Showing posts with label dwaling. Show all posts
Showing posts with label dwaling. Show all posts

Thursday, 20 August 2020

Willem J. Ouweneel wil ware volgers van de echte Jezus niet als christenen erkennen

Willem J. Ouweneel wil diegenen die op een van de punten van de Apostolische Geloofsbelijdenis (het Apostolicum) bewust en weloverwogen een andere visie kiest, niet als christen kunnen erkennen.

De Apostolische Geloofsbelijdenis (het Apostolicum) waar hij op zinspeelt gaat om
 de Drie-eenheid, Christus’ waarachtige godheid en waarachtige mensheid, de schepping, de zondeval, de verlossing door het werk van Christus, de lichamelijke opstanding van Christus én – te zijner tijd – van de zijnen, de wederkomst en de voleinding en – voeg ik eraan toe – de betekenis van de Schrift als het geïnspireerde Woord van God.
zegt Ouweneel.

Hierbij vergeet hij dat het God zelf is die zegt dat Jezus Zijn zoon is en dat de gelovigen in slechts één Ware God in die God van Jezus geloven. En die God van Jezus, die Jood was, is de God van de Joden en God van Abraham. In de Bijbel staat eer duidelijk omschreven dat Die Godheid een eeuwig alleswetende Geest is die geen enkel mens kan zien. Jezus daarentegen was door zeer veel mensen gezien, zonder dat zij erbij dood neervielen. Iets wat de trinitarische Christenen ook over het hoofd zien. Verder vergeten die trinitarische Christenen dat God een Alwetende Godheid is, terwijl Jezus heel wat dingen niet wist en zelf toegaf dat het niet aan hem gegeven was om zulke zaken te weten, omdat het enkel aan God is gegeven om dat te weten. Indien Jezus God is zou hij dat namelijk wel geweten hebben en ook hebben kunnen vertellen. Zeker als hij van de mensen hield, zou hij de zeer belangrijke zaken, zoals zijn terugkomst dan toch hebben kunnen melden, zodat iedereen zich tijdig zou kunnen voorbereiden.

Willem J. Ouweneel in "Wanneer kun je stellen dat een christen dwaalleer verkondigt?" schrijft op 19 augustus 2020:
Zes en drie weken geleden heb ik in twee columns in totaal twintig ‘dwalingen’ opgesomd. Maar ik wil er nu nog wel graag aan toevoegen dat er ruwweg twee soort ‘dwaalleringen’ bestaan: fundamentele en niet-fundamentele dwaalleringen.
Het verschil daartussen is heel simpel. Christenen kunnen over allerlei zaken verschil van mening hebben, terwijl zij zich toch één weten in Christus. Dan hebben we het over niet-fundamentele dwaalleringen. Maar fundamentele dwaalleringen zijn zo ernstig dat je je moet afvragen of je, als je zulke leringen aanhangt, wel behouden kunt worden.
Voor een van zijn lezers zijn de leer van dopen an sich wel een fundamenteel beginsel van het christelijk geloof (Heb. 6:1-2). Opvattingen over geloofsdoop en kinderdoop zijn daar wel direct aan verbonden, toch kan die schrijver zich voorstellen dat ze wel van een ander minder fundamenteel niveau zijn. 

Maar moet men zich niet de vraag stellen wat die doop eigenlijk inhoudt en tot welk geloof men wil komen. Een baby of kind onder een bepaalde leeftijd kan helemaal niet besluiten tot welk geloof het wil behoren en wat het wil of kan geloven.

Ouweneel geeft toe dat
Christenen kunnen over allerlei zaken verschil van mening hebben, terwijl zij zich toch één weten in Christus.

Bij die hele verscheidenheid van denken bij de verschillende christelijke denominaties zijn er wel erg wezenlijke verschillen. Ook betreft de beleving van dat geloof en het al of niet gebruiken van beelden of beeltenissen en symbolen is er een groot verschil, waar volgens ons geen eenheid onder Christus valt op te merken. Want Christus volgde de Joodse wetgeving waarbij volgens de Torah (de Wet van God) duidelijk werd gesteld dat er geen beeltenissen van God mochten of mogen gemaakt worden nog aanbeden worden; In heel wat christelijke denominaties zien wij wel mensen neerknielen voor beelden en priesters beelden bewieroken. Dat is volgens de God van de Bijbel heiligschennis en iets verwerpelijks.

