Showing posts with label planvangod. Show all posts
Showing posts with label planvangod. Show all posts

Thursday, 11 March 2021

Corona tijd, slechte, goede en betere tijden

Een jaar van een zeer speciale tijd van afzondering is er nu voorbij gegaan met snelheid die voor sommigen eindeloos traag liep te verlopen terwijl voor anderen nog verrassend snel gepasseerd is.

Voor gelovigen was het een heel vreemd jaar om de kerkrelatie gaande te houden, want de meerderheid van kerken hielden hun deuren maanden gesloten voor kerkgangers. Bij de Christadelphians blijven ze nog steeds dicht om elkaar en andere mensen te beschermen. De Broeders in Christus vinden het hun 'heilige' verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de medemens, wat inhoudt dat men er alles moet aan doen om niet besmet te worden en niemand te besmetten.

Wij beschouwen deze periode als een noodzakelijke bezinningsperiode, die wij doorheen de geschiedenis wel meer zien op treden, zoals bij de Zwarte Pest en de Spaanse Griep. Mag het toeval heten dat de Spaanse Griep vorige eeuw Europa ook in de ban hield net als dit erg besmettelijk virus dat wij maar moeilijk zien klein te krijgen.

Het Boek der boeken, de Bijbel vertelt over nog meerdere plagen. Opmerkelijk is het als men eens na gaat wanneer die opdoken dat men kan zien dat er regelmatig ook een achter liggende reden lag. Ook tegenwoordig moet men toegeven dat vele voedselcrisissen en gezondheidsperikelen over ons komen door menselijke fouten of het niet respecteren van de natuur. Zo heeft men BSE-crisis met de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (1995), de dioxinecrisis (voorjaar 1999), de fipronilcrisis (2017), maar ook meerdere corona virussen die gingen rondtoeren, zoals Ebola en andere Covid virusbesmettingen.

Wij kunnen al die gebeurtenissen overschouwen en moeten daar dan eens bij na gaan welke rol de mens daar in speelt.

Die vele gebeurtenissen waar de mens aan de oorsprong ligt zouden ons eerder moeten doen denken om terug naar de natuur te gaan en dichter bij de schepping te wonen. In de Bijbel kunnen wij lezen hoe de Maker van alle dingen de mens oproept om respect te hebben voor Zijn Schepping. In dat grote verzamelwerk komen ook enkele profeten aan het woord die vertellen over Gods Plan met het hele universum.

In het Oude Testament wordt er door de profeet Jesaja al een duidelijk beeld geschetst waar wij naar toe moeten. Hij is het ook die in deze 'bange dagen' hoop mag geven, want er is verlossing op komst. Wij mogen er gerust op aan dat er veel betere tijden zullen aankomen. Sowieso gaat deze pandemie over en zal alles weer tot normaal leven komen. 

De 8e-eeuwse v.G.T. Israëlitische profeet Jesaja, naar wie het Boek van Jesaja is genoemd, Het boek bevat dramatische profetische verklaringen van Cyrus de grote in de Bijbel, die de natie Israël uit Babylonische gevangenschap zal herstellen. Maar het gaat nog verder over een veel belangrijker herstel vertellen. Om die reden is het Boek van Jesaja ook vele malen geciteerd door de Nieuw Testament schrijvers. Tien van die verwijzingen gaan over de lijdende dienaar van God (ook met een naam die als zijn naam duidt op de redding van God - Yeshaʿyahu - verkort: Jeshua), hoe hij zal lijden en sterven om velen van hun zonden te redden, begraven zal worden in het graf van een rijke man, en een licht zal zijn voor de heidenen. Het Evangelie van Johannes zegt dat Jesaja "de glorie van Jezus zag en over hem sprak."

Duidelijk kregen we een voorspelling van een nieuw tijdperk dat zou aantreden met die afgezant van God en die nog vele jaren later terug zou komen en zijn koningstroon zou betreden bij de uiteindelijke totstandkoming of volbrenging van zijn rijk, het Koninkrijk van Christus.

Jeshua of Jezus Christus (zoals hij nu beter gekend is) ging dieper in op die prachtige voorspellingen van een toekomende tijd, waarvoor Jezus waarschuwde dat wij klaar moeten zijn als die tijd zou gaan uitbreken. Ook Daniël en Jezus lieten als Jesaja uitschijnen dat het een veel betere tijd zou zijn dan diegene waarin de mens toen vertoefde. Tot nu toe is die tijd nog niet gekomen, maar wij mogen er zeker van zijn dat zo wel de eindtijd waar Jezus voor waarschuwde als die betere tijd van Gods Koninkrijk met het herstelde Paradijs ons toe zal komen.


+

Vindt ook te lezen

Plan van God

Plan van God en wereldvrede

Koninkrijk van Christus en Koninkrijk van God

Herstelde Paradijs 

Sunday, 7 March 2021

Een boekrol van leven en dood

 De Bijbel is zelf een samengesteld boek van meerdere boekrollen. Doorheen de eeuwen zijn regelmatig van die rollen gevonden, in grotten, urnen en graven. Maar in dat Boek der boeken staat er ook geschreven dat God een apart geplaatst (of heilig) Boekrol heeft waarin al de namen staan van de wezens die geboren zullen worden doorheen al de eeuwen die God voorziet dat de mens kan uitbreiden.

Niets is verborgen voor God. Hij weet alles. Door Hem is alles ontstaan en Hij is het die ook laat bestaan. Door Hem is het zijn en het wezen. Hij Die is, had vanaf het begin een Plan en liet Zijn Plan in wording komen. Maar het Plan is nog niet af. Zo kunnen wij er op aan dat het Plan van God nog verder zal afgewerkt worden. God heeft altijd op de wereld toegekeken en heeft het verleden in de hand gehouden zoals Hij ook de toekomst in de hand houdt.

Bij het ontstaan van de wereld plaatste Hij ook de mens op de aarde en tekende Hij alle namen van de nog te komen mensen in Zijn Grote Boek, dat in de Bijbel beschreven staat als Het Boek der levenden, maar ook kan aanschouwd worden als de verzekering dat zij niet zijn opgetekend in het Boek der doden.

In dat Boek der levenden staan u met vele andere hun namen genoteerd als zij goedgekeurd zullen worden op het einde der tijden. Vast en zeker staan Mozes, Jozua, Samuel, Gad, Nahum, Jeremia, Ezra, Nehemia, Mordechai, David, Salomo, Jesaja, Jeremia, Daniël Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Zacharia, Maleachi, Jezus, Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes er in opgetekend. Ja hun namen stonden daar al in voordat Abraham geboren werd. Zo kan men dan in de Hebreeuwse denkwijze ook stellen dat zij al vóór Abraham waren. Maar dat betekent niet dat zij allen vóór Abraham bestonden. Velen die in dat boek staan genoteerd moesten in de tijd van Abraham nog geboren worden. Ook Jezus en zijn discipelen waren voor Abraham er nog nooit geweest. Jezus zou zelfs vele eeuwen later pas tot ontstaan komen. Jezus is namelijk later uit het zaad of geslacht van David ontstaan.


