Districts of Kunduz. (Photo credit: Wikipedia) |
Wie dacht dat dit niet weer zou gebeuren was verkeerd.
De laatste twaalf maanden zijn er al vier aanvallen op een medische voorziening van Artsen zonder Grenzen gepleegd.
Op zaterdag 6 augustus 2016 werd een luchtaanval in Millis uitgevoerd, in het Syrische gouvernement Idlib, waarbij een door Artsen Zonder Grenzen ondersteund ziekenhuis verwoest werd. Dertien mensen om kwamen daarbij om het leven, waaronder vier medewerkers van het ziekenhuis en vijf kinderen.
Door de luchtaanval is een groot deel van het ziekenhuis vernietigd. Het ziekenhuis legde zich voor een groot deel toe op kindergeneeskunde en bood zorg in een gebied waar ongeveer 70.000 mensen wonen.
Onder de bewoners van het gebied zijn ook veel vluchtelingen, die geweld op andere plekken zijn ontvlucht. Artsen Zonder Grenzen ondersteunde het ziekenhuis vanaf begin 2014 met voorraden, technisch advies en financiële steun.
Zulke aanvallen op medische instellingen waar iedereen moet kunnen verzorgd worden, is totaal onverantwoord en druist in tegen de internationale akkoorden.
Het wordt steeds moeilijker voor de ngo's om in de oorlogsgebieden hulp te verlenen. AZG is een van de weinigen die nog steeds aan het werk zijn waar anderen al lang geleden de moed hebben opgegeven of gekozen hebben om hun vrijwilligers in veiligheid te brengen.
‘Het bombarderen van dit ziekenhuis in Syrië is verschrikkelijk,’zegt operationeel medisch manager Dr. Silvia Dallatomasina.
‘De Syrische hulpverleners hebben de moed en toewijding om medische zorg te blijven bieden tijdens de oorlog.'
'Elke keer dat er weer een ziekenhuis wordt geraakt, raakt de Syrische bevolking weer een plek kwijt waar acute, levensreddende hulp wordt gegeven. Artsen zonder Grenzen doet er alles aan om de medische zorg in Syrië te versterken. Maar dit soort aanvallen moeten onmiddellijk ophouden.’
De noodhulpmanager Teresa Sancristóval zegt
‘We zien wederom de verwoestende gevolgen. Een volledig functionerend ziekenhuis vol met patiënten en hulpverleners wordt gebombardeerd gedurende een oorlog waarin geen enkel respect wordt getoond voor medische zorg en patiënten.
Recent riep de VN met een resolutie op om een einde te maken aan aanvallen op ziekenhuizen en internationaal humanitair recht te volgen. Niemand zorgt er echter voor dat de strijdende partijen in Jemen dat doen. Zonder acties zijn dergelijke publieke verklaringen zinloos voor de slachtoffers van deze aanvallen. Dat is onacceptabel.’
Op maandagmiddag 15 augustus 2016 was het weer eens prijs dat de wereld moest toezien hoe onmeedogenloos men geen rekening hield met de wetten van oorlogsvoering die in het verleden werden goedgekeurd door de betrokken partijen. Het door Artsen zonder Grenzen ondersteunde Abs-ziekenhuis in het gouvernement Hajjah in het noordwesten van Jemen werd toen geraakt bij een luchtaanval en werd deels verwoest.
Een medewerker van Artsen Zonder Grenzen stierf ter plekke met 9 andere mensen. Twee patiënten stierven terwijl zij overgebracht werden naar een ander ziekenhuis. Minimaal negentien mensen gewond.
De coördinaten van het ziekenhuis zijn regelmatig gedeeld met alle strijdende partijen, waaronder de door Saudi-Arabië geleide coalitie. De locatie van het ziekenhuis was bovendien alom bekend.
Lees o.m.
- Artsen Zonder Grenzen veroordeelt grove schending van internationaal humanitair recht
- Doden en gewonden bij nieuwe aanval op door Artsen Zonder Grenzen ondersteund ziekenhuis in Syrië
- 14 doden bij aanval op door Artsen Zonder Grenzen ondersteund ziekenhuis in Jemen
+++