Wednesday 8 July 2015

Schepping en wet die vertellen over Gods eer




“{Schepping en wet vertellen Gods eer} Een psalm van David, voor de koorleider. (19:2) De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.” (Psalmen 19:1 HSV)

 “1  {De wet van de Tien Geboden} Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. 3 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.” (Exodus 20:1-3 HSV)

 “Zo zegt de Heere HEERE: Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren!” (Jesaja 7:7 HSV)

 “Toen stak de HEERE Zijn hand uit en raakte mijn mond aan. En de HEERE zei tegen mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond.” (Jeremia 1:9 HSV)

 “Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.” (Johannes 14:10 HSV)

 “En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,” (Efeziërs 6:17 HSV)

 “Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.” (Exodus 3:6 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.” (Openbaring 4:11 HSV)

 “2 {Bevelen van de HEERE aan Mozes} (6:1) Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. 3 (6:2) Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest.” (Exodus 6:2-3 HSV)

 “13 Maar jij zegt: Wat weet God ervan? Zou Hij door de donkere wolken heen oordelen? 14 De wolken zijn voor Hem een schuilplaats, zodat Hij niet ziet; en Hij wandelt over de omtrek van de hemel.” (Job 22:13-14 HSV)

 “5 De Levieten Jesua, Kadmiël, Bani, Hasabneja, Serebja, Hodia, Sebanja en Petahja zeiden: Sta op, loof de HEERE, uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en laat men Uw heerlijke Naam {Uw heerlijke Naam-Letterlijk: de naam van Uw heerlijkheid.} loven, die boven alle lof en prijs verheven is. 6 U bent het, HEERE, U alleen. U hebt de hemel gemaakt, de allerhoogste hemel {de allerhoogste hemel-Letterlijk: de hemel der hemelen.} en heel het leger erin, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is, en U doet dat alles leven, en de menigte aan de hemel buigt zich voor U neer. 7 U bent de HEERE, de God Die Abram hebt uitgekozen en hem hebt uitgeleid uit Ur van de Chaldeeën, en U hebt zijn naam veranderd in Abraham.” (Nehemia 9:5-7 HSV)

 “7  Luister, Mijn volk, en Ik zal spreken, Israël, Ik zal onder u getuigen: Ik, God, ben uw God. 8 Niet om uw offers zal Ik u straffen, want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen. 9 Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen  of bokken uit uw kooien, 10 want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij, de dieren op duizend bergen. 11 Ik ken alle vogels van de bergen, het wild van het veld is bij Mij. 12 Als Ik honger had, Ik zou het u niet zeggen; want van Mij is de wereld en al wat zij bevat. 13 Zou Ik stierenvlees eten of bokkenbloed drinken? 14 Offer dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw geloften na. 15 Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren. 16  Maar tot de goddeloze zegt God: Hoe durft u over Mijn verordeningen te vertellen en Mijn verbond in uw mond te nemen? 17 Want ú haat de vermaning en werpt Mijn woorden achter u weg.” (Psalmen 50:7-17 HSV)

 “11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, {om … te verleiden-Letterlijk: tot de listige verleiding van de dwaling.}” (Efeziërs 4:11-14 HSV)

 “{Karakter en doel van de prediking} En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen,” (1 Corinthiërs 2:1 HSV)

 “9 Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.” (1 Corinthiërs 2:9-10 HSV)

 “14 Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden. 15 De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten? Maar wij hebben de gedachten van Christus.” (1 Corinthiërs 2:14-16 HSV)

 “Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?” (Jesaja 40:13 HSV)

 “5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,” (Efeziërs 3:5-6 HSV)

 “opdat hun harten bemoedigd mogen worden, samengevoegd in de liefde, en zij tot heel de rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht mogen komen, om het geheimenis te leren kennen van God, en van de Vader en van Christus,” (Colossenzen 2:2 HSV)

 “Spreek niet ten aanhoren van een dwaas, want hij zal het verstand in uw woorden verachten.” (Spreuken 23:9 HSV)

 “1  En dit zijn de laatste woorden van David. David, de zoon van Isaï, spreekt; de man die hoog is opgericht, spreekt, de gezalfde door de God van Jakob, en lieflijk in psalmen van Israël. 2 De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong.” (2 Samuël 23:1-2 HSV)

 “Mannenbroeders, dit Schriftwoord moest vervuld worden dat de Heilige Geest bij monde van David van tevoren gesproken heeft over Judas, die gids geweest is voor hen die Jezus gevangennamen;” (Handelingen 1:16 HSV)