++

Vindt ook te lezen

  1. De boekrol
  2. Kijk op het Boek der boeken en het Schrift
  3. Plan van de Goddelijke Maker 
  4. Plan van God
  5. Plan van Genade
  6. Gekoesterde plannen volgens God plan uitgeoerd
  7. Plan van God en wereldvrede
  8. Is er meer in het leven dan dit 
  9. Kijk naar verleden, heden en toekomst en zin van het leven
  10. U God houdt de toekomst in handen
  11. God Kijkt toe
  12. Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
  13. Wereld waarheen? #3 De Wortelscheut van David
  14. De Wederkomst en de Eindtijd #5 De Verlosser uit de hemel

 

 

Monday, 8 January 2018

Kijk naar verleden, heden en toekomst en zin van het leven

In de donkere wintermaanden zijn er heel wat mensen die terugblikken op hun leven en er vragen over stellen. Veel mensen vragen zich bijzonder in die periode af welke zin hun leven mag hebben.

Op de heropgefriste site van de Broeders in Christus kan u nu enkele artikelen vinden die op die vraag van vele mensen een antwoord tracht te geven.

"Is er meer in het leven dan dit" laat blijken dat wij als mens er ons bewust moeten van zijn dat wij niet de enige zijn die zo maar zouden lijden of in die mate getroffen zouden zijn door een lijden dat wij onrechtvaardig vinden.

De zorgen, problemen zijn er niet enkel voor ons, maar eigenlijk moeten wij inzien dat er niemand eigenlijk kan aan ontsnappen. Pijn is iets dat iedereen tegemoet komt. Lijden is iets dat de een min of meer moet verduren dan de ander, maar weinigen of niemand zal er aan kunnen ontsnappen.

Algemeen kunnen wij zeggen dat "Lijden een probleem is in en van deze wereld" waar wij tezamen naar oplossingen moeten zoeken om die pijn te verzachten en het lijden tot een minimum te beperken.

Hiertoe moet de mens weten dat er in de oudheid wetten zijn gegeven welke nog steeds valabel zijn en die eigenlijk zouden moeten dienen als een richtsnoer voor elk levende ziel. De eigenzinnige mens is echter niet bereid om die Wetten van God ter harte te nemen en daar licht het grote probleem van onze maatschappij. Moesten meer mensen die Wetten van God onderhouden zouden er heel wat minder problemen zijn en zou er heel wat lijden vermeden kunnen worden.

Diegenen die geloven in God en Gebod zouden hun geloof moeten uitdragen en zo veel mogelijk mensen moeten aansporen om ook in Die Goddelijke Schepper van hemel en aarde te komen geloven en Zijn geboden te houden. Eveneens zouden zij het Plan van God kenbaar moeten maken zodat meer  mensen kunnen inzien welk belang er mee gemoeid is om volgens Gods Regels te leven en er naar te streven die vredeboodschap van God uit te dragen en hoop te zaaien voor de uitvoering van dat Grootse Plan, dat redding zal brengen  voor iedereen die er wil in geloven.

+

Lees ook

  1. Wat is de zin van dit leven
  2. Bijbelboodschap voor ons
  3. Brood en leven 
  4. Is er meer in het leven dan dit 
  5. Lijden, probleem in en van deze wereld 
  6. Lijden bedekt door Zoenoffer 
  7. Plan van de Goddelijke Maker 

Tuesday, 17 May 2011

Laatste dagen omroepers

Vorige dagen haalden wij al enkele malen aan hoe sommigen de wereld trachten te waarschuwen voor een naderend onheil van de Laatste Dagen.

In die Laatste Dagen zou volgens de Schrift de Satan welig rondtieren. Hoe die "Tegenstander van God" van zijn tak maakt kunnen wij wel merken als wij Twitter, Facebook, vele Blogs en Tijdschriften mogen geloven. Heel wat heen en weer geschrijf rond God en Gebod kan men ook op het internet vinden waar men veel inspanningen levert om de mensen weg te krijgen van het Godsbeeld en gedachten aan de Mooie Beloften aan ons door de Allerhoogste gebracht.
Men verkiest de zinnen op andere dingen te brengen dan op het hoogste algemeen goed.

Sommigen vragen zich af wat de "Voortekenen voor Jezus wederkomst" wel mogen zijn, terwijl anderen waarschuwen dt Jezus hier al aanwezig is, voor de ene al op de aarde, voor de andere hier en in de hemel, maar hier zijn heersende organisatie heeft voorzien.

Volgens de Duitse theoloog Overbeck (hij leefde rond 1900) is de oorsprong van het Christendom nu juist gelegen in het besef van het nabije einde. Het is trouwens iets waarmee vele generaties zich bezig hielden. doorheen de eeuwen heen hebben ook velen geprobeerd te bepalen wanneer dat einde zou komen en voorspelden zij allerlei dingen die over de mensheid zouden komen op bepaalde tijden.

In 2009 waren er zowat 61 aardbevingen metend boven 5 Mw op de schaal van Richter en het aantal liep hoger op naar wij de dag van vandaag naderden. Alsook kwamen meerdere rampen af op de wereld en werd het hele economische stel omvergeworpen.
Men kan wel zeggen dat alles eens goed door elkaar geschud is geworden. Ook politiek werden de laatste jaren bepaalde maatregelen getroffen en wetten goedgekeurd die volgens velen een teken aan de wand kunnen zijn.

Effectief kunnen wij met de Bijbel in de hand genoeg zaken waarnemen die wij niet mogen veronachtzamen. De bijbel brengt "de grote dag van Jehovah" in verband met "de tegenwoordigheid van onze Heer Jezus Christus" (2 Thessalonicenzen 2:1, 2), maar zou deze er nu al zijn? Wij moeten al de waarschuwingen van God, zijn profeten en van Gods zoon ter harte nemen. Jezus waarschuwde ons om uit te kijken en niet zomaar iedereen te geloven die beweerde de Christus te zijn of de alwetende die van god als laatste boodschapper zou zijn gezonden.  Jezus Christus zegt dat niemand de dag van de wederkomst weet. De Bijbel bevat geen verborgen codes die mensen moeten ontcijferen. En christenen moeten zich  bezighouden met de kern van het geloof, in plaats van hun aandacht te laten afleiden door voorspellingen. Met de beroemde woorden van Luther: „Zelfs al zou ik weten dat de wereld morgen in stukken uiteenvalt, ik zou toch mijn appelboom planten.”

