Showing posts with label Woord van God. Show all posts
Showing posts with label Woord van God. Show all posts

Monday 11 May 2015

Bijbel, helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest ter onderricht



“{Schepping en wet vertellen Gods eer} Een psalm van David, voor de koorleider. (19:2) De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.” (Psalmen 19:1 HSV)

 “1  {De wet van de Tien Geboden} Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. 3 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.” (Exodus 20:1-3 HSV)

 “Zo zegt de Heere HEERE: Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren!” (Jesaja 7:7 HSV)

 “Toen stak de HEERE Zijn hand uit en raakte mijn mond aan. En de HEERE zei tegen mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond.” (Jeremia 1:9 HSV)

 “Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.” (Johannes 14:10 HSV)

 “En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,” (Efeziërs 6:17 HSV)

 “Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.” (Exodus 3:6 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.” (Openbaring 4:11 HSV)

 “2 {Bevelen van de HEERE aan Mozes} (6:1) Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. 3 (6:2) Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest.” (Exodus 6:2-3 HSV)

 “13 Maar jij zegt: Wat weet God ervan? Zou Hij door de donkere wolken heen oordelen? 14 De wolken zijn voor Hem een schuilplaats, zodat Hij niet ziet; en Hij wandelt over de omtrek van de hemel.” (Job 22:13-14 HSV)

 “5 De Levieten Jesua, Kadmiël, Bani, Hasabneja, Serebja, Hodia, Sebanja en Petahja zeiden: Sta op, loof de HEERE, uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en laat men Uw heerlijke Naam {Uw heerlijke Naam-Letterlijk: de naam van Uw heerlijkheid.} loven, die boven alle lof en prijs verheven is. 6 U bent het, HEERE, U alleen. U hebt de hemel gemaakt, de allerhoogste hemel {de allerhoogste hemel-Letterlijk: de hemel der hemelen.} en heel het leger erin, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is, en U doet dat alles leven, en de menigte aan de hemel buigt zich voor U neer. 7 U bent de HEERE, de God Die Abram hebt uitgekozen en hem hebt uitgeleid uit Ur van de Chaldeeën, en U hebt zijn naam veranderd in Abraham.” (Nehemia 9:5-7 HSV)

 “7  Luister, Mijn volk, en Ik zal spreken, Israël, Ik zal onder u getuigen: Ik, God, ben uw God. 8 Niet om uw offers zal Ik u straffen, want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen. 9 Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen of bokken uit uw kooien, 10 want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij, de dieren op duizend bergen. 11 Ik ken alle vogels van de bergen, het wild van het veld is bij Mij. 12 Als Ik honger had, Ik zou het u niet zeggen; want van Mij is de wereld en al wat zij bevat. 13 Zou Ik stierenvlees eten of bokkenbloed drinken? 14 Offer dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw geloften na. 15 Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren. 16  Maar tot de goddeloze zegt God: Hoe durft u over Mijn verordeningen te vertellen en Mijn verbond in uw mond te nemen? 17 Want ú haat de vermaning en werpt Mijn woorden achter u weg.” (Psalmen 50:7-17 HSV)

 “11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, {om … te verleiden-Letterlijk: tot de listige verleiding van de dwaling.}” (Efeziërs 4:11-14 HSV)

 “{Karakter en doel van de prediking} En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen,” (1 Corinthiërs 2:1 HSV)

 “9 Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.” (1 Corinthiërs 2:9-10 HSV)

 “14 Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden. 15 De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten? Maar wij hebben de gedachten van Christus.” (1 Corinthiërs 2:14-16 HSV)

 “Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?” (Jesaja 40:13 HSV)

 “5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,” (Efeziërs 3:5-6 HSV)

 “opdat hun harten bemoedigd mogen worden, samengevoegd in de liefde, en zij tot heel de rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht mogen komen, om het geheimenis te leren kennen van God, en van de Vader en van Christus,” (Colossenzen 2:2 HSV)

 “Spreek niet ten aanhoren van een dwaas, want hij zal het verstand in uw woorden verachten.” (Spreuken 23:9 HSV)

 “1  En dit zijn de laatste woorden van David. David, de zoon van Isaï, spreekt; de man die hoog is opgericht, spreekt, de gezalfde door de God van Jakob, en lieflijk in psalmen van Israël. 2 De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong.” (2 Samuël 23:1-2 HSV)