 “En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd:” (Handelingen 28:25 HSV)

 “Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna.” (1 Petrus 1:11 HSV)

 “20 Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; 21 want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” (2 Petrus 1:20-21 HSV)

 “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” (Johannes 14:26 HSV)

 “16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 HSV)

 “Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft.” (1 Thessalonicen 2:13 HSV)

 “Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.” (Romeinen 15:4 HSV)

 “Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is.” (1 Corinthiërs 10:11 HSV)

 “49  Denk aan het woord gesproken tot Uw dienaar, waarop U mij deed hopen. 50  Dit is mij tot troost in mijn ellende: dat Uw belofte mij levend heeft gemaakt.” (Psalmen 119:49-50 HSV)

 “7 Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! 8 Houd haar hoog en zij zal je verheffen. Zij zal jou vereren, als je haar omhelst. 9 Zij zal je hoofd een bevallige krans geven, jou een sierlijke kroon schenken.” (Spreuken 4:7-9 HSV)

 “Een verstandig hart zoekt kennis, maar de mond van dwazen voedt zich met dwaasheid.” (Spreuken 15:14 HSV)

 “Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voudig.” (Mattheüs 13:23 HSV)

 “Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” (Hebreeën 5:14 HSV)

 “Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.” (Daniël 1:17 HSV)

 “Er is geen wijsheid, er is geen inzicht, en er is geen raad tegen de HEERE.” (Spreuken 21:30 HSV)

 “Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat u uiteindelijk wijs wordt.” (Spreuken 19:20 HSV)

 “7 Denk na over wat ik zeg, maar laat de Heere u inzicht geven in alle dingen. 8  Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David, overeenkomstig mijn Evangelie. 9 Daarvoor lijd ik verdrukkingen en draag zelfs boeien als een misdadiger. Maar het Woord van God is niet gebonden. 10 Daarom verdraag ik alles ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid in Christus Jezus zouden verkrijgen, met eeuwige heerlijkheid.” (2 Timotheüs 2:7-10 HSV)

 “zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.” (Johannes 17:2 HSV)

 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.” (1 Johannes 5:20 HSV)

 “2 voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. 3 Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, 4 Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.” (1 Timotheüs 2:2-4 HSV)



*


English version: Glory of only One God Who gives His Word
++

Vindt ook om te lezen 

Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
Bijbel, Gods Woord tot opvoeding (NBG51)
Schriftwoord door God geïnspireerd bruikbaar voor onderricht en toerusting
Hele Skrif deur God geïnspireer om in die waarheid te onderrig en dwaling te bestry

 

Find also to read: 

God-breathed prophetic words written torah and the mitzvot to teach us

+++

Monday 6 July 2015

Glory of only One God Who gives His Word



“((To the Chanter, a Psalm of David.)) The very heavens declare the glory of God, and the very firmament sheweth his handiwork.” (Psalms 19:1 TRC)

 “1  And God spake all these words and said: 2 I am the LORD thy God, which have brought thee out of the land of Egypt and out of the house of bondage. 3 Thou shalt have none other gods in my sight.” (Exodus 20:1-3 TRC)

 “For thus sayeth the Lord GOD {|LORDE God|} there to; It shall not so go forth, neither come so to pass:” (Isaiah 7:7 TRC)

 “And with that, the LORD stretched out his hand, and touched my mouth, and said moreover unto me. Behold I put my words in thy mouth,” (Jeremiah 1:9 TRC)

 “Believest thou not that I am in the father, and the father in me? The words that I speak unto you, I speak not of myself: but the father dwelling {that dwelleth} in me is he that doeth the works.” (John 14:10 TRC)

 “And take the helmet of health, {salvation} and the sword of the spirit, which is the word of God,” (Ephesians 6:17 TRC)

 “And he said: I am the God of thy father, the God of Abraham, the God of Isaac and the God of Jacob. And Moses hid his face, for he was afraid to look upon God.” (Exodus 3:6 TRC)

 “We know that the son of God is come, and hath given us a mind {understanding} to know him which {that} is true: and we are in him that is true, {be in the truth} through {thorow} his son Jesu Christ. This same {He} is very God, and eternal {|everlasting|} life.” (1 John 5:20 TRC)

 “thou art worthy ([O]) Lord ([our God]) to receive glory, and honour, and power, for thou hast created all things, and for thy will’s sake they are, and were created.” (Revelation 4:11 TRC)

