Showing posts with label Oud Verbond. Show all posts
Showing posts with label Oud Verbond. Show all posts

Wednesday, 14 February 2018

De Bijbel als instructieboek #3 De Taal van de Bijbel

Wij achten het profetische woord

daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats. (2 Pet. 1:19 )

Een bekend begrip in de Bijbel is ‘profetie’. De woorden profeet, profeteren, profetie komen bijna 450 maal voor in het OT en zo’n 200 maal in het NT, en toch hebben maar weinig mensen er een goed begrip van.
Profetie wordt geassocieerd met toekomstvoorspelling, terwijl het daar feitelijk maar heel weinig mee te maken heeft. En bij profeet denkt men aan Daniël, of misschien Elia, maar niet aan Mozes, of de Here Jezus.

Wat is profetie?


Om te begrijpen wat de Bijbel bedoelt met profetie en profeet, moeten we bedenken dat de Joods-Christelijke religie is gebaseerd op openbaring. Dat is een fundamenteel contrast met religies die zijn gebaseerd op, al dan niet mythologische, overlevering of op, al dan niet verborgen, inzichten van ingewijden. God vertelt zijn dienaren precies wat ze moeten weten, en dat is voor hen ook meteen de enige ter zake doende waarheid. Al de rest is speculatief.
Die leer en die waarheden zijn vanaf het eerste begin door God mondeling aan de mens overgedragen, en pas na verloop van tijd op schrift gesteld door mensen die God daarvoor heeft aangewezen. In het verhaal over het eerste mensenpaar in de hof zijn aanwijzingen te vinden voor contacten tussen God (naar we aannemen: in feite door middel van engelen) en de mensen, die lijken te wijzen op mondelinge instructie. En de traditie wil dat Mozes degene is geweest die dat alles op
schrift heeft gesteld. Details ontbreken ons, maar het proces moet er toch wel ongeveer zo hebben uitgezien. Maar Gods bemoeienis met de mens stopte daar niet, en op alle belangrijke keerpunten in de geschiedenis vinden we profetische activiteit, d.w.z. mondelinge begeleiding van de gelovigen door directe openbaring, afkomstig van God en overgebracht via door Hem aangewezen boodschappers, die we achtereenvolgens vinden aangeduid als ‘man Gods’, ‘ziener’ of ‘profeet’. Een profeet is dus iemand die mondeling aanvullende openbaring verschaft, bedoeld als leiding voor Gods volk. En veel daarvan is vervolgens voor latere generaties op schrift gesteld, en wij bezitten dat nu als ‘de Schrift’ of de Bijbel. Met andere woorden: alle Bijbeltekst is profetie!

Het profetische woord

Profeten in het OT

 

We zien dit op wat onverwachte wijze geïllustreerd, wanneer God Mozes opdraagt namens Hem naar Farao te gaan, waarbij zijn broer Aäron dan zijn woordvoerder zal zijn (omdat Mozes had geklaagd dat hijzelf zo’n slecht spreker was): “Maar de HEER zei: ‘Ik zal ervoor zorgen dat jij als God [dus als vertegenwoordiger van God zelf] voor de farao staat, en je broer Aäron zal je profeet [je woordvoerder] zijn” (Ex. 7:1). Feitelijk is Abraham de eerste die een profeet wordt genoemd, wanneer hij Gods regels duidelijk moet maken aan Abimelek (Gen. 20:7). Maar de eerste die in het OT volledig zo’n woordvoerder-functie heeft is toch Mozes:
 Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. Maar met mijn dienaar Mozes ... ga ik anders om: met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels (Num. 12:6-8)
 Maar Mozes had niet het eeuwige leven, en in zijn afscheidsrede kondigt hij aan dat God ooit een opvolger zou geven, iemand met wie Hij net zo zou omgaan:
Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de HERE, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren ... Ik [God] zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied (Deut. 18:15, 18, NBG’51).