 “Mannenbroeders, dit Schriftwoord moest vervuld worden dat de Heilige Geest bij monde van David van tevoren gesproken heeft over Judas, die gids geweest is voor hen die Jezus gevangennamen;” (Handelingen 1:16 HSV)

 “En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd:” (Handelingen 28:25 HSV)

 “Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook@ van de heerlijkheid daarna.” (1 Petrus 1:11 HSV)

 “20 Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; 21 want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” (2 Petrus 1:20-21 HSV)

 “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” (Johannes 14:26 HSV)

 “16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 HSV)

 “Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft.” (1 Thessalonicen 2:13 HSV)

 “Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.” (Romeinen 15:4 HSV)

 “Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is.” (1 Corinthiërs 10:11 HSV)

 “49 ¶ Denk aan het woord \@gesproken\@ tot Uw dienaar, waarop U mij deed hopen. 50 ¶ Dit is mij tot troost in mijn ellende: dat Uw belofte mij levend heeft gemaakt.” (Psalmen 119:49-50 HSV)

 “7 Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! 8 Houd haar hoog en zij zal je verheffen. Zij zal jou vereren, als je haar omhelst. 9 Zij zal je hoofd een bevallige krans geven, jou een sierlijke kroon schenken.” (Spreuken 4:7-9 HSV)

 “Een verstandig hart zoekt kennis, maar de mond van dwazen voedt zich met dwaasheid.” (Spreuken 15:14 HSV)

 “Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voudig.” (Mattheüs 13:23 HSV)

 “Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” (Hebreeën 5:14 HSV)

 “Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.” (Daniël 1:17 HSV)

 “Er is geen wijsheid, er is geen inzicht, en er is geen raad tegen de HEERE.” (Spreuken 21:30 HSV)

 “Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat u uiteindelijk wijs wordt.” (Spreuken 19:20 HSV)

 “7 Denk na over wat ik zeg, maar laat de Heere u inzicht geven in alle dingen. 8  Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David, overeenkomstig mijn Evangelie. 9 Daarvoor lijd ik verdrukkingen en draag zelfs boeien als een misdadiger. Maar het Woord van God is niet gebonden. 10 Daarom verdraag ik alles ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid in Christus Jezus zouden verkrijgen, met eeuwige heerlijkheid.” (2 Timotheüs 2:7-10 HSV)

 “zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.” (Johannes 17:2 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “2 voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. 3 Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, 4 Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.” (1 Timotheüs 2:2-4 HSV)


*




+

Vindt ook:
  1. Bijbel, Gods Woord ingegeven nuttig tot lering, tot bestraffing, tot verbetering en tot onderwijzing
  2. Het woord van de Ware God gegeven voor wijsheid te vergaren
  3. Bijbel, Gods Woord tot opvoeding (NBG51)
  4. De heilige geest zal alle dingen welke gezegd zijn in herinnering terugbrengen

Sunday 2 December 2012

Opgetekend in je hoofd wat is neergetekend


“4  Hoor, Israel: de HERE is onze God; de HERE is een! 5 Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. 6 Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, {} 7 gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. 8 Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn,” (Deuteronomium 6:4-8 NBG51)

 “1  Nu dan, o Israel, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen, u geven zal. 2 Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de HERE, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.” (Deuteronomium 4:1-2 NBG51)



“Echter niet om zijnentwil alleen werd geschreven: het werd hem toegerekend,” (Romeinen 4:23 NBG51)

 “20 Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; 21 want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.” (2 Petrus 1:20-21 NBG51)

 “Vervolgens zult gij op die stenen al de woorden dezer wet klaar en duidelijk schrijven.” (Deuteronomium 27:8 NBG51)

 “Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” (Romeinen 15:4 NBG51)

 “Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal.” (Openbaring 1:19 NBG51)

 “De Geest des HEREN spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong;” (2 Samuël 23:2 NBG51)

 “maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden.” (Handelingen 3:18 NBG51)

 “Door een profeet heeft de HERE Israel uit Egypte gevoerd, en door een profeet werd het gehoed.” (Hosea 12:13 NBG51)