 “2 And God spake unto Moses saying unto him: I am the LORD, 3 and I appeared unto Abraham, Isaac and Jacob an Almighty God: but in my name Jehovah {Iehouah} was I not known unto them.” (Exodus 6:2-3 TRC)

 “13 wilt thou therefore say: Tush, how should God know? Doth his dominion reach beyond the clouds? 14 Tush, the clouds cover him that he may not see, for he dwelleth in heaven.” (Job 22:13-14 TRC)

 “5 And the Levites, Jeshua, and Cadmiel, Bani, Hasabniah, Serebiah, Hodjah, Sebaniah, and Pathahiah, said: Stand up praise the LORD your God forever: and let thanks be given unto the name of thy glory, which exceedeth all thanksgiving and praise. 6 LORD, {|<thou art>|} thou alone hast made heaven, and the heaven of all heavens, with all their host, the earth and all that is therein, the sea and all that is therein: thou givest life unto all, and the host of heaven bow themselves unto thee. 7 Thou art, the LORD, the God that hast chosen Abram, and broughtest him out of Ur in Chaldea, and called him Abraham” (Nehemiah 9:5-7 TRC)

 “7  Hear, O my people: let me speak, let me testify among you, O Israel: I am God, even thy God. 8 I reprove thee not because of thy sacrifice, thy burntofferings are alway before me. 9 I will take no bullocks out of thy house, nor goats out of thy folds. 10 For all the beasts of the field are mine, and thousands of cattle upon the hills. 11 I know all the fowls upon the mountains, and the wild beasts of the field are in my sight. 12 If I be hungry, I will not tell thee: for the whole world is mine, and all that therein is. 13 Thinkest thou, that I will eat the flesh of oxen, or drink the blood of goats? 14 Offer unto God praise and thanksgiving, and pay thy vows unto the most highest. 15 And call upon me in the time of trouble, so will I hear thee, that thou shalt thank me. 16  But unto the ungodly sayeth God: Why doest thou preach my laws, and takest my covenant in thy mouth? 17 Where as thou hatest to be reformed, and castest my words behind thee?” (Psalms 50:7-17 TRC)

 “11 And the very same, made some Apostles, some Prophets, some Evangelists, some Shepherds, some Teachers: 12 that the saints might have all things necessary to work and minister withal, to the edifying of the body of Christ, 13 till we everyeachone (in the unity of faith, {|we all come unto one manner of faith|} and knowledge of the son of God) grow up unto a perfect man, after the measure of age which is in {of} the fullness of Christ: {|and become a perfect man in to the measure of the perfect age of Christ|} 14 That we henceforth be no more children wavering and carried with every wind of doctrine, by the wiliness {|wickedness|} of men and craftiness, whereby they lay a wait for us to deceive us.” (Ephesians 4:11-14 TRC)

 “And I brethren when I came to you, came not in gloriousness of {|in hye words|} words or of wisdom, shewing unto you the testimony of God. {|preaching of Christ|}” (1 Corinthians 2:1 TRC)

 “9 but as it is written: The eye hath not seen, and the ear hath not heard, neither have entered into the heart of man, the things which God hath prepared for them that love him. 10 But God hath opened them unto us by his spirit. For the spirit searcheth all things, yea the bottom of God’s {Goddes} secrets. {|even the deepness of the God head|}” (1 Corinthians 2:9-10 TRC)

 “14 For the natural man perceiveth not the things of the spirit of God: For they are but foolishness unto him. Neither can he perceive them because he is spiritually examined: {|can not perceive it: for it must be spiritually discerned|} 15 but he that is spiritual discusseth all things: yet he himself is judged of no man. 16 For who knoweth the mind of the Lord, other who shall inform him? but we understand the mind of Christ.” (1 Corinthians 2:14-16 TRC)

 “Who hath reformed the mind of the LORD? Or who is of his counsel to teach him?” (Isaiah 40:13 TRC)

 “5 which mystery in times passed was not opened unto the sons of men as it is now declared unto his holy apostles and prophets by the spirit: 6 that the gentiles should be inheritors also, and of the same body, and partakers of his promise that is in Christ, by the means of the gospel, {gospell}” (Ephesians 3:5-6 TRC)

 “that their hearts might be comforted and knit together in love, and in all riches of full understanding, for to know the mystery of God the father and of Christ” (Colossians 2:2 TRC)

