ben het" (Marcus 14:62).
Bovendien vindt Marcus ruimte in zijn korte verslag voor de vraag over de Messias die Jezus aan de schriftgeleerden stelde, maar die zij niet heb­ben kunnen beantwoorden: "Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een zoon van David is? David zelf heeft door de Heilige Geest ge­zegd: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb. David zelf noemt Hem Here, en hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?" (Marcus 12:35-37). De verklaring van dit hoogst ongebruikelijke bewijs van eerbied is uiteraard dat de Messias inderdaad de Zoon van David is, doordat Hij uit zijn koninklijke geslacht geboren is, maar dat Hij ook de Zoon van God is, getuige de profetische woorden in een andere psalm van David: "Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt" (Psalm 2:7).

Het getuigenis van Johannes

 Tegen het einde van zijn evangelie verklaart de apostel Johannes waarom hij zijn boek geschreven heeft. "Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn geschreven opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam" (Johannes 20: 30-31). In plaats van de historische omstandigheden van Gods verwekking van zijn Zoon in de maagd Maria, vertelt hij het uiterst diepgaande gevolg hiervan met de woorden: "Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid ... Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen" (Johannes 1: 14).
Met deze gebeurtenis brengt Johannes de inleiding van zijn evangelie tot het hoogtepunt van een historisch proces van Gods zelfopenbaring. Door het woord van de Here zijn alle dingen gemaakt: "Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er" (Psalm 33:9). Datzelfde woord, door de profeten gesproken, werd licht en leven voor mensen. Maar de wereld heeft het verwerpelijk gevonden God te erkennen (Romeinen 1: 18 e.v.). God heeft dan zijn woord door zijn profeten aan Israël gezonden, maar ook zijn eigen volk, met uitzondering van een rest, heeft zijn woord verworpen. Ten slotte is zijn levengevende, lichtbrengende woord in zijn eniggeboren Zoon belichaamd. De woorden impliceren wat in Mattheüs en Lucas expliciet wordt verhaald:
Gods verwekking van zijn Zoon door de maagd Maria.

Het getuigenis van Paulus

In zijn inleiding op zijn brief aan de Ro­meinen vestigt Paulus de aandacht op de unieke oorsprong van Christus: "aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees, naar de geest der heiligheid door zijn opstanding verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus onze Here" (Romeinen I :3-4). De uitdrukking "de geest der heiligheid" in deze samen­hang kan opgevat worden als de Geest, die heilig is", d.w.z. de Heilige Geest. Er is geen suggestie dat Christus de Zoon van God is geworden door zijn opstanding. Na zijn opstanding zei Jezus: "Mij is gegeven alle macht in he­mel en op aarde" (Mattheus 28: 18). Zoals Paulus elders schrijft is Christus' ver­hoging en verheerlijking het gevolg van zijn gehoorzaamheid zelfs tot de kruis­dood (Filipenzen 2:9). De woorden: "gespro­ten uit het geslacht van David naar het vlees" vinden een parallel in de brief aan de Galaten: "geboren uit een vrouw, geboren onder de wet".

 Waarom de twijfels?

Waarom hebben vele christenen, die gewoonlijk bereid zijn het getuigenis van de Schrift te aanvaarden, twijfels over de historiciteit van de maagdelijke geboorte? Dat de plaatsen waar deze expliciet wordt vermeld weinig zijn is geen reden voor onzekerheid. Ware het niet voor de misbruiken in de gemeente te Corinthe, wat voor be­wijs zouden we hebben dat het Paulus' gewoonte was in de gemeenten de regelmatige viering van het Avondmaal te regelen? We hebben onze kennis van de omstandigheden van Jezus' he­melvaart alleen aan Lucas te danken. Maar wat hij hierover vertelt is impli­ciet in het evangelie. Gelovigen wisten dat Christus, die gezeten is aan de rechterhand van de Vader in de hemel, vroeger op aarde onder zijn volk had geleefd. Ook als zij niet zouden weten van de omstandigheden, dat Jezus veertig dagen na zijn opstanding bij zijn afscheid van zijn discipelen in een wolk vanaf de Olijfberg opgenomen werd, toch geloofden ze stellig in het feit van Christus' hemelvaart. 
Zo is het ook met Christus' wonderbaarlijke geboorte. De vroege gemeente geloofde in Hem als een Mens van vlees en bloed, onderhevig aan verzoeking en die gestorven is. Ter­zelfder tijd geloofden ze in Hem als de eniggeboren Zoon van God, die nooit gezondigd heeft. Het woord 'enigge­boren' gaf te kennen dat zijn oor­sprong uniek was, en niet te vergelij­ken met de geestelijke wedergeboorte van andere kinderen van God. Zij aanvaardden het impliciete feit van zijn hemelse oorsprong met overtuiging, zelfs als zij uit overwegingen van eer­bied de unieke ervaring van Maria niet van de daken afkondigden.
Vervolg > Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
- Met de Bijbel in de hand

++

Vindt ook te lezen

Een plaats voor een vreemdeling en een vluchteling
Een Groots Geschenk om te herinneren
Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
Het begin van Jezus #2 Aller Begin
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #1 Jezus' geboorte
Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
Zoenoffer
Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
Jezus moest sterven
Jezus stervensdag
Achtergelaten aan een paal tot in de dood
Waarom vast houden aan het kruisbeeld
Kruisen en Iconen stukslaan
Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
Indien God Zijn eigen wil niet heeft
Een Messias om te Sterven
Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
Jezus drie dagen in de hel
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
Christus kennen is zin geven aan het leven
Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
Filippenzen 1 – 2
Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God
Want het is geen leeg woord
Mogelijkheid tot leven