Als wij beweren Christen te zijn moeten wij dit ook omzetten in het bezit nemen van de kenmerken van een Christen: een volgeling van Christus Jezus, de Nazarener Jood die zich volledig toewijdde aan God.
Dat wil niet zeggen dat ook elk van ons die Christen wordt zich volledig ten dienste moet stellen van God en de opdracht die Christus gegeven heeft aan zijn volgelingen.
In zekere zin hangen wij vast aan de wereld. Wij hebben allerlei verplichtingen tegenover haar. Wij moeten ons sociaal in deze maatschappij plaatsen maar dragen ook de verantwoordelijkheid over meerdere wereldse taken. Wij moeten zorgen voor een dak boven ons hoofd en hiervoor betalen. Ons levensonderhoud kost geld dat moet opgebracht worden door taken, die meestal werelds zullen zijn. Door al dat wereldse werk worden wij ook moe en kunnen wij best wat ontspanning gebruiken. Maar deze ontspanning en het dagelijks werk moeten ons niet helemaal in beslag nemen. Wij moeten de belangrijkste bouwstenen van de samenleving niet laten uithollen en verzuipen in de gehele wereldse business. De mens kan zodanig opgeslokt geraken door het wereldse dat de wereld als een plaats van keuze en vrijheid wordt welke weinig betekenis heeft.
Jeffrey Schipper heeft gelijk als hij schrijft: : "Door het loslaten van toewijding, heeft onze narcistische cultuur één ding verloren: geluk. Zonder toewijding worden individuele levens kaal en leeg. Zonder toewijding, heeft ons leven een gebrek aan zin en doel. Immers, als er niets de moeite waard is om voor te sterven, is niets de moeite waard om voor te leven. Maar door middel van toewijding bloeit de maatschappij. Het is een paradox die Christus zo vaak met ons deelde." (CIP)
Niemand verlangt van ons dat wij zo ver in onze toewijding tot God gaan als Jezus heeft gedaan. Wij moeten niet tot in de dood vervroegd uit dit leven stappen. Wij mogen zo lang leven als wij kunnen, maar als Christen zouden wij in dat leven toch moeten tonen aan anderen dat wij werkelijk volgelingen van Jezus zijn. Aan de dood zullen wij niet kunnen ontsnappen, maar wij zouden nu niet reeds als een dode mogen rondlopen in deze wereld.
Wij moeten elk voor ons zelf leven zonder aan jezelf te zijn gestorven. In de doop zijn onze zonden witgewassen en zijn wij als het ware herboren geworden. In dat nieuwe leven moeten wij dan ook getuigen van dat Nieuwe Leven zijn.
Jezus was volledig toegewijd aan God maar ook aan de mensen rondom hem gaf hij toewijding. Zo ook moeten wij nu totaal toegewijd zijn aan God en toegewijd aan Christus met die liefde die hij vertoonde naar de andere mensen. Met Christus' liefde moeten wij toewijding geven aan de mensen rondom ons heen. Als we ons weigeren toe te wijden, missen we één van de grote deugden van het leven. Wanneer we geobsedeerd raken over onszelf, verliezen we de zin van het leven: het kennen en dienen van God en liefhebben van onze naaste.
Wij moeten er op toezien dat wij niet in de spiraal geraken waar zovelen van Gods Volk in verzeild geraakten. Wij moeten op onze beurt vreugdeboden worden en onze voorganger Jesaja in gedachten moeten onze ogen open gaan voor de toestand van vandaag die niet veel verschilt met toen. De woorden die tot het huis van Jakob werden gesproken (Jesaja 58:1) tonen een situatie die overeenkomsten had met de kerkelijke situatie vandaag. Wij kunnen er niet naast zien hoe in de leeggelopen kerken en gemeenten de bolster beschimmelt is geraakt. Aan de buitenkant zijn er ook die heel godsdienstig lijken te zijn (op het eerste gezicht),.maar hoe is het gesteld met hun hart?
Jezus vertelde voldoende gelijkenissen om de wereld duidelijk te maken dat het er niet op aan kwam op aal het uiterlijk vertoon, maar wel op de gemoedsgesteldheid en de eerlijkheid van de godsdienstbeleving. Jezus gaf te kennen dat diegenen die hem wilden volgen het niet makkelijk zouden hebben, want voor een kameel was het zelfs gemakkelijker om door het oog van een naald te kruipen dan in het Koninkrijk van god te geraken. Doch is het geen hopeloze mogelijkheid. Door Jezus toewijding hebben wij allemaal de kans om tot die mooie eeuwigheid te komen. Maar dan moeten wij wel degelijk stappen ondernemen en ons verootmoedigen, breken met de zonden en de ongerechtigheden en te gaan leven zoals Jezus het wil. En die wil van Jezus is te voldoen aan de Wil van God. En dat betekend toewijding aan Jehovah God, de Allerhoogste Elohim, waarbij wij ook slechts één God mogen aanbidden en niet buigen voor beelden. Voor veel mensen lijkt dat ook zo moeilijk te zijn. Zelfs nu in de moderne tijden zijn er mensen die zoals in de Oudheid graag een gesneden beeld voor zich hebben om naartoe te bidden. Ook willen er velen kaarsjes branden en meerdere offers brengen. Nochtans heeft Jezus zich als volmaakt Offerlam aangeboden. Als Christen zouden wij zijn zoenoffer volledig moeten erkennen en er zeker van zijn dat God die dood van dat Lam van God ook als een volwaardig offer aanvaard. In zijn toewijding heeft Jezus zich als loskoop offer op de slachtbank van de Romeins-Joodse wereld aangeboden. Zijn loskoopoffer was het ultieme Zoenoffer waarbij de schuld voor al de zondaars ter wereld werd afgelost. Zelfs voor dezen die nog zouden voorkomen na de dood van Jezus Christus, de Messias.
Jezus zijn toewijding en offerdaad moet een stimulans voor ons zijn om ook het evangelie uit te dragen en volledige toewijding aan God en Zijn woord te schenken.
Laten wij vol toewijding gevolg geven aan de oproep om ons te bekeren van onze afgoden, van de (verborgen) zonden in ons leven en om ons te wijden aan de ware liefdevolle boodschap. Dat wij het lef durven hebben om anders te zijn dat de meerderheid van de wereld. Door onze toewijding aan God zullen wij ook door Hem gevoed worden en voldoende gesterkt worden om dan ook deze wereld te loslaten.
De toewijding van ons zal de vruchten kunnen dragen van de toewijding van Jezus en onze ketenen met deze wereld losmaken en ons bevrijden. De toewijding zal kunnen groeien in vreugde, vrede, liefde en volle heerlijkheid tot een prachtig vooruitzicht.