Het verenigen houdt de handeling of akte in om zich tot een geheel te verbinden of om samen te voegen, te groeperen of hergroeperen. Het is een gebeurtenis die enkel tot stand kan komen indien er de wil is om in overeenstemming met elkaar te komen.
Het gaat over de act waarbij meer dan een partij in overeenstemming komt. De betrokkenen komen overeen om samen te gaan en samen te stemmen. Deze actie komt meestal tot stand omdat de partijen vinden dat zij raakpunten hebben en samen horen, bij elkander horen, passen bij elkaar, aansluiten bij elkaar. Hun gedachten rijmen met elkaar en stroken met de algemeen te vormen hoofdgedachte. Samen willen zij in de pas lopen en beantwoorden aan bepaalde hoofdregels of standaard lijnen. Zij die zich verenigen beantwoorden aan , reponderen, responderen, corresponderen, concorderen, congrueren, accorderen, harmoniëren met, dekken elkander en komen tot conformiteit om samen in harmonie, symmetrie, analogie consequentie, een span, een koppel, een stel, tweespan, koppelgenoot te vormen.
Om tot een algemeen vergelijk te komen en zich te verenigen is er buiten de overeenstemming en overeenkomst een initiatief nodig om tot eensluidendheid te komen en een gelijkluidendheid te verkrijgen in hun uiterlijke verschijning. Zo moet hun gedachtegoed overeengebracht worden. Zij moeten tezamen rijmen, accorderen, conformeren, adapteren, ajusteren, justeren, aanpassen, analogiseren, accommoderen.
Bij het verenigen moet men zich afzetten of ontdoen van afwijkende gedachten en handelingen. Er moet een aantrekking zijn en het naar zich toe trekken of eigen maken van gelijklopende gedachten en regels. Hiervoor moet men soms toeschieten en daar schort het meestal aan voor de geloofspunten. Want daar ziet men dat velen toegevingen hebben gedaan om bepaalde posities te kunnen bereiken of om zich te kunnen handhaven.
Met het bijeenbrengen, bijeendoen, bijeenvoegen, bijeenzoeken, bijeenzamelen, bijeentrommelen, bijeenleggen, komt ook het bijeenstellen, bijeenzetten, bijeenplaatsen, bijeendrijven, bijeengaren, bijeenscharrelen, bijeenschrafelen waarbij bij gelegd moet worden of bijgesteld en met tot gezamenlijke akkoorden moet komen om tot een verbond te komen dat er voor kan zorgen dat iedereen bijeengehouden kan worden.
Dat verenigen kan zich dan uiten in het samen komen, verzamelen, zamelen, vergaderen, vergaren, groeperen, groepen, bundelen, busselen, uniëren, met elkaar verbinden, vervoegen, aanvoegen, samenvoegen, strengelen, liëren, contraheren, combineren herenen, herenigen, uniëren, re-uniëren.
Doorheen de geschiedenis kan men opmerken dat verscheidene mensen bij elkaar wensten te komen of algemeen verbanden met elkaar wensten te bezegelen en zo verbonden wensten te sluiten.
Zo kwamen ook vele mensen verenigd onder Gods Verbond en bleef het Volk Israël als een volk verenigd ook al spreiden zij uit over heel de wereld.
Maar de volgelingen van Jezus verenigden zich ook lokaal en vormden zo ecclesiae (ekklesiae). Ook al bestond elke ecclesia op zich als een eigen identiteit was er een algemene verbintenis en voelden alle leden zich verbonden met elkaar en met de andere ecclesias.
Toen er onder de Christenen splitsingen kwamen veroorzaakt wegens de verschillen in leerstellingen groeiden zij uit elkaar maar vormden later weer opnieuw bepaalde groepen of verenigden zich in nieuwe Kerken. Zo kreeg men meerdere Verenigde Kerken, waaronder o.m. de Verenigde Protestantse Kerk in België, de Verenigde Kerk van God, de Verenigde Protestantse Kerken van Nederland, Verenigde Pinkstergemeenten, Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, de Verenigde Kerk van Christus/congregationele kerken, enz.. De keuze voor hen om samen te gaan is gebaseerd op hun mate van doctrinaire overeenkomsten en samenwerking.