 “24 Wie Mij niet liefheeft bewaart mijn woorden niet; en het woord, dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, die Mij gezonden heeft. 25  Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; 26 maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb. 27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. 28  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb; Ik ga heen en kom tot u. Indien gij Mij liefhadt, zoudt gij u verblijd hebben, omdat Ik tot de Vader ga, want de Vader is meer dan Ik. {} {} 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat gij geloven moogt, wanneer het geschiedt. 30 Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets, 31 maar de wereld moet weten, dat Ik de Vader liefheb en zo doe, als Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laten wij vanhier gaan.” (Johannes 14:24-31 NBG51)

 “en zonder het eens geworden te zijn, gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord gesproken had: Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken, {} {}” (Handelingen 28:25 NBG51)

 “Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher.” (Handelingen 3:21 NBG51)

 “zegt de Here HERE aldus: Het zal niet bestaan en het zal niet geschieden;” (Jesaja 7:7 NBG51)

 “Dat zal hij bij zich hebben en daarin zal hij lezen gedurende heel zijn leven om te leren de HERE, zijn God, te vrezen door al de woorden van deze wet en al deze inzettingen naarstig te onderhouden, {}” (Deuteronomium 17:19 NBG51)

 “Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.” (Psalmen 119:11 NBG51)

 “Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.” (Psalmen 119:89 NBG51)

 “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (Psalmen 119:105 NBG51)

 “119 Alle goddelozen der aarde doet gij weg als schuim, daarom heb ik uw getuigenissen lief. 120 Mijn vlees beeft van schrik voor U, ik vrees voor uw oordelen. 121  Ik heb recht en gerechtigheid gedaan, geef mij niet over aan mijn verdrukkers. 122 Wees borg voor uw knecht ten goede, laten overmoedigen mij niet verdrukken. 123  Mijn ogen smachten naar uw heil, en naar het woord uwer gerechtigheid. 124  Doe met uw knecht naar uw goedertierenheid, en leer mij uw inzettingen. 125 Ik ben uw knecht, geef mij verstand, opdat ik uw getuigenissen kenne. 126  Het is tijd voor de HERE om te handelen, zij hebben uw wet verbroken. 127  Daarom heb ik uw geboden lief, meer dan goud, ja dan fijn goud; 128 daarom houd ik al uw bevelen in alles voor recht, ik haat elk leugenpad. 129  Wonderbaar zijn uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel. 130  Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht.” (Psalmen 119:119-130 NBG51)

 “alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.” (Jesaja 55:11 NBG51)

 “16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 NBG51)

 “6 De woorden des HEREN zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd. 7 Gij, HERE, zult ze gestand doen, ons altoos beschermen tegen dit geslacht;” (Psalmen 12:6-7 NBG51)

 “5 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. 6 Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt.” (Spreuken 30:5-6 NBG51)

 “18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 19 Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.” (Mattheüs 5:18-19 NBG51)

 “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.” (Markus 13:31 NBG51)

 “Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen.” (Lukas 16:17 NBG51)

 “Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” (Romeinen 15:4 NBG51)

 “maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.” (1 Petrus 1:25 NBG51)

 “18 Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; 19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” (Openbaring 22:18-19 NBG51)

 “Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.” (Johannes 14:10 NBG51)

 “en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.” (Efeziërs 6:17 NBG51)

