Wij moeten terug gaan tot in 1868 voor een laatste complete editie Nederlands-Hebreeuwse uitgave te vinden, alhoewel men het ook niet echt een de Joodse Bijbel vertaling kan noemen mits het eigenlijk gewoon gaat om de Statenvertaling
die afgedrukt staat naast de Hebreeuwse brontekst.
In 1970 verscheen een
tweetalige editie met de vertaling van Jitschak Dasberg, maar die bevat
niet alle bijbelboeken.
In april dit jaar werd er weer eens een poging gedaan om een zogenaamd Joodse bijbelvertaling voor te leggen. Hierbij valt weer eens op dat men onvoldoende moeite heeft gedaan om vanuit de Hebreeuws-culturele gedachte een echt nieuw vertaling naar het hedendaags Nederlands te maken.
Wij kunnen opmerken dat de tekst van De Nieuwe Bijbelvertaling in zijn geheel overgenomen is met enkele
wijzigingen. Zo volgen de indeling en de volgorde van de bijbelboeken de
Joodse canon en zijn de namen gespeld naar hun Hebreeuwse uitspraak:
Mosjee in plaats van Mozes en Jeroesjalajim in plaats van Jeruzalem. Het
meest opvallende verschil is ongetwijfeld de weergave van de Godsnaam
JHWH. Deze wordt niet weergegeven met 'de HEER' maar met 'de EEUWIGE'.
Voor de naam van de bijbel is de keuze gevallen op TaNaCH, wat de afkorting is van de woorden Tora (de vijf boeken van Mozes), Neviiem (de Profeten) en Chetoeviem (de Geschriften), de drie delen waaruit de Joodse Bijbel is opgebouwd.