Dat slaat uiteraard op de Here Jezus, op wie Petrus deze woorden toepast in zijn toespraak in de tempel:
Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar hem en naar alles wat hij u zal zeggen. Wie niet naar deze profeet luistert, zal uit het volk gestoten worden” (Hand. 3:22-23).
Maar tussen Mozes en Jezus lagen ruim 14 eeuwen. En in die tussentijd gaf God andere woordvoerders. Ook zij moesten zijn woorden overbrengen aan het volk. En Mozes geeft het volk een ‘toets’ die zij kunnen toepassen om te kunnen weten of zij inderdaad te maken hebben met
iemand die door God is gezonden:
Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest (Deut. 18:21-22).

de Taal van de Bijbel

 

In de praktijk betekent dit dat een profeet een ‘korte-termijn’ teken aankondigt; als dat komt, is dat het bewijs dat hij inderdaad door God is gezonden. We zien dat aan de profeet die Gods oordeel uitspreekt over het altaar dat Jerobeam heeft opgericht in Betel. En we lezen dan:
Hierop kondigde hij een wonder aan: ‘Dit is het teken dat het de HEER is die gesproken heeft: het altaar zal splijten en de as die erop ligt zal op de grond vallen’ (1 Kon. 13:3).
Als dat vervolgens gebeurt, is dat zijn legitimatie als profeet van God.
De taak van deze profeten was gewoonlijk om het volk op te roepen zich te bekeren en terug te keren tot Gods wetten, of om het te waarschuwen voor Gods oordelen voor het geval zij dat niet zouden doen, of in het uiterste geval om Gods oordeel aan te kondigen wanneer de situatie onherstelbaar was geworden. En alleen in dat laatste geval hebben
we te maken met de aankondiging van iets dat in de toekomst zal gaan gebeuren. De meeste van deze profeten worden ons met name genoemd, en van sommige (Jesaja, Jeremia, etc.) bezitten we zelfs de geschriften. Maar we vinden in de boeken der Koningen ook melding van groepen profeten, waarmee een soort kloostergemeenschappen
lijken te worden aangeduid. Verdere details ontbreken echter.

Profeten in het NT


In het NT ontmoeten we profetie als één van de ‘gaven van de Geest’.
De achtergrond daarvan zou ons intussen duidelijk moeten zijn. Het optreden van de beloofde Messias (de profeet zoals Mozes) had een geheel nieuwe situatie geschapen. Bovendien zou er op korte termijn een definitief einde komen aan het Oude Verbond. Er zouden zich onvermijdelijk allerlei situaties voordoen waar de bestaande schriftelijke
vastlegging van eerdere openbaring (ons Oude Testament) niet in voorzag. Daar was dus directe leiding van God voor nodig. Veel van deze leiding kwam van de apostelen via hun brieven, waar wij er een aantal van bezitten. Maar er was ook meer rechtstreekse leiding via gemeenteleden die deze ‘gave van profetie’ hadden. Zij konden rechtstreeks Gods leiding doorgeven aan de gemeente. Ook nu was er natuurlijk de vraag of deze uitspraken ‘echt’ waren, of dat degene die zich uitgaf voor zo’n profeet in feite slechts op eigen gezag handelde. En daarom zien we naast die gave van profetie ook de gave van ‘onderscheiding’, d.w.z. de gave om te kunnen beoordelen of een bepaalde uitspraak
inderdaad rechtstreeks van God kwam of niet.
... weer anderen (ontvangen) de kracht om ... te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om ...
(1 Kor. 12:10)

Het profetische woord

 


Dit punt van echtheid was kennelijk toch een moeilijke kwestie, en we krijgen de indruk dat de gemeente te Tessalonica besloten had om maar liever alles te negeren dan risico’s te nemen met ‘valse’ profetie.
Want Paulus moet ze vermanen door te gaan met alle profetie te toetsen, omdat dat per saldo toch door de Geest gegeven leiding is:
Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft.
Onderzoek alles, behoud het goede (1 Tess. 5:19-21).
Maar de apostelen bedoelen in hun brieven met profetie meestal niet deze ‘dagelijkse leiding’ door de Geest, maar de boodschap van Verlossing uit het OT, dus het evangelie. Wanneer Petrus schrijft over de zekerheid van zijn geloof en van de boodschap die hij predikt, zegt hij:
Toen wij u de glorierijke komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels – integendeel ... (de stem van God) hebben wij zelf uit de hemel horen klinken toen wij met (Jezus) op de heilige berg waren (2 Pet. 1:16-18).
En de conclusie die hij daar uit trekt is dan:
En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven (vs. 19, NBG’51).
Dat profetische woord is de boodschap van het evangelie, de boodschap van Verlossing. Dat gaat dus om de totale leer van de Bijbel, niet om een voorspelling van hoe de eindtijd er uit zal zien!