Er is wel degelijk iets aan de hand dat ons op de hoede zou moeten brengen, zowel voor valse profeten als voor de beweegredenen om zelf acties te gaan ondernemen om ons zelf te beschermen voor wat er spoedig zal gaan gebeuren.
Men kan er niet naast kijken dat wij meer en meer risicos durven nemen en onachtzamer omgaan met de Schepping die wij van God in leen hebben gekregen. Maar ook dat die natuur heviger reageert op wat er met haar gedaan wordt. Al was het dat de gevolgen van de industriële revolutie nu maar pas beginnen door te wegen met de opwarming van het klimaat. De mensen hinken haar maar achterna. zoals in de veiligheid volgen de beveiligers altijd een stap later de overtreders.

Willen wij als gelovigen ook een stap later komen? Of gaan wij beter uit onze doppen kijken en vlugger reageren?

Om een term zoals 'de geweldige dag van woede' te begrijpen moeten wij het plan van redding van God goed begrijpen. Het kan een heel gecompliceerd gebied zijn indien wij zo maar iets uitpikken en dingen kiezen en deze samen vermengen met dingen die niet vermengd kunnen worden.
De "woede" kwestie in de Oude Geschriften spreekt van de tweede komst van een beloofde Verlosser. Dit kan  opgespoord worden door de profeten. Bijvoorbeeld geeft David aan ons een profetische uitdrukking van dit gebeuren in Psalm 2:12; "Breng hulde naar de Zoon, zodat hij niet boos wordt en u op de weg vernietigd, omdat Zijn woede spoedig kan ontstoken worden . Hoe gezegend zijn iedereen die toevlucht in Hem neemt".

Tot God moeten wij onze toevlucht nemen. Wij kunnen luisteren naar wat mensen hebben te vertellen, maar God zou steeds het laatste woord moeten voeren.

Met de jaren zijn heel veel theorieën uit mensenbreinen ontsproten. Zelfs theorieën over personen die reeds lang dood zouden moeten zijn of organisaties die al lang het licht niet meer zagen die toch hier aanwezig zouden zijn.

Nostrademus,  Melchior Hoffman, Charles Wesley, Joseph Smith, Jehovah’s Getuigen en anderen trachtten mensen er van te overtuigen dat op zulk een welbepaalde dag de wereld zou vergaan. Zij lokten heel veel leeslustigen, maar vandaag richten vele tijdschriften zich ook op de gebeurtenissen die ons omringen en durven deze te vergelijken met wat er in het meest verspreide Boek, de Bestseller aller tijden staat.

Eén van de roepers die de laatste maanden ook wat aandacht krijgt is Fred Waldron Phelps die met zijn geloofsgemeenschap Westboro Baptist Church (WBC) vele mensen tegen de borst durft stoten met zijn manier van protesteren tegen de wereld van vandaag. Voor de leden van die vreemde Baptisten sekte ligt het onomstotelijk vast dat wij in de eindtijd zijn; Voor hen staat het ook wel als een paal boven water dat zij de enigen zullen zijn die gered worden. Al de anderen zullen volgens hen branden in de hel.
Voor ons is het wel niet zo erg, mits wij beseffen dat de 'hel' van de Bijbel gewoon het 'graf' betekend en dat diegenen die sterven toch niets meer zullen voelen, horen of kunnen doen. Bij hen zal er geen beslissingsmogelijkheid meer zijn, maar ook geen enkel besef. Zoals bij de dieren zal het hen vergaan. Zij zullen gewoon tot stof (en as) terugkeren naar moeder aarde waar alles van hen zal vergaan. Maar wijhebben gelukkig toch nog een andere hoop.

Maar het is niet omdat wij een hoop tot een eeuwig leven zouden hebben dat wij dat zo maar zouden gaan krijgen. Zelfs niet diegenen die gedoopt zijn. Ook zij kunnen die kans voorbij zien gaan. De 'wedergeboorte' is niet zomaar het toegangskaartje tot een vrijgelijde en een Vaststaand Eeuwig leven.

Ook Harold Camping, de 89-jarige directeur van de Californische organisatie Family Radio, roept de mensen al jaren op om te zien dat wij nu in de eindtijd zijn en voorspelt deze zelfs voor over enkele dagen. De zelfbenoemde exegeet –oorspronkelijk ingenieur van beroep– baseert zich op een allegorische uitleg van bepaalde Bijbelteksten, gecombineerd met vernuftige berekeningen om te komen tot 21 mei als "Dag des oordeel".
Zo ziet hij een belangrijke aanwijzing in het feit dat op 21 mei 2011 de zondvloed precies 7000 jaar geleden begon, althans, volgens zijn berekeningen. Die 7000 jaar brengt hij vervolgens in verband met de zeven dagen die Noach kreeg om zich in veiligheid te brengen in de ark. En omdat één dag voor God is als duizend jaar, betekent dit volgens Camping dat de ons toegemeten tijd zaterdag is verstreken.
Tegenover een doemprediker die voor die 21 ste mei een geweldige wereldaarbeving belooft staat aan de vrouwelijke zijde Allison Warden van de site We Can Know.com uit North Carolina wordt dan voor die zaterdag verkondigt dat het de dag van Jezus' wederkomst zal zijn. Deze zoon van God zal na zijn komst exact 5 maanden de tijd hebben om de zielen van zijn volgelingen in veiligheid te brengen voordat zijn vader op 21 oktober 2011 de aarde geheel zal gaan vernietigen, exact 13.023 jaar nadat Hij hem heeft geschapen. Ook zij heeft een hele machinerie achter zich die radio programma's aan biedt en vele publicaties brengt.
Zoals ik reeds met de WBC opmerkte is het wel vreemd dat die doemdenkers zulk een pr-offensief kunnen verrichten dat men zich kan afvragen waar al dat geld vandaan komt.
Kennelijk is er genoeg geld beschikbaar om in diverse landen, waaronder Nederland en Duitsland, reclameborden op te hangen. En dankzij internet kan de boodschap in meer dan veertig talen verspreid worden, waarbij alles gedaan is om een betrouwbare indruk te maken.

Terwijl Phelps beweert dat niemand zich iets aantrekt van Gods Wil en Gods Plan wordt het Laatste Oordeel toch gevreesd door de wereld en is de dag dat God de wereld zal vernietigen vanwege de zonden van de mensheid nu op slechts vier dagen afstand.
Volgens hem heeft de wereld gelijk in het geloof dat de Dag des Oordeels zal komen en geeft de Bijbel ons juiste en accurate informatie over die Dag.

Ik vind het wel kostelijk dat hij zegt dat "God ook Zijn wet moet gehoorzamen", maar dat hangt er natuurlijk van af hoe je het bekijkt. God zal Zijn Plan natuurlijk weldegelijk ten uitvoer brengen. Hij zal Zijn Wil volgen.
"aangezien alle mensen van de wereld zondaars zijn, moet Hij ten slotte de wereld vernietigen." druist echter in tegen de boodschap van God die duidelijk te kennen geeft dat Hij de wereld zeker niet zal vernietigen en de aarde ook niet meer zal bestraffen met een zondvloed of zo iets vreselijks.

