Friday 5 December 2008

December 2008 edition of the Christadelphian Magazine

The December 2008 edition of the Christadelphian Magazine is now available. For further details, see the current magazine page. Also, as this is the last edition of 2008, an index of the whole year is also available to download as a PDF (requires free Adobe Acrobat Reader software).

>>

For all their loyalty and conviction that he was the promised Messiah, the apostles too had a limited understanding of the nature of his work as Saviour. They too were expecting him to take the throne of David and rule as king. Consequently, it was not only the people who were confused by the Lord’s reaction to the desire to make him a king. <<

> Our faith is put to the test as we too are assailed in the circumstances of life by the storms and tempests that flesh is heir to. In the midst of our adversities we can also be assailed by doubts and uncertainties.<

Thursday 4 December 2008

Bijbelgetrouw lijkt versleten uitdrukking

'Bijbelgetrouw' lijkt versleten uitdrukking

Het woord ‘bijbelgetrouw’ hoor je tegenwoordig niet meer zo veel. In de zeventiger, tachtiger jaren was het een gangbare term onder mensen dicht zich gebonden wisten aan de Schrift. Het was een soort stroming die dwars door allerlei kerken heen liep. Bijbelgetrouwe christenen. Het lijkt erop dat de uitdrukking wat versleten is. Je hoort hem nog zelden. Het is niet duidelijk wat er precies voor in de plaats is gekomen. Wat we wel weten is dat de geloofwaardigheid van het Woord altijd weer ter discussie staat. Het blijf nodig ons daar tegen te verzetten.

Het is nog steeds belangrijk bijbelgetrouw te zijn. Maar nog veel belangrijker en gelukkiger is dat het Woord zelf getrouw is. Trouw, dat is zoiets als vast en zeker. Je kunt er van op aan. Geen twijfel mogelijk. Dat geldt in de meest absolute zin voor het Woord en voor Hem die het Woord gesproken heeft. Petrus zag met eigen ogen hoe Christus op de berg verheerlijkt werd. Hij schrijft daarover: ‘Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw hart’ (2 Petrus 1:19).

Uitgehold

Trouw is een begrip dat steeds meer wordt uitgehold. Het woord trouw is het sterkst toegepast als het gaat over een man en een vrouw die zich levenslang aan elkaar willen verbinden. Trouwen hebben we dat genoemd. Hier zien we de uitholling het pijnlijkst. Trouw(en) is ongewis geworden, meer iets voor een bepaalde tijd. Vast en zeker is het allang niet meer.

Gelukkig past God zich niet aan onze cultuur aan. Als wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Als wij ons woord verloochenen, Hij doet het niet. Sterker, Hij kan het niet.

Bron: www.habakuk.nu

Jabes gebed in teken van landbelofte

„Jabes nu”, luidt 1 Kronieken 4:10 in de NBG-vertaling, „riep de God van Israël aan met de woorden: Wil mij toch overvloedig zegenen en mijn gebied vergroten; laat uw hand met mij zijn; weer van mij het kwade, zodat mij geen smart treft! En God verhoorde zijn gebed.”

Wall Street

Hoe moeten we dit gebed nu lezen? vroeg Rotman, docent Nieuwe Testament aan de Evangelische Theologische Hogeschool in Ede. „Het lijkt haast een succesformule, en zo presenteren sommigen het ook - als een ”health and wealth gospel”.”

Als Jabes nu had geleefd en op Wall Street had gewerkt, had hij misschien gevraagd: „Heer, vergroot de waarde van mijn beleggingen”, meent de Amerikaanse auteur Bruce Wilkinson, van wiens boekje ”Het gebed van Jabes” wereldwijd meer dan 10 miljoen exemplaren werden verkocht.

Maar is dít wat Jabes’ gebed om zegen en gebiedsuitbreiding inhoudt? Rotman: „Vlak na Jabes wordt in het geslachtsregister Othniël genoemd. Dat plaatst hem aan het begin van de richterentijd. En dáár ligt de sleutel om zijn gebed te verstaan. Israël had toen nog maar een heel klein deel van het land dat God aan Abraham, Izak en Jakob had beloofd ingenomen. Als Jabes vraagt om -letterlijke- uitbreiding van zijn gebied, dan is dat een gebed om de vervulling van die landbelofte. Zijn gebed is vergelijkbaar met de bede uit het Onze Vader, ”Uw wil geschiede”. En God verhoort zijn gebed ook.”