 “Tell nothing into the ears of a fool, for he will despise the wisdom of thy words.” (Proverbs 23:9 TRC)

 “1  These be the last sayings of David. David the son of Isai said: And the man is lifted up on high, the anointed of the God of Jacob and pleasant Psalmist of Israel said: 2 the spirit of the LORD spake in me, and his words were on my tongue.” (2 Samuel 23:1-2 TRC)

 “Ye men and brethren, this scripture must {have} needs be {been} fulfilled which the holy ghost thorow the mouth of David spake before of Judas, which was guide to them that took Jesus.” (Acts 1:16 TRC)

 “When they agreed not among themselves, they departed, after that Paul had spoken one word: well spake the holy ghost by Esay the prophet unto our fathers,” (Acts 28:25 TRC)

 “searching when, or at what time the spirit of Christ which was in them should signify, which spirit testified before, the passions that should come unto Christ, and the glory that should follow after:” (1 Peter 1:11 TRC)

 “20 So that ye first know this, that no prophecy in the scripture hath {|is done of|} any private interpretation. 21 For the scripture {|prophecy|} came never by the will of man: but wholy men of God spake as they were moved by the wholy ghost.” (2 Peter 1:20-21 TRC)

 “But that comforter which is the holy ghost (whom my father will send in my name) {<he>} shall teach you all things, and bring all things to your remembrance whatsoever I have told you.” (John 14:26 TRC)

 “16 For all scripture given by inspiration of God, is profitable to teach, to improve, to inform, {amend} and to instruct in righteousness, 17 that the man of God may be perfect, and prepared unto all good works.” (2 Timothy 3:16-17 TRC)

 “For this cause thank we God without ceasing, because that when ye received of us the word, wherewith God was preached, ye received it not as the word of man: but even as it was in deed, {|is of a trueth|} the word of God, which worketh in you that believe.” (1 Thessalonians 2:13 TRC)

 “Whatsoever things are written aforetime, are written for our learning that we thorow patience and comfort of the scripture should {might} have hope.” (Romans 15:4 TRC)

 “All these things happened upon them for ensamples, and were written to put us in remembrance, {|to warn us|} whom the ends of the world are come upon.” (1 Corinthians 10:11 TRC)

 “49  ((Zain.)) O think upon thy servant as concerning thy word, wherein thou hast caused me to put my trust. 50  For it is my comfort in my trouble, yea thy word quickeneth me.” (Psalms 119:49-50 TRC)

 “7 The chief point of wisdom is, that thou be willing to obtain wisdom, and before all thy goods to get the understanding. 8 Make much of her and she shall promote thee: Yea if thou embracest her, she shall bring thee unto honour. 9 She shall make thee a gracious head, and garnish thee with a {|the|} crown of glory.” (Proverbs 4:7-9 TRC)

 “A wise heart will seek after knowledge, but the mouth of fools meddle with foolishness.” (Proverbs 15:14 TRC)

 “He which is sown in the good ground, is he, that heareth the word and understandeth it, which also beareth fruit, and bringeth forth, some an hundred fold, some fifty {sixty} fold, and some thirty fold.” (Matthew 13:23 TRC)

 “But strong meat belongeth to them that are perfect, which thorow custom have their wits exercised, to judge both good and evil also.” (Hebrews 5:14 TRC)

 “God gave now these four springalds cunning and learning in all scripture and wisdom: but unto Daniel specially, he gave understanding of all visions and dreams.” (Daniel 1:17 TRC)

 “There is no wisdom, there is no understanding, there is no counsel against the LORD.” (Proverbs 21:30 TRC)

 “O give ear unto good counsel, and be content to be reformed, that thou mayest be wise here after.” (Proverbs 19:20 TRC)

 “7 Consider what I say. The Lord give thee understanding in all things. 8  Remember that Jesus Christ being of the seed of David, rose again from death according to my gospel, {gospell} 9 wherein I suffer trouble as an evil doer, even unto bonds. But the word of God was not bound. 10 Herefore I suffer all things, for the elects’ sakes, that they might also obtain that health {salvation} which is in Christ Jesu, with eternal glory.” (2 Timothy 2:7-10 TRC)

 “As thou hast given him power over all flesh, that he should give eternal life to as many as thou hast given him.” (John 17:2 TRC)