Het is duidelijk dat de zonde in de wereld erg groot is geworden. De WBC en Family Radio hebben het daar wel bij het rechte eind als zij opmerken hoe pervers deze wereld wel  geworden is. De ongehoorzaamheid naar de ouders, het geen respect meer hebben voor ouderen, het niet waarderen van de natuur en het respectloos omspringen met de aarde, het liefdeloos omgaan met anderen zijn allemaal voortekenen van een van God afwijkende maatschappij en van tijden waarin het kwaad meester wordt van have en goed. De machtsgeilheid en bezitterigheid zijn ook tekeken die voorspeld waren. Het geldgewin primeert vandaag duidelijk over het goed leven naar Gods Wil.

Uit de Bijbel waarschuwing in Jeremia 25:33 kunnen wij ophalen dat zij die vernietigd werden wel op deze aarde zullen liggen en vergaan: "En de verslagenen des HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde;; zij zullen niet   beklaagd, noch opgenomen, noch begraven worden;; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn."  Maar de Bijbel vertelt ons ook dat de Allerhoogste Heilige God een God is van grote genade,  mededogen en liefde. Volgens Harold Camping heeft God ons, in afwachting van de vernietiging, "de exacte tijd van het Laatste Oordeel gegeven." Met "De Bijbel vertelt ons in  Amos 3:7: Gewisselijk, de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe " wil hij ons laten doen geloven dat hij ook een profeet van God is die ons de juiste datum kan kenbaar maken. Maar vreemd genoeg vind ik dat zijn organisatie er toch niet zo erg moet in geloven, want zij verkopen nog boeken die dan na die dag van oordeel zouden geleverd worden. Ofwel willen zij nog voor die dag zoveel  mogelijk geld incasseren en kan het hen niet deren dat de kopers hun war toch nooit zullen zien, ofwel zijn het gewoon bedriegers die ook nog zo veel mogelijk geld willen verdienen. Maar in beide gevallen vergeten zij dat wij met geld niets zullen zijn. Wij kunnen het niet mee nemen in onze dood. In het dodenrijk kan men niets uitvoeren met werelds geld of bezit. In de dood zal er ook niemand iets van ons kunnen ontvangen of zal er geen gewag van ons  gemaakt worden. (Psalm 6:5) Tijdelijk zal men nog naspreken over iemand. Hoe meer hij belangrijke of verschrikkelijke daden heeft gedaan hoe langer hij of zij in het geheugen van de mensen zal blijven, maar na een tijd zullen zij hier op aarde ook vergeten zijn en ongekend voor de meesten. Er is geen werk noch overleg noch wijsheid in Sjeool, de hel waarheen wij gaan in de dood (Predikheren 9:10)

Phelps en Camping hebben gelijk als zij zeggen "De Heilige God toont ons, dat Hij volkomen in staat is om de vernietiging over deze hele wereld te brengen vanwege de zonde. De Bijbel
vertelt ons van dit geweldige feit in Genesis 6:12-13: Toen zag God de aarde, en ziet, zij was
verdorven;; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. Daarom zeide God tot  Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen;; want de aarde is door hen vervuld met wrevel;; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven." maar zij vergeten dat dat de eerste en laatste keer was dat God dat zou doen.

In Jessaja kunnen wij de mooie vooruitzichten vinden van wat er meet de aarde zal gebeuren. Maar ja, eerst zal er wel een verschrikkelijke tijd aanbreken. Eerst zal er over de gehele wereld een Tijd vaan Beproeving komen. Niemand zal er aan ontsnappen. Dat lijken zij ook over het hoofd te zien, dat wij allemaal in het zelfde schuitje zitten en samen de verdrukking zullen moeten gaan verduren. Het verschil met de gelovige zal zijn dat hij voldoende voorbereid zou kunnen zijn. En dat is wat wij als gelovigen meoten doen. Ons zelf voorbereiden en anderen waarschuwen zodat zij ook voorbereid de strijd zullen kunnen aangaan.

Camping zegt: "7000 jaar (één dag is als 1000 jaar) was de tijd om aan de toorn van God te ontsnappen, die zal komen wanneer Hij de wereld op de Dag des Oordeels zal vernietigen. Omdat de Heilige Oneindige God alwetend is, weet Hij het einde vanaf het begin. Hij wist hoe zondig de wereld zou worden.Zevenduizend jaar na 4990 BC (voor Christus, het jaar van de zondvloed) is het jaar 2011 AD (onze kalender). 4990 + 2011 - 1 = 7000 [Er moet één jaar worden afgetrokken om van een kalenderdatum in het Oude Testament BC naar een kalenderdatum in het Nieuwe Testament AD te gaan, omdat de kalender geen jaar nul heeft.]
Dus de Heilige God toont ons door de woorden van 2 Petrus 3:08 dat Hij wil dat we weten dat precies 7.000 jaar nadat Hij de wereld vernietigd heeft met water in de dagen van Noach,
Hij van plan is om de hele wereld voor altijd te vernietigen. Omdat het jaar 2011 AD precies
7.000 jaar na 4990 BC (voor Christus)is, toen de vloed begon, geeft de Bijbel ons een absolute
bewijs dat in het jaar 2011 het einde van de wereld zal komen tijdens het Laatste Oordeel wat zal komen op de laatste dag van de Dag des Oordeels."

Dan haalt Camping aan dat wij niet mogen vergeten dat de watervloed ook begon op de 17de dag van de 2de maand, in het jaar 4990 voor Christus.en dat 21 mei 2011 in onze
kalender de 17de dag is van de 2de maand van de Bijbelse kalender.

Voor hen die van wiskundespelletjes houden kunnen zij de berekenignen van al die voorspellers van de einddag naast elkaar leggen, maar hopen wij dat zij ook de Bijbel vast zullen nemen en er in lezen om verder te zoeken hoe God het eigenlijk voorzien heeft.
In die Heilige Geschriften zullen wij kunnen vinden dat de God van liefde vele voorzieningen heeft getroffen voor zijn getrouwen.
Ook al kunnen wij niet echt niet weten welke specifieke dag de laatste dag zal zijn van dit werelds gestel, kunnen wij ons toch voorbereiden op een dag die zeker "eens" zal komen. "Wanneer het ook moge zijn" zou ik zeggen.

Mits er vele tekens kenbaar gemaakt zijn in de Bijbel kunnen wij hierop voortbouwen en mogen wij wel aannemen dat wij in de "Laatste Dagen" zijn gekomen, maar dat betekend nog neit dat dat Einde eerstdaags zal zijn.

