Vervolg van
Doorheen de geschiedenis wenste de Rooms Katholieke Kerk haar macht hoog houden en deed zij er alles aan om met haar politieke en geestelijke macht de bevolking onder haar duim te houden. eeuwen werd er regelmatig bijeengekomen om over uiteenlopende geloofskwesties te praten, alsook om maatregelen te treffen tegenover kerkelijke figuren waarmee zij het niet eens waren.
In de 16de eeuw verklaarden de Lutherse vorsten en steden zich oneens met de keizer van het Heilige Roomse Rijk om de godsdienstvrijheid terug te draaien. Die redevoering werd later bekend als het Protest van Spiers en leidde tot de benaming protestant, mits zij protesteerden tegen de gang van zaken.
Vele onbijbelse leerstellingen en praktijken in de middeleeuwse katholieke kerk hadden meer dan één priester en/of bisschop de wenkbrauwen doen fronsen. Vooral hoe door bepaalde onbijbelse leerstellingen de kerk de bevolking in haar macht trachtte te houden en geld afperste van de arme bevolking stak meerderen de ogen uit.
De Duitser die begon als augustijner broeder (1506) en het sacrament van de priesterwijding ontvangen had (1507), ontwikkelde zich, na zijn benoeming in 1508 tot hoogleraar in de moraaltheologie aan de Universiteit van Wittenberg, tot de leidende persoonlijkheid van wat men de protestantse beweging zou gaan noemen. Als theoloog zou Maarten Luther (Martin Luther) (1483 – 1546) de Reformatie in het Duitse Rijk op gang trekken.
Hij kon het niet meer aanzien hoe de onbijbelse leer van de afkoop van zonde door de Kerk vele armen onderdrukte. Zijn verzet tegen de handel in aflaten of kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden (verder onwtikkeld door Johann Tetzel) zou echter de kerk heel wat geld doen mislopen en kwam op dat tijdstip heel ongelegen daar de kerk juist grootse bouwplannen had.
De onbijbelse leer van een gescheiden eenheid in de mens waarbij met de dood een deel uit het lichaam zou gaan had grotere erkenning gekregen en mensen doen bidden voor de doden. Met angst dat een zielsverhuizing niet goed zou verlopen kon men mensen geld vragen voor een begrafenis en laten betalen voor het zuiver houden van die ziel, om zo te vermijden dat men in een vagevuur of hel zou belanden waar men getormenteerd zou worden door vuur en duivelse wezens (allemaal onbijbelse leerpunten).
Luther was het oneens met die valse leer en de praktijken van de professionele "vergevers" of quaestores (in het Latijn), die eropuit werden gestuurd om contributies voor een project in te zamelen. In veel gevallen was de prediking hiervan, door onwetendheid of gewiekstheid, ver verwijderd van de officiële leer; sommigen durfden zelfs te beloven dat de verdoemden uit de hel zouden worden bevrijd.
Door goed de Bijbel te lezen zag Luther dat Christus zijn zonden van hem had genomen en hij door het geloof Christus’ gerechtigheid had ontvangen. Hierbij kwam hij tot het geloof dat naar eigen zeggen voor hem de poort van het paradijs open ging.
In oktober 1517 spijkerde hij zijn beroemde 95 stellingen op de kerk in Wittenberg waarin hij verschillende misstanden in de kerk aan de kaak stelde. Die gebeurtenis is het symbolische begin van de Reformatie, de godsdienstige beweging die in de zestiende eeuw de katholieke kerk van binnenuit probeerde te hervormen.
Andere hervormers die na hem kwamen en ook vele onbijbelse leerstellingen aanvochten gingen echter nooit zo ver om tot in de wortel door te dringen.
Velen durfden ook niet "de ziel" van het "katholische" te raken en waagden het niet om terug de debatten te gaan voeren over de menselijkheid en/of goddelijkheid van Jezus in de kern. Want het menselijk aspect van Jezus werd wel door bepaalde hervormers ter berde gebracht, ook al bleven zij in de knoop van de trinitarische gedachte.
Ook vandaag is het namelijk zeer moeilijk om zich te ontdoen van de vele valse leerstellingen die door de eeuwen heen zo in de menselijke geest zijn gedrukt. De mens heeft ook de neiging om eerder de menselijke geschriften van zogenaamde "godkenners" of theologen te raadplegen en te volgen, dit met de gedachte dat ze zelf niet bekwaam zouden zijn om de bijbel juist te interpreteren. Alsof God de gewone mens niet bekwaam zou gemaakt hebben om Zijn Woord te kunnen verstaan.
Elke mens moet echter beseffen dat God eenieder de mogelijkheid heeft gegeven om zijn Woord te kunnen lezen en te begrijpen. God is geen God van onduidelijkheid of van een voorkeur hebbende voor geschoolden, die Hij dan de kennis zou geven om Zijn woord dan beter uit te leggen dan de schriftschrijvers die God zelf heeft uitgekozen en de boeken neergepend hebben die wij in de Boekenverzameling hebben welke wij nu als onze Bijbel beschouwen.