*


Wednesday 28 November 2012

Zuivere woorden vol Adem van de Allerhoogste

“1 En nu, Israël, hoor naar de geboden en inzettingen, die ik u leer, dat gij die doen zult; opdat gij leven moogt en inkomen en het land beërven, hetwelk de Heer, de God uwer vaderen, u geeft. 2 Gij zult niets toedoen tot hetgeen ik u gebied, en zult er ook niets afdoen; opdat gij bewaren moogt de geboden van den Heer, uwen God, die ik u gebied.” (Deuteronomium 4:1-2 NLB) “Dat zal bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns levens; opdat hij den Heer, zijnen God, lere vrezen, en onderhoude al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om er naar te doen.” (Deuteronomium 17:19 NLB) “Ik bewaar uw woord in mijn hart, opdat ik niet tegen U zondige.” (Psalmen 119:11 NLB) “Heer, uw woord blijft eeuwig in den hemel.” (Psalmen 119:89 NLB) “Uw woord is ene lamp voor mijnen voet en een licht op mijnen weg.” (Psalmen 119:105 NLB) “119 Alle goddelozen der aarde werpt Gij weg als schuim, daarom bemin ik uwe getuigenissen. 120 Ik vrees voor U, dat mij de huid rilt, en ik sidder voor uwe oordelen. 121 Ik betracht recht en gerechtigheid, geef mij daarom niet over aan degenen, die mij geweld willen aandoen. 122 Bescherm uwen knecht en troost hem, opdat de hoovaardigen mij geen geweld doen. 123 Mijne ogen zien smachtend naar uw heil en naar het woord uwer gerechtigheid. 124 Handel met uwen knecht naar uwe genade, en leer mij uwe rechten. 125 Ik ben uw knecht, onderwijs mij, opdat ik uwe getuigenissen kenne. 126 Het is tijd, dat de Heer toetreedt: zij hebben uwe wet verscheurd. 127 Daarom bemin ik uwe geboden ver boven goud, ja boven het fijnste goud. 128 Daarom houd ik al uwe bevelen voor recht; ik haat den valsen weg. 129 ¶ Uwe getuigenissen zijn wonderbaar, daarom onderhoudt mijne ziel die. 130 Wanneer uw woord geopend wordt, verlicht het, en maakt de eenvoudigen verstandig.” (Psalmen 119:119-130 NLB) “alzo zal het woord, dat uit mijnen mond gaat ook zijn: het zal niet ledig tot Mij wederkomen, maar volvoeren hetgeen Mij behaagt, en voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend.” (Jesaja 55:11 NLB) “16 Alle Schrift, van God ingegeven, is nuttig tot lering, tot bestraffing, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid, 17 opdat de mens van God volkomen zij, tot alle goed werk geschikt.” (2 Timotheüs 3:16-17 NLB) “6 (12-7) De redenen des Heren zijn louter, gelijk gelouterd zilver in een aarden smeltkroes, zevenmaal beproefd. 7 (12-8) Gij, Heer, wil hen toch bewaren, wil ons behoeden voor dit geslacht eeuwiglijk.” (Psalmen 12:6-7 NLB) “5 Alle woorden Gods zijn gelouterd: Hij is een schild voor allen, die op Hem vertrouwen. 6 Voeg niets tot zijne woorden toe, opdat Hij u niet straffe en gij leugenachtig bevonden wordt.” (Spreuken 30:5-6 NLB) “18 Want voorwaar Ik zeg u: Totdat hemel en aarde voorbijgaan, zal niet de kleinste letter noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal geschied zijn. 19 Wie nu één van de kleinste geboden ontbindt, en de mensen alzo leert, die zal de kleinste zijn in het hemelrijk; maar wie ze doet en leert, die zal groot heten in het hemelrijk.” (Mattheüs 5:18-19 NLB) “Hemel en aarde zullen vergaan, maar mijn woorden zullen niet vergaan.” (Markus 13:31 NLB) “En het is lichter, dat hemel en aarde voorbij gaan, dan dat één tittel der wet weg valt.” (Lukas 16:17 NLB) “Want wat te voren geschreven is, is ons tot lering geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schrift hoop zouden hebben.” (Romeinen 15:4 NLB) “maar het woord des Heren blijft in eeuwigheid". En dit is het woord, dat onder u verkondigd is.” (1 Petrus 1:25 NLB) “18 Ik betuig allen, die de woorden der profetie dezes boeks horen: indien iemand daaraan toevoegt, zo zal God hem de plagen toevoegen, die in dit boek geschreven zijn; 19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, zo zal God hem zijn deel afnemen van den boom des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” (Openbaring 22:18-19 NLB)

Friday 9 November 2012

Woorden in de Wereld

Hoe men het draait of keert leven in wij en zijn aldus een deel van de wereld.

Wat wij maar propberen te doen zal de wereld steeds blijven ronddraaien terwijl wij slechts een klein, verwaarloosbaar, deel in het geheel zullen zijn. Ook al zouden wij graag wel wat meer te betekenen hebben in dat grote universum. Ook al was het maar in onze kleine leefwereld, dat wij meer aanzien zouden willen verwerven.
Mensen hebben een zelftrots die zij nu en dan wel eens gevleid voelen worden. Niemand schijnt er aan te ontsnappen, ook de schrijver van dit artikel niet.