In de hoop u hier spoedig terug te mogen aantreffen, verblijf ik met vriendelijke groeten,
uw toegenegen
Marcus Ampe


Vindt:

Family Radio® en haar internationale uitzendingen -  Nederland
Worldwide Familyradio organisation
De Heilige God zal de dag des Laatste Oordeels brengen op 21 mei 2011 - pdf bestand

Lachen of bang zijn voor 21 mei 2011 of 21 december 2012



Lees ook:


en aanverwant:




Wednesday, 1 December 2010

U God houdt de toekomst in handen


"Ik weet niet wat de toekomst vasthoudt;
maar ik weet wie de toekomst vasthoudt".
- Onbekend


"En alle deze,
goedkeuring door hun geloof
gewonnen hebbend,
hebben niet ontvangen wat werd beloofd,
omdat God iets beters voor
ons had verzorgd,
zodat apart van ons zij
niet perfect zouden worden gemaakt". Hebreeuwen 11:39-40

Het lijden van nu heeft niets in vergelijking met
de heerlijkheid die in ons geopenbaard zal worden.
Laat mij dit kunnen dragen
en vol hoop toezien naar de heerlijkheid
die werkelijkheid zal worden voor eeuwig,
Uw Koninkrijk.

Engelse versie / English version: You God hold the future

+++

2016 link update

You God hold the future

All About the Future
All About the Future (Photo credit: Wikipedia)

"I don't know what the future holds;
but I do know who holds the future."
- Unknown

"And all these, having gained approval through their faith,
did not receive what was promised, because God had provided something better for us,
so that apart from us they would not be made perfect."
Hebrews 11:39-40


Today's suffering has nothing in comparison with
the magnificence that
will become revealed in us.
Let me be able to
carry this
and let me full
hope look at the magnificence
that will become
reality for forever,
Your Kingdom.
Dutch version / Nederlandse versie: U God houdt de toekomst in handen


+++

2016 linkupdate

Tuesday, 29 June 2010

Bible Students Chronology Website

http://www.biblechronology.org/studies.html
7 Steps in the Bible Chonology — A visual representation to the first year of Cyrus. 6,000 Years of Human History and other studies.

Thursday, 31 December 2009

God Watches


Is the world out of control? Sometimes it seems like it when we live in fear of terrorists, global warming, financial insecurity and minority groups that rise to power. Our futures seem so unpredictable, especially as violence and crime rise - even in our own neighbourhoods. But Zechariah has a message for us today that will help set our hearts at peace.

"For the eye of the LORD is on all mankind as well as on the tribes of Israel." (
Zech 9:1[mg]) God knows exactly what is going on in the world we live in. He knew what it would be like before we experienced it, and he has a plan for the future that will right all the wrongs that are currently happening. God's plan is detailed in the rest of Zechariah 9 where he explains that he will send his King, Jesus, to proclaim peace to the nations, to save his people and to destroy God's enemies.
Hews prating at tomb of Zechariah.
Hews prating at tomb of Zechariah. (Photo credit: Wikipedia)

The world may seen like it is out of control, but with God's watchful eye overseeing everything that happens, he will not let it go too far but will intervene at just the right time to save us from destruction. So let's not let ourselves be worried about the things that are happening. God said they would. Instead let them strengthen our faith and make us look forward all the more eagerly to the return of Christ.

- Robert Prins


Dutch translation / Nederlandse vertaling > God Kijkt toe
Enhanced by Zemanta

God Kijkt toe


Loopt  de wereld uit de hand?
Soms lijkt het wel zo als we in angst leven voor terroristen, opwarming van de aarde, de financiële onzekerheid en minderheidsgroepen die aan de macht komen en hun wil opdrukken. Onze toekomst ziet er zo onvoorspelbaar uit, vooral als geweld en criminaliteit stijgen - zelfs in onze eigen wijken. Maar Zacharias heeft een boodschap voor ons vandaag die ons zal helpen bij het tot rust brengen van onze harten.


"Voor het oog van de Heer is op de hele mensheid, alsmede op de stammen van Israël." (Zacharia 9:1 [mg]) God weet precies wat er gaande is in de wereld waarin wij leven. Hij wist wat het zou worden voordat we het leven ervaarden, en hij heeft een plan voor de toekomst dat alle onrecht, dat er op dit moment gebeurt, zal recht trekken! Gods plan is gedetailleerd in de rest van Zacharia 9, waarin hij verklaart dat hij zijn koning, Jezus, zal sturen om de vrede te verkondigen aan de volken, om zijn volk te redden en om God's vijanden te vernietigen.

De wereld kan zien zoals het is uit de hand is gelopen, maar met Gods wakend oog van toezicht op alles wat er gebeurt, zal hij het niet te ver laten gaan, maar zal Hij ingrijpen op het juiste moment om ons te redden van de ondergang. Dus laten we ons geen zorgen maken over de dingen die gebeuren. God zei ze dat zouden doen. In plaats daarvan laat ze ons geloof versterken en laten wij ons des te gretig verheugen ons om de terugkeer van Christus.

- Robert Prins
Engels origineel / English original > God Watches

Friday, 18 December 2009

Johannes evangelie en het Woord Logos

In de artikelenreeks die wij niet kunnen indexeren vinden wij ook een reeks over de betekenis en het gebruik van "Logos" bij de geschriften van de apostel Johannes.

> Christus Jezus: de zoon van God #1 Teksten uit het Johannesevangelie Logos
(http://bijbelonderzoekers.multiply.com/journal/item/1091/Christus_Jezus_de_zoon_van_God_1_Teksten_uit_het_Johannesevangelie_Logos)

Wij zien daar in dat de joodse filosoof Philo het woord 'logos' leende bij Plato. Philo verhief de Griekse platonische geschriften bijna op het niveau van de bijbelse Heilige Geschriften. Hij  geloofde dat God zich ook enigermate had bekend gemaakt in sommige van die geschriften.

Als wij het evangelie van Johannes goed willen begrijpen moeten wij er van bewust zijn dat Johannes niet echt een filosoof  was maar een kenner van de Hebreeuwse geschriften. Het woord ‘logos’ dat Johannes gebruikt moet bijgevolg worden geduid in het licht van het oudtestamentische gedachtenkader en uitsluitend  daarin.

Johannes kende zeer goed de Oude Geschriften en het Joodse denken. Voor hem was het duidelijk dat iedereen rondom hem het woord 'logos' als het Woord van God zou aanschouwen.

De reden waarom Johannes 1:1 voor velen onduidelijk is komt omdat het verwijst naar het oude begin (# Ge 1:1) of het nieuwe begin (# 1Joh1: 1). Johannes wil de balans herstellen tussen  Paulus zijn idee ( eigenlijk eerst gevonden in (# Jas 1:18) en (# Mt 1:1) en het Paulse "logos" (# Lu 1:2) in het nieuwe "begin" (# Lu 1:1) waar wordt verwezen naar de bediening AD28 -31.

Als we kijken naar de manier waarop Paul het onderwerpbehandelt  van het werk van Christus in de nieuwe schepping in Kolossenzen 1 is het bijna alsof de oude schepping, Genesis de schepping van Adam, voor niets telde  ... maar Johannes herstelt het evenwicht door te zeggen "ja, maar de nieuwe schepping was voor de oude en in ieder geval in het oude toch" ... en dit thema loopt van (# Johannes 1:1) tot (# Johannes 17:5) en daarna in Openbaring.