+
verenigen
bijeenbrengen, bijeenkomen, combineren, compileren, concentreren, liëren, paren, samenbrengen, samenbundelen, samenvoegen, verbinden, verzamelen
verenigen (v.)
aaneensluiten, aansluiten, alliëren, amalgameren, bewegen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkomen, bijeenkrijgen, bijeenrapen, bijschuiven, binden, collectioneren, eenmaken, elkaar ontmoeten, groeperen, integreren, invoegen, laten oplopen, legeren, lezen, mêleren, mengen, mixen, omgaan, omspringen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, optrekken, paren, passen, potten, rapen, samenbrengen, samenbundelen, samendoen, samengaan, samenkomen, samenkrimpen, samensmelten, samenvoegen, scharen, sparen, synthetiseren, uniëren, unificeren, uniformeren, verbinden, verenen, vergaderen, vergaren, verkrampen, vermengen, vermenigvuldigen, vervlakken, verzamelen, zich mengen, zich samentrekken
aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - aanpassing, accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bewerking, bijstelling, modificatie, mutatie, verandering, wijziging, wissel, wisseling - verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, wending, wijziging - changer, modifier (en) - verandering - verandering - alterable (en) - wijzigbaar - aaneensluiten, binden, eenmaken, groeperen, integreren, scharen, uniëren, verenigen - unitise, unitize (en) - unitise, unitize (en) - alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengen - solid, unanimous, whole (en) - mêleren, mengen, mixen, vermengen - vermengen - vermengen - mêleren, mengen, mixen, vermengen - mixen, schudden - samengaan, samensmelten, versmelten - diffusie, fusie, menging, samensmelting, vermenging, versmelting[Dérivé]
behouden, bewaren, houden, in voorraad hebben, vasthouden - aanwas, accres, increment, schaalvergroting, stijging, toename, vermeerdering - clustering, groepering, klontering, opeenhoping, ophoping, opstapeling, stapeling - assemblage, collecte, inzameling, lichting, verzameling - bundel, compendium, compilatie, compilatiewerk, pandecten, verzamelwerk - groep, groepering, kring, lieden, lui, luiden, luitjes - agglomeration (en)[Hyper.]
goederenopslag, opslag - stock, voorraad - accrue (en) - accumuleren, akkumuleren, zich opeenhopen, zich opeenstapelen, zich ophopen, zich opstapelen - accrue, fall (en) - bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen - bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, lezen, paren, rapen, samenbrengen, samenkrimpen, sparen, verenigen, vergaderen, vergaren, verkrampen, verzamelen, zich samentrekken - collect, pull in (en) - compileren, componeren, construeren, opbouwen, samenstellen - compileren - condenseren - verwerken - assemblage, assembleren, componeren, construeren, in elkaar zetten, installatie, montage, monteren, opbouwen, samenroepen, samenstellen, samenvoegen
assembleren, bijeenbrengen - amonceler (fr)
bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, lezen, paren, rapen, samenbrengen, samenkrimpen, sparen, verenigen, vergaderen, vergaren, verkrampen, verzamelen, zich samentrekken - collect, pull in (en) - bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen - accumuleren, akkumuleren, zich opeenhopen, zich opeenstapelen, zich ophopen, zich opstapelen - gather (en) - distributie, spreiding, verbreiding, verspreiding - distributie, distributiewezen, uitdeling, verbreiding, verdeling, verspreiding - spreader (en) - verspreiding - distributie, reikwijdte, verbreiding, verspreiding
verenigen is 19 maal gevonden als synoniem van een ander trefwoord: