De Joodse denker Philo van Alexandrië deed daarom een poging de boodschap van de Bijbel toegankelijk te maken voor Griekse intellectuelen. Zijn oplossing was de zogeheten allegorese: terwijl de gelovige de geschiedenissen van Abraham en Izak en de afmetingen van de tabernakel letterlijk kon nemen, waren voor de geschoolde denkers deze verhalen afspiegelingen van een diepere geestelijke betekenis. Gechargeerd gezegd: wat voor de eenvoudige verborgen was, werd de wijze geopenbaard. De gewone christen had aan de Bijbel genoeg, de wijze wist tot de kern van de Bijbel door te dringen.
Er ontstond een tweedeling tussen geloof en kennis. Kennis was een ’hogere’ vorm van inzicht dan het geloof. Dat was de gronddwaling van de gnostiek, een van de belangrijkste uitdagingen in de Vroege Kerk. Deze stroming stelde dat de goddelijke ziel gevangen was in de duistere, materiële wereld. De ziel moest bevrijd worden door innerlijke verlichting, door kennis (gnosis). De gnostiek kritiseerde het Oude Testament en beschouwde de God van dit testament als een kwade God die een onvolmaakte wereld van lijden en kwaad had geschapen.
- Klaas van der Zwaag in Reormatorisch Dagblad
Lees verder > De eenvoud van het geloof betwist
o.a.:De Schriftkritiek in eigenlijke zin is begonnen met de verlichting. De rede ging heersen over het geloof en de Bijbel.
De schepping werd het vrije terrein van de wetenschap, niet gebonden aan kerkelijke richtlijnen.
In het kielzog van de bevrijders van de Reformatie trokken ook de vrijdenkers mee, die niet alleen het gezag van de kerk van zich afwierpen maar ook het gezag van de Schrift.
De verlichte houding maakte zich ten slotte ook meester van de theologie. De opkomst van verschillende vormen van Schriftkritiek (historisch, literair) leidde ertoe dat het eenvoudige woord van de Bijbel niet meer geloofd kon worden in een tijd waarin ’de’ wetenschap als het einde van alle tegenspraak werd gezien.