Al duizenden jaren
moest de mens zich een rechtmatige ruimte verzekeren om adequaat te kunnen leven en zocht hij naar verschillende manieren om zijn leven zo aangenaam mogelijk te maken en zich in zijn omgeving 'thuis' te voelen. Men dacht veel na over de redenen waarom we leven en wat we moeten doen, waar we naar toe gaan en wat er gebeurt als we sterven.

Er zijn altijd meer vragen in een mensenleven dan antwoorden. Veel mensen gebruiken hun hersenen om antwoorden en oplossingen te vinden en zijn bereid om hun gedachten te delen met anderen.


Veel ideeën, veel wetenschappelijke verklaringen. Veel geschriften, veel discussies.

Tussen al die boeken en woorden van de mens, vindt u mensen die van mening zijn dat het meer de moeite waard is om te luisteren naar de woorden die geschreven staan in een aantal zeer oude boeken. Zij geloven dat die oude geschriften tijdloos zijn, en ons de geschiedenis van het volk van God voorschotelen
en  ons de weg wijzen om te komen tot een beter leven. We kunnen die woorden van die oude boeken geloven of niet, we kunnen ze nemen of laten.

Vanaf het begin is de mens geïntrigeerd geweest over zijn positie in de wereld. Velen vroegen zich ook af hoe de dingen waren ontstaan en of er iets of iemand achter zat. Men vroeg zich af of er speciale ondergrondse of bovengrondse wezens, goden of hogere geestelijke wezens waren. Christadelphians zijn niet anders. Zij hebben ook vragen over het bestaan ​​van de mens. Ook zij houden zich bezig met de aarde, de planten en de dieren, en de mensen die een heleboel dingen in het universum kunnen maken of vernietigen.

We stellen ons ook vragen over de wereld en bezien de verhalen over de schepping, mythen en leerstellingen. Ook wij worden geconfronteerd met verschillende meningen en religies. Mythe en mythologie hebben  voor vele jaren veel denkers bevorderd. Er zijn al een heleboel gebieden tot bestaan gekomen waar geleerden de tijd en moeite namen om het belang van de wereld en de mens te bestuderen.

Boeddhisme, christendom, hindoeïsme, jodendom, taoïsme en zo veel meer vormen van religieuze of mythische
denkvormen gaven de wereld veel boeken en veel woorden die rond onze oren draaien om ons te hetzij in verwarring te brengen, of om ons langs een aantal wegen in deze wereld te brengen waar wij al of niet moeten zijn.

In deze 'Christadelphian World' of  'Christadelphian Wereld' zouden nederige pacifistische mensen graag hun liefde willen delen met anderen over de hele wereld. Hier zult u in staat zijn om gedachten te vinden vanuit een andere invalshoek. Christadelphians, kunnen worden gezien als mensen die in de phila delphia of in christadelphia leven als broeders in de stad van Christus. Als broeders en zusters willen we onze tijd en kennis delen, elkaar informeren en groeien in Christus. De joodse leraar die ongeveer twee duizend jaar geleden leefde, en de wereld de werken van zijn Vader, de enige God in de hemel, wilde laten zien. Ja, dat is het enige wat we als een soort dogma moeten aannemen. Dat is het enige wat wetenschappelijk niet kan bewezen worden en wat meer iets gevoelsmatig is, war het hart en de zinnen de overtuiging moeten krijgen dat er achter dit alles een bepaald iemand is, die alles geschapen heeft. Voor de rest hebben we geen behoefte aan een dogma. Alles wordt uitgelegd in de woorden van die Ene God, die Eén is .

Het Geloof in één God is het enige facet dat het volledige geloof vereist zonder een duidelijk bewijs. Christadelphian mensen geloven in die Ene Ware God, de God der goden, die een geest is en niet iets fysieks tastbaar. Deze Geest, die een God der goden is heeft alles om ons heen geschapen. Het kan een geest zijn, maar we hoeven niet bang te zijn voor Hem, die ook een naam heeft en deze heeft kenbaar gemaakt. Hij verlangt dat Zijn zal gekend zijn over geheel de aarde. De "Ik ben die ben" wiens naam Jehovah is, is de Allerhoogste waarin we geloof en vertrouwen moeten hebben en waar misschien een gezonde vrees voor mag bestaan, maar er geen angst voor moet zijn.

