“p Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van q een feestdag, een nieuwe maan, of sabbatten. Deze zaken zijn r een schaduw van de toekomstige dingen, maar de belichaming ervan is Christus. s Laat niemand die behagen schept in nederigheid en verering van engelen, u de prijs [van het eeuwige leven] ontzeggen, omdat hij intreedt in wat hij niet gezien heeft en zonder reden aanmatigend is door zijn vleselijke denken. Hij houdt zich niet aan het hoofd, waaruit het hele lichaam, dat van banden en pezen voorzien is en [daardoor] samengevoegd, opgroeit door de groei die van God komt. Als u dan met Christus t de grondbeginselen van de wereld bent afgestorven, waarom laat u zich dan, alsof u nog in de wereld leeft, bepalingen opleggen [als]: Pak niet, proef niet en raak niet aan? Dit zijn allemaal dingen die door het gebruik vergaan; u [ze zijn ingevoerd] volgens de geboden en leringen van de mensen. v Deze dingen hebben wel een [schijn]reden van wijsheid door eigenwillige godsdienst en nederigheid en verachting van het lichaam, maar ze zijn zonder enige waarde en dienen w tot verzadiging van het vlees. ” (Col 2:16-23 Hernieuwde Staten Vertaling)
{p #Levieten 11:2 Romeinen 14:2 Galaten 4:10; q #Levieten 23:2 enz.}
{r #Hebreeën 8:5 10:1}
{s #Jeremia 29:8 Mattheus 24:4 Efezen 5:6 2 Thessalonicenzen 2:3 1 Johannes 4:1}
{t #Galaten 4:9}
{u #Jesaja 29:13 Mattheus 15:9 Titus 1:14}
{v #1 Timotheus 4:8; w # 1 Timotheus 5:23}