De Lijkwade van Turijn is vanaf 19 juni opnieuw voor het publiek te
zien.
Zij wordt tentoongesteld naar aanleiding van de wereldwijde
vieringen voor de 200ste verjaardag van de geboorte van Don Bosco. De
stichter van de salesianen leefde en verkondigde in Turijn.
De relikwie,
die door de katholieke Kerk niet officieel als dusdanig is erkend, is
opengevouwen 4,36 meter lang en 1,10 meter breed. Zij toont het negatief
van de voor- en achterkant van een man waarvan de verwondingen volgens
de christelijke traditie overeenkomen met de kruiswonden van Jezus.
De authenticiteit van het doek is door de katholieke Kerk nooit
officieel erkend, maar zij beschouwt het doek wel als een authentiek,
weliswaar niet-origineel getuigenis van de passie van Christus, dat de
gelovigen helpt geloven in de kruisdood en de opstanding. Dat is de
reden waarom ook paus Franciscus, ondanks de omstreden authenticiteit,
naar Turijn reist om de 'icoon van het lijden van Christus' te zien.
Een belangrijk argument tegen de authenticiteit van het doek is dat het
slechts na de plundering van Constantinopel in 1204 in documenten van de
tempeliers opduikt. Maar anderen verwijzen naar oudere historische
documenten die spreken over een doek met het gelaat van Christus dat al
in de 8ste-9de eeuw in Odessa werd bewaard en dat later naar
Constantinopel in veiligheid werd gebracht. Zij denken dat de Lijkwade
zo geplooid was dat enkel het gelaat was te zien. Maar ook dan nog is er
een periode van eeuwen waarin er geen historische vermeldingen zijn,
terwijl het onwaarschijnlijk is dat er in historische geschriften geen
sprake is van zo'n belangrijke getuige van de kruisdood van Christus;
Een tweede belangrijk argument tegen de echtheid is de C14-datering van
het doek uit 1988. Dat gebeurde toen op verzoek van het Vaticaan. Op
basis van de radiometrische dateringsmethode, met behulp van de isotoop
koolstof-14 (C14-datering), concludeerden wetenschappers toen dat de
Lijkwade van Turijn een artefact uit de middeleeuwen was. Historici
zeggen dat daarmee een definitief historisch oordeel is geveld over het
doek…
Maar critici houden vol dat de methode onvoldoende is
ontwikkeld om met de vele variabelen rekening te houden. Zij verwijzen
in het bijzonder naar een historisch gedocumenteerde brand waarbij de
Lijkwade slechts in extremis werd gered (en ook deels beschadigd
raakte). Sporen van die brand en de onhandige reparatie die daarna
plaatsvond doen het doek volgens hen recenter lijken dan het in
werkelijkheid is. De verdedigers van de authenticiteit van het doek doen
beroep op twee belangrijke argumenten. Het eerste en belangrijkste
argument is de manier waarop de afbeelding op het doek kwam. Die
afbeelding werd niet op het doek geschilderd. Niet onbelangrijk is dat
het portret een negatief is, waardoor het pas sinds de uitvinding van de
fotografie duidelijk is welke afbeelding op het doek staat. De
afbeelding op het doek dateert echter van eeuwen voor de uitvinding van
de fotografie. Vraag is hoe het Christusportret dan wel op het doek
terecht kwam. Een tweede belangrijk argument zijn de plantenpollen op
het doek uit de tijd en de streek waar Jezus heeft geleefd. Feit is dat
de lijkwade tot op vandaag nog steeds niet alle geheimen heeft
prijsgegeven. Wellicht ook juist daarom blijft zij zo sterk tot de
verbeelding spreken.