Valse profeten

 

Tot slot nog iets over valse profeten (Grieks: pseudoprofeten). Op de Olijfberg (Matt. 24) waarschuwt Jezus daar dringend voor, en alle apostelen nemen die waarschuwing over in hun brieven. Nogmaals Petrus:
Toch zijn er destijds onder het volk [van het Oude Verbond] ook valse profeten opgetreden, en zo zullen er ook onder u dwaalleraren verschijnen. Ze zullen met verderfelijke ketterijen komen en zelfs de meester die hen heeft vrijgekocht verloochenen (2 Pet. 2:1).
Merk op hoe hij die valse profeten gelijkstelt met dwaalleraren. Het gaat om valse
leer, verkondigd door mensen die wel beweren namens God te spreken, maar toch niet Gods woord prediken. En Johannes vertelt ons dat we ook op die mensen de ‘toets’ moeten toepassen die we hebben:
Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen (1 Joh. 4:1).
Niemand van ons heeft nu nog de ‘gave van onderscheiding’, maar die hebben we ook niet meer nodig.
Wij hebben het geschreven woord, en kunnen elke leer daaraan toetsen. En we moeten daarom nooit verzuimen dat ook te doen.


-  R.C.R

Friday, 5 April 2013

Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond

De voorgaande week hebben wij kunnen herinneren hoe God een verbond had gesloten met Mozes en Zijn Volk. Op 14 Nisan konden wereldwijd mensen de maaltijd van Jezus in herinnering nemen waarbij deze brood en een beker name en melde dat het tekens van een Nieuw Verbond waren.

Bij het sluiten van het eerste verbond lezen we hoe er brandoffers en vredeoffers werden gebracht, hoe Mozes het bloed van de offerdieren verzamelde, en hoe hij de woorden van de wet voorlas. Als het volk dan belooft daarnaar te leven, lezen we:

“Nu nam Moses het bloed, sprenkelde het over het volk, en sprak: Zie, dit is het bloed van het Verbond, dat Jahweh met u heeft gesloten: het is gegrond op al deze bevelen.” (Exodus 24:8 CANIS)

In de Bijbel staat neergeschreven hoe Gods Volk de randen van de deuren van hun huizen moesten instrijken met het bloed van erg jonge lammetjes. De besprenkeling van het volk met het bloed was de verzegeling als het ware van die Belofte van God dat de eerstgeborenen zouden gevrijwaard blijven en dat zij samen op weg zouden mogen gaan naar het Beloofde Land.

Het bloed gesprengd op het volk was het bloed van het verbond dat Jehovah, de Allerhoogste god, met de gelovigen in Egypte sloot, op grond van al deze woorden die God uitte. Zijn Stem was de vertolking van Zijn Wens en van de Kennisgeving van Zijn Plan. Zijn Genadegave was in die vroege tijd dat het in Hem gelovende volk mocht besprenkeld worden met dat bloed, als teken van hun toetreding tot dat verbond.

Petrus verwijst daarnaar wanneer hij zijn 1e brief begint met: “Aan de uitverkorenen ... door God, de Vader, voorbestemd om, geheiligd door de Geest, gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus en met zijn bloed besprenkeld te worden” (1 Pet 1:1-2). Hij beschrijft hen die deel mogen hebben aan dat 2e verbond dus als ‘besprenkeld met het bloed van Jezus’. De koppeling is helder, maar het gebruikte beeld niet, totdat we beseffen dat dit gaat over het bloed van het offerdier dat nodig was voor die verbondssluiting. De schrijver aan de Hebreeën legt uit dat een verbond met God gepaard gaat met een offer, en in het nieuwe verbond is Christus dat offer.

We zien Christus in het Nieuw Testament vaker voorgesteld als offer.
Zoals het oude verbond een voorafschaduwing was van het nieuwe, zo was ook de offerdienst onder de wet een voorafschaduwing van de dood van Christus.