 “We know that the son of God is come, and hath given us a mind {understanding} to know him which {that} is true: and we are in him that is true, {be in the truth} through {thorow} his son Jesu Christ. This same {He} is very God, and eternal {|everlasting|} life.” (1 John 5:20 TRC)

 “2 for kings, and for all that are in preeminence, {authority} that we may live a quiet and a peaceable life, in all godliness and honesty. 3 For that is good and accepted in the sight of god our saviour, 4 which would {will} have all men saved, and {<to>} come unto the knowledge of the truth.” (1 Timothy 2:2-4 TRC)


*


+++

Holiday tolerance

Young bracken on dry heath to the northwest of...
Young bracken on dry heath to the northwest of Ferny Crofts, New Forest - geograph.org.uk - 468933 (Photo credit: Wikipedia)
Summertime is for many an easy time. It is time for taking a longer holiday and to relax and to forget all about work. Holiday time is also time to make use of going places and meeting and connecting with other people.

It might also be the time to put some more water in the wine and to accept some more things which would otherwise upset us. When sitting in the garden we shall have to accept hearing others sitting in their garden as well, making their noise (hopefully not to much).

This Summer started off with being too cold. Later it could become for some too hot. When the weather is too hot in Summer we say we tolerate the heat, the same as we tolerate the cold in Wintertime. Some tolerate it better than others and in a way we all have to find ways to deal with the changing situations.

You may read about 'tolerance' and how to cope with it in the column: Don't just tolerate; Love your neighbour 

+++
Column: Don’t just tolerate; love your neighbors
When the weather is too hot in the summer we say we tolerate the heat.  When it dips below freezing we tolerate the cold.  Some tolerate it better than others, but what we’re really saying is “I don’t like the heat, but I’m dealing with it,” or, “It’s much too cold for me, but I can live with it.” That is exercising tolerance. - See more at: http://thesheridanpress.com/?p=37867#sthash.ynXf7SMK.dpuf
When the weather is too hot in the summer we say we tolerate the heat.  When it dips below freezing we tolerate the cold.  Some tolerate it better than others, but what we’re really saying is “I don’t like the heat, but I’m dealing with it,” or, “It’s much too cold for me, but I can live with it.” That is exercising tolerance. - See more at: http://thesheridanpress.com/?p=37867#sthash.ynXf7SMK.dpuf
When the weather is too hot in the summer we say we tolerate the heat.  When it dips below freezing we tolerate the cold.  Some tolerate it better than others, but what we’re really saying is “I don’t like the heat, but I’m dealing with it,” or, “It’s much too cold for me, but I can live with it.” That is exercising tolerance. - See more at: http://thesheridanpress.com/?p=37867#sthash.ynXf7SMK.dpuf

Sunday 5 July 2015

Who Through Jesus Sleep

Who Through Jesus Sleep

Paperback, 254 Pages
This item has not been rated yet
Price: $10.34
Ships in 3-5 business days
Who Through Jesus Sleep is a compendium of essays about the mortality of the soul (254 pages, ISBN 978-0-9574460-9-0, June 2015).
 
The book analyses what the biblical writers believed about the nature of the soul and the opportunity for life after death. It explores both the beliefs of the ancient Israelites, as presented in the Old Testament, and those of the early Christians, as presented in the New Testament. It traces the development of these biblical ideas to the emergence of the notion of the immortality of the soul in both Judaism and Christianity through the influence of Greek philosophy. It describes thinkers throughout history, as well as modern scholars, who have affirmed the biblical idea of the mortality of the soul. Common “proof” texts for the immortality of the soul are also examined.

Monday 22 June 2015

Wat in de week de Nederlandse Christelijke pers haalde

1. Veel christenen gaan naar de kerk maar zijn bang om in de hel te eindigen. (+)   
2. In Charleston werden negen mensen in een kerk doodgeschoten. Hoe familieleden van de slachtoffers reageren is ontroerend. 
3. Kees Goedhart vertelt in dit interview over zijn jarenlange betrokkenheid bij Opwekking. "De Opwekkingsconferentie speelde in op een geestelijke nood in Nederland." (+)
4. Zelfbevrediging is een thema waar niet of nauwelijks over wordt gesproken in de kerk, maar wel veel vragen over zijn. Bekijk deze video over dit onderwerp met Willem Ouweneel. 
5. We maakten trouwens ook dit interview rondom seksualiteit met Frank Bosman (+).
6. Mohammed uit Syrië werd gemarteld en geslagen, maar ontmoette Jezus in zijn cel.
7. Wat christenen kunnen leren van Voetbal International, 's lands best bekeken voetbalprogramma lees je hier (+).
8. Deze moeder plaatste een ijzersterke boodschap op Facebook.
9. De boodschap ‘je bent een parel in Gods hand’ is niet genoeg. Marius Storm: "Met Jezus houdt van je kom je er niet."
10. "De wedergeboorte kan het zicht op Evangelie belemmeren," vertelde ds. G.A. van den Brink.
11. Ds Vreugdenhil: "Geesten en demonen zijn geen verleden tijd."Lees het interview hier. (+)
12. Dit verhaal werd ook heel veel gedeeld en gelezen. "Ik bad: God maak hen blind."