En hier ligt precies de reden waarom de schrijver van het boek Kronieken inzoomt op Jabes, aldus de nieuwtestamenticus. „Israël was teruggekeerd uit de ballingschap, maar ervoer weinig meer van de glorietijd van koning David, die heerste over het grote rijk dat God aan de aartsvaders beloofd had. Uit de geschiedenis van Jabes -een edelsteen te midden van een grauwe opsomming van namen- spreekt hoop: God blijft trouw aan Zijn Woord.”

De landbelofte - daarover sprak ook prof. Paul. Het boek (2) Kronieken eindigt met het edict van Cyrus/Kores. De Joden mogen terugkeren en hun tempel herbouwen.
Klik hier!

De inleider wil uitgaan van een blijvende geldigheid van de oudtestamentische landbelofte, „omdat deze door Christus of de apostelen nooit is afgeschaft of als vervuld wordt beschouwd. Dit geldt wel voor de offerdienst, maar niet voor de beloften aan Abraham en zijn nageslacht.”

Niet dat deze beloften direct vertaald kunnen worden in politiek handelen, aldus prof. Paul. „In politiek opzicht kan het nodig zijn voor het Joodse volk om geografische concessies te doen en er kunnen verschuivingen in de grenzen optreden. Uiteindelijk zal echter de belofte aan Abraham haar volkomen vervulling vinden.” Tegelijk, zo merkte hij op, „is het land in de toekomst niet voor het volk Israël alleen, want Israël zal immers tot zegen zijn voor de gehele wereld.”

Lees hier het artikel van prof.dr. M.J.Paul: De Belofte in het Oude Testament

Vloedgolf van verziekt entertainement

Vloedgolf van verziekt entertainment

‘Sinds de boekdrukkunst hebben we nog nooit zo'n snelle ontwikkeling gezien op het gebied van de media als de laatste jaren.' Die uitspraak van A. Luijk van Mediawijzer stond onlangs in het Reformatorisch Dagblad te lezen. Volgens Luijk komen de nieuwe mediaverleidingen als een ‘tsunami over ons heen'. Een rake constatering. Het toenemende mediageweld stelt ouders en opvoeders voor een grote uitdaging.

In de omgang met media kan een radicale aanpak soelaas bieden. Als de televisie je bij God vandaan houdt, waarom zet je hem dan niet gewoon bij het grofvuil? In het Evangelie spreekt Christus op een soortgelijke manier over verleidingen. ‘Brengt je oog je op de verkeerde weg, ruk het dan uit en werp het weg' (Matteüs 18:9). Ook Augustinus koos voor de radicale aanpak om niet in zonde te vallen. Voor zijn bekering leidde hij een seksueel losbandig leven. Wanneer hij na zijn bekering een ‘oude vlam' tegenkwam, zette hij het eenvoudigweg op een lopen. Wanneer zo'n vrouw dan vroeg waarom Augustinus wegrende, schreeuwde hij: ‘Ik ben mijzelf niet meer!'

Vrome praatjes

Toch is deze aanpak niet altijd afdoende. We kunnen niet altijd wegrennen. Hoe ga je bijvoorbeeld om met internet en tijdschriften? Terecht wijst A. Luijk op het belang van een goede dialoog. Ouders en opvoeders moeten het gesprek aangaan met jongeren. Spreek open over de verleidingen en de vernietigende kracht van bepaalde media-uitingen. Jongeren hebben geen behoefte aan vrome praatjes, maar aan eerlijkheid.

Het is geen schande om je daarbij kwetsbaar op te stellen en je eigen zwakheid te benoemen. Nergens zegt de Bijbel dat we ons als geestelijke krachtpatsers moeten voordoen. Juist niet. ‘In mijn zwakheid ben ik sterk', schrijft Paulus (2 Korinthe 12:10). Overwinning op zonde ligt niet in eigen kracht, maar alleen in totale overgave aan Christus. De uitdaging voor ouders en opvoeders is om die boodschap eerlijk en overtuigend te communiceren.

Bron: www.habakuk.nu

Adventstijd bezinningstijd

Een burgerlijk jaar loopt weer naar haar einde toe. Verjaardagen zijn gevierd geworden en weer konden velen vast stellen dat alles zo voorbijgevlogen was.
Vele kerkgemeenschappen hebben een adventsperiode geopend. Een tijd van overdenking en van voorbereiding voor het nieuwe dat gaat komen.

Een tijd voor reflectie en om eens stil te staan bij de vraag wat het doel van het leven is, of waar wij naar toe willen gaan.
Waar gaat u achter? Wat is voor u belangrijk? Wat wenst u? Wat zijn de zaken waarvan u kan genieten of graag zou van genieten? Welke plaatsen wil u zeker bezoeken of waar wil u vertoeven?