Zij die geloven in Christus Jezus moeten de vraag stellen in welke Christus zij wensen te geloven:
  • de God van de Bijbel
  • de God die Jezus aanbad en tot wie Jezus nu voor de mens een voorspreker of bemiddelaar is
  • de god die een groot deel van kerken in het Christendom eren
Door te beweren dat diegenen die de Drie-eenheid niet aanbidden maar enkel de Enige Ware God van Jezus aanbidden, geen christenen zouden zijn, wordt hij in feite een anti-Christ. Hij stelt zich namelijk op tegen hen die de Christus zijn leer wensen op te volgen en niet de dwaalleren van andere mensen dan de mensenzoon zijn leerstellingen.
In feite zijn zij die Jezus als zoon van God aanvaarden en hem niet een god de zoon maken, de echte ware christenen, want zij houden zich niet enkel aan Jezus leer, maar houden zich ook aan Gods Wet, om slechts één Ware God te aanbidden en dat is de Elohim Hashem Jehovah.

Wednesday, 8 July 2015

Schepping en wet die vertellen over Gods eer




“{Schepping en wet vertellen Gods eer} Een psalm van David, voor de koorleider. (19:2) De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.” (Psalmen 19:1 HSV)

 “1  {De wet van de Tien Geboden} Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. 3 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.” (Exodus 20:1-3 HSV)

 “Zo zegt de Heere HEERE: Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren!” (Jesaja 7:7 HSV)

 “Toen stak de HEERE Zijn hand uit en raakte mijn mond aan. En de HEERE zei tegen mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond.” (Jeremia 1:9 HSV)

 “Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.” (Johannes 14:10 HSV)

 “En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,” (Efeziërs 6:17 HSV)

 “Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.” (Exodus 3:6 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.” (Openbaring 4:11 HSV)

 “2 {Bevelen van de HEERE aan Mozes} (6:1) Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. 3 (6:2) Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest.” (Exodus 6:2-3 HSV)

 “13 Maar jij zegt: Wat weet God ervan? Zou Hij door de donkere wolken heen oordelen? 14 De wolken zijn voor Hem een schuilplaats, zodat Hij niet ziet; en Hij wandelt over de omtrek van de hemel.” (Job 22:13-14 HSV)

 “5 De Levieten Jesua, Kadmiël, Bani, Hasabneja, Serebja, Hodia, Sebanja en Petahja zeiden: Sta op, loof de HEERE, uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en laat men Uw heerlijke Naam {Uw heerlijke Naam-Letterlijk: de naam van Uw heerlijkheid.} loven, die boven alle lof en prijs verheven is. 6 U bent het, HEERE, U alleen. U hebt de hemel gemaakt, de allerhoogste hemel {de allerhoogste hemel-Letterlijk: de hemel der hemelen.} en heel het leger erin, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is, en U doet dat alles leven, en de menigte aan de hemel buigt zich voor U neer. 7 U bent de HEERE, de God Die Abram hebt uitgekozen en hem hebt uitgeleid uit Ur van de Chaldeeën, en U hebt zijn naam veranderd in Abraham.” (Nehemia 9:5-7 HSV)

 “7  Luister, Mijn volk, en Ik zal spreken, Israël, Ik zal onder u getuigen: Ik, God, ben uw God. 8 Niet om uw offers zal Ik u straffen, want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen. 9 Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen  of bokken uit uw kooien, 10 want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij, de dieren op duizend bergen. 11 Ik ken alle vogels van de bergen, het wild van het veld is bij Mij. 12 Als Ik honger had, Ik zou het u niet zeggen; want van Mij is de wereld en al wat zij bevat. 13 Zou Ik stierenvlees eten of bokkenbloed drinken? 14 Offer dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw geloften na. 15 Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren. 16  Maar tot de goddeloze zegt God: Hoe durft u over Mijn verordeningen te vertellen en Mijn verbond in uw mond te nemen? 17 Want ú haat de vermaning en werpt Mijn woorden achter u weg.” (Psalmen 50:7-17 HSV)

 “11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, {om … te verleiden-Letterlijk: tot de listige verleiding van de dwaling.}” (Efeziërs 4:11-14 HSV)

 “{Karakter en doel van de prediking} En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen,” (1 Corinthiërs 2:1 HSV)

 “9 Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.” (1 Corinthiërs 2:9-10 HSV)

 “14 Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden. 15 De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten? Maar wij hebben de gedachten van Christus.” (1 Corinthiërs 2:14-16 HSV)