Lijkwade van Turijnterug te zien naar aanleiding 200ste verjaardag van de geboorte van Don Bosco


De Lijkwade van Turijn is vanaf 19 juni opnieuw voor het publiek te zien.
Zij wordt tentoongesteld naar aanleiding van de wereldwijde vieringen voor de 200ste verjaardag van de geboorte van Don Bosco. De stichter van de salesianen leefde en verkondigde in Turijn.
De relikwie, die door de katholieke Kerk niet officieel als dusdanig is erkend, is opengevouwen 4,36 meter lang en 1,10 meter breed. Zij toont het negatief van de voor- en achterkant van een man waarvan de verwondingen volgens de christelijke traditie overeenkomen met de kruiswonden van Jezus.

De authenticiteit van het doek is door de katholieke Kerk nooit officieel erkend, maar zij beschouwt het doek wel als een authentiek, weliswaar niet-origineel getuigenis van de passie van Christus, dat de gelovigen helpt geloven in de kruisdood en de opstanding. Dat is de reden waarom ook paus Franciscus, ondanks de omstreden authenticiteit, naar Turijn reist om de 'icoon van het lijden van Christus' te zien.

Een belangrijk argument tegen de authenticiteit van het doek is dat het slechts na de plundering van Constantinopel in 1204 in documenten van de tempeliers opduikt. Maar anderen verwijzen naar oudere historische documenten die spreken over een doek met het gelaat van Christus dat al in de 8ste-9de eeuw in Odessa werd bewaard en dat later naar Constantinopel in veiligheid werd gebracht. Zij denken dat de Lijkwade zo geplooid was dat enkel het gelaat was te zien. Maar ook dan nog is er een periode van eeuwen waarin er geen historische vermeldingen zijn, terwijl het onwaarschijnlijk is dat er in historische geschriften geen sprake is van zo'n belangrijke getuige van de kruisdood van Christus; Een tweede belangrijk argument tegen de echtheid is de C14-datering van het doek uit 1988. Dat gebeurde toen op verzoek van het Vaticaan. Op basis van de radiometrische dateringsmethode, met behulp van de isotoop koolstof-14 (C14-datering), concludeerden wetenschappers toen dat de Lijkwade van Turijn een artefact uit de middeleeuwen was. Historici zeggen dat daarmee een definitief historisch oordeel is geveld over het doek…

Maar critici houden vol dat de methode onvoldoende is ontwikkeld om met de vele variabelen rekening te houden. Zij verwijzen in het bijzonder naar een historisch gedocumenteerde brand waarbij de Lijkwade slechts in extremis werd gered (en ook deels beschadigd raakte). Sporen van die brand en de onhandige reparatie die daarna plaatsvond doen het doek volgens hen recenter lijken dan het in werkelijkheid is. De verdedigers van de authenticiteit van het doek doen beroep op twee belangrijke argumenten. Het eerste en belangrijkste argument is de manier waarop de afbeelding op het doek kwam. Die afbeelding werd niet op het doek geschilderd. Niet onbelangrijk is dat het portret een negatief is, waardoor het pas sinds de uitvinding van de fotografie duidelijk is welke afbeelding op het doek staat. De afbeelding op het doek dateert echter van eeuwen voor de uitvinding van de fotografie. Vraag is hoe het Christusportret dan wel op het doek terecht kwam. Een tweede belangrijk argument zijn de plantenpollen op het doek uit de tijd en de streek waar Jezus heeft geleefd. Feit is dat de lijkwade tot op vandaag nog steeds niet alle geheimen heeft prijsgegeven. Wellicht ook juist daarom blijft zij zo sterk tot de verbeelding spreken.