Wij willen veel doen en soms denken wij wel eens dat wij niets gedaan kunnen krijgen. soms lijken wij slechts branden te blussen in plaats van echt boeiende dingen te verwezenlijken.

Met momenten bestaat er zelfs het gevaar dat wij ons niet meer juist kunnen focussen. Dat er zo veel rondom ons hoofd draait, dat wij wel het noorden kunnen kwijt geraken.

Wij moeten tegen zo veel optornen, onze tijd verdelen om koetjes en kalfjes aan te kunnen. Zo veel wereldse dingen omringen ons dat men zich kan afvragen of er nog wel tijd is voor het eigen innerlijke. Waar kan het geestelijke tegenover al dat wereldse staan?

Kan de mens in dat alles nog tijd vinden om diegene te leren kennen die er reeds van in het begin was en aan wij wij alles te danken hebben? en als wij de Vader van al de vaders kennen, kunnen en durven wij dan ook tijd voor Hem uit trekken?

Men kan de wereld zo lief hebben dat men er ook zijn hart aan  verliest. Men kan helemaal verankerd geraken aan het tijdsgebondene en deze wereld of aan de dingen in de wereld! Maar dan moeten wij toch even terugblikken en denken aan wat God ons ter waarschuwing heeft gegeven. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Velen laten geen plaats meer in hun hart voor de Liefde van God. Sommigen willen God wel beschuldigen voor al die moeilijkheden die hen over komen, of de rampen en oorlogen die plaats grijpen. Maar zij vergeten dat deze niet van God komen maar van de wereld zelf. Het zijn de mensen zelf die hun verantwoordelijkheden niet opnemen of zelf de nodige liefde voor de ander niet kunnen opbrengen. Door verwaarlozing van natuur en medeschepselen brengen ze de wereld in on evenwicht en gaan er dingen verkeerd lopen. Begeerlijkheid van het vlees, gulzigheid, argwaan en jaloersheid veroorzaken in de kleine kring reeds voor problemen. Door lust , trots en hovaardij met de begeerte van macht en geld worden mensen vijanden van elkaar.


Jo 2:15-16) (NB) :15   hebt niet de wereld lief noch wat in de wereld omgaat; als iemand de wereld liefheeft, woont de liefde voor de Vader niet in hem, 16  omdat al wat in de wereld omgaat:
het verlangen van vlees–en–bloed, alles waar de ogen naar verlangen en het pronken met bezit, niet uit de Vader voortkomt maar uit de wereld;


Met de Advent moeten wij onze ogen proberen te richten op het Betere dat voor iedereen ter beschikking kan liggen. Onze ogen moeten beschermd worden en het juiste Licht leren opvangen. Een groot deel van de advertenties die onder onze ogen komen is gericht op het passionele en onze verlangens naar vleselijke dingen, welke deel uit maken van de oude natuur van de mens.

Zij die het aankomende Licht willen erkennen hebben betere verwachtingen en kunnen er op aan dat de boreling die zij willen herdenken niet zo maar een kind van de aarde was, maar een lang geleden beloofde Mens die meer heeft kunnen doen en zijn dan eenieder van ons. Het is een super voorbeeld dat wij in herinnering willen brengen. Alhoewel die schrijnwerkers zoon er maar uit zag als een heel eenvoudig mens, was Hij diegene naar wie wij echt moeten uit kijken. Jezus komst mag wel degelijk echt iets zijn om je op voor te bereiden en een feest voor te vieren. Indien je dit wenst ter herinnering te brengen op 25 december, maak het dan zeker dat je dat in je gedachten wil opnemen.
Sta er dan ook even bij stil wat Jezus van Nazareth voor ons gedaan heeft en in welke mate wij er ons verdere leven niet zouden moeten laten door bepalen?

Jezus nam in Zijn leven de tijd voor de zwakkeren, de zieken, de hulpbehoevenden, de gevangenen, maar ook voor Zijn Vader, die Hij ook trachtte kenbaar te maken aan de anderen. Hij was zich er bewust van dat zijn tijd op de aarde slechts zeer beperkt was en focuste daarom op de meer belangrijke zaken dan de wereldse. Hij richtte zich op dingen die vruchtbaar leken te zijn.

Richten wij ons op dagelijkse futiliteiten of wereldse dingen? Of willen wij verder kijken en naar de toekomst iets blijvend opbouwen?

Verdere lektuur > Het grootste geschenk ons gegeven

> Uitkijken naar twee adventen

> Omtrent het vieren van feesten