De Belgisch filosoof, theoloog, rooms-katholiek geestelijke Mgr.
André Léonard (Jambes, 6 mei 1940) is sinds 18 januari 2010 als
André-Jozef Léonard de twintigste
aartsbisschop van Mechelen-Brussel en de vijfde
primaat of metropoliet van België. Daarvoor was hij als
André-Mutien Léonard bisschop van het
Bisdom Namen vanaf 1991 tot zijn aanstelling als
aartsbisschop.
De laatste maanden gonsde het in de Katholieke Kerk. Er bleken heel wat moeilijkheden met het bedwingen van seks onder hun gezagdragers. De reeks schandalen van pedofiele daden van priesters tot zelfs bisschoppen werden breed uitgesmeerd in de media. De public relations leken echt mank te lopen. En het lijkt er niet op te verbeteren met de uitspraken die gisteren werden naar voor gebracht bij de voorstelling van de bundeling van gesprekken met Leonard door de journalisten Dominique Minten en Louis Mathoux.
In het boek uitgegeven door Lannoo in Tielt worden kritische interviews die de twee journalisten voerden met aartsbisschop Léonard gebundeld. Het schetst zijn hele levensloop en gaat dieper in op alle actuele aspecten die de Kerk vandaag beroeren. De zeer enge conservatieve gedachten van de Rooms Katholieke kerk worden duidelijk naar voor gebracht. Léonard laat duidelijk merken hoe de Katholieke Kerk staat tegenover homoseksuelen en seksueel overdraagbare ziekten. Hij vindt dat aids 'een immanente vorm van gerechtigheid' is. De kerkelijke leider trok tijdens de persconferentie ook meermaals de vergelijking met roken en drinken. 'Wie veel rookt, heeft veel kans op longkanker. Wie veel whisky drinkt, maakt veel kans op levercirrose. Wie veel seks heeft, maakt meer kans op aids.' Hij benadrukte ook wel dat aidspatiënten onze zorgen nodig hebben en 'nooit het voorwerp van discriminatie' mogen zijn. Maar toch wijst hij met zijn vinger naar de besmette mensen.
Zijn uitingen komen misschien niet altijd even duidelijk over want als men leest in het boek zou men meer verzachtend kunnen reageren.
De beruchte passage in 'Monseigneur Léonard - gesprekken' gaat als volgt:
Men heeft ooit aan Johannes Paulus II gevraagd of aids een straf van God was. Hij heeft toen heel wijs geantwoord dat het erg moeilijk is Gods bedoelingen te kennen. Ikzelf redeneer helemaal niet in dat soort termen. Ik zie in deze epidemie dus geen straf, hoogstens een soort immanente gerechtigheid, een beetje zoals we op het ecologische vlak soms de rekening gepresenteerd krijgen voor wat we het milieu aandoen. Misschien wreekt ook de menselijke liefde zich soms als ze slecht behandeld wordt, zonder dat daarvoor een transcendente bron tussenbeide moet komen. (...) Slecht omgaan met de fysieke natuur brengt haar ertoe ons op onze beurt slecht te behandelen en slecht omgaan met de diepere aard van de menselijke liefde mondt ten slotte altijd uit in catastrofes op alle niveaus.
Maar op het televisie scherm kregen wij toch iets sterkers te horen dat het werkelijk een straf van God zou zijn en een gevolg zoals in de natuur als de mens slecht omspringt met het milieu.
In het boek wordt gezegd dat het transcendente niet hoeft tussenbeide te komen, maar op de antwoorden naar de journalisten kon men eerder aannemen dat de aartsbisschop gelooft dat het wel een straf van God is die er voor zorgt dat alles weer wordt recht gezet.
Ook al kan de Aartsbisschop niet anders schrijven dan hij denkt, zou hij zijn uitingen toch betere ernstig onder de loep nemen en nagaan welke hij wel buitenkamers kan persifleren. Op interviews en ducumentaires over Leonard konden wij reeds zien dat hij een man uit één stuk was die niet bereid tot compromissen met zijn geweten was. Of hij geen vragen zou ontwijken zouden wij niet met zekerheid zeggen daar hij ons eerder handig een onderwerp kon omgooien of een antwoord leek te gaan geven maar verder op een ander idee in ging. Toch konden wij vaststellen dat hij zichzelf nooit leek te verloochenen en liet zien dat hij zich achter niets hoefde weg te steken.
De angst die er heerste met de benoeming van de man tot aartsbisschop dat zoals men nu weer eens een zeer conservatieve paus had men ook een oerconservatieve aartsbisschop in dezelfde lijn zou krijgen werd waarheid. Ook werd de vrees bewaarheid dat deze benoeming getuigt van een blindheid veroorzaakt door een engkerkelijke ideologie die alle voeling heeft verloren met heel wat maatschappelijk evoluties.