“en leeft in liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft gegeven als gave en offer, tot een lieflijke geur voor God.” (Efeziërs 5:2 CANIS)
“Ik ben het levend brood, dat uit de hemel is neergedaald; (52) zo iemand eet van dit brood, zal hij in eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven der wereld.” (Johannes 6:51 CANIS)

 “die overgeleverd werd om onze ongerechtigheden, en opgewekt om onze rechtvaardiging.” (Romeinen 4:25 CANIS)

 “Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij; terwijl ik leef in het vlees, leef ik in het geloof van den Zoon van God, die mij heeft liefgehad en die Zich voor mij heeft overgeleverd.” (Galaten 2:20 CANIS)

 “Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, zoals ook Christus de Kerk heeft bemind. Hij heeft Zich voor haar overgeleverd:” (Efeziërs 5:25 CANIS)

 “Eén, die niet zoals de hogepriesters dagelijks nodig heeft, eerst voor eigen zonden te offeren, daarna voor die van het volk; want dit laatste heeft Hij eens en voor al gedaan door het Offer van Zichzelf.” (Hebreeën 7:27 CANIS)

 “hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, die door een eeuwigen Geest Zich als smetteloos Offer opdroeg aan God, ons geweten reinigen van dode werken tot de dienst van den levenden God?” (Hebreeën 9:14 CANIS)
 “10 Uit kracht van die wil zijn wij ééns en voor al geheiligd door het Offer van het Lichaam van Jesus Christus. 11 En terwijl iedere priester, dag in dag uit, dienst staat te verrichten en meermalen dezelfde offers opdraagt, welke toch nimmer de zonde kunnen wegnemen, 12 heeft Hij daarentegen, ééns en voor al, één enkel Offer gebracht voor de zonden, "en is Hij gezeten aan Gods rechterhand,"” (Hebreeën 10:10-12 CANIS)

 “Den helen ram moet ge op het altaar in rook doen opgaan. Het is een heerlijk geurend brandoffer voor Jahweh, een vuuroffer ter ere van Jahweh.” (Exodus 29:18 CANIS)

 “Dan moet ge het uit hun handen nemen, en het op het altaar in rook doen opgaan te zamen met het heerlijk geurend brandoffer voor het aanschijn van Jahweh; het is een vuuroffer ter ere van Jahweh.” (Exodus 29:25 CANIS)

 “God zij dank! Overal toch leidt Hij ons rond tot Christus’ triomf; allerwege verspreidt Hij door ons de geur van diens kennis.” (2 Corinthiërs 2:14 CANIS)
Met de dood van Christus is het gevolg van de dood van de mens teniet gedaan. Door Christus sterven kunnen wij nu leven na de dood krijgen. Jezus zijn verrijzenis is het levende bewijs dat een mensenlichaam kan opgenomen worden na de dood en door God verheerlijkt kan worden.


Bloed werd gezien als de drager van het leven. Daarom wordt er steeds gesproken over het ‘uitgieten’ van bloed bij het sterven. Het was ook nadrukkelijk verboden bloed te consumeren. De uitdrukking bloed uitgieten of bloed vergieten werd een synoniem voor doden, die ook in het Nederlands is overgenomen.

Over dat bloed, bloedvergieten, en sterven van Christus Jezus kan u meer lezen op onze andere pagina's:


  1. Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
  2. Dienaar van zijn Vader
  3. 14 Nisan, de avond om Christus Zijn predikingswerk te herinneren
  4. 14 Nisan een dag om te herinneren #1 Oorsprong
  5. 14 Nisan een dag om te herinneren #2 In Jezus tijd
  6. 14 Nisan een dag om te herinneren #3 Voor het Overgangsfeest
  7. 14 Nisan een dag om te herinneren #4 Een Gedood Lam
  8. 14 Nisan een dag om te herinneren #5 De te vieren dag
  9. Jezus aanbod op het laatste avondmaal
  10. Teken van het Verbond
  11. Christus in de wet: Het bloed van het Nieuwe Verbond
  12. De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden 
  13. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God 
  14. Op de eerste dag voor matzah
  15. Een Feestmaal en doodsherinnering
  16. Een Groots Geschenk om te herinneren
  17. Verontrustheid van Jezus
  18. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus 
  19. Gevangenneming en terechtstelling van Christus Jezus
  20. Jezus moest sterven
  21. Jezus vindt de dood op Golgota op voorbereidingsdag
  22. Een Messias om te Sterven
  23. Jezus stervensdag
  24. Na de sabbat na Pesach, de verrijzenis van Jezus Christus
  25. Jezus is verrezen

Enhanced by Zemanta