Van een bufferzone voor de provincie Idlib lijkt er de afgelopen tien dagen niet veel meer over te blijven.
De burgers in Idlib lijken de dupe van een nieuw offensief van het regime te zijn. Idlib is het laatste rebellenbolwerk dat nog niet heroverd is door het
regime van president Bashar al-Assad. Er wonen zo'n anderhalf miljoen
mensen. Verschillende jihadisten uit andere delen van Syrië hebben zich
de laatste jaren in de provincie gevestigd en zich tussen de bevolking
gemengd of zich in nieuwe groeperingen herenigd. Hayat Tahrir al-Sham
(HTS), de lokale afdeling van Al-Qaeda, is de grootste radicale beweging
die er actief is.
Het Assad-regime gebruikt sinds lange tijd ook weer helikopters met vatenbommen,
gevuld met explosieven en granaatscherven. Uit die aanvallen blijkt duidelijk dat het er om gaat om zo veel mogelijk slachtoffers te maken.
Wanneer de Witte Helmen ter plaatse zijn om
mensen van onder het puin te redden nadat de helikopters hun bommen
dropten, krijgen ze te maken met Russische of Syrische
gevechtsvliegtuigen die een tweede bom gooien op de getroffen locatie.
Daarna volgt dan weer een golf van artillerievuur.
De bombardementen hebben duizenden bewoners uit hun huizen gedreven.
Volgens Ayman K.van de lokale hulporganisatie de Witte Helmen zijn in het zuiden van Idlib zo'n 50 grote en kleine
steden compleet leeg. De inwoners zijn naar andere steden gevlucht of
zoeken hun heil in opvangkampen aan de Turkse grens. De grens zelf
blijft stevig gesloten. Ankara is bang voor een enorme
vluchtelingenstroom waaronder wellicht ook jihadisten die doorreizen
naar Europa.
Het traumaziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Kunduz was het enige
ziekenhuis in Noordoost-Afghanistan waar acute medische en chirurgische
zorg werd geboden. Op zaterdag 3 oktober 2015 kwam daar abrupt een einde aan,
toen het ziekenhuis met opzet werd gebombardeerd. Twaalf medewerkers van AZG en tien patiënten, waaronder drie kinderen, kwamen om het
leven. Nog eens 37 mensen raakten gewond, waaronder 19 collega's. Die
aanval was onaanvaardbaar.
Wie dacht dat dit niet weer zou gebeuren was verkeerd.
De laatste twaalf maanden zijn er al vier aanvallen op een medische voorziening van Artsen zonder Grenzen gepleegd.
Op zaterdag 6 augustus 2016 werd een luchtaanval in Millis uitgevoerd, in het Syrische gouvernement Idlib, waarbij een door Artsen Zonder Grenzen ondersteund
ziekenhuis verwoest werd. Dertien mensen om kwamen daarbij om het leven,
waaronder vier medewerkers van het ziekenhuis en vijf kinderen.
Het wordt steeds moeilijker voor de ngo's om in de oorlogsgebieden hulp te verlenen. AZG is een van de weinigen die nog steeds aan het werk zijn waar anderen al lang geleden de moed hebben opgegeven of gekozen hebben om hun vrijwilligers in veiligheid te brengen.
‘Het bombarderen van dit ziekenhuis in Syrië is verschrikkelijk,’
zegt operationeel medisch manager Dr. Silvia Dallatomasina.
‘De Syrische
hulpverleners hebben de moed en toewijding om medische zorg te blijven
bieden tijdens de oorlog.'
'Elke keer dat er weer een ziekenhuis wordt geraakt, raakt de
Syrische bevolking weer een plek kwijt waar acute, levensreddende hulp
wordt gegeven. Artsen zonder Grenzen doet er alles aan om de medische
zorg in Syrië te versterken. Maar dit soort aanvallen moeten
onmiddellijk ophouden.’
‘We zien
wederom de verwoestende gevolgen. Een volledig functionerend ziekenhuis
vol met patiënten en hulpverleners wordt gebombardeerd gedurende een
oorlog waarin geen enkel respect wordt getoond voor medische zorg en
patiënten.
Recent riep de VN met een resolutie op om een einde te maken aan
aanvallen op ziekenhuizen en internationaal humanitair recht te volgen.
Niemand zorgt er echter voor dat de strijdende partijen in Jemen dat
doen. Zonder acties zijn dergelijke publieke verklaringen zinloos voor
de slachtoffers van deze aanvallen. Dat is onacceptabel.’
Op maandagmiddag 15 augustus 2016 was het weer eens prijs dat de wereld moest toezien hoe onmeedogenloos men geen rekening hield met de wetten van oorlogsvoering die in het verleden werden goedgekeurd door de betrokken partijen. Het door Artsen zonder Grenzen ondersteunde Abs-ziekenhuis in het
gouvernement Hajjah in het noordwesten van Jemen werd toen geraakt bij een luchtaanval en werd deels verwoest.
Een medewerker van Artsen Zonder Grenzen stierf ter plekke met 9 andere mensen. Twee patiënten stierven terwijl zij overgebracht werden naar een ander ziekenhuis. Minimaal negentien mensen gewond.
De coördinaten van het ziekenhuis zijn regelmatig gedeeld met alle
strijdende partijen, waaronder de door Saudi-Arabië geleide coalitie. De
locatie van het ziekenhuis was bovendien alom bekend.
Het Abs-ziekenhuis in Noordwest-Jemen is deels verwoest door een luchtaanval. 14 mensen kwamen om het leven.
English: A Byzantine era temple at Idlib (ancient Ruweiha) in Syria. (Photo credit: Wikipedia)
BRUSSEL (KerkNet/Kathpress)
– De franciscaan Dhiya Aziz is opnieuw vrijgelaten. Dat is maandagavond
door de Custodie van het Heilige Land bekendgemaakt. De franciscaan
werd vlak voor Nieuwjaar in de Syrische provincie Idlib, ten zuidwesten
van Aleppo, ontvoerd. De Custodie van het Heilige Land geeft geen
details over de ontvoering, maar dankt in zijn communiqué iedereen die
bij de vrijlating betrokken was. Dat is een aanwijzing dat losgeld werd
betaald.
Volgens de custodie werd de 41-jarige Dhiya Aziz op 23
december ontvoerd toen hij vanuit Turkije na familiebezoek naar
Jacoubieh in de provincie Idlib terugkeerde. Op 4 juli 2015 werd hij ook
al eens door de leden van een radicale militie ontvoerd. Ook toen
overleefde hij het hachelijke avontuur. De franciscaan zei toen na zijn
vrijlating dat hij zich nooit mengt in de politiek en zich zonder
onderscheid inzet voor de opvang van zowel christelijke als islamitische
vluchtelingengezinnen.