Niet lang na de capitulatie van de koloniale regering in Batavia op 8 maart 1942 waren de Japanners begonnen met het registreren van alle Nederlanders. Zij werden vervolgens in kampen opgesloten waar zij gefolterd werden en werken moesten uitvoeren voor de Japanners. Jongenskampen zoals Bangkong, moesten denkelijk niet onder doen voor de werkkampen voor Indonesiërs (romoesja's) en kampen voor krijgsgevangenen. Voor Japanners waren zij die in een strijd bleven overleven "lafaards" die als dusdanig moesten behandeld worden. Eten dat voor iedereen schaar was kon men beter niet delen met gevangenen, waardoor ernstig voedseltekort de gevangenen zwakker maakte en ontvankelijker voor ziekten.
Diegenen die de kampregels overtraden konden vaak rekenen op strenge straffen, martelingen en publieke executies.
De Jappen hadden geen oog voor zwakken en zolang men kon moesten de gevangenen ten dienste staan om de Birmaspoorweg, de zogenaamde Dodenspoorlijn tussen Non Pladuk in Thailand en Thanbyuzayat in Myanmar (Birma) af te werken. Of werden ze ingezet voor aan de Pakanbaroe-spoorweg te werken tussen Pekanbaru en Muaro op Midden-Sumatra. Anderen werden dan weer ingezet om als dwangarbeider voor het aanleggen van vliegvelden op Flores, op de Molukken en het werk in mijnen of andere industrieën in Japan te werken.
Vindt een Lijst van jappenkampen
- 1 Kampen op de Filipijnen
- 2 Kampen in Maleisië en Singapore
- 3 Kampen te Formosa (Taiwan)
- 4 Kampen in Noord-Borneo
- 5 Kampen te Serawak
- 6 Kampen in China
- 7 Kampen in Mantsjoerije
- 8 Kampen in Nederlands-Indië
- 9 Kampen in Thailand en Birma
- 10 Kampen op Nieuw-Guinea
- 11 Kampen in Korea
- 12 Kampen te Hong Kong
- 13 Kampen in Japan
Krijgsgevangenen tijdens de beruchte Dodenmars |
Hoe het was in het jappenkamp?