Showing posts with label Ahmed Awad Ibn Auf. Show all posts
Showing posts with label Ahmed Awad Ibn Auf. Show all posts

Friday, 12 April 2019

Soedanese vrouwen in de frontlinie

In 1989 kwam Omar al-Bashir na een militaire staatsgreep aan de macht. Meerdere jaren bezorgde zijn bewind voor ongelofelijke miserie en terreur waarbij zijn leger meerdere misdaden tegen de mensheid pleegde. Het Internationaal Strafhof klaagde in 2009 Omar al-Bashir aan voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Sindsdien wordt de man, die later ook vriendschappelijke betrekkingen aan ging met personen als Putin, gezocht voor de rol die hij gespeeld heeft in de genocide in de West-Soedanese regio Darfoer.

Dat legervan hem bleek dertig jaar later even de kant van het volk te kiezen, maar na enkele uren vertoonde het al snel zijn ware gezicht.
Vice-president en minister van Defensie Ahmed Awad Ibn Auf kondigde op 11 april aan dat Omar al-Bashir ontheven is uit zijn functie en onder arrest is geplaatst. De luitenant-generaal roept de noodtoestand uit en ontbindt het parlement en de regering. Het land zal drie maanden in staat van beleg zijn. Ibn Auf deelt mee dat het land twee jaar lang door een militaire junta onder zijn leiding bestuurd zal worden.

De demonstranten eisen in de eerste plaats “vrijheid, vrede en gerechtigheid” voor alle burgers, maar een nieuwe generatie vrouwen wil er, koste wat het kost, voor zorgen dat ook hun situatie verbetert na de val van al-Bashir. Want tijdens zijn dertigjarige bewind hebben zij het hardst in de klappen gedeeld.
Dat ze nu ook de straat op komen, hoeft daarom niet te verbazen. Wél dat ze zo talrijk zijn: volgens schattingen vertegenwoordigen vrouwen maar liefst zeventig procent van de demonstranten.
Een van hen is de prille dertiger Rania. Samen met haar familie woont ze in de hoofdstad Khartoem, waar ze aan bijna alle marsen heeft deelgenomen.
 ‘Behalve die van vorige week’,
 zegt ze,
‘want toen was ik opgepakt.’
Hierbij werd het haar nog eens goed kenbara gemaakt dat vrouwen zich niet met zulke zaken moesten bezig houden.
Volgens hen zijn vrouwelijke demonstranten “immoreel”. Uiteindelijk werden we na vijf uur weer vrijgelaten, omdat een van de mannen had ontdekt dat we dezelfde achternaam hebben, en we dus familie van elkaar konden zijn.’

Volgens Rania is de wil om te demonstreren bij vrouwen nog nooit zo groot geweest:
 ‘In het verleden mochten we van onze ouders niet deelnemen aan zulke publieke acties, uit angst voor seksuele intimidatie of verkrachting. Of omdat ze vreesden dat we de reputatie van de familie zouden besmeuren. Bovendien werden we door de mannen nooit serieus genomen: ze weigerden onze hulp, omdat we in hun ogen “zwak” waren. Maar daar komt stilaan verandering in. Mannen lijken onze aanwezigheid op straat nu wel te aanvaarden.’
Het filmpje waarop Rania staat de dansen is viraal gegaan en staat als symbool voor de te voeren strijd.
+

Lees ook hoe een handvol wetten bepaalt dat vrouwen ook binnen de eigen familie formeel een lagere status hebben dan mannen: Vrouwen in de frontlinie: de andere revolutie van Soedan.

© AFP