Monday, 20 July 2009

Plan van Genade

Stel je voor je hebt iets gestolen uit de supermarkt en bij het vluchten heb je het raam van de deur vernield. Je bent opgepakt en je moet voorkomen, de rechter hoort het hele verhaal aan en aan het eind geeft hij je een boete van 300 euro. Jij baalt vreselijk van die boete, je wilt net weggaan als de rechter naar je toe komt lopen en aan de agent naast je 300 honderd euro geeft. Hij betaalt jouw schuld.

Dat is genade, je had het niet verdient en toch betaalt die ander voor jouw de boete. Genade is een daad van liefde, het hoeft niet maar, omdat je de ander wel mag of gewoonweg van hem/haar houdt betaal je de schuld.

Dat is precies wat God ook voor ons gedaan heeft, Hij zag dat wij allerlei dingen fout deden en in al Zijn rechtvaardigheid moest Hij ons wel straffen en dat deed Hij dan ook. De doodstraf, dat was de straf die op al onze fouten lag. God kan het echter niet over Zijn hart verkrijgen om ons die straf te laten ondergaan zoveel houdt Hij van ons mensen. Hij bedenkt een plan van genade, een plan om de prijs van deze straf voor ons te betalen.

Johannes 3 vers 16, Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft eeuwig leven heeft.

Juist God heeft Zijn Zoon gegeven om de prijs van onze straf te betalen, en het was geen 300 euro nee de straf was de dood. Jezus Christus de Zoon van God heeft onze straf, al onze fouten op zich genomen en is voor jou en mij aan het kruis gestorven. Hij heeft de straf ondergaan die wij hadden verdiend. Dit heeft Hij gedaan uit liefde voor ons en dat is genade.

Gelukkig hoeven wij niet te treuren om de dood Jezus, want Hij is opgestaan en leeft. Hij heeft de dood overwonnen en wanneer wij onder zijn genade leven dan zullen ook wij de dood overwinnen in Hem en eeuwig leven

JB

Bron: http://christenlinks.messagewear.nl

Sunday, 14 June 2009

We cannot, see Gods purpose


"We cannot, Lord, Thy purpose see,
but all is well that's done by Thee."
- On a gravestone in Cornwall, England

"Though the fig tree may not blossom,
nor fruit be on the vines;
though the labor of the olive may fail,
and the fields yield no food;
though the flock be cut off from the fold,
and there be no herd in the stalls -
Yet I will rejoice in the LORD,
I will joy in the God of my salvation."
Habakkuk 3:17-18


Dutch version / Nederlandse versie > We kunnen Gods doel niet zien

Saturday, 2 May 2009

Zijn de joden Gods uitverkoren volk

Deze maand stellen wij in ons onderzoeksplatform de vraag in welke mate u denkt dat de Joden al of niet Gods uitverkoren volk zijn en nog in Zijn Plan horen.

God had grootse plannen met het nageslacht van Abraham, Isaak en Jakob.Niet voor hun rechtvaardigheid kregen de Joden de hoop voor een eigen grote natie. Voor het doel van voorbeeld en dat Gods naam over de hele wereld zou verkondigd worden werd het volk gekozen. Maar hoe is het nu gesteld na dat Jezus Christus gestorven is. God had hen gezegd dat hij hen boven alle volken zou stellen indien zij gehoorzaam zouden zijn, maar zij hebben zich niet gehoorzaam getoond.
Wat denkt u? Hoe beantwoord u deze vragen?:

Are the Jews REALLY God's Chosen People?

- The Jews are NOT God's chosen nor is Israel their land.

- The Jews are God's people and an integral part of His plan.

- The notion of a chosen people is irrelevant and wrong-headed.

- Don't know.

Ga naar www.thisisyourbible.com om uw antwoorden te geven!



Click here to read  Israel: God’s People God’s Land!

Friday, 13 February 2009

Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte

 Wereld waarheen
I. TERUG NAAR EGYPTE


DE twaalf verspieders van het beloofde land zijn terug en brengen verslag uit voor een vergadering van het gehele volk. Hun onderneming was het gevolg van een verzoek aan Mozes, waarover de Here zijn goedkeuring had uitgesproken. Elke stam zou één verspieder leveren als zijn vertegenwoordiger. Zij kregen van Mozes te horen wat hun opdracht was: "ziet hoe het land is, en of het volk dat erin woont, sterk is of zwak, klein of talrijk; en of het land, waarin het woont, goed is of slecht, hoe de steden zijn, waarin het woont, of het in legerplaatsen woont dan wel in vestingen, en of het land vet is of schraal, of er bomen staan of niet. Weest moedig en neemt van de vrucht des lands mede" (Numerieken 13: 18-20). Er schuilt achter Mozes' aansporing moedig te zijn misschien een onrustig voorgevoel van hoe dit avontuur zal aflopen. 



De verspieders gingen de grens over aan het zuiden en gedurende veertig dagen trokken zij het land door tot in het noorden, zonder aangevallen te worden. Het was zomer, zodat zij de vruchten aan de bomen konden zien, de wijngaarden en de akkers waar de graanoogsten reeds gemaaid waren. Zij hadden vanaf een veilige afstand de steden gezien, goed beschermd tegen vijanden door hoge, omringende stenen muren. Op de terugweg droegen zij op een draagstok een grote druiventros, tezamen met granaatappelen en vijgen.

De volksvergadering was een emotionele aangelegenheid. Het leek een lange tijd sinds het volk vertrokken was uit Egypte, lang genoeg om de narigheid van zijn slaafstoestand daar te vergeten en alleen het goede te herinneren. Hoe aangenaam was het leven toen in vergelijking met dit steeds ploeteren door de onherbergzame woestijn. Als de verspieders de druiventros en andere vruchten omhoog houden gaat er door de massa een golf van vreugde. Hun verslag en het zichtbare bewijs van de vruchtbaarheid van het land beantwoordt aan Gods belofte in Egypte, het volk "uit de macht der Egyptenaren te redden en te voeren naar een goed en wijd land, een land vloeiende met melk en honig" (Exodus 3:8). Wat zal het fijn zijn dit land eindelijk in bezit te nemen!

Maar de verspieders hebben meer te vertellen. Het land is reeds in het bezit van machtige volken die binnen de sterke muren van hun steden wonen. Bovendien zijn er daar de reusachtige Anakieten: "wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen." Als de Israëlieten dit horen dan verandert hun stemming in teleurstelling en angst. Tevergeefs trachten twee van de verspieders, Caleb en Jozua, het volk moed in te spreken. Hun poging ontlokt van de andere tien de bewering dat zelfs als het volk erin zou slagen in het land te gaan wonen, zij daar niet veilig zouden zijn. "Het land verslindt zijn inwoners", d.w.z. is omringd en bewoond door woeste stammen die elkaar bevechten over het bezit daarvan.