We hebben de Schepper van hemel en aarde en alles om ons heen, יהוה Jehovah, die bestaat en Zijn Woord
heeft gegeven, dat geïnspireerd is en onfeilbaar is. Op een speciale manier zorgde Hij dat de wereld gered kon worden door een mens die bereid was zijn leven te geven voor velen. Deze joodse man, Jeshua van Nazareth, beter bekend als Jezus Christus de langverwachte Messias,probeerde de wereld te laten zien wat ze moest geloven en wat er zou gebeuren. God had Zijn hoop op hem gericht en ook wij moeten onze hoop stellen in deze nederige man die prediken kon als geen een. In hem kregen we een betere toekomst. 

Deze man's woorden werden opgeschreven door zijn discipelen, die ook de geschiedenis van de eerste volgelingen van Jezus schreven . Door zijn leer en volgens de manier waarop de eerste volgelingen van Christus hun gemeenschap wilde opbouwen, willen wij ook een gemeenschap opbouwen volgens de leer van Christus en zijn apostelen en volgens de Wil en Wet van God, zodat we een leven kunnen krijgen met God. Christadelphians willen een nauwe relatie met God de Schepper voeden.

Veel mensen zouden beter een vrees voor God hebben als reden om terug te keren naar de Heilige Schrift, en stappen ondernemen om te grijpen naar de bestseller van alle tijden, Het Boek der boeken, en zo de Bijbel te lezen.
 

Thursday 11 November 2010

Synode: Jezus annuleerde Bijbels 'Gekozen volk'

De belofte van de Schepper in de Bijbel die het Beloofde Land voorzag voor het Joodse volk is niet langer geldig, kondigde een katholieke synode aan.

Een Amerikaanse aartsbisschop heeft aan de Synode uitgelegd dat de belofte van de Schepper "door de aanwezigheid van Christus werd afgeschaft. " In een beslissing die voorzeker een woedende reactie van vele Joodse leiders zal veroorzaken, beëindigde de synode met de conclusie dat "toevlucht naar theologische en Bijbelse posities die het Woord van G-d verkeerd gebruiken te rechtvaardigen om de vele onrechten te rechtvaardigen  niet aanvaardbaar is". Nochtans, kondigde een inherent tegenstrijdige Synode ook de verklaring aan, "Dezelfde Bijbelse Geschriften verenigen ons; het Oude Testament, het Woord van G-d zijn voor u en ons beide ... Wij geloven in de beloften van God en zijn overeenkomst gegeven naar Abraham en naar u. Wij geloven dat het Woord van G-d eeuwig is".

Dit is een belangrijk misverstand van de Waarheid van het Woord van God. God heeft de Joodse mensen niet uitgesloten. Zij zijn Zijn uitverkoren volk en Zijn gekozen mensen. Nu en voorgoed. Wij weten dit voor zeker wegens 2 hoofdzaken. Jeremiah 31 zegt dat indien hemel zichzelf zou kunnen opmeten of indien men ooit naar het midden van de aarde zou kunnen gaan - dan zal God  zijn mensen uitsluiten.
Apart van sciencefictionfilms zijn deze dingen nooit bereikt zo blijven de Joden het Volk van God. Interesserend dat het "Rachel wenend" citaat  in het vorige artikel komt van Jeremiah 31 waarin  God ook spreekt van Israël samen te brengen of te vergaren naar HET LAND! Maar wat van de brief naar de Galaten 3:28 die zegt dat er is noch Jood noch Niet-jood of heiden en wij allen één zijn in Christus Jezus? Dit betekent eenvoudig dat of wij Jood of Niet-jood geboren zijn, wij beide nu een gelijk gelegenheid hebben om door Jezus gered te worden. Niet-joden kunnen aangenomen Joden worden – geënten aan de Joodse olijfboom. De beloften tot Abraham zijn dan ook toepasselijk voor ons!

Galaten 3:28-29  (WV78)  Er is geen Jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij een persoon in Christus Jezus. Maar als gij bij Christus hoort, dan zijt ge ook Abraham, ‘nageslacht’, erfgenamen krachtens de belofte.

Precies zoals man en vrouw nog steeds zo bestaan, bestaan de Jood en Niet-jood. Het vers betekent dat IEDEREEN nu door doop in Christus kan gered worden. Maar doop maakt ons eigenlijk tot Jood (betrekking hebbend op Abraham)!!