 “Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?” (Jesaja 40:13 HSV)

 “5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,” (Efeziërs 3:5-6 HSV)

 “opdat hun harten bemoedigd mogen worden, samengevoegd in de liefde, en zij tot heel de rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht mogen komen, om het geheimenis te leren kennen van God, en van de Vader en van Christus,” (Colossenzen 2:2 HSV)

 “Spreek niet ten aanhoren van een dwaas, want hij zal het verstand in uw woorden verachten.” (Spreuken 23:9 HSV)

 “1  En dit zijn de laatste woorden van David. David, de zoon van Isaï, spreekt; de man die hoog is opgericht, spreekt, de gezalfde door de God van Jakob, en lieflijk in psalmen van Israël. 2 De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong.” (2 Samuël 23:1-2 HSV)

 “Mannenbroeders, dit Schriftwoord moest vervuld worden dat de Heilige Geest bij monde van David van tevoren gesproken heeft over Judas, die gids geweest is voor hen die Jezus gevangennamen;” (Handelingen 1:16 HSV)

 “En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd:” (Handelingen 28:25 HSV)

 “Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna.” (1 Petrus 1:11 HSV)

 “20 Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; 21 want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” (2 Petrus 1:20-21 HSV)

 “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” (Johannes 14:26 HSV)

 “16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 HSV)

 “Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft.” (1 Thessalonicen 2:13 HSV)

 “Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.” (Romeinen 15:4 HSV)

 “Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is.” (1 Corinthiërs 10:11 HSV)

 “49  Denk aan het woord gesproken tot Uw dienaar, waarop U mij deed hopen. 50  Dit is mij tot troost in mijn ellende: dat Uw belofte mij levend heeft gemaakt.” (Psalmen 119:49-50 HSV)

 “7 Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! 8 Houd haar hoog en zij zal je verheffen. Zij zal jou vereren, als je haar omhelst. 9 Zij zal je hoofd een bevallige krans geven, jou een sierlijke kroon schenken.” (Spreuken 4:7-9 HSV)

 “Een verstandig hart zoekt kennis, maar de mond van dwazen voedt zich met dwaasheid.” (Spreuken 15:14 HSV)

 “Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voudig.” (Mattheüs 13:23 HSV)

 “Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” (Hebreeën 5:14 HSV)

 “Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.” (Daniël 1:17 HSV)

 “Er is geen wijsheid, er is geen inzicht, en er is geen raad tegen de HEERE.” (Spreuken 21:30 HSV)

 “Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat u uiteindelijk wijs wordt.” (Spreuken 19:20 HSV)

 “7 Denk na over wat ik zeg, maar laat de Heere u inzicht geven in alle dingen. 8  Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David, overeenkomstig mijn Evangelie. 9 Daarvoor lijd ik verdrukkingen en draag zelfs boeien als een misdadiger. Maar het Woord van God is niet gebonden. 10 Daarom verdraag ik alles ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid in Christus Jezus zouden verkrijgen, met eeuwige heerlijkheid.” (2 Timotheüs 2:7-10 HSV)

 “zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.” (Johannes 17:2 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “2 voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. 3 Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, 4 Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.” (1 Timotheüs 2:2-4 HSV)



*


English version: Glory of only One God Who gives His Word
++

Vindt ook om te lezen 

Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
Bijbel, Gods Woord tot opvoeding (NBG51)
Schriftwoord door God geïnspireerd bruikbaar voor onderricht en toerusting
Hele Skrif deur God geïnspireer om in die waarheid te onderrig en dwaling te bestry

 

Find also to read: 

God-breathed prophetic words written torah and the mitzvot to teach us

+++

Tuesday, 23 June 2009

Covering a multitude of sins

"He which converteth the sinner from the error of his way shall save a soul from death, and shall hide a multitude of sins."  James 5:20 

"WHEN we see others walking in forbidden paths, in the way of transgressors, we are not to follow them there in order to help them out; but to show them the right path by keeping in it and calling to them. When we see some confusing themselves with doctrines and teachings of men, which we know are fundamentally wrong, we are not to wade through those doctrines in order to help them out; but we are to remind them that the study of any doctrine which will not square with the foundation is not only a misuse of consecrated time, but that all trifling with that which we know to be error is wrong and dangerous, as all violations of conscience and principle are dangerous."  Z.'95-203 R1860:3

From "Daily Heavenly Manna"