Er volgt een nacht van totale ontmoediging. Sinds het vertrek uit Egypte waren er gelegenheden van grote ontevredenheid en opstand geweest, maar nooit zo erg als deze. De hele onderneming wordt nu beschouwd als een zinloze mislukking. Als Jozua en Kaleb trachten het volk te bemoedigen lopen ze gevaar gestenigd te worden. Men wil een nieuw hoofd aanstellen om de plaats van Mozes in te nemen. Onder zijn leiding moet het volk zich omkeren en langs de weg vanwaar ze gekomen zijn terug naar Egypte gaan.

Het verschijnen van Gods heerlijkheid in de tabernakel is een waarschuwing voor het gebruik van geweld. Het hele volk dreigt door de Here uitgeroeid te worden. Mozes doet een beroep op de Here, die bij de verkondiging van zijn naam gezegd had dat Hij lankmoedig en groot van goedertierenheid was, om zijn naam waar te maken door de zonde van het volk te vergeven.

Gods intentie zal zegevieren
Gods antwoord op het pleiten van Mozes luidt: "Op uw bede schenk Ik vergeving. Evenwel, zo waar Ik leef en de heerlijkheid des HEREN de ganse aarde vervullen zal: Geen van de mannen die mijn heerlijkheid hebben gezien ... zal het land zien" (Numerieken. 14:20- 22). Het volk dat God geroepen had om een koninkrijk van priesters te zijn, een bron van kennis en zegen voor andere volken, faalt, maar Gods grote scheppingsdoel komt daardoor niet in gevaar.

Sommige vertalingen luiden: "Zo waar Ik leef, zal de ganse aarde vol zijn van de heerlijkheid des HEREN." In dit geval is Gods eeuwige bestaan de waarborg van het realiseren van zijn intentie. Ook recentere vertalingen verzwakken de betekenis niet. Gods eeuwige bestaan en zijn scheppingsdoel staan hierdoor naast elkaar als de twee fundamentele principes van geloof. Het naast elkaar plaatsen van deze twee feiten, als de grondbeginselen waarop de heilsboodschap is gefundeerd, geeft sterk aan hoe belangrijk in Gods ogen de toekomst van de aarde is.

Het scheppingsverhaal gaat uit van de toestand van onze planeet in het begin. "De aarde nu was woest en ledig (tohu), en duisternis lag op de vloed" (Genesis 1 :2). Ondanks de roekeloosheid van mensen, die hun taak, te zorgen voor Gods schone aarde, hebben verwaarloosd, zal zij tot die toestand nooit terugkeren. "Want zo zegt de HERE, die de hemelen geschapen heeft - Hij is God - die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd (tohu) heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd" (Jesaja 45: 18).

Wat voor samenleving er bij de voltooiing van Gods plan op aarde zal zijn is het onderwerp van andere openbaringen door zijn profeten. _


 

Met de Bijbel in de hand

Wednesday, 11 February 2009

De Wederkomst en de Eindtijd #5 De Verlosser uit de hemel

De Wederkomst en de Eindtijd
Voorafgaand:
    De Wederkomst en de eindtijd #1 Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan
    De Wederkomst en de eindtijd #2 Blik op de nabije toekomst
    De wederkomst en de eindtijd #3 Let op de Vijgeboom
    De Wederkomst en de eindtijd #4 De komende toorn
    Vervolg
    De Wederkomst en de eindtijd #6 De Dagen van Noach en Lot


    DE VERLOSSER UIT DE HEMEL

    MET welk een blijdschap en dankbaarheid zien de schrijvers van het Nieuwe Testament terug op het leven, de dood en de opstanding van Christus, de beloofde en door enkelen zo lang verwachte Verlosser! Zij worden niet moe de betekenis van zijn offer uit te leggen: “Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen” (Titus 2: 11). “Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen ... “ (Titus 3:4; verg. 1 Johannes 4:9). “Hij was van tevoren gekend, vóór de grondlegging der wereld, doch is bij het einde der tijden geopenbaard ter wille van u ... “ (1 Petrus 1 :20). “ ... het leven toch is geopenbaard en wij hebben gezien en getuigen” (1 Johannes. 1 :2).

    In al deze passages gebruikt de schrijver óf het werkwoord phaneroo óf het daarmee verwante epiphaino, alle twee afgeleid van het woord phaino dat betekent “schijnen, licht geven, duidelijk worden”. Gods genade en heil, zeggen de apostelen, is niet meer een verwachting voor de toekomst, opgesloten in de geschriften en visioenen van profeten voorafgeschaduwd in de rituelen van de wet van het oude verbond. De genade is nu verschenen, als een licht in de wereld, duidelijk voor iedereen: “de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt (phaino) reeds” (1 Johannes 2:8).

    In andere passages gebruikt Paulus het woord apokalupto, of het zelfstandig naamwoord apokalupsis, in plaats van phaneroo of epiphaino. Daarmee legt hij de nadruk op het openbaar worden van iets dat eertijds een geheimenis was (kalupto = bedekken of verbergen): “de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring (apokalupsis) van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen. maar thans geopenbaard (phaneroo) “ (Romeinen. 16:25-26); “ wij werden onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden” (Galaten. 3:23); “het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet be­kend is geworden aan de kinderen der mensen zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen ... “ (Efezen. 3:5).

    In deze passages beschouwt Paulus de komst van Christus als een nieuwe fase in de ontplooiing van Gods eeuwige voornemen. De mensheid had in onwetendheid van Gods heilsplan geleefd, maar de openbaring van zijn heil door de komst van Christus bracht een ingrijpende verandering, zodat alle mensen voortaan genoodzaakt zijn voor of tegen Hem te beslissen.

    Christus geopenbaard in heerlijkheid Maar hoe groot de vreugde ook moge zijn, dat Gods genade in Christus open­baar is geworden en het licht onder de mensen schijnt, de apostelen zijn allerminst mensen die alleen maar terugblikken naar die verschijning: “Want de genade Gods is verschenen ... om ons op te voeden, zodat wij ... bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus” (Titus 2:11-13). “ ... u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd” (1 Petrus 1:5).

    Het heil is gekomen, het verzoe­ningswerk is volbracht - en toch is de wereld nog steeds vol van leed, verdriet en kwaad. Zelfs zij die geloven moeten nog worstelen tegen de zonde en tegen de sterfelijkheid die in hen heerst. En hoewel Christus na zijn lijden verheerlijkt is en aan de rechterhand van de Vader is gezeten en “alle macht in de hemel en op aarde” (Mattheus 28: 18) ontvangen heeft, kent de wereld Hem niet; de keizer in Rome en zijn stadhouders heersen nog steeds alsof er niets aan de hand is. Maar het evangelie aangaande het eeuwige voornemen Gods is niet beperkt tot een geestelijke boodschap en een onzichtbare heerschappij in de harten van een minderheid van de mensen. Daarom zien de apostelen, overeenkomstig de profetieën van het Oude Testament, uit naar een volle ontplooiing van dat voornemen en de openbaring van wat nog verborgen is, wanneer het licht en de glorie van Christus in de gehele wereld zullen schijnen. Hun gehele verlangen is gericht op de openbaring (apokalupsis) van Christus, voor Wie de overgrote meerderheid van de mensen geen plaats in hun leven heeft (1 Petrus 1: 7,13; 1 Corinthiërs 1 :7). Daarom zal die dag vreselijk zijn voor velen die buiten Hem gerekend hebben: “Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard (apokalupto) wordt” (Lucas 17:30).