Paul De Witte, woordvoerder van Basisbeweging, Vlaams Netwerk van kritische christenen en basisgroepen schreef in januari: "Hoe kunnen we evolueren van een gesloten en onwrikbaar vastliggende “Roomse” identiteit naar een open “Messiaanse” identiteit, waarbinnen ruimte is voor allerlei vormen van kruisbestuiving, die juist nodig zijn om vruchtbaar te blijven? Kruisbestuivingen tussen christelijke bewegingen en allerhande maatschappelijke bewegingen die ook op zoek zijn naar heil voor mensen die vaak slachtoffer zijn geworden: verenigingen “waar armen het woord nemen”, vredesbeweging, antiracisme beweging, vluchtelingenorganisaties, vakbonden… " (
Benoeming André Léonard: teken van gebrek aan voeling)
Indien de functie van religies het bieden van steun en zekerheid aan die mensen die daar behoefte aan hebben, zou zijn dan heeft deze bisschop toch al veel gezegd dat eerder ondermijnend en demotiverend kan werken. Als volgens hem al die mensen die HIV besmet zijn er zelf schuldig aan zijn, en dit door een slechte levenshouding van henzelf, is dit een beledigende uitspraak naar al de hulpverleners die hun best doen om mensen in nood bij te staan. Verscheidene verpleegsters, verplegers, dokters hebben ook door accidentele besmetting een lijdensweg tot aan de dood gekregen. Zij legden hun eigen persoonlijkheid opzij om anderen te helpen. Zij volgden in de voetsporen als een pater Damiaan die de melaatsen hielp en gaven zich bereid met levensgevaar de huidige "melaatsen" of door ziekte ter dood veroordeelden te helpen. Hoe kan men hen hier schuldig verklaren en zeggen dat dit een straf van God zou zijn?
Vele hulpverleners volgden het pad van Jezus die zijn volgelingen een nieuw gebod gaf vlak voordat hij naar de calvarieberg ging. Ze moesten elkaar liefhebben, zoals Hij hen had liefgehad (Joh. 13: 34). Waren zij niet bereid zoals Jezus op stap te gaan, naar andere oorden te trekken, soms zelf hun eigen familie achter latend, om anderen te helpen? Verdienden zij dan een straf van God? deden zij niet aan “Zelfontkenning” om tot een relatie tot andere leden in het lichaam van Christus te komen en zo werkelijk die echte christelijke liefde ten toon te spreiden? Volgden zij niet de raad die Jezus aan zijn volgelingen had gegeven dat " ook wij ons leven dan voor de broeders behoren in te zetten." (1 joh. 3: 16)?
Deze hulpverleners die hun leven gaven voor de ander, de zwakkere, namen zo een onbaatzuchtige houding aan. Zij waagden het om een zelf opofferende liefde als de Fundamentele Wet van het lichaam van Christus aan te nemen. Zij durfden het kruis van een ander mee helpen dragen en kozen voor de weg van zelfontkenning. Zij zijn de mensen die wij als gelovigen zouden moeten erkennen als diegenen die hun functie in het lichaam van Christus wel willen vervullen.
Wat hebben onschuldige babies en kinderen van besmette kinderen te maken met een mogelijk verkeerd seksueel gedrag van hun ouders of grootouders? en hoevelen werden niet door verwonding aan een naald of in contactkoming met besmet bloed besmet?
Laat ons kijken hoe Jezus omging met seksueel geperverteerden, hoeren, zieken omging en laten wij beseffen dat indien wij ons Christen willen noemen, wij navolgers van Jezus leer moeten zijn. In zulk een geval moeten wij onze Leermeester zijn voorbeelden tot ons nemen en trachten, zoals de Bijbel aan geeft, te worden als Christus Jezus, welk betekend dat wij ook zo zouden moeten gaan doen als Jezus deed. Door mensen te veroordelen die misschien gezondigd hebben gaat men ze niet helpen. Door hun helpers ook af te schetsen als schuldigen aan de hen opgelopen verwondingen verloochent men hun taak en zegt men eigenlijk dat hun handelingen niet stroken met de aan te nemen houding. Maar wat zij juist deden is datgene wat Christus zou willen en wat God de Vader van ons vraagt.
Spijtig genoeg tonen de uitspraken van aartsbisschop Léonard een gebrek aan respect en mededogen voor slachtoffers van aids en hun hulpverleners en komt de Katholieke Kerk hier weer verkeerd uit de hoek.