    Het gaat er niet alleen om dat Christus wederkomt; het zal ook een openbaring (apokalupsis) van zijn heerlijkheid zijn (1 Petr. 4:13). De macht en majesteit die de Vader Hem verleend heeft bij zijn hemelvaart (Filipenzen. 2:9-11) zijn thans niet algemeen bekend, maar dan zal elk oog Hem zien (Openbaring 1 :7) en elke knie zich voor Hem moeten buigen: “ bij de openbaring (apokalupsis) van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte” (2 Thessalonicenzen. 1:7-9).

    De glans van zijn verschijning

    Met de openbaring van de heerlijkheid van Christus zijn wij dicht in de buurt gekomen van de denkbeelden die met zijn verschijning (phaneroo, epiphaino) verbonden zijn. En aangezien het schijnen van dat grote licht elk ander licht van zijn glans berooft, is het niet verwonderlijk dat het idee van het oordeel zo dikwijls hiermee gepaard gaat. Immers, de verschijning van Christus werpt de vraag op in hoeverre wij gedurende ons leven in het licht van Christus hebben gewandeld of in hoeverre wij eigen heerlijkheid hebben gezocht, een heer­lijkheid die onvermijdelijk verdwijnen zal wanneer Hij verschijnt. “En nu kinderkens, blijft in Hem, opdat wij, als Hij zal geopenbaard (phaneroo) worden, vrijmoedigheid hebben en voor Hem niet beschaamd staan bij zijn komst” (1 Johannes 2:28).

    Zijn verschijning liefhebben

    Het is evenwel niet Paulus’ bedoeling dat zijn lezers de verschijning van Christus zullen vrezen. Integendeel, want die verschijning zal de vervulling van al hun hoop en verwachting betekenen. Zolang Christus uitblijft, leven zij in geloof, vervuld met een innerlijke vreugde en vrede; zij ervaren in hun eigen leven de zegenende, sterkende hand van hun Here. Pas bij de wederkomst van de Here zullen de gelovigen het heil ontvangen dat Christus voor hen bewerkstelligd heeft en dat nu al eeuwen voor hen is weggelegd: “.een levende hoop, een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis; die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard (apokalupto) te worden in de laatste tijd” (1 Petrus 1: 4,5).

    Er is dus geen enkele reden tot vrees: “voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here ... mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning (epiphaneia) hebben liefgehad” (2 Timotheus 4:8).

    Ook Petrus gebruikt dit beeld van een krans: “En wanneer de opperherder verschijnt (phaneroo) zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven” (l Petrus 5:4). Petrus noemt zich in hetzelfde hoofdstuk “een deelgenoot van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard (apokalupto) worden” (v. 1). Wanneer dus Christus als Koning wederkomt en Zich in al zijn heerlijkheid aan een verraste wereld openbaart, dan zullen ook zijn volgelingen geopenbaard worden. Het zijn in al de eeuwen sinds Christus’ eerste verschijning “niet vele wijzen, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken” geweest (l Corinthiërs 1 :26) en de mensheid in het algemeen besefte niet dat dezen aangenomen waren als zonen en dochters van God. Maar bij de komst van Christus zal dit duidelijk worden. Paulus spreekt van “het openbaar worden der zonen Gods” (Romeinen 8: 19), terwijl Johannes schrijft: “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard (phaneroo) wat wij zijn zullen; maar wij weten dat, als Hij zal geopenbaard zijn (phaneroo), wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is” (l Johannes 3:2).

    Christus’ heerlijkheid aanschouwen

    Hoe moet dit worden verstaan? In de brief aan de Hebreeën vergelijkt de schrijver de dood van Christus - die eens en voor altijd verzoening maakt en zijn heengaan tot God, met het werk van de hogepriester op de grote Verzoendag onder de wet van Mozes. Eén keer per jaar ging de hogepriester het allerheiligste binnen met het bloed van een offer voor het gehele volk. Als hij er weer uit kwam verscheen hij voor het verzamelde volk met de vrucht van zijn werk, vergiffenis en verzoening. Zo zal ook de komst van Christus zijn: “zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veIer zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten” (Hebreeën 9:28).

    Bij zulke gelegenheden was de hoge­priester bevoegd het volk te zegenen. Toen Aäron tot priester gewijd werd “gingen Mozes en Aäron in de tent der samenkomst en toen zij er weer uitkwa­men, zegenden zij het volk, en de heer­lijkheid des Heren verscheen aan het gehele volk” (Levieten 9:23). De vorm van de priesterlijke zegen doet hieraan den-ken: “De Here zegene en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.”

    De belofte die in deze woorden besloten ligt, zal zeker in vervulling gaan wanneer Christus in de volle ‘epiphaneia’ van zijn heerlijkheid verschijnt. Omdat zij in dit leven zijn heerlijkheid hebben aanschouwd, zullen zijn volgelingen niet vernietigd worden door de glans van zijn verschijning (verg. 2 Thessalonicenzen. 2:8). Zij zullen Hem aanschouwen in al zijn glorie, en daarbij zal de tegenwoordige geestelijke verandering voltooid worden met een verandering van lichaam: “En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is [een zinspeling op het stralen van Mozes’ gelaat], de heerlijkheid des Heren weerspiegelen (of ‘aanschouwen’ S.v.), veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is” (2 Corinthiërs 3:18).

    De verlossing van het lichaam

    Zij worden veranderd; de kinderen Gods worden openbaar. Zoals wij al eerder zeiden, het evangelie is niet beperkt tot een geestelijke boodschap, een innerlijke bevrijding en wedergeboorte. De openbaring van Christus’ glorie zal de gehele wereld doordringen; zij omvat de materiële werkelijkheid van al Gods scheppingswerk: “omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods” (Romeinen 8:21). En deze kinderen Gods zullen er allereerst deel aan hebben; hun gehele wezen, lichaam en geest, zal bevrijd worden van deze “dienstbaarheid aan de vergankelijkheid”, en zal deel hebben aan de volmaaktheid en glorie van Christus: “wij zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam” (Romeinen 8:23).

    Christus’ heerlijkheid zal dan pas ten volle geopenbaard worden wanneer zij weerspiegeld wordt in een verloste schepping en vooral in verloste mensen, volmaakt naar geest en naar lichaam:
    “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt” (Filipenzen. 3:20,21). “Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. 
    Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Colosenzen 3:3,4). G. J